Oefening 1 Bewegingsvaardigheden Door de plassen springen. Doel: de speler beweegt snel met de voeten en houdt balans bij de ladder oefeningen

Transcriptie

1 Op vakantie les 4 Doelen: - De speler beweegt snel met de voeten en houdt balans bij de ladder oefeningen - De speler kan de bal gericht wegrollen en onderhands een bal geplaatst gooien - De speler heeft controle over het racketblad - De speler kan snel wenden en keren Oefening 1 Bewegingsvaardigheden Door de plassen springen Doel: de speler beweegt snel met de voeten en houdt balans bij de ladder oefeningen Materialen: ladder of 15 markeertekens die als latjes van de ladder dienen, 3 pionnen Uitleg: Het heeft geregend op de camping en er liggen nog veel plassen. Set & Let willen niet nat worden en proberen de plassen te ontwijken. Ze springen op allerlei verschillende manieren over de plassen heen. De spelers vormen een rijtje aan het begin van de ladder De trainer geeft de opdracht om op verschillende manieren door de ladder heen te bewegen In sommige vakjes in de ladder ligt een pion, dit is een plas en daar mogen de spelers niet in stappen anders worden ze nat Voorbeelden van bewegingen: o Rennend met steeds 1 voet in 1 vakje, o Rennend met steeds 2 voeten in 1 vakje, o springend met twee voeten tegelijk, o hinkelend op 1 been, o twee voeten uit de ladder (splitstep) en twee voeten in de ladder De spelers doen dit na tot het einde van de ladder en joggen terug om vervolgens weer achterin de rij aan te sluiten Aanwijzing: kijk goed naar de voeten van de trainer en doe zijn voeten zo goed mogelijk na 1

2 Te makkelijk: doe veel vormen waarbij zowel benen als armen gebruikt moeten worden en verhoog het tempo. Geef extra opdracht mee in het stuk waarin ze terug rennen Te moeilijk: doe de meest makkelijke oefeningen waarbij alleen de focus ligt op de benen en verlaag het tempo 2

3 Oefening 2 Balvaardigheden Jeu de boules Doel: De speler kan de bal gericht wegrollen en onderhands een bal geplaatst gooien Materialen: per situatie 1 strandbal, 3 rode ballen, 3 ballen van een andere kleur of met markeerteken daarop, 5 knijpers Uitleg: De spelers werken in tweetallen De strandbal wordt op zo n 5m afstand gelegd Om en om mogen de spelers net zoals bij jeu de boules een bal richting de strandbal rollen/gooien Beide spelers doen dit in totaal 3 keer en daarna wordt gekeken wie zijn bal het dichtst bij de strandbal is geëindigd. Diegene krijgt dan 1 knijper op zijn shirt en het spel begint opnieuw Welke speler als eerste 3 knijpers op zijn shirt heeft, wint. Aanwijzing: kijk eerst goed naar de strandbal, rol vervolgens de bal zachtjes over de grond Te makkelijk: maak de afstand tot de strandbal groter Te moeilijk: maak de afstand tot de strandbal kleiner 3

4 Oefening 3 Racketvaardigheden Jongleren op de camping (met racket) Doel: De speler heeft controle over het racketblad Materialen: 1 bal per speler Uitleg: Set & Let doen trucjes met racket en bal De spelers zoeken een plekje op het veld met genoeg ruimte om zich heen en zorgen dat ze de trainer goed kunnen zien De trainer doet een opdracht voor en de kids doen dat gedurende een minuut na. Daarna komt er een nieuwe opdracht Alle oefeningen worden eerst met een grote bal gedaan en daarna met een foam- of rode bal Opdrachten: o De bal langs de rand van je blad laten gaan, rondjes laten draaien. o De bal op je racketblad leggen, racketblad kantelen zodat de bal valt en de bal zo snel mogelijk tegen de grond aan stil leggen. o De bal omhoog gooien, laten stuiten en opvangen met je racket. o De bal optikken, zoveel mogelijk keer. o De bal tegen de grond aan stuiten. o Lopen met de bal op het racketblad, daarna rennen. o Eventueel over geplaatste hindernissen heen zonder dat bal van racket af valt. Aanwijzing: hou je racketblad zo recht mogelijk, alsof de bal het eitje is en het racket is je pan. Als je de pan te schuin houdt, glijdt het eitje uit de pan Te makkelijk: alle oefeningen met maar 1 stuit en hardere bal Te moeilijk: alle oefeningen met meerdere stuiten en strand- of trefbal 4

5 Oefening 4 Spelvaardigheden Ballen regen Doel: De speler kan snel wenden en keren Materialen: een ton met ballen Uitleg: het regent superhard op de camping en het begint zelfs te hagelen. De hagel is zo groot als tennisballen! De trainer staat in het midden van het veld met een ton ballen Op het startsein gooit de trainer een voor een de ballen uit de bak (het begint te hagelen) De spelers proberen de ballen (hagelstenen) zo snel mogelijk op te pakken en terug te stoppen in de ton Ze mogen maar 1 bal per keer pakken Als de ton helemaal leeg is, wint de trainer. Als na 1 minuut er nog ballen in de ton zitten, winnen de spelers en is de zon weer gaan schijnen Aanwijzing: pak 1 bal per keer Te makkelijk: trainer gooit meer ballen tegelijk de ton uit en gooit deze harder en verder Te moeilijk: trainer gooit de ballen langzamer en minder ver het veld in/ kinderen mogen meer ballen tegelijk oprapen 5