Regels: Score = punt voor doelpuntenmaker; iedereen blijft wel meedoen Bal mag niet hoger dan de hoogte van het doeltje (= pylon).

Transcriptie

1 Flipperkast-kingen Opbouw: Bombal Poortbal Flipperkast Flipperkast-kingen Bombal (1/2) 1. Er is een cirkel; iedereen zit op de billen, met de benen wijd. Rol de bal naar de andere kinderen. 2. Er is een cirkel; iedereen zit op de billen, met de benen wijd. De bal ontploft als je deze te lang vast wordt gehouden. Poortbal (3/8) Er wordt een cirkel gemaakt, waarbij iedereen met de benen wijd staan, met aan beide kanten tegen iemand aan staat. Je probeert de bal in het poortje van de ander te krijgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat dit niet bij jouw gebeurd. Doelpunt = punt voor de doelpuntenmaker. Score = punt voor doelpuntenmaker; iedereen blijft wel meedoen Bal mag niet hoger dan de hoogte van het doeltje (= pylon). Scoor je? met een hand/arm omgedraaid Flipperkast (3/8) Iedereen zit (op de knieën) voor een doeltje en heeft 2 taken; scoren bij de anderen + niet bij jezelf laten scoren. Er wordt gespeeld met de handen en/of de vuisten. Er wordt gespeeld met een bal die laag blijft (foambal met huid?) en probeer de bal laag te houden. Als er is gescoord; doorspelen en heeft de doelpuntenmaker een punt. Als er na 60 sec. niet gescoord is, draait iedereen een plek door. Score = punt voor doelpuntenmaker; iedereen blijft wel meedoen Bal mag niet hoger dan de hoogte van het doeltje (= pylon). Scoor je? met een hand/arm omgedraaid 8 pylonen 2 foamballen (met huid)

2 Poortbal Flipperkast Flipperkast-kingen 1. Flipperkast/kingen wissel f 5 3 Lijntrefbal 4 Flipperkast/kingen (5/6-8) Iedereen zit (op de knieën) voor een doeltje en heeft 2 taken; scoren bij de anderen + niet bij jezelf laten scoren. Er wordt gespeeld met de handen en/of de vuisten. Er wordt gespeeld met een bal die laag blijft (foambal met huid?) en probeer de bal laag te houden. Als er is gescoord; ga je uit het spel. Bij de 1 e plek staan de eventuele wissels. Bij de laatste plaats kun je niet zomaar door wisselen, zonder dat degene die hier staat, een doelpunt tegen krijgen. Score = punt voor doelpuntenmaker, degene bij wie is gescoord, gaat uit het spel Scoor je? met een hand/arm omgedraaid Voetballend (voor zwakke voetballers) 4 pylonen 4 kastdelen 2 foamballen (met huid) 1 zandloper

3 Smashbal Er zijn twee teams en er is een carré/vierkant. Het ene team slaat de bal in het vierkant en het andere team probeert de bal ook weer terug in het vierkant te krijgen, voordat de bal voor de tweede keer stuit. Als basis mag je de bal zelf een aantal keren in lucht houden en daarna in het vak slaan. Het liefste wordt er 2-2 of maximaal 3-3 gespeeld. De bal stuit 1 x in carré en wordt daarna of - Direct weer in vierkant gespleed (gesmasht) of opgespeeld voor de 2 e speler die de bal vervolgens in carré smasht Grootse vereenvoudiging = - Bal mag 1,2 of 3 x stuiten nadat deze in carré is geweest - En 1 e bal vangen en vervolgens opspelen Vereenvoudiging van het spel (nog niet gespeeld). Twee banken tegenover elkaar. 1 tegen 1 (mogelijk). Twee tweeallen bij opstelling met twee banken of 3 tweetallen met 4 banken? Smashen in vak/boot - Bal mag niet, 1 of 2 x stuiten - Ontvangende speler mag o bal vangen opspelen en smashen o bal opspelen en smashen o direct smashen Dit spel kan ook groen gespeeld worden: hoe vaak lukt het jullie om de bal achterelkaar te spelen/in het spel te houden? Spelers leren erg goed anticiperen! Hoe kun je winnen? Wie het eerst bij.. punten is? Team heeft 1x gewonnen: maximaal 3x zelf opspelen in dezelfde beurt Team heeft 2x gewonnen: niet meer zelf opspelen Team heeft 3x gewonnen: maximaal 3x overspelen binnen team Te moeilijk spel? o Je mag naar het vierkant lopen o De bal mag 2x stuiteren 4 banken 1 volleybal 4 lintjes 1 scorebord

4 Denk vooruit tikspel Bij dit tikspel mogen de lopers alleen vooruit lopen en buiten de banken lopen. Ook mogen zij niet stilstaan. De tikker mag ook niet stilstaan, maar mag wel tussen de banken door, alleen (ook) niet achteruit lopen/tikken. Af blokje om Af getikt of buiten het vak Te moeilijk voor tikker? tikstok/krantenslag Te moeilijk voor tikker? klein balletje om mee te gooien Te moeilijk voor tikker? hulptikker Te moeilijk voor tikker? minder blokjes om weg te tikken Te makkelijk voor tikker? zonder afsnijden Te moeilijk voor loper? meer coaching Te moeilijk voor loper? tapijttegel, waar men vrij is Te moeilijk voor loper? ook door de gang, net als de tikker Te makkelijk voor loper? als hulp fungeren Te makkelijker voor loper? superlintje om nu mag je afgegooid worden door afgooier, die in een vak naast het veld mag lopen en met een foambal mag afgooien, aan de andere kant van de bank (wel zelf bal terug halen) Te makkelijker voor loper? 2 superlintjes om of meer nu mag je afgegooid worden door afgooier, ook aan de voorkant van de bank Te makkelijker voor loper? 2 superlintjes om of meer probeer spullen te stelen van de mat (met spullen) en naar de lege matjes te brengen. Is 1 mat leeg, dan is het spel ook klaar. Variatie: Andere opstelling o Meer of minder banken o In een rondje o In een vierkant o Niet vooruit, maar achteruit 3 banken 8 pylonen 1 lintje (+ 1 lintje voor de hulp) 3 blokjes

5

6 Lijnchaosdoelenbal Er zijn twee teams en er zijn (als basis) twee manieren om te scoren; door de volleybal op de grond te krijgen bij het andere team en door een pylon (die op de kop staat), om te rollen. Als er in beide spelen wordt gescoord, krijgt het andere team (waarbij is gescoord) de bal. Er wordt gespeeld met een hoog net, zodat er met lijnbal niet makkelijk gescoord kan worden. Er wordt 3-3 of 4-4 gespeeld. Met de volleybal wordt lijnbal gespeeld Met de foambal wordt gerold Pylon om blijft om Bal op de grond punt scorebord punt pittenzak in bak/hoepel Hoe kun je winnen? 1. Alle pylonen om 2. Een bepaald aantal punten met lijnbal (10?) Variatie: Met trefbal: als je wordt afgegooid op de bank o Iedereen is vrij, als er een pylon wordt omgerold. Met raak en haal o Als je een pylon hebt omgerold, pittenzak weg o Als je een pylon hebt omgerold, iemand die af is, weer terug o Je kunt winnen: Pittenzakken op Alle spelers af Alle pylonen om Met handicap: o Als je hebt gewonnen, moet je vanachter een bepaalde (witte?) lijn gooien/rollen o Als je hebt verloren, hoef je minder pittenzakken weg te spelen Hoogte net: zodat men niet naar beneden kan gooien. 3 banken 1 badmintonnet/1 toversnoer + 8 lintjes 1 volleybal 2 foamballen (beginnen met 1) 10 pylonen 5 lintjes 2 bakken + 20 blokken/pittenzakken