Circus les 7. Doelen:

Transcriptie

1 Circus les 7 Doelen: - De speler kan makkelijk springen vanuit stilstand en vanuit beweging - De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst gooien - De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst slaan - De speler kan hardop de telling bij houden 1

2 Oefening 1 Bewegingsvaardigheden Opwarmen voor de show Doel: De speler kan makkelijk springen vanuit stilstand en vanuit beweging Materialen: geen Uitleg: De acrobaten doen altijd een goede warming-up voordat ze op gaan treden. Ze zorgen dat alle spieren goed los zijn zodat ze na de show niet al te veel spierpijn krijgen. Set & Let doen ook mee! Alle spelers zijn acrobaatjes en staan in een halve cirkel om de trainer heen De trainer doet een oefening voor en de acrobaatjes doen deze na. Oefeningen; draaien met de armen, rennen op de plaats, springen op je plaats, draaien met het hoofd, olifantenslurf maken met armen, met de vingers je tenen aanraken, hakken billen op de plaats, knie heffen op de plaats etc. Nadat de trainer enkele oefeningen heeft gedaan, mag een van de spelers op de plek van de trainer staan en ook een oefening voordoen. Aanwijzing: kijk heel goed naar het voorbeeld van de trainer en doe deze zo goed mogelijk na Te makkelijk: doe ook oefeningen waarbij ze niet op hun plek hoeven te blijven. Laat ze dan in 1 lijn staan op de dubbelspel lijn en laat ze naar de andere dubbelspel lijn bewegen met een van bovenstaande opdrachten Te moeilijk: doe zoveel mogelijk oefeningen waarbij maar 1 lichaamsdeel gebruikt wordt en ze niet hoeven te combineren 2

3 Oefening 2 Balvaardigheden Ontwijk de clown Doel: De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst gooien Materialen: 1 foambal per drietal Uitleg: Set & Let mogen na de show nog even met de clown spelen. De clown is zo gek als een deur en doet alsof hij het net is op het tennisveld. De spelers werken in drietallen. Een van de spelers staat met de armen en benen gespreid in het midden, deze speler is het net De andere spelers moeten de bal op verschillende manieren langs het net spelen Hoe ze de bal gooien, hangt af van wat het net ze vertelt. Onderdoor (rol de bal tussen de benen van het net door), overlangs (gooi de bal met een bovenhandse worp over het hoofd van het net heen), of langszij (gooi de bal met een onderhandse worp langs het net ) Na elke worp keert het net zich met een sprong om naar de andere speler. Aanwijzing: luister goed naar het net, ga goed staan en kijk waar je de bal overheen of langs moet gooien en dan gooi je pas Te makkelijk: maak de afstand tot het net groter of maak het net de lummel, waarbij het net de bal moet proberen te stoppen Te moeilijk: gebruik een ballon of grotere bal of gebruik ander materiaal voor het net, dus niet een speler 3

4 Oefening 3 Racketvaardigheden Ontwijk de clown (met racket) Doel: De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst slaan (let op: herhaling/uitbreiding van voorgaande oefening) Materialen: 1 foambal per drietal Uitleg: Het is zo n leuk spelletje met de clown dat ze het nog een keer spelen maar nu met het racket erbij. De spelers werken in drietallen. Een van de spelers staat met de armen en benen gespreid in het midden, deze speler is het net De andere spelers moeten de bal op verschillende manieren langs het net spelen Hoe ze de bal slaan, hangt af van wat het net ze vertelt. Onderdoor (rol de bal met je racket tussen de benen van het net door), overlangs (sla de bal bovenhands over het hoofd van het net heen), of langszij (sla de bal onderhands langs het net ). Na elke slag keert het net zich met een sprong om naar de andere speler. Aanwijzing: luister goed naar het net, ga goed staan en kijk waar je de bal overheen of langs moet slaan en dan sla je pas Te makkelijk: maak de afstand tot het net groter of maak het net de lummel, waarbij het net de bal moet proberen te stoppen Te moeilijk: gebruik een ballon of grotere bal of gebruik ander materiaal voor het net, dus niet een speler 4

5 Oefening 4 Spelvaardigheden Laat je horen! Doel: De speler kan hardop de telling bij houden Materialen: 1 rode bal, 2 grote pionnen per tweetal Uitleg: De jongleurs hebben heel wat materialen achtergelaten waar zij mee aan het jongleren waren. Set & Let gebruiken de materialen om op te mikken. De spelers werken in tweetallen en staan op zo n 5m afstand van elkaar. Beide spelers hebben een racket. Beide spelers plaatsen een pion op z n kop voor zich. Om de beurt spelen ze de bal onderhands richting de pion van de ander. Het doel is om de pion van de ander zoveel mogelijk keer omver te spelen. De spelers tellen hardop op het moment dat ze er weer een punt bij hebben. Aanwijzing: eerst goed kijken naar de pion van de ander, stil staan en dan pas slaan Te makkelijk: vergroot de afstand tot de pion Te moeilijk: plaats meerdere pionnen en/of? verklein de afstand 5