Circus les 6. Doelen:

Transcriptie

1 Circus les 6 Doelen: - De speler heeft snelle voeten - De speler kan jongleren - meerdere ballonnen in de lucht houden - De speler oefent oog-hand coördinatie - De speler kan hardop de telling bijhouden 1

2 Oefening 1 Bewegingsvaardigheden Leeuwentikkertje Doel: De speler heeft snelle voeten. Materialen: per kind 1 stukje tenniskids-lint van ongeveer 30cm. Uitleg: Alle leeuwen lopen los binnen de circusring. Set & Let proberen de leeuwen bij hun staart te grijpen. Alle spelers, op 1 iemand na, krijgen een stuk tennislint en stoppen dit een klein stukje in de achterkant van hun broek zodat ze een staart krijgen De speler zonder staart probeert om zo snel mogelijk alle staarten te pakken De trainer klokt 1 minuut en telt hoeveel staarten de speler heeft weten te pakken Na 1 minuut krijgt iedereen zijn staart weer terug en mag iemand anders het proberen Aanwijzing: kijk naar de tikker en probeer hem niet de kont toe te keren want dan kan hij je staart makkelijk pakken Te makkelijk: de leeuwen mogen alleen maar huppelen of zijwaarts bewegen, de speler die probeert de staarten te pakken mag wel gewoon rennen. Of iedereen mag elkaars staart pakken. Als je eentje hebt gepakt, doe je die bij jezelf erbij. Te moeilijk: doe deze oefening 1 op 1 in een klein gebied 2

3 Oefening 2 Balvaardigheden Hou ze hoog! Doel: De speler kan jongleren - meerdere ballonnen in de lucht houden (let op: herhaling/uitbreiding van voorgaande oefening) Materialen: 10 ballonnen Uitleg: De circusdirecteur gooit alle ballonnen in een keer in de lucht en Set & Let proberen alle ballonnen van de grond af te houden. Hoe lang houden ze dit vol? Alle spelers staan verdeeld in een rood veld (de circusring) en de trainer (circusdirecteur) gooit 1 voor 1 alle ballonnen de ring in Vanaf dan start de tijd De spelers moeten voorkomen dat de ballonnen de grond raken Ze proberen alle ballonnen in de lucht te houden met elkaar Dit mag zowel handen als voeten Zodra er een ballon valt, stopt de tijd Vervolgens doen ze het spel nog een keer en proberen ze de tijd te verbeteren Aanwijzing: ga na het optikken van een ballon, meteen door naar een andere ballon Te makkelijk: gebruik nog meer ballonnen Te moeilijk: gebruik minder ballonnen 3

4 Alternatief voor buiten; Materialen: 1 bal per speler Uitleg: We gaan jongleren, net als de jongleurs in het circus! Wat voor trucs kan jij allemaal met de bal? De spelers staan in het veld met voldoende ruimte De spelers volgen de opdrachten van de leraar op Opdracht 1; gooi de bal in de lucht, laat stuiten (mag meerdere keren stuiten) en vang de bal Opdracht 2; Gooi de bal in de lucht, klap in je handen, laat stuiten en vang de bal Opdracht 3; Gooi de bal in de lucht, draai een rondje, laat stuiten en vang de bal Opdracht 4; Gooi de bal in de lucht en vang boven je hoofd Opdracht 5; Gooi de bal in de lucht en vang zo laag mogelijk bij de grond Aanwijzing: kijk eerst naar het voorbeeld van de trainer en hou tijdens de oefening je ogen op de bal Te makkelijk: de oefeningen zonder stuit doen, vangen met 1 hand, snellere/kleinere bal Te moeilijk: pak een langzamere/grotere bal 4

5 Oefening 3 Racketvaardigheden Ballon rally Doel: De speler oefent oog-hand coördinatie (let op: herhaling/uitbreiding van voorgaande oefening) Materialen: 1 ballon per speler Uitleg: Van het jongleren met de ballon gaan Set & Let nu steeds meer naar een potje tennissen met de ballon. Ze proberen nu ook de ballon op en neer te laten gaan over het net. De spelers werken individueel met racket en ballon in de vrije ruimte Opdracht 1; wat herhaling van vorige week. Ballon hooghouden met blad, handvat, steel van het racket. Opdracht 2; maak tweetallen. Iedere speler gaat aan een kant van het net staan. De spelers proberen nu een rally te spelen met de ballon, over het net en tussen de lijnen. Tel hoeveel keer de ballon op en neer gaat Aanwijzing: van laag naar hoog tikken, nu ook meer van achter naar voren Te makkelijk: de speler mag de ballon maar 1 keer aantikken bij het slaan Te moeilijk: laat het net weg tussen de spelers 5

6 Alternatief voor buiten; (probeer de oefening met een strandbal of rode bal te doen met meerdere stuiten of doe onderstaande opdracht) Materialen: 1 bal per speler Uitleg: We gaan jongleren, net als de jongleurs in het circus! Wat voor trucs kan jij allemaal met de bal en racket? De spelers staan in het veld met voldoende ruimte De spelers volgen de opdrachten van de leraar op Opdracht 1; leg de bal op je racketblad en laat deze langs de rand van je racket rond draaien Opdracht 2; leg de bal op je racketblad en loop rondjes over het veld, zonder dat de bal er vanaf valt Opdracht 3; leg de bal op je racketblad en ren rondjes over het veld, zonder dat de bal er vanaf valt Opdracht 4; laat de bal op je racketblad te laten stuiteren Opdracht 5; laat de bal op de grond stuiten en tik hem daarna omhoog met je racket en probeer zoveel mogelijk op je eigen plek te blijven Opdracht 6; laat de bal op de grond stuiten en tik hem daarna omhoog met je racket en probeer hierbij te bewegen door de zaal Aanwijzing: kijk eerst naar het voorbeeld van de trainer en hou tijdens de oefening je ogen op de bal Te makkelijk: doe de oefeningen vanaf opdracht 5 met iemand anders Te moeilijk: pak een langzamere/grotere bal 6

7 Oefening 4 Spelvaardigheden Ballon teamwork Doel: De speler kan hardop de telling bijhouden Materialen: per tweetal 1 ballon, 7 knijpers Uitleg: Set & Let gaan door met de ballon overspelen maar nu moeten ze goed tellen hoeveel keer de ballon op en neer gaat. De spelers werken in tweetallen en staan tegenover elkaar in een blauw veld. Ze proberen met de ballon een rally van 2 te spelen. Als dat lukt, mag er een knijper gepakt worden en deze wordt op het net bevestigd. Vervolgens proberen ze een rally van 3 te spelen. Als dit weer lukt, mag er wederom een knijper gepakt worden. Daarna spelen ze een rally van 4, dan 5 etc. etc. Elke keer als het lukt wordt de volgende rally dus 1 slag langer. Wanneer het gelukt is om uiteindelijk de ballon 8 keer op en neer te spelen, zijn de spelers klaar. Aanwijzing: tel hardop Te makkelijk: begin meteen met een rally van 4 slagen en ga door tot een rally van 10 slagen Te moeilijk: ga maximaal tot een rally van 5 slagen Alternatief voor buiten; (probeer de oefening met een strandbal of rode bal te doen met meerdere stuiten) 7