Newton vwo deel 2 Uitwerkingen Hoofdstuk 19 Beeldbuizen 80

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Newton vwo deel 2 Uitwerkingen Hoofdstuk 19 Beeldbuizen 80"

Transcriptie

1 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 80 9 eeldbuizen nleiding.voorkennis Versnellen en afbuigen a ij een eenparig ersnelde en rechtlijnige beweging heb je te aken et een ersnelling a die constant is zowel wat betreft de groottte als de richting. Aangezien hier het olgende kwantitatiee erband geldt : F r a, oet dus de nettokracht F r ook constant zijn zowel in grootte als in richting. Deze werkt in de richting an de snelheid. b Het oorwerp aakt dan een zodanige baan dat er gesproken wordt oer 'een horizontale worp'. Deze baan heeft een parabool-or (zie hoofdstuk 7 3.). c Het oorwerp oert nu een eenparige cirkelbeweging uit (zie hoofdstuk 7 3.). Elektrisch eld a De elektronen onderinden een afstotende kracht anuit de kathode (negatiee pool) en een aantrekkende kracht anuit de anode (positiee pool) odat de elektronen zelf negatief geladen zijn. De resulterende kracht werkt in de richting an de anode. Deze kracht heet de elektrische kracht. b De elektronen gaan in de richting an de positiee pool A bewegen. Dit heet een elektrische stroo. De elektronen bewegen dus an de negatiee pool (kathode) naar de positiee pool (anode), terwijl de stroorichting altijd wordt aangegeen positief naar negatief ( an + naar -). Conclusie: de bewegingsrichting an de elektronenstroo en de richting an de elektrische stroo zijn tegengesteld. c ij agneten wordt er gesproken oer 'agnetische eld'. De ruite tussen A en K kan een elektrisch eld worden genoed. De conclusie is dat ook binnen een etaaldraad een elektrisch eld aanwezig kan zijn dat instand gehouden wordt door de spanningsbron. 3 Magnetisch eld a n het odel wordt het agnetische eld weergegeen door iddel an agnetische eldlijnen. Afspraken: de raaklijn aan de eldlijn geeft de richting an de agnetische kracht aan; hoe dichter de eldlijnen bij elkaar lopen, des te sterker is het eld. Een hoogeen agnetisch eld oefent in elk punt een een sterke agnetische kracht uit op een andere agneet zowel wat betreft de grootte als de richting. Sybolisch worden de eldlijnen dan eenwijdig én op onderlinge gelijke afstand getekend. b De agnetische inductie geeft de sterkte aan. wordt uitgedrukt in T (tesla). c De agnetische inductie hangt af an het aantal windingen N, de lengte l an de spoel en de stroosterkte door de spoel. en N zijn recht eenredig; en l zijn ogekeerd eenredig; en zijn recht eenredig. keert ook an richting o als je de stroorichting okeert of als je de spoelrichting an de windingen odraait. N N.. Zie hoofdstuk 5.: µ o d De lorentzkracht hangt af an de agnetische inductie, de stroosterkte en de lengte l an de draad die zich in het agnetische eld beindt: l (zie ook hoofdstuk 5 3.). is recht eenredig et, en l (zie forule hierboen). Als de richting an okeert, keert de richting an o. Als de richting an okeert, keert de richting an o. De richting an ind je et behulp an de rechterhandregel oor de lorentzkracht e werkt ohoog (loodrecht op en ): dit bepaal je et de rechterhandregel f De rije elektronen bewegen in de richting an de anode. Deze elektronen oren de stroo waarop de lorentzkracht werkt, de lorentzkracht werkt dus op elk elektron dat in beweging is. Aangezien de naar boen is gericht, is ook de lorentzkracht op elk elektron

2 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 8 dat an K naar A beweegt naar boen gericht.

3 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 8 Elektrisch eld: ersnellen.verwerking 5 De kracht is aantrekkend bij ongelijksoortige ladingen en afstotend bij gelijksoortige. ij agneten geldt hetzelfde: bij ongelijknaige polen treedt aantrekking op ( N - Z ) en gelijknaige polen treedt afstoting op ( N - N of Z - Z ). De elektrische en de agnetische kracht neen beide af als de afstand toeneet. a ij een oerschot zijn er eer elektronen in het oorwerp dan het totale aantal protonen in de kernen an de atoen waar het oorwerp uit opgebouwd is. ij een tekort zijn er inder elektronen dan het totale aantal protonen. b ij een positief geladen oorwerp is er een tekort aan elektronen. ij een negatief geladen oorwerp een oerschot aan elektronen. c De elektronen kunnen zich in een oorwerp erplaatsen (et nae bij etalen oorwerpen). De positief geladen kernen an de atoen kunnen zich niet binnen een oorwerp erplaatsen. 7 Er is sprake an een elektronen-oerschot odat het oorwerp negatief geladen is. Qtotaal Het oerschot N qelektron NAS (tabel 7): eleentair ladingskwantu e,0 9 C Het elektron heeft een lading q e e,0 9 C,0 8 N,4 Afgerond: N, 8,0 8 ij O e ; Na + + e ; Mg + + e 9 a Zie kopie figuur 3 hiernaast. b Op deeltje et lading + e is de kracht inder dan zo groot als de kracht op deeltje et lading e : weliswaar is de lading zo groot aar het eld is daar zwakker odat de eldlijnen daar inder dicht bij elkaar lopen (zie de figuur). N..: e eleentair ladingkwantu zie NAS (tabel 7). 0 n een hoogeen elektrisch eld heeft de elektrische kracht op een geladen deeltje in elk punt dezelfde grootte en richting. De eldlijnendichtheid en de richting an de eldlijnen is in elk punt hetzelfde: ze lopen eenwijdig én op onderling gelijke afstand. Kopie an figuur 3 F e + e - e F e a /b Zie kopie figuur 4 hiernaast: A is et de pluspool erbonden en K et de inpool an de spanningsbron. De eldlijnen hebben de richting an A naar K. c Zie figuren hieronder (zie ook bladz. 4 an het inforatieboek, hierbij is echter de K en A erkeerd benoed: plus-pool is links erbonden et K?). n de figuren wordt aangenoen dat de kathode de x-waarde 0 heeft. De potentiaal V e,a +... V. Kopie an figuur 4 K - e A E V e V e,a K A x d Het elektron onderindt een kracht langs de eldlijn an K A odat het elektron negatief geladen is. Verolg op olgende bladzijde. V e,k 0 K A x

4 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 83 Verolg an opgae. e A Het elektrische eld wordt sterker eer eldlijnen. V De lijn in het (E,x)-diagra kot hoger te liggen want E e, aar blijft horizontaal (d.w.z. de elektrische eldsterkte E krijgt een constante hogere waarde). De lijn in het (V e,x)-diagra kot hoger uit (V e,a heeft een hogere waarde) én de lijn loopt steiler (V e,k blijft 0). De kracht wordt groter ( Fe q E ). De snelheid is groter (W e F e d q U AK E k ). Het elektrische eld wordt zwakker inder eldlijnen. V De lijn in het (E,x)-diagra kot lager te liggen want E e én neet toe, aar blijft horizontaal (d.w.z. de elektrische eldsterkte E krijgt een constante lagere waarde). De lijn in het (V e,x)-diagra erandert niet odat V e,a dezelfde waarde blijft houden en V e,k 0. De kracht wordt kleiner ( Fe q E ). de snelheid blijft gelijk (W e F e d q U AK E k ). C Het elektrische eld blijft gelijk in sterkte eeneel eldlijnen. Wel keert de richting o. De lijn in het (E,x)-diagra kot nu een er onder de nul-lijn te liggen als je eran uitgaat dat de ene richting 'positief' is én de andere richting 'negatief'. De lijn in het (V e,x)-diagra begint nu et de 'hoge waarde' an V e,a odat de kathode en anode ogewisseld zijn. De lijn eindigt op afstand x AK et de waarde V e,k 0. De kracht keert alleen an richting o. Het elektron bereikt de rechterelektrode niet aar beweegt onder inloed an de elektrische kracht naar de linkerplaat. a Zie kopie figuur 5 hiernaast. b De elektrische kracht op een elektron is loodrecht op de anode gericht (zie figuur). Deze zorgt oor een snelheidstoenae in horizontale richting. De dwarscoponent an de snelheid is dan steeds eer te erwaarlozen. De baan gaat daaro steeds eer eenwijdig aan de eldlijnen lopen. 3 a Door de grotere spanning wordt er in de gloeikathode eer energie per seconde afgegeen de gloeikathode wordt heter en er treden eer elektronen per seconde uit. De intensiteit an de elektronenbundel wordt groter. b ij het opoeren an de spanning olgt de teperatuur rij snel. ij uiterst snel ereiste wisselingen an de intensiteit reageert het echter toch te traag, odat het opwaren an de gloeikathode altijd tijd kost. c Odat alleen de teperatuur belangrijk is, kan dit heel goed. d Als elektronen tegen atoen in de buis aan zouden botsen, dan zou de snelheid an grootte en richting kunnen eranderen. De elektronen worden daardoor eer erstrooid. Er is dan geen salle bundel eer. Fe V 4 Uit E en E e Ve Fe q q Het potentiaalerschil V e V e,k V e,a U AK naelijk de spanning oer de anode en kathode. N.. Er wordt hier een in-teken geschreen odat er an uitgegaan wordt dat het deeltje an de anode naar de kathode beweegt. Dan is naelijk V e V e,eind V e,begin V e,k V e,a U AK. U Daarnaast is bij de afstand tussen eind- en begin-positie d F q AK e d 5 Ve E E (,5 0,0 ) 3,5 4,33 V/c 4,33 V/,5,5 Kopie an figuur 5 Afgerond: E 4,3 V/ We neen aan dat zich tussen de anode en kathode een hoogeen elektrisch eld beindt. n dat geal erloopt de potentiaaldaling an anode naar kathode eenredig et de afstand: K - e F e - + A

5 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 84 PQ, Ve UAK 50 0 V AK 3,0 Afgerond: V e 0 V 7 a Stel dat de bol een straal R heeft. Dichtbij de bol is de eldsterkte het grootst: E o. De hoogste potentiaal is de potentiaal op de bol V o odat de bol positief geladen is. innen de bol is geen elektrisch eld aanwezig: de elektrische eldsterkte E 0 binnen de bol. De potentiaal blijft binnen de bol constant en wel gelijk aan V o. Dit kun je bedenken als je weet dat er binnen de bol geen elektrisch eld is. Dat betekent dat de energiewaarde an een lading niet erandert als die an een plaats aan de rand an de bol bijoorbeeld eer naar binnen in de bol wordt gebracht. N.. Het olgende schea geeft een oerzicht an de elektrische eldsterkte en potentiaal binnen en buiten de bol. Er worden ook een aantal forules gegeen die je niet hoeft te kennen! afstand t.o.. idden elektrische eldsterkte potentiaal r < R E 0 V e V o 9 Q r R E 9,0 r 9 Ve 9,0 Q lading op de bol in Coulob Q r E E o 0 0 R R 3R 4R 5R r r V e V o 0 0 R R 3R 4R 5R r N.. Aan de gegeen forules is te zien dat buiten en de bol de eldsterkte E ogekeerd kwadratisch eenredig is et de afstand r en dat de potentiaal V e ogekeerd eenredig is et de afstand r. b Ad. A Veldlijnenpatroon: het patroon blijft hetzelfde, alleen is de richting an de eldlijnen tegengesteld d.w.z. naar de bol toegericht. is, (E,r)-diagra: als je de richting an de bol af als de positiee richting neet, dan is de richting naar de bol toe de negatiee richting in het (E,r)-diagra ontstaat dan een lijn die onder de nul-lijn ligt en gespiegeld is t.o.. an de nul-lijn (E 0). (V,r)-diagra: aak wordt aangenoen dat op de plaats waar de elektrische eldsterkte E nul ook de potentiaal V nul is d.w.z. op 'oneindig grootte afstand an de bol'. Daarnaast geldt dat de potentiaal daalt in de richting an de elektrische eldsterkte d.w.z. naarate je dichter bij de bol kot, daalt de potentiaal in het (V,r)-diagra ontstaat dan ook een lijn die onder de nul-lijn ligt en gespiegeld is t.o.. an de nul-lijn (V 0). Ad. Veldlijnenpatroon: door de erdubbeling an de lading wordt het elektrische eld sterker: het patroon blijft hetzelfde, alleen oeten er nu zoeel eldlijnen getekend worden o sybolisch aan te geen dat de eldsterkte op elke plaats zo groot is geworden: de eldlijnendichtheid wordt nu zo groot. (E,r)-diagra en (V,r)-diagra: eranderen niet an or. Alleen wordt de waarde an E o en V o zo groot (zie ook de hierboen gegeen forules). c Het eldlijnenpatroon kenerkt zich door straalsgewijs uiteenlopende lijnen, die anuit het centru an de bol lijken te koen. Zo'n eld wordt een radiaal eld genoed (radius straal). N.. Vergelijk dit ook et het radiaal agnetische eld (zie bladzijde 3 inforatieboek).

6 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 85 8 Gegeen: K 0 /s; d 3, ; U AK 40 V. a q U F AK e (zie raag 4). Hierbij is q de lading an het elektron: q e d NAS (tabel 7): eleentair ladingskwantu e,0 9 C, F e,0 N Afgerond: F e, 0 5 N 3, b Eenparig ersnelde beweging et beginsnelheid b K 0. Stel: punt C is het punt halerwege de kathode en anode afgelegde afstand 3, s C, C K a a C C a t Nieuwe onbekende: a en t. t t F F r a a r Nieuwe onbekende: F r en. F r F e,0 0 5 N NAS (tabel 7): rustassa elektron 9,09 3 kg 5,0 5 a,3 /s 3 9,09 5, 9 s / a t,,3 t t 4,9 s 5,3 5 9 C,3 4,9,50 /s Afgerond: C,5 /s Versnelforule: W e q UCK Ek Ek,C Ek,K Ek, C Ek,C Ek,C / C C Nieuwe onbekenden: E k,a. E k,a 40 ev 40,0 9 3, J C Aangenoen dat het elektrische eld tussen anode en kathode hoogeen is, ag je stellen dat U AK 40 CK U 0 V. Het elektron et lading e wordt oer een spanning an U CK 0 V ersneld E k,c 0 ev 0,0 9,9 7 J 7,9,497 /s 3 9,09 Afgerond: C,5 /s c Uit beantwoording an raag b is duidelijk geworden dat je in deze situatie het geakkelijkste et de ersnelforule kunt werken: W e q UAK Ek Ek,A Ek,K Ek, A Het elektron et lading e wordt oer een spanning an 40 V ersneld E k,a 40 ev Ek,A Ek,A / A A E k,a 40 ev 40,0 9 3, J Voor de assa : zie raag b. A 7 3,845 9,9 /s 3 9,09 Afgerond: A 9, /s N.. Je kunt bij raag c ook werken et eenredigheden: E k,a E k,c odat het doorlopen potentiaalerschil zo groot is. Uit boenstaande ergelijking is af te leiden dat A C A,497 9,9 /s. Zo heb je nog sneller een antwoord.

7 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 8

8 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 87 9 a Voor de elektrische arbeid op een elektron 0 geldt: We q UAK Ek ( Ek,A Ek,K ) 8 E k,k 0 als je ag aanneen dat de snelheid an het elektron bij het erlaten an de kathode A erwaarloosbaar is. Dus (.0 /s) 4 q U q U E AK AK k,a / A A Hierbij is olgens NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 0 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg 8 b O een diagra te kunnen tekenen, oet je eerst oor een aantal an U AK de bijbehorende snelheid A uitrekenen et boenstaande forule: U AK 00 V A 8,39 /s U AK 400 V A,9 /s U AK 00 V A 4,5 /s U AK 800 V A,8 /s U AK 000 V A 8,8 /s De figuur is een parabool. 0 Geraagd: U AK. Gegeen: A 5,9 /s. Voor de elektrische arbeid op een elektron geldt: W q U E ( E E ) e AK k k,a k,k. E k,k 0 als je ag aanneen dat de snelheid an het elektron bij het erlaten an de kathode erwaarloosbaar is. Dus q U E / U A AK k,a A AK Nieuwe onbekenden: en q. q NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg ( 5,9 ) 98,99 V 3 9,09 U AK Afgerond: U AK 99 V,0 Gegeen: A 5,9 /s; in hoogeen elektrisch eld tussen en C treedt afreing op: U C 50 V. a Zie figuur hiernaast: plaat oet et de plus-pool en plaat C et de in-pool erbonden worden. Hierdoor is het elektrische eld an naar C gericht, terwijl de eldkracht op het elektron naar links gericht is: Kopie an figuur 0 K A C het elektron wordt dan afgered. A b Voor de elektrische arbeid op een elektron We q UC Ek Ek, Ek,C geldt: ( ) q U C / - / C Nieuwe onbekenden: en q. NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg. 3 3, ,09 0 ( 5,9 0 ) - / 9,09 C ,00,585-4,555 C 4,555 C 7,844 C 8 7,844 4,50 /s 3 4,555 Afgerond: C 4, /s c n dit geal is C 0 /s boenstaande ergelijking wordt dan ereenoudigd tot q U C / 3,0 UC 9,09 ( 5,9 ) 7, U AK (V) 7,585 U C 98,97 V Afgerond: U C 99 V,0 N.. Dit klopt et raag 0!

9 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 88 Gegeen: ersnelspanning d C,0 ; U C 4 V; KC 3,5 ; LC,5. Ve a Aangenoen dat het eld tussen en C hoogeen is, geldt E K E L E 4 Hierin is V e U C 4 V en d C,0 E 400 V/,0 Afgerond: E K E L 4,0 V/ b Ve E Ve,KC Ve,K Ve, C E. V e,c 0 V odat plaat C geaard is. KC 3,5 V e, K 400 3,5 4 V Afgerond: V e,k 4 V Eenzo is V e, L 400,5,0 V Afgerond: V e,l,0 V N.. Vanwege het hoogeen zijn an het elektrische eld kun je ook et erhoudingen werken: Ve,KC KC KC 3,5 Ve,KC Ve,C Ve,KC 4 4 V. Eenzo oor L. Ve,C C C,0 c U KL Ve,K Ve,K 4,0,0 8,0 V Afgerond: U KL 8,0 V d Voor de arbeid geldt: W F s. De kracht F is een groot als Fe q E (en tegengesteld w.b. richting). V Daarbij is E e en s Ve 5 W q q Ve W q UKL 3, 8,0,5 J N.. n de richting an L naar K neet de potentiaal toe. Dit betekent dat er op een positief geladen bol een positiee arbeid geleerd oet worden die wordt ogezet in een toenae an elektrische energie an het bolletje. 3 Gegeen: ersnelspanning U AK 300 V; afbuigspanning U C 50 V; d C,0. a Tussen K en A oert het elektron een eenparig ersnelde rechtlijnige beweging uit. Tussen A en het begin an het elektrisch eld tussen de afbuigplaten en C is de beweging eenparig rechtlijnig. Tussen de afbuigplaten is de baan een parabool waarbij het elektron een kracht onderindt in de richting an plaat (plus-plaat). Na het erlaten an het elektrische eld gaat het elektron eenparig rechtlijnig naar het scher. b Voor de elektrische arbeid op een elektron geldt: W q U E ( E E ) c e AK k k,a k,k E k,k 0 als je ag aanneen dat de snelheid an het elektron bij het erlaten an de kathode erwaarloosbaar is: q U q U E AK AK k,a / A A Nieuwe onbekenden: en q. A NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg., ,07 /s 3 9,09 Ve UC 50 3 E E,5 V/ d,0 Kopie an figuur d Voor de zwaartekracht geldt : F z g 9,09 3 9,8 8,9 30 N Fe E Fe q E 3 F,0 0,5 0 4,0 0 N q e Conclusie: F e is eel groter dan F z ( F e >> F z ) K - + A A C - + Afgerond: A,03 7 /s Afgerond: E,5 3 V/

10 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 89 4 Gegeen: zie figuur hiernaast. a Geraagd: U C. Stel dat het elektron bij plaats D tussen de afbuigelektroden terecht kot: D / C Aangenoen dat het elektrische eld tussen en C hoogeen is, kun je stellen dat UC UD We q UD Ek Ek, Ek,D Tijdens het afbuigen geldt: ( ) of q UD / - / D Nieuwe onbekenden: en q. NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg. 3,0 UD / 9,09 8 7,7 UD 48,4 V UC 48,4 9,8 V,0 3 ( 7, ) - / 9,09 ( 5,9 ) 8 7,7 J Afgerond: U C 97 V Ve UC 9,8 3 b E E 4035 V/ 4,0 V/ d Afgerond: E 4,0 x 3 V/,4 Het elektron is negatief geladen en wordt naar boen afgebogen d.w.z. naar de positief geladen plaat. De boenste elektrode is et de positiee pool erbonden en de onderste et de negatiee pool. De elektrische eldsterkte heeft een richting an plus naar in en is dus erticaal olaag gericht. K A - + D A 5,9. 0 /s C - + U C? 7,. 0 /s d, De zaagtandspanning bepaalt de tijdbasisinstelling: f z 00 Hz et De tijdbasisinstelling staat dus op 0,00 s. ij 50 Hz past precies een hale sinus. N.. Afhankelijk an het type scoop (en de triggering) wordt de andere helft wel of niet geschreen. Zie figuur a. ij 00 Hz past er precies één hele trilling op het scher (zie figuur b). ij 00 Hz zie je olledige trillingen op het scher (figuur c). figuur b: f 00 Hz figuur c: f 00 Hz f T z 0,000 s T figuur a: f 50 Hz Gegeen: f z,5 3 Hz; geoeligheid,0 V/c. a s h Nieuwe onbekenden s t h en t h. h Nee aan dat elk hokje op het scher een breedte heeft an,0 c s h 0 c 0,0 3 f,5 t h 4,0 4 s T t 3 h,5 0,0,5 /s 4 Afgerond:,5 /s 4,0 b Op het scher is U ax,0 c U ax,0 geoeligheid,0,0 4,0 V Afgerond: U ax 4,0 V Op het scher zie je net iets eer dan trillingen: trillingen oer ca. 9,8 c trillingen in 0,98 4,0 4 3,9 4 s T,9 4 s 3 f f 5,0 Hz 4 Afgerond: f 5, khz T,9

11 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 90 7 a Hiernaast is scheatisch een protonenersneller weergegeen Wordt de protonenbron erangen door een Cl -ionenbron, dan bewegen deze ionen ersneld naar een olgend buisje als deze een hogere potentiaal heeft dan het buisje dat erlaten wordt. De assa an een Cl -ion is 35 of 37 zo groot is als de assa trefplaatje acuü an een proton (afhankelijk an het isotoop), terwijl de lading Lineaire protonenersneller in grootte hetzelfde is. ij dezelfde spanning tussen twee opeenolgende buisjes is de elektrische kracht F e een groot ( Fe q E ) en dus ook de resulterende kracht F r. Odat de assa echter eel groter is, is de bijbehorende ersnelling a 35 zo klein (F r a ) de toenae an de snelheid is dan kleiner. Dit zou betekenen dat het Cl -ion te langzaa in en tussen de buisjes beweegt. Dit kun je erhelpen door - de axiale waarde U ax an de wisselspanning te ergroten de ersnelling a wordt groter en daaree ook de snelheidstoenae én - de frequentie an de wisselspanning aan te passen een lagere frequentie aakt dat de ionen eer tijd krijgen o de oersteek te aken én dat er eer tijd is o tijdens het passeren in de buis de spanning o te wisselen. N.. Het eranderen an de lengte an de buisjes is te duur zijn, want dat betekent dat je een geheel nieuwe protonenersneller oet bouwen. b Nee. Neutrale deeltjes onderinden geen elektrische kracht..3oefenopgaen 8 Ladingseting a De negatief geladen druppels onderinden een elektrische kracht F e die ohoog gericht is odat de boenste plaat et de positiee pool en de onderste plaat et de negatiee pool an de spanningsbron erbonden is. De druppels onderinden ook een zwaartekracht F z die olaag gericht is. Deze twee krachten kunnen elkaar opheffen: de druppels gaan dan zween. Voor positief geladen druppels oet je de spanning op de platen an teken okeren, zodat de boenste plaat negatief geladen is. Hierbij is de elektrische kracht F e dan ook weer ohoog gericht. b Er werkt een elektrische kracht F e ohoog en een zwaartekracht F z olaag. ij een zweende druppel is de nettokracht F netto 0 F e F z V Fe q E en E e Ve U F e q F A e q d q UA g d Met Fz g g q d UA c Gegeen: 9,4 5 kg; U A,5 3 V; d, ,4 9,8,0 q 9,0 C Afgerond: q 9,0 9 C 3,54 N.. Hier alt ogelijk op dat de lading q e d.w.z. keer het eleentair ladingskwantu. e Alle ladingen oeten een eeloud an de lading e an het elektron zijn. Millikan zocht naar het getal waaran alle uitkosten een eeloud zijn. Dat is de zogenaade kleinste geene deler. Dit bleek dan de waarde,0 9 C op te leeren. 9 Oscilloscoop a De zaagtandspanning U z ( U h in de figuur) zorgt oor de horizontale erplaatsing oer het scher. Deze spanning oet op de elektroden oor de horizontale afbuiging staan (zie figuur hiernaast). b ij 0 V staat de stip in het idden an het scher: op het kruispunt an de horizontale en de erticale as. ij -0 V staat de stip aan de linkerkant an het scher en bij +0 V aan de rechterkant. c Uit figuur 5 bepaal je dat de beweging an links naar rechts an,0 tot 4,0 s duurt 8,0 s Het teruglopen naar links gebeurt an 4,0 tot,0 s,0 s K - + A erticale afbuiging U horizontale afbuiging U h protonenbron ~ wisselspanningsbron

12 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 9 Verolg op olgende bladzijde. Verolg opgae 9. d Als de stip in 0 s (dus 00x per seconde) heen en weer gaat, is dit te snel o de stip et het oog te kunnen olgen. Door het nalichten an het scher en de traagheid an de zenuw-werking in ons oog en hersens, zien wij de horizontale lijn. e ij figuur : Dit is een gelijkspanning et U,0 V. Gaan we er an uit dat de erticale as bijoorbeeld ingesteld staat op 0,5 V/c, dan wordt het een horizontale lijn op + 4 c hoogte. ij figuur 7: Er wordt een sinusorig-signaal aangeboden, waarbij 3 T 8,0 s. De tijdbasis staat ook ingesteld op 8,0 s oer de gehele breedte (zie raag c). Er zijn dus 3 olledige trillingen te zien op het scher. 30 Elektronen afbuigen Gegeen: K 0 /s (erwaarloosbaar); A,00 7 /s; elektroden et l 4,00 ; d,50. a ij een grotere spanning neet de stroosterkte toe en daaree ook de teperatuur an de gloeidraad. Er erlaten eer elektronen per seconde de kathode. De helderheid wordt groter. b Versnellen tussen A en K W q U E ( E E ) K 0 /s E k,k 0 e AK q UAK Ek,A / A 7 (,00 ) 84,3 V k k,a k,k U A AK q 3 9,09 U AK Afgerond: U AK 84 V,0 c Opeten an de hoek in figuur 9 leert op α 8. De elektronen hebben nog steeds een horizontale snelheid an,00 7 /s odat ze tussen de platen C alleen een kracht onderinden in erticale richting d.w.z. loodrecht op de horizontale snelheid. De horizontale (coponent an de) snelheid wordt daardoor niet in grootte beïnloed (ergelijkbaar et de horizontale worp! Hfst. 7 3.). y 7 Uit de figuur is op te aken dat tanα y x tanα y,00 tan8 x epaling U C Op het elektron werkt in erticale richting een elektrische kracht F e: V Fe q E e V en E e U F e q F C e q d N.. De inloed an de zwaartekracht ag worden erwaarloosd (zie ook opgae 3 d). 3,5 /s F n erticale richting eroorzaakt deze een eenparig ersnelde beweging et F a a r r q U Met F r F e a C d a of UC Nieuwe onbekende: q, en a. d q NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg. epaling a. Verticaal is er sprake an een eenparig ersnelde beweging: ij figuur 3: ij figuur 4: e,y b,y e,y 3,5 a a Nieuwe onbekende: t y. t t t y t y Horizontaal is er sprake an een eenparige beweging doorlopen in tijdsduur t x t y t x : s 4,00 0 4,00 0, , x tx s t t 7 x tx,00

13 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 9 3,5 4 a 8,5 /s 9 4,00 Verolg op olgende bladzijde. Verolg an opgae ,09,50 8,5 UC 9,30 V,0 d 9,30 V geeft een uitslag an 4,0 c de geoeligheid is V/c Afgerond: U C 9,3 V 9,30 7,34 V/c 4,00 Afgerond: Geoeligheid 7 3 Trillende elektronenbundel Gegeen: zie figuur hiernaast én diagra figuur boek. a sx A t t Nieuwe onbekende: A. A Elektronen zijn ersneld oer U AK 8 V W q U E ( E E ) e AK k k,a k,k q U Aangenoen dat K 0 /s E k,k 0 q U / AK AK Ek,A A A NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg.,0 8,4 9 A 8,00 /s én t 3,0 s Afgerond: t 3,0 9 s 3 9,09 8,00 K A - + U AK 8 V A,4 c C P M Q b n figuur zijn 'trillingen' te zien: T 8,0 8 s c De blokspanning U C blijft steeds / T,0 8 s constant en wisselt dan an teken. De elektronen passeren de elektroden in een tijdsduur die ongeeer,7 kleiner is. Afgerond: T 4,0 8 s Als een elektron passeert bij een gelijkblijende spanning dan kot het elektron òf in P òf in Q terecht afhankelijk an het feit of de spanning U C + 5,0 V òf 5,0 V is. Passeert het elektron de elektroden echter op een oent waarop de spanning U C wordt ogepoold, dan keert ook de elektrische kracht op het elektron op dat oent o an richting en kot het elektron ergens tussen P en Q terecht afhankelijk an het oent waarop - tijdens zijn passage - de spanning wordt ogepoold. d Zolang de tijd dat U C + 5,0 V òf 5,0 V aar langer duurt dan 3,0 9 s (zie raag a) koen er elektronen in P en Q aan. Vanaf het oent dat / T ( / T G ) echter kleiner wordt dan de passeertijd t, krijgt elk elektron tijdens het passeren te aken et het wisselen an de spanning U C en dus ook et het wisselen an de richting an de elektrische kracht. Het elektron zal dan de uitersten P of Q niet eer bereiken. / T G 3,0 9 s T G,0 9 s Afgerond: T G,0 9 s 3 Lineaire protonenersneller Gegeen: eerste buis 0 /s (erwaarloosbaar); U wissel 50 3 V. a Snelheidstoenae ia energieozetting: E e E kinetisch W e -q U ax E k -(E k, E k,) 0 /s E k, 0 q Uax Ek, / ax Nieuwe onbekende: ( proton p). NAS (tabel 7): rustassa p,7 7 kg 3 7,0 50 /,7 ax 3,0 50 ax,9 /s Afgerond: ax,9 /s 7,7 De berekende snelheid is axiaal odat bij de berekening is uitgegaan an een ersnelspanning U wissel 50 3 V. Deze spanning is echter niet steeds axiaal is. De spanning tussen de buizen wisselt. Voor een proton kan het dus effectief ook lager uitallen.

14 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 93 Verolg op olgende bladzijde. Verolg an opgae 3. b Gegeen buis : l 0. f Nieuwe onbekende: T. T De spanning oet in de tijd dat het proton zich in de buis beindt, ogepoold worden an + U ax naar - U ax d.w.z. in een hale trillingsperiode / T. Deze tijdsduur is gelijk aan de 'passeertijd' t an het proton in de buis: s ax,9 t,89 s t t t,9 / T,89 8 s T 5,78 8 s f 7,3 Hz 8 Afgerond: f 7 MHz 5,78 c De buizen zijn erbonden et dezelfde wisselspanningsbron waaran de frequentie constant is. Het opolen an de spanning gebeurt daaro steeds in dezelfde tijd de protonen oeten steeds een lang in de buis zijn terwijl de snelheid na elke oergang groter is. Conclusie: elke olgende buis oet weer langer zijn. Uit de energieergelijking: W e q U ax E k olgt dat de E kin in de derde buis zo groot als een proton de ersnelspanning U ax doorlopen heeft. Aangezien E k / p betekent dit dat de snelheid dan (,44 ) zo groot is. De buis oet,44 0 8,8 c lang zijn Afgerond: lengte 3 e buis 8 c d De protonen doorlopen na buis nog 5 keer een oergang et steeds een U ax 50 kv oordat ze tegen het trefplaatje botsen in totaal is E k,ax 50 kv 500 kev,50 MeV Afgerond: E k,ax,50 MeV Op dezelfde anier als bij raag c betekent dit dat de snelheid ax,totaal ax ax,totaal,9,953 7 /s Afgerond: ax,totaal,70 7 /s 3 Magnetisch eld: afbuigen 3.Structuur 33 espreek het structuurschea in de klas. 3.Verwerking 34 De lorentzkracht staat loodrecht op de richting an het agnetisch eld en op de stroorichting. De lorentzkracht is eenredig et de agnetische inductie, de snelheid en de lading q. Of q (zie ook NAS tabel 35.7). 35 Oereenkosten: - De kracht blijft loodrecht op de agnetische inductie en op de stroorichting (en dus ook op de snelheidsrichting ). - De kracht is constant in richting én grootte als (hoogeen eld) en constant is. - werkt op een stuk draad en op één los deeltje. Verschillen: - Odat bij een elektronenbundel an richting erandert, erandert ook an richting. ij een rechte stroodraad kan de richting an de stroosterkte niet eranderen. - ij toepassing an de rechterhandregel oet je er rekening ee houden dat de snelheidsrichting an de elektronen tegengesteld is aan de richting an de stroosterkte.

15 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 94 3 Zie de figuren hieronder. Met de rechterhandregel is nagegaan wat de richting an de lorentzkracht telkens is. ij elke figuur is in erband et de rechterhandregel aangegeen wat de -richting is. - ij een positief geladen deeltje is de -richting gelijk aan de -richting. - ij een negatief geladen deeltje is de -richting tegengesteld aan de -richting. figuur A figuur figuur C figuur D figuur E n deze situatie is er geen Lorentzkracht odat en eenwijdig aan elkaar zijn. Figuur bij opg Volgens de rechterhandregel is de -richting naar links: het deeltje is echter negatief geladen, dus de bewegingsrichting eran is naar rechts de -richting naar rechts. (zie figuur hiernaast). - Figuur bij opg Uit de richting an de en de olgt et behulp an de rechterhandregel dat de -richting naar links gericht is. Als de - en -richting saenallen, is er sprake an een positief geladen deeltje (zie figuur hiernaast). 39 ij een positief deeltje hebben en dezelfde richting. Volgens de rechterhandregel is de agnetische inductie ohoog gericht (zie figuur hiernaast). 40 Het deeltje oet - een lading q bezitten en - een snelheid hebben et een coponent loodrecht op de richting an de agnetische inductie. n dat geal geldt: q y Hierbij is y de coponent an de snelheid loodrecht op de richting an de agnetische inductie. Figuur bij opg De agnetische inductie heeft in elk punt an een hoogeen agnetische eld dezelfde richting én dezelfde grootte. Sybolisch worden de eldlijnen dan eenwijdig aan elkaar getekend én steeds op dezelfde afstand an elkaar (oorbeeld: zie figuren hiernaast). of

16 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 95 4 Als de richting an de snelheid loodrecht op de richting an de agnetische inductie staat, dan is de lorentzkracht axiaal én steeds loodrecht gericht op de snelheid en de agnetische inductie. Er ontstaat een eenparige cirkelbeweging (zie figuur). Als de richting an de snelheid in de richting an de agnetische inductie is of tegengesteld daaraan, dan is 0 en oert het deeltje eenparig rechtlijnige beweging uit. s de richting an de snelheid een cobinatie an beide, dan heeft de baan een spiraalor Zie de figuren A t/ F hieronder. - De banen zijn in de figuren gestippeld weergegeen. - ij een positief geladen deeltje is de -richting gelijk aan de -richting. ij een negatief geladen deeltje is de -richting tegengesteld aan de -richting. - De lorentzkracht is in elke figuur getekend oor de plaats waar het geladen deeltje zich op dat punt beindt. - De richting an de kracht ind je et de rechterhandregel: ingers et -richting, dui et -richting en handpal in de -richting. - De baan binnen het eld is een deel an een cirkel. uiten het agnetische eld olgt het deeltje een rechtlijnige baan. ij de figuren A en zijn de banen tegengesteld odat de lading tegengesteld is. ij figuur C is de baan sterker gekrod odat groter is door de grotere agnetische inductie. ij de figuren D en E erlaat het deeltje ia een ander zijlak de ruite odat de beginpositie anders is. oendien zijn de banen tegengesteld odat de agnetische inductie tegengesteld is. ij figuur F is de baan weer sterker gekrod door de grotere odat er de grotere agnetische inductie gegeen is. Figuren bij opgae Figuur A Figuur Figuur C Figuur D Figuur E Figuur F Teken de positie an het negatief geladen deeltje bijoorbeeld in het idden. De baan buigt ohoog, dus op dat punt is de lorentzkracht schuin ohoog naar links gericht. De snelheid is naar rechts en odat het deeltje negatief geladen is, is de stroorichting naar links. Volgens de rechterhandregel is de agnetische inductie dan naar oren gericht. - -

17 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 9 45 ij de beweging an een geladen deeltje in een agneeteld werkt de lorentzkracht als iddelpuntzoekende kracht. De lorentzkracht q en de iddelpuntzoekende kracht Fpz r FL Fpz q r r q 4 Gegeen: ersnelspanning U AK,4 3 V; in agnetisch eld,4 4 N. a Geraagd: is de baanstraal r 5,5? Voor het cirkelorige deel an de baan in het agneeteld) geldt F pz De iddelpuntzoekende kracht Fpz r Nieuwe onbekende: en. r FL NAS (tabel 7): 9,09 3 kg is. 7). epaling Voor de energieozetting in het elektronenkanon geldt: We q UAK Ek En Ek Ek,A Ek,K / A / K / A als de snelheid K erwaarloosbaar Voor het elektron is q e,0 9 C (het eleentair ladingskwantu, zie NAS tabel e U e U / AK AK A A A 3,0,4 7,905 /s 3 9,09 7 (,905 ) 5,48 3 9,09 r 4,4 Afgerond: r 5,5 5,5 c Het klopt! b Zie de figuur hiernaast. uiten het agnetische eld is de baan rechtlijnig. n het agnetische eld oert het elektron een deel an een cirkelbaan uit onder inloed an de lorentzkracht die als iddelpuntzoekende kracht optreedt. 47 Gegeen: ersnelspanning U AK 4,8 V; afbuigspanning U C, 3 V; d 0,4. a Zie figuur a. n de figuur is in twee posities an het elektron de elektrische kracht F e weergegeen. Deze is in beide posities een groot én in dezelfde richting! b Zie figuur b. Odat de elektronenbundel niet eer wordt afgebogen oet F e én tegengesteld an richting: is naar beneden gericht. O de richting an de agnetische inductie te inden, kun je bedenken dat het bewegen an een elektron naar rechts oereenkot et een stroorichting naar links. Met behulp an de rechterhandregel ind je dat de agnetische inductie naar achteren gericht is (d.w.z. loodrecht het papier in). Het elektron beweegt nu erder in een rechtdoorgaande baan, in de richting an de oorspronkelijke snelheid. c F e De lorentzkracht q en de elektrische kracht F e q E figuur a - e q q E figuur b - e - E F e C C M - F e F e - + U C - + U C

18 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 97 Verolg op olgende bladzijde. Verolg an opgae 47. d Nieuw gegeen:,9 T. E Nieuwe onbekende: E. E ( ) 3 Ve UC, 5 E,5 V/ d 0,4 5,5 7,3 /s Afgerond:,3 7 /s,9 Elektronen zijn ersneld oer U AK 4,8 V: We q UAK Ek ( Ek,A Ek,K ) q U Aangenoen dat K 0 /s E k,k 0 q U / AK AK Ek,A A A NAS (tabel 7): q ( ) e,0 9 C en de (rust)assa an het elektron 9,09 3 kg.,0 4,8 7 A,99 /s Dit is afgerond ook A,3 7 /s. 3 9,09 Conclusie: de snelheden steen et elkaar oereen. 48 Gegeen: deuteron H et 3,34 7 kg; ersneld tot snelheid 4,8 /s; in agneeteld cirkelorige baan r 5,. a W q U E ( E E ) b e AK k k,a k,k Aangenoen dat K 0 /s E k,k 0 NAS (tabel 7): q + e,0 9 C ( 4,8 ),40 V q UAK Ek,A / A U A AK q 7 3,34 5 U AK Afgerond: U AK,4 5 V,0 7 3,34 4,8 FL Fpz q,9 T r r q 5,,0 c De coponent an de snelheid Afgerond:,9 T, loodrecht op de -ector, bepaalt de grootte an de lorentzkracht en daaree de straal r an de cirkelbaan: F F q r L pz. r q De coponent an de snelheid //, eenwijdig aan de -ector, wordt door het -eld niet erandert d.w.z. zowel grootte als richting blijft constant. Dus het deuteron beweegt et een constante snelheid ( //) in de dezelfde richting als de -ector, terwijl het boendien gaat deelneen aan een eenparige cirkelbeweging et r. q ij elkaar leert dit de schroeforige baan op. d Het deuteron is een positief geladen deeltje. Als je de rechterhandregel toepast dan is de snelheidsrichting (dui) teens de richting figuur A ( -richting) an de stroosterkte. De -richting (ingers) is naar rechts. De handpal oet dan een krachtrichting oor geen die naar het idden an de cirkel is gericht.. Conclusie: figuur A geeft de juiste baan.

19 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen De beeldbuis in een zwart-wit-t heeft de olgende onderdelen: (N.b. zie ook K bladz. 80 e.. ) - de elektronenbron hier worden elektronen losgeaakt. - het bundelsystee hier wordt de bundel elektronen tot een salle bundel geaakt. - de anode door de spanning tussen de anode en kathode worden de elektronen ersneld. Deze krijgen daardoor zoeel energie, dat ze bij botsing et het fluorescerende ateriaal op het scher een lichtflits kunnen eroorzaken. - de afbuigspoelen deze zorgen oor de juiste richting an de salle bundel. - het beeldscher deze is aan de binnenkant oorzien an een laag fluorescerend ateriaal. Op de plaatsen waar deze laag door de elektronenbundel wordt getroffen, licht dit ateriaal op. 50 a ij de circulaire deeltjesersneller wordt elektrisch geladen deeltjes ersneld in ersnelbuizen: We ( ) q Ueb Ek Ek,e Ek,b / e / b Aangezien elektronen tegengesteld geladen zijn, oet de spanning ogepoold zijn als de elektronen in dezelfde richting als de protonen oeten bewegen. ij gebruik an wisselspanning o te ersnellen worden de elektronen een hale periode later (of roeger) in de juiste richting ersneld ergeleken bij het oent dat protonen in de juiste richting ersneld worden. Aangezien de assa klein is, treedt er bij elke ersnelbuis een grotere snelheidstoenae op, aangenoen dat er et hetzelfde potentiaalerschil ( spanning) wordt gewerkt. ij de afbuiging geldt: FL Fpz q r r q ij elektronen heb je te aken et een eel kleinere assa en ogelijk ook een andere snelheid. O een elektron in de juiste baan (et straal r ) te krijgen, zul je de agnetische inductie an de afbuigagneten oeten aanpassen. oendien oet de richting an ook tegengesteld zijn ergeleken et de situatie waarbij protonen ersneld worden odat elektronen negatief geladen zijn. b Neutrale deeltjes (bijoorbeeld neutronen) zijn niet geschikt oor circulaire deeltjesersnellers. Deze deeltjes onderinden geen elektrische kracht en ook geen lorentzkracht en kunnen dus niet ersneld en afgebogen worden oor elektrische en agnetische elden. 3.3Oefenopgaen 5 Energie an α-deeltjes N.. ij deze opgaen oet je aanneen dat de plaat A et de positiee pool an een spanningsbron is erbonden en plaat et de negatiee pool. Dit is in de opgae niet ereld! Gegeen: afbuigspanning U A 0 3 V; d 0,040 ; 3,3 T. a Een α-deeltje bestaat uit protonen en neutronen. Een α-deeltje is hetzelfde als de kern an een He-4 atoo. NAS (tabel 5): de assa an een He-4 atoo: 4,0003 u Hierbij is u de atoaire assaeenheid NAS (tabel 7): u,054 7 kg O de assa an het α-deeltje ( He-4-kern) te bepalen oet je de assa an het He-4 atoo erinderen et de assa an elektronen. NAS (tabel 7): rustassa elektron e 9, kg α 4,0003, ,0903 3,44 7 kg Afgerond: α,44 7 kg N.. Als je de assa berekent olgens: p + n dan krijg je,7 7 +,7493 7,95 7 kg Dit leert een hogere waarde op. Dit is het geolg an het feit dat de protonen en neutronen in een kern een andere assa-waarde hebben dan de zogenaade rustassa die je in tabel 7 an NAS aantreft. De waarde die je zo uitrekent is dus niet de assa an het α-deeltje (zie hfst. ). Lading: q α q p + e +, ,04 9 C (positief). Afgerond: q α + 3,04 9 C

20 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 99 Verolg op olgende bladzijde. Verolg an opgae 5. b Nee aan dat plaat A et de pluspool en plaat et de inpool an de spanningsbron erbonden is. Odat het α-deeltje positief geladen is, is de elektrische kracht F e naar beneden (naar plaat ) gericht dus is naar plaat A gericht. De snelheidsrichting an het α-deeltje is naar rechts ( teens -richting!). Volgens de rechterhandregel is de agnetische inductie dan loodrecht het papier in gericht (zie figuur hiernaast). c De deeltjes gaan door de opening in plaat. De openingen oeten in wel heel sal worden geaakt! α A F e - + U A d De α-deeltjes gaan rechtdoor F e De lorentzkracht q en de elektrische kracht F e q E 3 Ve UA 0 5 E E 5,00 V/ d 0, ,00 7,55 /s 3,3 q q E E Afgerond:,5 7 /s e De energie heeft de or an kinetische energie: Ek / 7 Ek /, (,55 ) 7,7 J 3 7,7 MeV,0 3 J Ek 4,7 MeV 3,0 Afgerond: E k 4,8 MeV 5 Massaspectroeter a Als de ionen tegen gasatoen botsen, erandert de snelheid an grootte en richting. De kans is dan groot dat ze niet eer door de opening in C gaan of een afwijkende cirkelbaan beschrijen. b De ionen zijn positief: oet et de positiee pool én C is et de negatiee pool an de spanningsbron U erbonden zijn. Het eld (gericht an + naar - ) is dus an naar C gericht. O positief te aken oet de schakelaar in stand staan. c ij de opening an plaat C (zie figuur) passeert het positief C geladen ion et een naar beneden gerichte snelheid : de stroorichting is daar olaag en de lorentzkracht naar rechts gericht. Volgens de rechterhandregel staat de agnetische inductie dan loodrecht naar achteren (het papier in). N.. n de onderste positie ko je op dezelfde conclusie (zie figuur). d O deze raag te kunnen beantwoorden oet je eerst weten wat het erband is tussen de assa an een ion en de grootte an de straal an de doorlopen baan. ij het ersnellen wordt elektrische energie ogezet in kinetische energie: We ( ) q U Ek Ek,C Ek,. Onder de aannae dat de kinetische energie bij het passeren an plaat erwaarloosbaar is, is q U Ek,C / C (gl. ) n het agnetische eld zorgt de lorentzkracht oor de benodigde iddelpuntzoekende kracht: q r FL Fpz q C (gl. ) r Veranging an C uit gl. door het erband uit gl. én erolgens delen door q leert: q r q r q r q r q U / U U De waarde an en U is oor alle ionen dezelfde. oendien zijn alle ionen éénwaardig positief geladen. Met behulp an de afgeleide forule is dan geakkelijk in te zien dat het ion et de grootste assa ook de baan et de grootste cirkelstraal olgt: ~ r.

21 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 00 Conclusie: het ion dat baan doorloopt, heeft de grootste assa. 53 Detectie an C-4 atoen Gegeen: etaaldraad V 0 3 V; afbuigruite V a 0 V; stripper V s +,5 V; in detector E k,8 MeV; detector is geaard V d 0 V; bij botsing energieerlies E 5 ev. a De C-atoen zijn negatief geladen als ze de afbuigruite binnen koen. Verolgens aken ze een bocht naar rechts. n de figuur is de situatie getekend waarop het C -atoo zich halerwege beindt. De snelheid is daar schuin naar rechts beneden gericht. Odat de C-atoen negatief geladen zijn is de stroorichting in die situatie tegengesteld gericht aan de snelheid en dus schuin naar links ohoog. De lorentzkracht is naar et iddelpunt an de cirkelbaan gericht. Volgens de rechterhandregel oet in die situatie de agnetische inductie dan loodrecht ohoog zijn gericht (het papier uit). b ij het ersnellen wordt elektrische energie ogezet in kinetische energie: We ( ) q Ua Ek Ek,a Ek,. De ionen erlaten de etaaldraad et een erwaarloosbare snelheid en dus is E k, 0 q Ua Ek,a / a (gl. ) n het agnetische eld zorgt de lorentzkracht oor de benodigde iddelpuntzoekende kracht: q r FL Fpz q a (gl. ) r Veranging an C uit gl. door het erband uit gl. én erolgens delen door q leert: q r q r q r Ua Ua q Ua / Ua r r q q De waarde an, U a en q is oor alle ionen dezelfde r ~. D.w.z. de stralen erhouden zich rc-4 4,08, als de wortel uit de assa's Afgerond : rc-,0 De C-4 ionen hebben een grotere baanstraal dan de C- ionen. Door de spleet heel nauw te aken, kun je dan bereiken dat de C-4 ionen er net door heen koen terwijl de C- ionen tegen de wand boen de salle opening botsen. c Voor de toenae an de energie bij doorlopen potentiaalerschil U geldt algeeen: Ek Ek,eind Ek, begin q U. n dit geal doorloopt een C-4 ion achtereenolgens 3 een potentiaalerschil waarbij de E k toeneet: Ek, totaal Ek,a + Ek,sa + Ek,ds e Ua + e Usa + 3 e Uds 3 Ek,totaal Ek,a + Ek,sa + Ek,ds e 0 + e,5 + 3 e,5 0,0 ev 0 ev Afgerond: E k,d 0 MeV d Gegeen: d, pa, A. Geraagd: n C aantal C-4 ionen dat per seconde de detector binnenkot. Elk C-4 ion slaat een aantal elektronen los, stel N. Elk elektron heeft een lading q e e,0-9 C Dan is de stroosterkte te schrijen als d nc N qe d nc N qe Nieuwe onbekende: N. Per elektron kost het wegslaan 5 ev aan energie en E k,d,8 MeV per C-4 ion E k,d,8 ev 5 Ek, d N 5 ev N,7 5 ev 5 ev, nc 7,54 s Afgerond: n 5 C 8 s,7,0 -

22 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 0 54 Circulaire protonenersneller a ij buis is de snelheidsrichting an de positief geladen protonen naar rechts en dus is de -richting daar ook naar rechts. De afbuiging daar is naar beneden de lorentzkracht p is daar olaag gericht. Met behulp an de rechterhandregel bepaal je dat de bijbehorende -richting naar oren gericht is (zie figuur). b De afstand tussen opeenolgende buizen is gelijk, de snelheid an de protonen neet echter toe. Daardoor neet de looptijd tussen de buizen af buis en oet de wisselspanningsfrequentie toeneen o te zorgen dat de buizen op tijd ogepoold worden. c De straal r an de doorlopen 'cirkelbaan' blijft gelijk. Daarnaast zijn de assa en de lading q an de protonen ook gelijk. Als je toch de snelheid laat toeneen, oet olgens de forule r de agnetische inductie ook toeneen. q d Als de protonenergie toeneet, neet ook de straal an de cirkelbaan toe. Een grotere snelheid betekent een grotere straal. Er is echter geen duidelijke eenredigheid. ehale de energie, en dus de snelheid, hangt de straal ook saen et de sterkte an het agnetische eld. De agnetische inductie kan heel erschillend zijn: een sterker eld geeft een kleinere straal. 55 Elektron-positronersneller Gegeen: p e,4 7 /s; o 0,90 4 T. a ij het ersnellen geldt W ( ) e q Uersnel Ek Ek,e Ek,b / e / b Aangenoen dat b 0 /s E k,b 0 e q Uersnel Ek,A / e Uersnel q NAS (tabel 7): q e,0 9 C en rustassa elektron e 9, kg 7 (,4 ),38 V 3 9, U ersnel Afgerond: U ersnel, kv,0 b De positiee geladen positronen bewegen - an boen gezien - linkso draaiend in de opslagring. Met behulp an de rechterhandregel oor de lorentzkracht is de richting an te bepalen: de -richting is dezelfde als de -richting; de richting an is naar het idden an de ring gericht de agnetische inductie is naar beneden gericht. π r π r c Eénparige cirkelbeweging: T Nieuwe onbekende: r. T ij de afbuiging geldt: FL Fpz q r Nieuwe onbekenden: en r q q. NAS (tabel 7): assa positron assa elektron 9, kg en q + e,0 9 C 3 7 9,0939,4 r,5 4 0,90,0 π,5 7 T 3,97 s 7 Afgerond: T 4,0 7 s,4 d Er oet een wisselspanning gebruikt worden, want als een positron tussen buis en ersneld wordt, dan oet deze een later tussen buis en 3 ersneld worden. Dit kan alleen als de polariteit gewisseld is zodat het elektrische eld weer in de snelheidsrichting een kracht op de positronen uitoefent. Cilinder is positief t.o.. cilinder odat elektronen negatief geladen zijn. Dat betekent echter ook dat cilinder 8 positief is t.o.. an cilinder 7 en dus ook daar beindt zich een groepje elektronen. e Stel dat de elektronen ia buis P gaan en de positronen ia buis Q. ij de elektronen in P is de -richting naar rechts en de naar het idden gericht de -richting is ohoog. ij de protonen in Q is de de -richting naar links en de ook naar het idden gericht de -richting is ohoog. Dus oor beide dezelfde richting. + e - P,e,p + Q p

23 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen 0 N.. Als de elektronen ia buis Q en de positronen ia buis P gaan, is de -richting naar beneden. 5 loedsnelheid Gegeen: UPQ R ; aorta d, en U PQ 0,8 3 V. figuur a: positief ion a Zie de figuren a en b hiernaast. Toelichting: Voor een positief ion is de snelheidsrichting dezelfde als de -richting. De -richting is naar beneden gericht (an N Z). Met behulp an de rechterhandregel ind je dat de lorentzkracht naar links gericht is. Voor een negatief ion geldt dat de -richting tegengesteld is aan de snelheidsrichting. Daarbij is de lorentzkracht naar rechts gericht. b De positiee ionen buigen naar de richting an Q. Door de aanwezigheid an de wand kunnen ze Q niet bereiken, aar oefenen wel een aantrekkende kracht op de elektronen in de elektrode uit: de elektrode Q wordt dus negatief geladen. De negatiee ionen buigen naar de richting an P. Deze hebben erolgens een afstotende werking op de elektronen in de elektrode P. De elektrode P wordt daardoor positief geladen. c UPQ R Nieuwe onbekende: R. R / d R, 3 0,8 0,5, 3 0,8 0,5, 0,0/s N baan Z figuur b: negatief ion + - Afgerond: 0, /s N Z baan Het olue V, dat in t seconden doorstroot, kun je schrijen als V A t Hierin is A de opperlakte an een cirkel: A π R V Dus V π R t het olue per seconde π R t V t π 3 3 (, ) 0,0 78,33 c /s 78,33 c /s Afgerond: t V 78 c 3 /s 57 Driftsnelheid Gegeen:, T; U H 3,0 V; erder zie figuur. a De -richting naar rechts (d.w.z. de elektronen bewegen naar links). De -richting is naar achteren. Zie figuur hieronder. U H 3,0 µv,0 c e -, T,0 c,0 c Met behulp an de rechterhandregel oor de lorentzkracht is dan te inden dat de lorentzkracht ohoog gericht is. Dus de elektronen buigen in een baan ohoog. b Odat de negatief geladen elektronen eer naar boen worden afgebogen, wordt de boenkant negatief geladen t.o.. de onderkant. De potentiaal aan de onderkant is dan hoger dan de potentiaal aan de boenkant. Dit is te eten in de or an de spanning U H. Door dit potentiaalerschil wordt in het koper een elektrisch eld opgewekt waaran de eldlijnen an onder naar boen lopen. n dit elektrische eld onderinden de elektronen een elektrische eldkracht die naar beneden is gericht en die dus de lorentzkracht tegenwerkt. Deze elektronen worden daardoor inder afgebogen, afhankelijk an de grootte an de elektrische eldkracht. c De elektronen gaan rechtdoor F e De lorentzkracht q en de elektrische kracht F e q E q q E V U E ( ) e H 3,0 4 De hoogte h,0 c 0,00 E 3,0 V/ h 0,00 E

24 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 9 eeldbuizen ,0 4,50 /s, Afgerond:,5 4 /s 0,05 c/s 5 Afsluiting 5.Saenatting 58 espreek het structuurschea in de klas. 59 Vergelijk je antwoorden et de eerder gegeen antwoorden. Geef aan wat je 'leerwinst' is. 5.Oefenopgaen 0 eeldbuis Oriëntatie: Geraagd: Spanning-tijd-diagra an de afbuigspoelen oor de horizontale en erticale afbuiging. Gegeen: zie figuur hiernaast. enz 5x per seconde Planning: 5 beeldlijnen Horizontale afbuiging Als je ag aanneen dat de elektronenbundel uit zichzelf gericht is op het idden an het scher, dan oet deze dus o te beginnen links beginnen et een afbuigspanning die bijoorbeeld negatief is. Verolgens oet deze naar rechts bewegen et een constante snelheid. Dat betekent dat de spanning dan eenredig et de tijd oet toeneen tot de bundel rechts aangekoen is. Daarna oet de bundel in zeer korte tijd weer links beginnen. Je hebt hieroor een zogenaade 'zaagtandspanning' nodig. De tijdsduur waarin de bundel an links naar rechts beweegt is als olgt te berekenen: één beeld wordt olledig in / 5 seconde in de or an 5 lijnen beschreen 5 tijdsduur an één horizontale lijn t,4 s 4 µ s Verder zie uitoering figuur a. 5 5 Verticale afbuiging n de tijd dat de bundel an rechts naar links beweegt oet de bundel / 5 e deel an de totale erticale afstand naar beneden gaan. Hieroor oet de erticale afbuigspanning na elke beeldlijn een stukje dalen in waarde naelijk / 5 e deel an het totale bereik dat nodig is oor het hele beeld. Verder zie uitoering figuur b. Uitoering: Figuur a: (U h,t)-diagra oor de horizontale afbuiging Figuur b: (U,t)-diagra oor de erticale afbuiging U h U t (µs) t (µs) Controle: oenstaande figuren geen aan hoe de spanningen eranderen in de loop an de tijd. Voor één olledig beeld (in t / 5 s 0,040 s) oet de horizontale as natuurlijk in gedachten erlengd worden waardoor er 5 stapjes naar beneden zichtbaar zouden kunnen worden.

Newton vwo deel 3 Uitwerkingen Hoofdstuk 18 Beeldbuizen 37

Newton vwo deel 3 Uitwerkingen Hoofdstuk 18 Beeldbuizen 37 Newton wo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 8 eeldbuizen 7 8 eeldbuizen 8. nleiding Voorkennis Versnellen en afbuigen a ij een eenparig ersnelde en rechtlijnige beweging heb je te aken et een ersnelling a die

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere raag oer de theorie a) Veld eroorzaakt door een lange cilinderorige draad [oorbeeld 8-6] We willen het eld berekenen op een afstand r an het centru an een draad et straal R die een constante stroo

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

Uitwerkingen 1. Opgave 1 p(kogel,na) = 15 x 60 = 900 kgm/s p(kanon,na) = kgm/s v(kanon,na) = p(kanon,na) / m(kanon) = / 1200 = - 0,75 m/s.

Uitwerkingen 1. Opgave 1 p(kogel,na) = 15 x 60 = 900 kgm/s p(kanon,na) = kgm/s v(kanon,na) = p(kanon,na) / m(kanon) = / 1200 = - 0,75 m/s. Uitwerkingen Opgae p(kogel,na) 5 x 60 900 kg/s p(kanon,na) - 900 kg/s (kanon,na) p(kanon,na) / (kanon) - 900 / 00-0,75 /s Opgae p(totaal,oor) 0,050 x 0,0 kg/s p(totaal,na),0 kg/s (totaal,na) p(totaal,na)

Nadere informatie

7 Elektriciteit en magnetisme.

7 Elektriciteit en magnetisme. 7 Elektriciteit en magnetisme. itwerkingen Opgae 7. aantal 6, 0 9,60 0 8 elektronen Opgae 7. aantal,0 0,0 0 A,60 0 s 9,5 0 6 elektronen/s Opgae 7. O-atoom : +8-8 0 O-ion : +8-0 - Lading O-ion - x,6 0-9

Nadere informatie

= Ep = R1. U = R I R s

= Ep = R1. U = R I R s Eerste ronde - ste Vlaamse Fysica Olympiade 009 ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde an deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 ragen met ier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

Begripsvragen: Kracht en beweging

Begripsvragen: Kracht en beweging Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsragen: Kracht en beweging 1 Meerkeuzeragen 1 [H/V] Je fietst met een constante snelheid

Nadere informatie

J. Uitwerking E = V/d = 2 / ( ) = V/m

J. Uitwerking E = V/d = 2 / ( ) = V/m A B ELEKTRISCH VELD In de Volkskrant van 19 september 1998 staat een artikel van Broer Scholtens, getiteld Elektrocutie haalt bacteriën uit de puree. De essentie ervan is dat een spanning van 2 volt over

Nadere informatie

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1 Uitwerking exaen natuurkunde 009 (tweede tijdvak) Opgave Optische uis. Teken eerst de verbindingslijn tussen de punten P en Q (lichtstraal in nevenstaande figuur). Deze rechte lijn is ongebroken en gaat

Nadere informatie

Opgave: Deeltjesversnellers

Opgave: Deeltjesversnellers Opgave: Deeltjesversnellers a) Een proton is een positief geladen en wordt dus versneld in de richting van afnemende potentiaal. Op het tijdstip t1 is VA - VB negatief, dat betekent dat de potentiaal van

Nadere informatie

2.1 Onderzoek naar bewegingen

2.1 Onderzoek naar bewegingen .1 Onderzoek naar bewegingen Opgae 1 a De snelheid bepaal je met de formule oor de erplaatsing bij eenparige beweging. s = t Je moet erplaatsing en snelheid bespreken om iets oer snelheid te kunnen zeggen.

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.1 Elektrische kracht en lading Elektrische krachten F el + + F el F el F el r F el + F el De wet van Coulomb q Q

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.3 Elektrische energie en spanning Samenvatting van alle formules dit hoofdstuk a ( m s 2) m (kg) F el (N) m (kg)

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

Formuleblad relativiteit (deel 2)

Formuleblad relativiteit (deel 2) Formuleblad relatiiteit (deel ) p = m c p c = 4 m c Foton: = pc c = 3,0 0 8 m/s u =,6605 0-7 kg ev =,60 0-9 J u 93,49 MeV Formuleblad relatiiteit (deel ), www.roelhendriks.eu Naam: Klas: Repetitie Relatiiteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven.  'of) r.. I r. ',' t, J I i I. .o. EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWJS N 1979 ' Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE.,, Dit examen bestaat uit 4 opgaven ',", "t, ', ' " '"of) r.. r ',' t, J i.'" 'f 1 '.., o. 1 i Deze

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme 2009-2010

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme 2009-2010 Schriftelijk examen: theorie en oefeningen 2009-2010 Naam en studierichting: Aantal afgegeen bladen, dit blad niet meegerekend: Gebruik oor elke nieuwe raag een nieuw blad. Zet op elk blad de ermelding

Nadere informatie

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

VLAKKE PLAATCONDENSATOR H Electrostatica PUNTLADINGEN In een ruimte bevinden zich de puntladingen A en B. De lading van A is 6,010 9 C en die van B is +6,010 9 C. Om een idee van afstanden te hebben is in het vlak een rooster

Nadere informatie

Opgave 1 Waterstofkernen

Opgave 1 Waterstofkernen Natuurkunde Havo 1984-1 Opgave 1 Waterstofkernen A. We beschouwen kernen van de waterstofisotoop 2 H. Deze kernen worden deuteronen genoemd. We versnellen deuteronen met behulp van een elektrisch veld.

Nadere informatie

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging

Nadere informatie

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens Practicum: Brandpuntsafstand an een bolle lens Er zijn meerdere methoden om de brandpuntsafstand (f) an een bolle lens te bepalen. In dit practicum worden ier methoden toegepast. Zie de onderstaande figuren

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting

Nadere informatie

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden 5 Trillingen en tonen 5.1 Inleiding A 1 a Hartslag (polsslag), enstruatiecyclus, adehaling b De snaren van een gitaar en de lucht in blaasinstruenten trillen. De toeschouwers aken heen en weer gaande bewegingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Vergelijkingen. Kern 1 Numeriek oplossen. Netwerk 4 HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk 4, Vergelijkingen 1

Hoofdstuk 4 Vergelijkingen. Kern 1 Numeriek oplossen. Netwerk 4 HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk 4, Vergelijkingen 1 Netwerk HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk, Vergelijkingen Hoofdstuk Vergelijkingen Kern Numeriek oplossen a Teken Y = + 0.* (X) en Y = + 0.00 * X op WINDOW [0,00] [0, 0]. b X = 6.5 en Y =.78. Dus na 6,5 dag

Nadere informatie

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6 Dit oefen et 2 en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl 5vwo oefen-et 2 Et-2 stof vwo5: Vwo5 kernboek: Hoofdstuk 3: Trillingen Hoofdstuk 4: Golven Hoofdstuk 5: Numerieke natuurkunde Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Nadere informatie

- havovwo.nl Formules Goniometrie

- havovwo.nl Formules Goniometrie Formules Goniometrie sin( t u) sintcosu costsinu sin( t u) sintcosu costsinu cos( t u) costcosu sintsinu cos( t u) costcosu sintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos t sin t cos t sin t - - Eerste- en derdegraadsfunctie

Nadere informatie

7 Het uitwendig product

7 Het uitwendig product 7 Het itwendig prodct Wees niet bezorgd oer je moeilijkheden met wisknde. Ik kan je erzekeren dat de mijne groter zijn. Albert Einstein (1879-1955) In onze Cartesische rimte 3 hebben we n en dan behoefte

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrostatica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10 VAK: echanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets - AT echanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT - OPGAVEN en UITWERKINGEN / DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAA EN LEERLINGNUER! Beschikbare tijd: inuten

Nadere informatie

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN FEB Exaen D0H1A 7/01/014 NAAM... Prof. Margriet Van Bael Conceptuele Natuurkunde et technische toepassingen Deel OEFENINGEN Instructies voor studenten Noteer je identificatiegegevens (naa, studentennuer)

Nadere informatie

Interferentie door Elektronen

Interferentie door Elektronen Interferentie door Elektronen Een bachelorscriptie door Jordy van der Hoorn Onder begeleiding van prof.dr.ir Oosterkap dr. Van Gaans Inleverdatu 15 noveber 2013 Matheatisch Instituut, Universiteit Leiden

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt. Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Opgae Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald

Nadere informatie

F De uitgeoefende kracht s De afstand waarover de kracht is uitgeoefend (in meter) α De hoek tussen de kracht en verplaatsing.

F De uitgeoefende kracht s De afstand waarover de kracht is uitgeoefend (in meter) α De hoek tussen de kracht en verplaatsing. 5.1 Arbeid Herhaling Momenten Bij een hefboom of een takel kun je olstaan met een kleinere kracht. Deze kleinere kracht moet echter wel oer een grotere afstand worden uitgeoefend. Dit algemene principe

Nadere informatie

Examen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120, 11 april 2012, uur

Examen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120, 11 april 2012, uur Exaen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C0, april 0, 400 700 uur Dit tentaen bestaat uit 4 opgaven Indien u een opgave niet kunt aken, geef dan aan hoe u de opgave zou aken; dat kan een deel van de

Nadere informatie

Practicum complexe stromen

Practicum complexe stromen Practicum complexe stromen Experiment 1a: Een blokspanning over een condensator en een spoel De opstelling is al voor je klaargezet. Controleer of de frequentie ongeveer op 500 Hz staat. De vorm van het

Nadere informatie

Bepaling van oplegreacties van spanten

Bepaling van oplegreacties van spanten epaling an oplegreacties an spanten Naast liggers, ijn ook spanten of portalen eel oorkomende constructies. Portalen ijn in de steunpunten owel in oriontale als erticale ricting ondersteund en aak scarnierend

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

F De uitgeoefende kracht s De afstand waarover de kracht is uitgeoefend (in meter) α De hoek tussen de kracht en verplaatsing.

F De uitgeoefende kracht s De afstand waarover de kracht is uitgeoefend (in meter) α De hoek tussen de kracht en verplaatsing. 5.1 Arbeid Herhaling Momenten Bij een hefboom of een takel kun je olstaan met een kleinere kracht. Deze kleinere kracht moet echter wel oer een grotere afstand worden uitgeoefend. Dit algemene principe

Nadere informatie

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak) Uitwerking examen Natuurkunde, HAVO 007 ( e tijdvak) Opgave Optrekkende auto. Naarmate de grafieklijn in een (v,t)-diagram steiler loopt, zal de versnelling groter zijn. De versnelling volgt immers uit

Nadere informatie

Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 Trillingen ( ) Pagina 1 van 9

Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 Trillingen ( ) Pagina 1 van 9 Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 rillingen (06-05-) Pagina van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er instens twee ogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er (vrijwel)

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlage: 2 antwoordpapieren

Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlage: 2 antwoordpapieren HAVO 11 EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1980 Maandag 9 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlage: 2 antwoordpapieren Deze opgaven zijn vastgesteld door de

Nadere informatie

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Vragenlijst MAGETSME Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Antwoordeninstructie Je hebt een heel lesuur om de vragen te beantwoorden. Er zijn in totaal 19 vragen, waarvan 5 open vragen en

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tijd: 27 mei 12.-14. Plaats: WN-C147 A t/m K WN-D17 L t/m W Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad. Eenvoudige handrekenmachine is toegestaan

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 9 Versnellen en afbuigen (augustus 2009) Pagina 1 van 11

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 9 Versnellen en afbuigen (augustus 2009) Pagina 1 van 11 Stevin vwo deel 2 Uitwekingen hoofdstuk 9 Vesnellen en afuigen (augustus 2009) Pagina 1 van 11 Opgaven 9.1 Statische elekticiteit 1 a Jij ent positief gewoden. E stoen elektonen doo je voeten vanuit de

Nadere informatie

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt. Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald tijdstip.

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs Tentamen Natuurkunde I Herkansing 09.00 uur -.00 uur donderdag 7 juli 005 Docent Drs.J.. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 5 opgaven met totaal 0 deelvragen Maak elke opgave op een apart vel voorzien

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2016-I

natuurkunde vwo 2016-I natuurkunde wo 1-I Ruimtelift? Lees onderstaand artikel. Ruimtelift? Wetenschappers an de TU-Delft en ESA (European Space Agency) in Noordwijk hebben modelstudies uitgeoerd naar de haalbaarheid an een

Nadere informatie

10 uitwijking (cm)

10 uitwijking (cm) Newton Hao deel Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Muziek 70 4 Muziek 4. Inleiding Voorkennis Trillingen en geluid a Geluid ontstaat door een trillend oorwerp. Om het geluid te horen moeten de trillingen ons oor

Nadere informatie

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3 Telkens is aangegeven als de examenopgaven zijn aangepast of uitgebreid. et 2 training vwo 5 2011 Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1,2 2005-I. Opgave 3 Lees het artikel. Kernfysici zien nieuw element

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Kracht en Energie Inhoud

Kracht en Energie Inhoud Kracht en Energie Inhoud Wat is kracht? (Inleiding) Kracht is een vector Krachten saenstellen ( optellen ) Krachten ontbinden ( aftrekken ) Resulterende kracht 1 e wet van Newton: wet van de traagheid

Nadere informatie

Vectoranalyse voor TG

Vectoranalyse voor TG college en scalarelden in R Vandaag collegejaar college build slides : : : : 4-5 7 augustus 4 33 Coördinatenstelsels in R VA andaag Voorkennis Zelf bestuderen uit.,. en.3: ptellen en scalair ermeniguldigen

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: natuurkunde, (Project Moderne Natuurkunde) Correctieoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctieoorschrift bestaat uit: Regels oor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 21

jaar: 1989 nummer: 21 jaar: 1989 nummer: 21 Met welke snelheid zou een kogel op het aardopperlak in horizontale richting moeten weggeschoten worden opdat hij juist een cirkelormige baan om de aarde gaat beschrijen als er geen

Nadere informatie

11 Bewegingsleer (kinematica)

11 Bewegingsleer (kinematica) 11 Bewegingleer (kinematica) Onderwerpen - Plaatdiagram - Gemiddelde nelheid en nelheid uit plaat-tijd-diagram - Snelheid op een bepaald tijdtip uit plaat-tijd-diagram - Gemiddelde nelheid uit nelheid-tijd-diagram

Nadere informatie

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv. jaar: 1989 nummer: 07 In ieder hoekpunt van een driehoek ABC bevindt zich een lading. In A en C is dit een lading van - 6.10-6 C. In B is dit +10.10-6 C. Beschouwen we het punt P gelegen op 30 cm van A

Nadere informatie

De steen in de vijver 19 december 2007

De steen in de vijver 19 december 2007 De in de vijver 19 deceber 2007 Inleiding Er is een oud, bekend problee waarbij een in de vijver gegooid wordt. Het zal daardoor stijgen. ls dezelfde in een je in het gelegd wordt zal het ook stijgen.

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit Oplossing oefeningen Afhankelijk van je oplossingsmethode en het al dan niet afronden van tussenresultaten, kun je een lichtjes verschillende uitkomst verkrijgen. Deel 1: Elektriciteit Hoofdstuk 1: Elektrische

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende Supergeleidende magneten in LHC De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende magneten te gebruiken Magnetiserende veldsterkte H, permeabiliteit, magnetische veldsterkte B De

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 1 V - 14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Dinsdag 13 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24

Nadere informatie

N A T U U R K U N D E S A M E N V A T T I N G H 1 T / M H 4

N A T U U R K U N D E S A M E N V A T T I N G H 1 T / M H 4 N A T U U R K U N D E S A M E N V A T T I N G H 1 T / M H 4 HOOFDSTUK 1 Reflectie= Terugkaatsing van een lichtstraal. 1.3 PUNT EN SPIEGELPUNT Breking= Bij het wisselen van stof veranderen van richting.

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I Eindexamen natuurkunde - vwo 005-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Schommelboot uitkomst: m De slingertijd T,67, s. Dit ingevuld in de slingerformule T 7,. 9,8 Hieruit volgt: m. levert g gebruik van slingerformule

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo II

Eindexamen natuurkunde vwo II Eindexamen natuurkunde vwo 00 - II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

Het orthogonaliseringsproces van Gram-Schmidt

Het orthogonaliseringsproces van Gram-Schmidt Het orthogonaliseringsproces an Gram-Schmidt Voor het berekenen an een orthogonale projectie an een ector y op een deelruimte W an R n is een orthogonale basis {u,, u p } zeer gewenst De orthogonale projectie

Nadere informatie

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.

Opgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt. Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Opgae Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

De eenparig veranderlijke beweging:

De eenparig veranderlijke beweging: de jaar de graad (1uur) Hoofdtuk 5 : Eenparig eranderlijke beweging De eenparig eranderlijke beweging: - 45 - T begon alleaal bij Galileï. Deze italiaane geleerde heeft geleefd an 1564 tot 164. Van zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Naam (in drukletters): Studentennummer: Langere vraag over de theorie (a) Bereken de elektrische potentiaal voor een uniform geladen ring en dit voor een punt dat ligt op de as die loodrecht staat op de

Nadere informatie

Verbetersleutel examen 6LWI

Verbetersleutel examen 6LWI Verbeerleuel exaen 6LWI Correcieleuel bij Vraag-V01: De grafiek bechrijf de beweging an een rein die eer rijd in een zone oor beperke nelheid, en daarna ernel op he ogenblik da hij buien de zone i. De

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7 cm en rd= 5,4 cm. Invullen levert:,

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 25 april, 2008, 14.00-17.00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 18 deelvragen. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd formuleblad

Nadere informatie

Oefeningenexamen Inleiding tot de Sterrenkunde

Oefeningenexamen Inleiding tot de Sterrenkunde Oefeningenexamen Inleiding tot de terrenkunde 29 januari 2016 Gebruik de bijlage achteraan in het boek om de erschillende constanten die je nodig hebt op te zoeken. Veel succes! Examenoefening 1 Gegeen

Nadere informatie

Olie, alleen voor het smeren! (deel 1)

Olie, alleen voor het smeren! (deel 1) elheden 3 Olie, alleen oor het seren (deel ) door: Titus M Bartholoeus, Senior Deelopent Engineer, Grasso Products b Inleiding Koelcopressoren worden alleaal, op een enkele speciale t toepassing na, e

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: natuurkunde, Correctieoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctieoorschrift bestaat uit: Regels oor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel Regels

Nadere informatie

12 Elektrische schakelingen

12 Elektrische schakelingen Elektrische schakelingen Onderwerpen: - Stroomsterkte en spanning bij parallel- en serieschakeling - Verangingsweerstand bij parallelschakeling. - Verangingsweerstand bij serieschakeling.. Stroom en spanning

Nadere informatie

Opgave 3 - Uitwerking

Opgave 3 - Uitwerking Mathrace 2014 Opgave 3 - Uitwerking Teken de rode hulplijntjes, en noem de lengte van dit lijntje y. Noem verder de lengte van een zijde van de gelijkzijdige driehoek x. Door de hoek van 45 graden in de

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-II Eindexamen natuurkunde - vwo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Elektromotor voorbeeld van een antwoord: schuifweerstand en schakelaar volgens schema aangesloten op de spanningsbron kring met een deel van de

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S

Nadere informatie

9 Stugheid en sterkte van materialen.

9 Stugheid en sterkte van materialen. 9 Stugheid en sterkte van aterialen. Onderwerpen: - Rek. - Spanning. - Elasticiteitsodulus. - Treksterkte. - Spanning-rek diagra. 9.1 Toepassing in de techniek. In de techniek ko je allerlei opstellingen

Nadere informatie

Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude model:

Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude model: Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude odel Elektronen in kristallen, ofwel elektronenstructuur, tegenhanger van de geoetrische structuur.

Nadere informatie