Nevobo Inhoud: CMV werkgroep Eindredactie: Communicatie Nevobo Coördinatie: Jacqueline de Wit, Ruben Nijhuis. Eerste druk, maart 2011

Transcriptie

1 Nevobo 2011 Inhoud: CMV werkgroep Eindredactie: Communicatie Nevobo Coördinatie: Jacqueline de Wit, Ruben Nijhuis De CMV werkgroep van de Nevobo bestaat in januari 2011 uit Marina Miedema, Adrie Noij, Bert Brinkman, Frans Kramer, Rita Buikema, Corine Groot Eerste druk, maart 2011 Nevobo Wattbaan Postbus ML Nieuwegein tel Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 1

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Test 1 Balbaan herkenning 4 Test 2 Balbaan herkenning en grondvormen van bewegen 5 Test 3 Algemene balvaardigheid 6 Test 4 Grondvormen van bewegen 7 Test 5 Algemene balvaardigheid en balanceren 8 2 Test 1 Verplaatsingstechnieken 9 Test 2 Service 10 Test 3 Grondvormen van bewegen 11 Test 4 Onderarms en bovenhands spelen 12 3 Test 1 Serveren 13 Test 2 Verplaatsingstechnieken 14 Test 3 Duiken 15 Test 4 Mikken 16 Test 5 Toetsen 17 4 Test 1 Balanceren 18 Test 2 Mikken 19 Test 3 Tippen 20 5 Test 1 Voetenwerk 21 Test 2 Aanvallen 22 Test 3 Bovenhands achterover 23 6 Test 1 Sprongkracht 24 Test 2 Aanvallen 25 Test 3 Serveren 26 Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 1

3 Inleiding Voor je ligt de map Vaardigheidstesten Cool Moves Volley (CMV). In deze map vind je alle informatie die van belang is om de vaardigheidstestjes uit te voeren. De map is bedoeld voor de CMV trainer die op een leuke en gemakkelijke manier het niveau van de spelers wil testen. Daarnaast kunnen de testjes gebruikt worden voor een verenigingssportdag of als leidraad voor het jaarplan van de vereniging. De testjes zijn gebaseerd op de vaardigheidskaarten die per niveau zijn opgesteld en die via het technische beleidsplan voor iedere vereniging vrij beschikbaar zijn. ( > verenigingen > verenigingsondersteuning > technisch beleid) Inhoud van de map In deze map vind je naast de vaardigheidstestjes, ook scorebladen voor de trainer en diploma s om uit te delen aan de spelers. De testjes zijn gemaakt als ondersteuning voor de verenigingen. Elke vereniging heeft dus de vrijheid om te kiezen welke vaardigheden het wil testen, de manier van testen en de frequentie van testen. Raadzaam is wel om binnen de vereniging hierover een lijn te hebben. Bij sommige testjes worden variaties aangegeven. De trainer heeft de vrijheid om een, meerdere of alle variaties te testen. Het staat de trainer vrij om te bepalen wanneer er diploma s worden uitgereikt. Dit kan zowel gebeuren aan het einde van een testdag, aan het einde van elke oefening, aan het einde van elk niveau of aan het einde van het jaar. Ook hierbij is het raadzaam om binnen de vereniging een lijn te hebben over het uitdelen van de diploma s. Uitleg tekens tekeningen = pion = hoepel = matje = poster = bank = korf = middenlijn Wij wensen jullie samen met de spelers veel plezier met de vaardigheidstestjes! Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 1

4 1 Test 1 Balbaan herkenning Het doel is om de balbaan herkenning van de speler te testen. Balbaan herkenning is belangrijk voor de spelers om de positie ten opzichte van de bal te kunnen bepalen. De speler moet de bal met twee handen en gestrekte armen ongeveer drie meter recht omhoog gooien en ook weer met gestrekte armen opvangen. Hierbij moet gelet worden op de passhouding. Variaties: a) Zittend vangen b) Op de buik liggen en de bal op de billen laten stuiteren c) Zittend tussen de benen laten stuiteren d) Staand vangen met twee handen hoog boven het hoofd - De bal moet onderarms met gestrekte armen gegooid worden, let op passhouding - De bal moet minimaal drie meter de lucht in worden gegooid - De speler moet stil staan/zitten tijdens het vangen - Elke speler heeft per variatie vijf pogingen Als de speler de bal op de goede manier vangt is er een punt verdiend. Een speler kan per variatie maximaal vijf punten verdienen. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 2

5 1 Test 2 Balbaan herkenning en grondvormen van bewegen Het doel is om de balbaan herkenning van de speler te testen en daarbij ook meteen de grondvormen van bewegen. Balbaan herkenning gaat over de positie van de speler ten op zichte van de bal en met de grondvor men van bewegen gaat het om de snelheid van de speler - vlaggenlijn (eventueel schuin ophangen van 2.00m tot 2.50m) - vier posters De speler staat aan de kant van de vlaggenlijn waar geen posters op de grond liggen. Hij/zij gooit de bal met een hoge boog over het net. Op het moment dat de bal gegooid wordt moet de speler onder de vlaggenlijn door sprinten en op de poster, aan de andere kant van de vlaggenlijn de bal onderarms met gestrekte armen vangen. De posters liggen op verschillende posities in het veld. - De speler moet de bal op de poster vangen - Als de bal correct gevangen is mag de speler naar de volgende poster (iets verder van het net) - Tijdens het vangen moet de speler stil staan - De bal mag niet gestuiterd hebben voor hij wordt gevangen - De speler heeft maximaal zes pogingen Bij elke correct gevangen bal krijgt de speler het aangegeven aantal punten. Een speler kan maximaal acht punten soren. Eerste poster = twee punten Tweede poster = vier punten Derde poster = zes punten Vierde poster = acht punten Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 3

6 1 Test 3 Algemene balvaardigheid Het doel is om de algemene balvaardigheid te testen. Met dit testje wordt de behendigheid met de bal getoetst. - stopwatch De speler gaat verschillende balvaardigheidstestjes doen. Variaties: a) Achtjes draaien tussen de benen door b) Met de bal linksom rondjes draaien om de middel c) Met de bal rechtsom rondjes draaien om de middel d) De bal om je middel draaien terwijl je op één been staat e) Al stuiterend gaan zitten en ook weer proberen op te staan - Het lichaam mag tijdens het draaien als steun voor de bal gebruikt worden - De speler heeft per variatie een minuut de tijd Wanneer een oefening lukt, bijvoorbeeld de bal is een keer rond het lichaam geweest, of de speler is een keer gaan staan terwijl hij de bal stuiterde, telt dit als een punt. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 4

7 1 Test 4 Grondvormen van bewegen Het doel is om de algemene grondvormen van bewegen te testen. In het veld moet de speler snel bewegen zodat er tijd overblijft om de techniek goed voor te bereiden. - vlaggenlijn - vijf pionnen - twee banken - een matje - stopwatch sprint naar zijlijn Deze test is een parcours. De speler begint met een zigzaggende beweging om de pionnen heen (kleine pasjes). Daarna maakt de speler een duik onder het net en tijgert tussen de banken en onder het matje door. Daarna maakt de speler meteen een sprint naar de tegenoverliggende zijlijn van het veld. - Op het moment dat er wordt gesmokkeld tijdens een van de onderdelen van het parcours moet de speler opnieuw beginnen zonder dat de tijd wordt gestopt - Het parcours moet in een zo snel mogelijke tijd worden afgelegd - Elke speler heeft drie pogingen De snelste tijd van de drie pogingen wordt genoteerd als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 5

8 1 Test 5 Algemene balvaardigheid en balanceren Het doel is om de algemene balvaardigheid in combinatie met het balanceren te testen. Balanceren is belangrijk in het volleybal omdat je soms in een onmogelijke hoek een bal moet spelen of vliegend een bal moet spelen. Daarbij is het belangrijk dat je toch de juiste techniek gebruikt. - een hoepel De speler staat op één been in een hoepel. De bal wordt onderarms met gestrekte armen minimaal drie meter de lucht in gegooid. De bal wordt vervolgens onderarms met gestrekte armen weer gevangen. Variaties: a) Bovenhands met gestrekte armen boven het hoofd b) Onderarms met een knie opgetrokken (hoek van 90 graden) tussen de armen de bal vangen - De speler mag niet uit de hoepel stappen - De speler moet de bal met de omschreven techniek correct vangen - De bal moet minimaal drie meter boven het hoofd gegooid worden - Elke speler heeft per variatie tien pogingen Het aantal keer dat de bal correct (in de hoepel) gevangen wordt is de eindscore. Een speler kan per variatie maximaal tien punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 6

9 Test 1 Verplaatsingstechnieken 2 Het doel is om de verplaatsingstechniek te testen. Verplaatsingstechnieken zorgen er voor dat je op een snelle manier naar de bal toe kunt om deze verder te spelen naar je teamgenootjes. De speler heeft de bal en staat drie meter van de muur. De speler gooit de bal met een bovenhandse strekworp tegen de muur en laat het tussen de benen stuiteren. Op het moment van stuiteren moet de speler in de passhouding staan. Op het moment dat de bal gestuiterd heeft draait de speler zich om en vangt de bal onderarms met gestrekte armen weer in passhouding voordat de bal een tweede keer gestuiterd heeft. - Twee voeten op de grond - Er mag niet gesprongen worden - De speler moet in de passhouding staan op het moment van stuiteren - De bal moet met een bovenhandse strekworp gegooid worden - De bal moet voor de tweede stuiter onderarms met gestrekte armen in passhouding gevangen worden - Elke speler heeft twintig pogingen Elke keer als de bal op een correcte manier gevangen wordt levert dat een punt op. Als de bal niet meer gevangen wordt maar alleen door de benen (in de correcte houding) heeft gestuiterd is dat een half punt. Op het moment dat de speler niet in de correcte houding staat of een voet van de grond af tilt is het geen punten waard. Een speler kan maximaal twintig punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 7

10 2 Test 2 Service Het doel is om de service te testen. De service is de eerste bal waarmee het spel op gang wordt gebracht. Kunst is deze bal zo moeilijk mogelijk naar de tegenstander te spelen, zodat deze er weinig mee kan doen. - tien hoepels speler met bal De speler begint met serveren vanaf de drie meterlijn. Aan de overkant van het veld liggen tien hoepels. Elke keer als er een hoepel wordt geraakt haalt de trainer de hoepel weg. Het weghalen van de hoepels is belangrijk omdat de speler geen twee keer in dezelfde hoepel mag serveren. - Het opslaan gebeurt van achter de drie meter lijn - Er mag geen voetfout gemaakt worden - De speler heeft maximaal vijftien pogingen Het aantal hoepels dat de speler binnen de vijftien pogingen heeft gehaald is de totale score. Een speler kan maximaal tien punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 8

11 2 Test 3 Grondvormen van bewegen Het doel is om de snelheid van de speler te testen. Door middel van lijnen tikken krijgt de speler ook meer gevoel bij de grootte van het veld. - stopwatch start einde De speler gaat alle lijnen aantikken die het tegenkomt (van achterlijn tot achterlijn) in een zo snel mogelijke tijd. De speler tikt steeds de volgende lijn aan en gaat daarna weer terug naar de achterlijn. Als het de overkant heeft bereikt, sprint het nog een keer terug naar de achterlijn en dan wordt de tijd gestopt. - Alle lijnen moeten aangetikt worden met de handen - De test gebeurt op een zo hoog mogelijk tempo - Er mogen geen lijnen overgeslagen worden, is dat wel het geval moet de speler opnieuw beginnen - Elke speler heeft drie pogingen De snelste tijd van de drie pogingen wordt genoteerd als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 9

12 2 Test 4 Onderarms en bovenhands spelen Het doel is om de bovenhandse en onderarmse techniek te testen. Door telkens de eigen bal weer te moeten spelen, krijgen de spelers ook inzicht in het makkelijk en moeilijk spelen van een bal naar een teamgenootje. - stopwatch De speler speelt binnen een minuut zo vaak mogelijk de bal tegen de muur. Variaties: a) Bovenhands b) Onderarms - De bal mag niet op de grond vallen, als dit wel gebeurd begint het tellen weer opnieuw - Het spelen tegen de muur moet op de correcte technische manier gebeuren - Elke speler heeft per variatie een minuut de tijd Het aantal keer dat de speler binnen een minuut de bal op de correcte techniek tegen de muur door kan spelen is een punt. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 10

13 3 Test 1 Serveren Het doel is om de service te testen. De service is de eerste bal waarmee het spel op gang wordt gebracht. Kunst is deze bal zo moeilijk mogelijk naar de tegenstander te spelen, zodat deze er weinig mee kan doen. - volleybalnet/ vlaggenlijn - zes posters Er liggen zes posters in het veld (zie tekening). De speler moet proberen om (onderarms) vanaf de achterlijn op de posters aan de andere kant van het net te serveren. achterlijn middenlijn achterlijn - Er mag geen voetfout gemaakt worden - Er wordt onderarms geserveerd - Elke speler heeft tien pogingen De zwarte posters zijn drie punten waard, de grijze posters een punt. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en genoteerd als eindscore. Een speler kan maximaal dertig punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 11

14 3 Test 2 Verplaatsingstechnieken Het doel is om de verplaatsingstechniek te testen. De spelers worden gestimuleerd het gehele veld te gebruiken en vanuit elke positie een bal te kunnen halen. De speler gooit voor zichzelf een voor een tien ballen door het hele veld. Bij dit gooien moeten de ballen minstens twee meter van de plek van gooien terecht komen. De speler moet deze ballen zelf aanraken voordat deze op de grond vallen. - De bal mag niet over het net gegooid worden - De teamgenootjes zorgen voor de balveiligheid - Elke speler heeft tien pogingen Elke gevangen/aangeraakte bal is een punt waard. Een speler kan maximaal tien punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 12

15 3 Test 3 Duiken Het doel is om een combinatie van verschillende verplaatsingstechnieken te testen. Door twee technieken achter elkaar uit te voeren worden de spelers nog behendiger in hun bewegingen. - een matje De speler maakt een koprol over een matje en maakt vervolgens in een vloeiende beweging een duik naar de zijlijn. - De duik moet met de correcte techniek en op een vloeiende manier uitgevoerd worden - De speler voert deze oefening tien keer uit Elke keer als de duik met de correcte techniek en in een vloeiende beweging wordt gemaakt verdiend de speler een punt. Een speler kan maximaal tien punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 13

16 3 Test 4 Mikken Het doel is om het onderarms en bovenhands mikken te testen. Door gericht te mikken op een poster proberen de spelers meer richting te geven aan de bal. Het is belangrijk voor de spelers om een bal gericht naar een teamgenootje over te kunnen spelen maar ook om een geplaatste bal in het veld van de tegenstander te kunnen spelen. - vlaggenlijn - vier posters - vijf hoepels De speler moet vanuit alle zes de hoepels (een voor een) proberen een poster te raken (aangegeven met de sterren) door middel van de onderarmse gooitechniek. Als er een poster is geraakt mag de speler door naar de volgende hoepel. Tel het aantal pogingen dat de speler nodig heeft om in de laatste hoepel een poster te raken. Deze oefening kan ook worden uitgevoerd door middel van de bovenhandse strekworp. -De speler mag niet buiten de hoepel stappen - De bal moet over het net gegooid worden - Pas als de speler een poster heeft geraakt mag hij/zij een hoepel verder - Er mag geen hoepel overgeslagen worden Het totaal aantal correcte worpen dat de speler nodig heeft om een poster in de laatste hoepel te raken is het aantal dat wordt genoteerd als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 14

17 3 Test 5 Toetsen Het doel is om het toetsen te testen. Door telkens de eigen bal weer te moeten spelen, krijgen de spelers ook inzicht in het makkelijk en moeilijk spelen van een bal naar een teamgenootje. - stopwatch De speler moet de bal gedurende een minuut zo vaak mogelijk toetsen. Variaties: a) Bovenhands b) Onderarms c) Bovenhands & onderarms om en om d) Onderarms, bovenhands, koppen etc. - De bal mag niet op de grond vallen - Als de bal op de grond is gevallen begin je opnieuw met tellen - Elke speler heeft per variatie een minuut de tijd De hoogst behaalde score (dus zonder tussenpose) kan worden genoteerd als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 15

18 4 Test 1 Balanceren Het doel is om het balanceren te testen. Doordat de spelers eerst moeten sprinten is de verwachting dat ze uit balans zijn als ze de bal moeten spelen. Zelfs in deze situatie moeten de spelers de bal richting en het liefst in de korf zien te krijgen. - een korf - vlaggenlijn speler De speler vertrekt vanuit het midden van het veld in een sprint naar de linkerzijlijn, vervolgens naar de rechterzijlijn en komt dan weer terug naar het midden van het veld. De speler gooit een bal voor zichzelf op en gooit deze met een correcte vanggooi beweging in de korf aan de overkant van het net. Deze vanggooi beweging mag een onderarmse vanggooi beweging of een bovenhandse vangstoot beweging zijn. - Elke speler heeft tien pogingen In de korf gooien levert vijf punten op, het raken van de rand van de korf een punt. Er moet een correcte techniek gebruikt worden anders is er geen punt verdiend. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en genoteerd als eindscore. Een speler kan maximaal vijftig punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 16

19 4 Test 2 Mikken Het doel is om de bovenhandse techniek te testen. Dit is een voorbereidende oefening voor de set-up. De korven stellen eigenlijk aanvallers voor en die moeten de bal zo goed mogelijk ontvangen. - twee korven - volleybalnet De speler speelt de bal voor zichzelf op en speelt deze daarna in de korf. De linkerkorf wordt gebruikt voor de ballen voorover en de rechterkorf voor de ballen achterover. Variatie: a) Voorover met bovenhandse techniek b) Achterover met vanggooi beweging speler - Voorover: Op de rand van de korf = een punt, in de korf = drie punten - Achterover: Op de rand van de korf = drie punten in de korf = vijf punten - Elke speler heeft per variatie tien pogingen. Voorover: in de korf spelen levert drie punten op, het raken van de rand van de korf een punt. Achterover: in de korf spelen levert vijf punten op, het raken van de rand van de korf drie punten. Er moet een correcte techniek gebruikt worden anders is er geen punt verdiend. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en genoteerd als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 17

20 4 Test 3 Tippen Het doel is om de tiptechniek te testen. Een tipbal of een technische bal is een slimme manier om het blok van de tegenstander te ontwijken en toch een punt te scoren. - volleybalnet De speler staat bij het net en gooit voor zichzelf de bal op de netrand. Vervolgens moet door middel van een sprong en een correct tiptechniek de bal over het net worden getipt. - Er mag geen slaande beweging worden gemaakt - Er mag geen net- en/ of voetfout worden gemaakt - Elke speler heeft tien pogingen Elke correcte tipbal is een punt waard. Er moet een correcte techniek gebruikt worden anders is er geen punt verdiend. Een speler kan maximaal tien punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 18

21 5 Test 1 Voetenwerk Het doel is om de snelheid van het voetenwerk te testen. Bij deze test worden de spelers uitgedaagd zo snel mogelijk een bepaalde oefening uit te voeren. Hierdoor zal de coördinatie tussen het denken en het bewegen van de voeten sneller gebeuren. - ladder (bij gebrek aan een ladder kunnen ook hoepels gebruikt worden) - stopwatch De speler begint vooraan de ladder, die op de grond ligt. De speler moet binnen een minuut zo vaak mogelijk door de ladder heen door middel van een bepaalde vorm. Al deze vormen worden via een huppelende beweging uitgevoerd. Variaties: a) één voet in een vak b) twee voeten in een vak c) drie voeten in een vak d) twee vakken naar voren één terug - De sporten van de ladder mogen niet aangeraakt worden - Er mogen geen vakken worden overgeslagen - Elke keer als er een vak wordt overgeslagen of een sport wordt aangeraakt moet de speler opnieuw beginnen - Elke speler heeft een minuut de tijd Elke keer dat de speler foutloos door de ladder heen komt heeft hij/zij een punt. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 19

22 5 Test 2 Aanvallen Het doel is om de aanvalstechniek te testen. Bij het volgende niveau is de aanvalstechniek namelijk belangrijk om punten te gaan scoren. - een knuffel - vlaggenlijn - vijf pionnen De vlaggenlijn wordt schuin gehangen. Op de drie meterlijn staan vijf pionnen naast elkaar met dezelfde afstand ertussen (zie tekening). De speler 1.80 m 1.90 m 2.00 m 2.10 m 2.20 m begint bij de eerste pion, maakt een aanvalspas en gooit de knuffel over het net. Elke keer dat de speler de knuffel zonder netfout over het net, in het veld, weet te gooien mag hij/zij een pion verder. - Er mag geen net- en/of voetfout worden gemaakt - Als de knuffel uit wordt gegooid telt deze als fout - Bij elke goede worp mag de speler een pion verder - Bij elke foute worp blijft de speler bij dezelfde pion staan Er wordt geteld hoeveel pogingen de speler nodig heeft om het laatste niveau (vijfde pion) goed af te ronden. Hoe minder pogingen hoe beter de test is uitgevoerd. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 20

23 5 Test 3 Bovenhands achterover Het doel is om de bovenhands achterover techniek te testen. Deze techniek is een belangrijke toevoeging voor de set-up die de aanvallers in gereedheid gaat brengen op het volgende niveau. - een korf De speler staat op midvoor. De speler gooit de bal voor zichzelf op en probeert door middel van een correcte bovenhandse techniek de bal achterover in de korf te spelen. speler - Elke speler heeft tien pogingen In de korf gooien levert vijf punten op, het raken van de rand van de korf een punt. Er moet een correcte techniek gebruikt worden anders is er geen punt verdiend. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en genoteerd als eindscore. Een speler kan maximaal vijftig punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 21

24 6 Test 1 Sprongkracht Het doel is om de sprongkracht te testen. Voor aanvallers is het belangrijk hoog te kunnen springen. Dit om boven het net de bal naar de grond te kunnen slaan in de aanval maar ook om een hoog blok te zetten. - vlaggenlijn - vijf pionnen Er wordt een vlaggenlijn schuin gehangen. Er staan vijf pionnen bij bepaalde hoogtes van de lijn. De speler moet kijken hoe hoog hij/zij kan springen. Variaties: a) Met aanvalspas (een hand) b) Uit stand (twee handen) 1.80 m 2.00 m 2.10 m 2.20 m 2.30 m - Als je de vlaggenlijn kan raken mag je naar de volgende pion Als het bij een pion na twee keer nog niet is gelukt om de lijn te raken telt de laatst geraakte pion als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 22

25 6 Test 2 Aanvallen Het doel is om de slagtechniek te testen. Naast het slaan zelf, is de aanvalspas ook belangrijk voor de aanval. Door de juiste aanvalspas te gebruiken kom je hoger en heb je meer kracht bij het slaan van de bal. - stopwatch De speler staat ongeveer drie meter van de muur af. De speler moet een aanvalsslag naar de muur maken (dus bal gaat via grond naar de muur met een boog terug naar de speler om weer geslagen te worden). Er moet zo vaak mogelijk op een correcte manier een aanvalsslag gemaakt worden. - Als de bal op de grond gevallen is mag er gewoon doorgeteld worden - Elke speler heeft twee minuten de tijd Elke correct aanval levert een punt op. Er moet een correcte techniek gebruikt worden anders is er geen punt verdiend. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en genoteerd als eindscore. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 23

26 6 Test 3 Serveren Het doel is om het mikvermogen van de service te testen. De service is de eerste bal waarmee het spel op gang wordt gebracht. Kunst is de bal zo moeilijk mogelijk naar de tegenstander te spelen, zodat deze er weinig mee kan doen. - drie matjes Er liggen drie matjes in het veld (zie tekening). De speler moet proberen om (bovenhands) vanaf de achterlijn op de matjes aan de andere kant van het net te serveren speler - Er mag geen voetfout gemaakt worden - Elke speler heeft tien pogingen De matjes achter in de hoeken zijn vijf punten waard, het matje in het midden is twee punten waard. Alle ballen die niet op de matjes komen, maar wel in het veld, zijn een punt waard. Alle ballen die uit of in het net gaan zijn geen punt waard. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en genoteerd als eindscore. Een speler kan mazimaal vijftig punten scoren. Cool Moves Volley Vaardigheidstesten pagina 24