Informatie groep De verschillende vakken en methodes. Technisch lezen: Estafette en vrij lezen.

Transcriptie

1 1. De verschillende vakken en methodes Technisch lezen: Estafette en vrij lezen. Informatie groep 6 Ter bevordering van het lezen werken we met de methode Estafette. Met behulp van deze methode krijgen kinderen precies die instructie die ze nodig hebben. Naar aanleiding van de toetsen van de afgelopen periode zijn de kinderen onderverdeeld in 3 groepjes. De zwakkere lezers lezen stapsgewijs met de leerkracht en maken ook de verwerking gezamenlijk. De sterke lezers lezen extra boeken en helpen ook elkaar. Zij maken een andere verwerking in een apart schrift. Alle kinderen lezen ook vloeiend en vlot boekjes om het leestempo te verhogen. Naast deze 3 leesmomenten wordt er ook aandacht besteed aan het zelfstandig lezen en boekpromotie. Voor dit laatste, is het de bedoeling dat de kinderen thuis een boekbespreking voorbereiden en voor de klas iets vertellen over hun boek. Voor het maken van werkstukken en het houden van een spreekbeurt moeten de kinderen ook boeken lezen. Als ze dit moeten voorbereiden krijgen ze een stappenplan aangereikt. Rond oktober doen we mee met een cursus van Skoolzone. Kinderen kunnen dagelijks andere boeken lezen uit onze bibliotheek. Geregeld in het jaar worden er methodetoetsen afgenomen. In de toetsweken ook de AVI en DMT toetsen. Doorgaans vertellen de kinderen voor de klas over een mooi boek of lezen een stukje voor de klas. Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip en leesstrategieën. De hele week, bij alle vakken wordt er aandacht besteed aan begrijpend lezen. Een keer tijdens de les Nieuwsbegrip, gerelateerd aan het nieuws van die week. Via verschillende strategieën die beurtelings aan de orde komen, leren de kinderen een tekst te ontsleutelen en begrijpen. Bij teksten die gebruikt worden bij andere vakken proberen we ook zoveel mogelijk deze strategieën te gebruiken. De volgende strategieën komen aan bod: voorspellen ophelderen van onduidelijkheden samenvatten vragen stellen relaties/verwijswoorden Deze strategieën voor begrijpend lezen vormen ook de basis van een stappenplan wat leerlingen gebruiken bij het lezen van de teksten. Een zesde strategie, visualiseren, komt steeds aan de orde in de opdracht waarbij leerlingen een sleutelschema van de tekst moeten invullen. Om de vier weken wordt begrijpend lezen getoetst en bekeken welke strategie een kind nog niet beheerst, en aan de hand hiervan wordt gekeken wie waar nog extra hulp bij nodig heeft. Eenmaal per jaar wordt er in groep 6 een CITO-toets voor begrijpend lezen afgenomen ( januari). Vaak nemen we dezelfde toets in juni om de vorderingen van de leerlingen te checken. Er is ook een digitale versie van nieuwsbegrip. 1

2 Taal: Staal Dit jaar werken voor het eerst met de nieuwe taal methode: Staal. Er zijn 8 verschillende thema s. De volgorde van deze thema s kunnen door de leerkracht zelf bepaald worden. We werken ieder thema aan de verschillende taaldomeinen; woordenschat, taal verkennen, spreken en luisteren en schrijven. Staal onderkent de grote invloed die de leerkracht als voorbeeldfiguur op de kinderen heeft. Daarom besteedt de methode veel aandacht aan modeling; het hardop denkend voordoen. Elke taalles begint met een uitleg van de les in het onderdeel Zo zit het in het werkboek. In het bijbehorende instructiefilmpje op het digibord wordt de toepassing van de taaltaak voorgedaan. Ook bij deze methode wordt er met 3 niveaus gewerkt, dit aan de hand van het IGDI model: interactief, gedifferentieerd, directe instructie. Dit betekent dat de instructie de start vormt van het leerproces, door veel interactie tijdens de instructie kan er makkelijk worden gedifferentieerd. Het bijzondere van de leerlijn taal in Staal is dat elk kind toewerkt naar de presentatie van een eigen eindproduct. Dit is een publicatie of presentatie, waarmee elk thema wordt afgesloten. In principe wordt er aan ieder thema 4 weken gewerkt. Tijdens week 1 en 2 bouwen we vooral kennis op, in deze twee weken staan er iedere week 20 woorden centraal ( woorden van de week), deze woorden worden op verschillende manieren aangeboden. Bijvoorbeeld tijdens het introductiefilmpje van het nieuwe thema, maar ook bij het maken van de verschillende opdrachten die de kinderen maken. In week 3 passen de kinderen de opgedane kennis van week 1 en 2 vooral toe. De laatste week bestaat uit de toets en het remediëren, herhalen en verrijken. In januari en juni de woordenschat van de kinderen getoetst door middel van de CITO toets. Spelling: Taal op maat. Spelling is het uit het hoofd goed opschrijven van woorden en zinnen. Het doel is om eigen teksten, opdrachten en werkstukken bij andere vakken foutloos te kunnen maken. Ook voor spelling werken we vanaf dit jaar met Staal. Staal spelling bestaat uit drie onderdelen; spelling ( van onveranderlijke woorden), werkwoordspelling en grammatica (woordsoorten, zinsdelen en leestekens). Van groep 4 t/m 8 biedt Staal in totaal 34 spelling categorieën voor onveranderlijke woorden aan. De nieuwe categorieën zijn verdeeld over de vijf leerjaren. Werkwoordspelling komt in Staal heel vroeg aan bod. Al in groep 4 wordt de woordsoort werkwoord aangeboden. Ook leren de kinderen in groep 4 en 5 spelenderwijs werkwoorden vervroegen. Vanaf groep 6 start Staal echt met werkwoordspelling en vervoeging met het werkwoordschema. Elke derde les in de week is een specifieke grammatica les, maar grammatica komt ook in de andere lessen op een logische manier aan bod. Spelling vereist veel oefening om het in de vingers te krijgen. Daarom begint elke spellingles met het opfrissen van de eerder geleerde spelling categorieën en grammaticaonderdelen. Ook is er een dagelijks dictee plus de nabespreking hiervan. Het zelf verwoorden van de denkstappen en de regels tijdens de nabespreking leidt ertoe dat de kinderen de regels steeds beter onthouden en toepassen. Er zijn bij spelling ook 8 blokken, één blok duurt 4 weken. Elke week is er lesstof voor vier dagen in het basisprogramma. De vijfde dag is de uitlooples. Niet ieder kind leert op dezelfde manier. Het ene kind leert het beter als het horen ( het auditieve kanaal) wordt gecombineerd met het zien ( visuele ondersteuning). Bij een ander kind werkt motorische ondersteuning juist heel goed. Veel kinderen leren beter als de verschillende zintuigen tegelijkertijd worden ingeschakeld. Hierdoor worden de verschillende hersendelen geprikkeld om informatie te verwerven en goed op te slaan. Net als bij Staal; taal wordt ook bij spelling het IGDI- model gebruikt. Dit jaar zal er veel aandacht uitgaan naar werkwoordspelling. Met name alle werkwoorden in de tegenwoordige tijd in alle vormen en de zwakke werkwoorden in de verleden tijd. Het is handig hier ook thuis mee te oefenen. 2

3 Ook voor spelling is er twee keer per schooljaar een CITO-toets. Schrijven: Pennenstreken Voor schrijven gebruiken we vanaf de kleutergroepen de methode Pennenstreken. Deze methode sluit ook aan bij de leesmethode uit groep 3. In groep 4 hebben de kinderen vervolgens de hoofdletters aangeleerd en zijn zij met een vulpen gaan schrijven, in plaats van met een potlood. Vanaf groep 5 wordt het schrijven verder geautomatiseerd. De kleine letters en de hoofdletters worden herhaald aan de hand van de (hoofd)letterclubs. De lettergrootte verandert en de kinderen leren nu dat de bovenlusen onderlusletters niet meer de bovenliggende en onderliggende lijn mogen raken. Bij het schrijven blijft een correcte pengreep en zithouding erg belangrijk. In groep 6 komt de nadruk meer en meer te liggen op het vlot en netjes schrijven. De liniatuur die in de schrijfschriftjes wordt gebruikt, gebruiken we ook in de taal-, dictee- en begrijpend lezen-schriften. Deze verandert halverwege het jaar in standaard liniatuur. Rekenen: De wereld in getallen We gebruiken de methode De wereld in getallen deel 4. In groep 6 komen hierin de volgende onderdelen aan bod: oriëntatie op de getallen tot : bijvoorbeeld verder en terug tellen, schatten, op volgorde zetten en structureren van getallen het blijven automatiseren van tafels en over het tiental optellen en aftrekken. handig rekenen: bijvoorbeeld gebruik maken van bekende antwoorden optellen en aftrekken tot en met delen: met rest geldrekenen: met eurocenten en hele euro s, ook het teken wordt nu gebruikt. Schatten Het kunnen werken met grafieken en diagrammen Delen en vermenigvuldigen met grote getallen bijv: 50x60 of 400x9 cijferend optellen, aftrekken en vermenigvuldigen meten en wegen breuken tijd: digitale en analoge klokken Verder maken we eens per week een projecttaak waarin de sommen nog meer in verhaalvorm gepresenteerd worden en ook de onderwerpen meten, wegen en meetkunde aan de orde komen. Aan het eind van elk blok volgt er een toets. Deze toets wordt schriftelijk afgenomen. Aan de hand van scores krijgen de kinderen in de volgende week herhalings- of verrijkingsstof en kunnen de kinderen die moeite hebben met een bepaald onderdeel extra begeleiding krijgen. Daarnaast worden er ook tempotoetsen afgenomen om na te gaan hoever de automatisering is gevorderd. In januari en juni maken we de CITO-toets rekenen & wiskunde. 3

4 Natuur, Geschiedenis, Aardrijkskunde en Verkeer Verkeer Voor verkeer is er geen vaste methode, maar wordt er gekeken naar de doelen die belangrijk zijn. In groep 6 staan de volgende doelen centraal; - de veiligheid van de fiets. - het fietsen in groepen op het schoolplein of op een andere veilige oefenroute in de omgeving van de school. - de voorrangsregels ( voornamelijk voorrangsregels die voor de kinderen belangrijk zijn, dus voor voetgangers en fietsers). - het leren om gaan met dienstregelingen in het openbaar vervoer. We maken gebruik van de lessen van School op Seef en hiernaast wordt dit waar nodig natuurlijk verder in de klas behandeld. Verder kijken we in groep 6 ook naar de serie LEF ( over veilig leren fietsen). Natuur Voor natuur gebruiken we de methode Natuurlijk. De thema s in groep 6 zijn onder andere: Nieuw leven, Planten en dieren, Verbranding, Beweging, enz. Hierbij hoort een werkboekje en kopieerbladen en aan het einde van elk blok volgt er een toets. Voor deze toets hoeven de kinderen niet thuis te leren. Ook kijken we naar Nieuws uit de Natuur, een wekelijks schooltelevisieprogramma. Geschiedenis Voor geschiedenis gebruiken we sinds dit jaar de methode Argus Clou. Argus Clou Geschiedenis werkt aan de hand van thema s en kent een concentrische opbouw. In elke jaargroep keren zo steeds dezelfde thema s terug. Elk thema behandelt twee tijdvakken. Het overkoepelende thema-onderwerp is wel steeds anders per jaargroep. Op deze manier behandelen de kinderen elk jaar alle tijdvakken uit de canon. Elk tijdvak komt zo gedurende de basisschoolperiode zes keer aan bod. De thema s zijn; tijd van jagers en boeren, tijd van Grieken en Romeinen, tijd van monniken en ridders, tijd van steden en staten, tijd van ontdekkers en hervormers, tijd van regenten en vorsten, tijd van pruiken en revoluties, tijd van burgers en stoommachines, tijd van wereldoorlogen en als laatste tijd van televisie en computer. Wie is argus clou? Argus Clou is professor in alles. Hij beschikt over een ontzagwekkende bundeling van kennis en ervaring. Iedereen die iets wil weten, of dat nou een regering is of een kind, kan dat aan Argus Clou vragen. Maar Argus Clou is ook sociaal, vindingrijk, initiatiefrijk, avontuurlijk, en hij treedt met open vizier de wereld tegemoet. Aardrijkskunde Voor aardrijkskunde gebruiken we de methode Geobas. Thema s zijn: Wie regelt wat in Nederland, Vechten tegen het water, Biologische boeren, De bodem in Nederland, enz. Ook komt, net als vorig jaar, topografie weer aan bod. Bij elk hoofdstuk hoort een topografiekaart. Topografie wordt zoveel mogelijk op school geoefend. Kinderen krijgen het mee als huiswerk om het thuis verder in te slijpen. Alle provincies met kleinere plaatsen en rivieren komen dit jaar aan bod. Stof van vorig jaar zal herhaald worden. Expressie Voor de vakken tekenen, handvaardigheid, muziek, drama en dans beschikken we over de methode Moet je doen. Daarnaast laten we veel opdrachten afhangen van het seizoen (zoals lente), feesten (zoals kerstmis) of de leerstof (zoals een thema uit de taalmethode). 4

5 Gym De gymles is op dinsdagmorgen (9.25 tot uur) en op vrijdagmiddag ( tot uur). De kinderen moeten gymkleding en schoenen aan tijdens de les. Het is handig kinderen op deze dag gemakkelijke kleding aan te doen, die zij zelf gemakkelijk aan en uit kunnen krijgen. Op dinsdag bieden we een toestellenles aan. Op vrijdag betreft dit een spelles. Computers We hebben in de klas drie computers. Deze zijn aangesloten op het netwerk. Verder kunnen we dagelijks op bepaalde tijden gebruik maken van de computers in de hal. De computer wordt bij alle vakken geregeld ingezet. Klassikaal werken we met het digibord. Sociale vaardigheden We maken ook gebruik van SCOL en het sociogram. Dat zijn digitale volgmodellen om de sociaalemotionele ontwikkeling van ieder kind te volgen. In groep 6 mogen de kinderen ook zelf deze lijst invullen, zodat er een beter beeld ontstaat van het welzijn van uw kind op school. De methode Morele Talenten zetten we in om de klassensfeer en veiligheid te verbeteren. 2. Leerresultaten Toetsen Zoals eerder al genoemd, nemen we, naast de verschillende toetsmomenten binnen de methodes, op verschillende momenten in het jaar, met name in januari en juni, methode-onafhankelijke toetsen af. Dit zijn de CITO-toetsen voor lezen (woorden en tekst), rekenen, spelling, begrijpend lezen en woordenschat. Deze toetsen worden afgenomen in groepsverband ( tenzij dit anders is afgesproken). Het behaalde resultaat wordt omgezet in een score met letters van I V waarbij I het hoogst haalbare niveau is, en V het laagste niveau, of een leesniveau, zoals u gewend bent uit de voorgaande leerjaren. Dit geeft ons en u een goed beeld over hoe een kind presteert in vergelijking tot de vorige toetsafname en t.o.v. zijn leeftijdsgenootjes. Rapporten Driemaal per jaar ontvangt elk kind een rapport. Hierin staat voor de van toepassing zijnde vakken een beoordeling vermeld in cijfers en, indien reeds afgenomen, de CITO-scores. Daarnaast is voor een aantal vakgebieden een beoordeling in woorden, zoals voldoende of goed, ingevuld. Bij het eerste rapport willen we alle ouders spreken tijdens de rapportgesprekken. Bij het tweede rapport ook. Bij het laatste rapport vinden in principe geen rapportgesprekken plaats, maar als er redenen zijn om in de laatste weken van het schooljaar nog overleg te hebben, kan dit natuurlijk altijd afgesproken worden. Huiswerk Voor topografie en de zaakvakken ( Aardrijkskunde en Geschiedenis) krijgen de kinderen een samenvatting van het hoofdstuk mee om thuis te leren. Hiervoor hebben ze meestal een week of meer de tijd. Ook krijgen de kinderen een boekbespreking, spreekbeurt en een werkstuk mee om voor te bereiden. Deze staan genoteerd in de agenda die de kinderen hebben gekregen van school. Voor sommige kinderen is het belangrijk en nodig thuis wat extra in te oefenen. Denk hierbij aan de keer en deelsommen, breuken, veel lezen, letten op de spelling van de kinderen en het uitbreiden van de woordenschat. Agenda In groep 6 krijgen de kinderen voor het eerst een agenda. Het is de bedoeling dat de kinderen deze agenda iedere dag mee naar school nemen en ook weer mee naar huis. Iedere maandag besteden we geruime tijd aandacht aan onze agenda, en leren de kinderen hoe ze iets in hun agenda moeten opschrijven. Dit varieert van toetsen tot en met verjaardagen van de kinderen. Verder wordt er ook aandacht besteed aan het plannen van het leren van een toets bijvoorbeeld. Het huiswerk wordt dus niet meer zoals vorig jaar op de site gezet. Er valt meer te lezen over het agendagebruik in de schoolgids. RT Als blijkt dat een kind de leerstof in groep 6 niet aan kan, zal de leerkracht hierover met u een afspraak maken. Vaak zal het zo zijn dat we in de groep voldoende middelen hebben om extra in een groepje of individueel wat extra te oefenen. Mocht dit voor uw kind noodzakelijk zijn, dan hoort u dit van ons. Ook kan het zo zijn dat we u vragen om thuis bepaalde onderdelen extra te oefenen. 5

6 Taken Het werk van de kinderen bestaat uit dagtaken, die per dag af moeten zijn. Weektaken moeten op een zelfgekozen moment in de week gemaakt worden. Als de kinderen klaar zijn met een vak kunnen ze op het bord zien welke vervolgactiviteit er dan plaatsvindt. Kinderen hebben om de beurt weekdienst en helpen die week met bepaalde klusjes in de klas. 3. Wat u verder nog moet weten Leerkrachten Ik zal het komende jaar vijf dagen in de week lesgeven. Op vrijdagmiddag wanneer ik andere taken heb als reken coördinator staat juf Nannie voor de klas. Ochtendpauze We hebben pauze samen met groep 7 en 8 van uur rond de gehele school. De kinderen mogen iets te eten: zoals een liga, appel of boterham en iets te drinken meebrengen. Het eten wordt binnen opgegeten, we drinken na de pauze in de groep terwijl de juf voorleest. Schoolmelk kan besteld worden. Aanmelden via Campina. Verjaardagen We vieren verjaardagen van kinderen om uur. Traktaties die kort van tevoren klaargemaakt worden, kunnen om die tijd gebracht worden. Er is eventueel ook een koelkast beschikbaar. Gezonde traktaties hebben onze voorkeur. De jarige mag in de pauze met twee andere kinderen de klassen rond gaan. Als uw kind zijn/haar verjaardag viert op een andere dag, bijvoorbeeld als hij/zij in het weekend jarig is, laat het dan even weten. Werk bekijken Als u wilt, kunt u altijd even na schooltijd, (15.00) uur binnen lopen, om schriftjes in te zien of werk te bekijken. Natuurlijk is er dan ook gelegenheid vragen te stellen. Binnenkomen Het is niet meer de bedoeling dat de ouders de kinderen binnen brengen. Dat belemmert het zelfstandig worden en zijn. Vragen Door middel van de informatieavond en dit schrijven proberen we u zo goed mogelijk duidelijk te maken wat er in groep 6 allemaal gebeurt. Heeft u al direct of in de loop van het schooljaar vragen over uw kind of zijn/haar werk, dan kunt u altijd een afspraak maken. Website en De website verandert maandelijks en mailtjes verschijnen wekelijks. Met vriendelijke groet, Jozien de Wit j.dewit@basisschooldewesthoek.nl 6