VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie

1 STUK 5 ( ) Nr.2 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING DECEMBER 2014 ONTWERP VAN VERORDENING tot vaststelling van de begroting voor het dienstjaar 2015 VERSLAG namens de Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media uitgebracht door de heer Stefan CORNELIS Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, de heer Stefan Cornelis, mevrouw Annemie Maes, mevrouw Elke Roex, de heer Johan Van den Driessche Plaatsvervangers: de heer René Coppens, mevrouw Cieltje Van Achter, mevrouw Khadija Zamouri Andere leden: de heer Paul Delva, mevrouw Liesbet Dhaene, de heer Bruno De Lille, mevrouw Brigitte Grouwels Verontschuldigd : de heer Arnaud Verstraete Zie: Stuk 5 ( ) Nr.1 : Ontwerp van verordening Stuk 5 ( ) Nr.1-Err.1 : Ontwerp van verordening - Erratum

2 - 2 - Dames en Heren, De Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media besprak tijdens haar vergadering 2 december 2014 het ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begroting voor het dienstjaar 2015 Stuk 5 ( ) - Nr.1 + erratum. De heer Stefan Cornelis wordt aangeduid als verslaggever. De commissie beslist dat de opgelegde termijn om het commissieverslag 3 kalenderdagen vóór de algemene bespreking in de plenaire vergadering te bezorgen aan de leden, ingekort wordt, aangezien het begrotingsontwerp in de plenaire vergadering van 5 december 2014 wordt besproken. Deze beslissing steunt op artikel 15, punt 7 van het Reglement van Orde. Het commissieverslag zal in elk geval zo spoedig mogelijk en vóór de plenaire vergadering van 5 december 2014, rondgedeeld worden. I. Toelichting door de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken. De collegevoorzitter licht als uitgangspunt van deze begroting, het algemeen budgettair kader kort toe. Daarna verschafte hij een beknopte toelichting geven over de verschillende middelen van de VGC, met specifieke aandacht voor de aard en de verdeling van deze middelen over de verschillende beleidsdomeinen en sectoren. Tot slot krijgen de toehoorders een bondige toelichting over de geplande investeringen en de evolutie van 2 belangrijke kostensoorten van de VGC nl. de personeelskost en de schuldenlast. Het budgettair omgevingskader Het College heeft voor 2015 opnieuw een evenwichtsbegroting ingediend. De uitdaging was, voor wat de gewone begroting betreft, niet minder groot dan de voorbije jaren. Initieel werden het College geconfronteerd met een tekort van ongeveer 8 miljoen euro, op een begroting van ruim 165 miljoen euro. Een tekort dat deels werd weggewerkt met de input van eenmalige middelen. De VGC boekte de voorbije jaren een aantal eenmalige overschotten. Deze werden gereserveerd om dergelijke schokken op te vangen. Uiteraard is dit geen structurele oplossing en wordt een dergelijk tekort vooral bestreden met een betere beheersing van een aantal uitgaven en een exactere raming van die uitgaven omwille van hun budgettaire impact. Het betreft hier voornamelijk personeelsgerelateerde uitgaven en de schuldenlast. Net zoals de voorbije jaren werd ook dit jaar de opdracht gegeven aan de VGC- administratie om, bij het indienen van de begrotingsvoorstellen, rekening te houden met een nulgroei voor de werkingsmiddelen en de overdrachten. Dit omdat de middelen uit Vlaanderen niet stijgen, de middelen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest afkomstig zijn geïndexeerd en er is een beperkte groei van de federale middelen. Gezien de beperkte middelen dient een nulgroei voor ogen te worden gehouden. Verder dienden de structurele keuzes, die reeds werden gemaakt in 2013, verder te worden uitgevoerd. Alleen op die manier kunnen de budgettaire inspanningen evenwichtig worden verdeeld en blijft de balans tussen de toekomstige inspanningen en de huidige noden gewaarborgd.

3 - 3 - Wat de buitengewone begroting betreft, deze werd opgemaakt volgens de voorziene uitgaven in het investeringsplan De buitengewone begroting bedraagt in 2015 ruim 56 miljoen euro. De financiering ervan gebeurt grotendeels met middelen uit reservefondsen, via leningen, specifieke dotaties en de verkoop van gebouwen. Zoals dit gedurende de vorige begrotingsjaren eveneens het geval was, wordt ook in 2015 voor de investeringen gewerkt met strikte budgettaire enveloppes per beleidsdomein. De middelen van de VGC voor het dienstjaar 2015 A) De gewone begroting De geraamde ontvangsten bedragen ,81 euro. De geraamde uitgaven bedragen ,51 euro. Deze 165 miljoen moet gezien worden ten overstaan van 56 miljoen investeringen. Er zijn weinig overheden die deze ratio halen. Dat komt omdat het College ervan overtuigd is om voorwaardenscheppend beleid te voeren. De VGC moet infrastructuren aanbieden: aan onderwijs-, welzijns- en cultuurinstellingen, aan centra, om de anderen te laten functio-neren. Hoe beter de aangeboden infrastructuren, hoe beter onze gemeenschap van Nederlandstaligen en anderen zich zullen voelen in het gewest. Het geraamde overschot bedraagt ,30 euro. Tegenover de begroting van 2014 stijgen de ontvangsten (inclusief overboekingen) met 6,66 miljoen euro of 4,2%. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan de stijging van de federale dotatie en de ontvangsten in het kader van het Stedenfonds. Daarnaast worden er ook meer middelen geput uit reservefondsen. De uitgaven (inclusief overboekingen) stijgen met 6,67 miljoen euro of 4,2% ten opzichte van de begroting Dit is vooral het gevolg van de stijging van de overboekingen naar reservefondsen. B) De buitengewone begroting De VGC investeert in 2015 ruim 56 miljoen euro. Tegenover de initiële begroting 2014 is dit een daling van 6,82 miljoen euro. Heel wat investeringen werden reeds gestart tijdens de vorige legislatuur. Zo steeg het aantal investeringen, tussen 2012 en 2014, met ruim 22 miljoen euro is eerder een overgangsjaar waar de uitgaven vooral gekoppeld zijn aan de verdere uitvoering van het lopende investeringsplan ( ). Dat betekent ook dat er in de loop van 2015 een nieuw investeringsplan zal worden opgemaakt. Bij een volledige realisatie van het investeringsplan , zal de VGC voor meer dan 210 miljoen euro geïnvesteerd hebben.

4 - 4 - De aard van de middelen van de VGC In het begrotingsdocument (deel 1, pg. 11) staat een volledig beeld van de algemene evolutie van de middelen waarover de VGC beschikt om haar beleid te voeren. Het betreft hier middelen afkomstig van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en vanaf 2002 ook de federale overheid. Wat die laatste betreft is er in het kader van de uitvoering van het Vlinderakkoord een bijkomende financiering voor de VGC. Daarnaast, maar in zeer beperkte mate, genereert de VGC, wat de gewone begroting betreft, een aantal eigen inkomsten uit geleverde prestaties. Voor wat betreft: A) Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De financiering vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gekenmerkt door 3 belangrijke financieringsbronnen: De trekkingsrechten op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 45,24 miljoen euro; De speciale dotatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor overgedragen provinciaal onderwijs: 15,32 miljoen euro; De speciale dotatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor andere overgedragen provinciale aangelegenheden: 3,58 miljoen euro; Deze bedragen werden op hetzelfde niveau gehouden als in B) De Vlaamse Gemeenschap Hier onderscheiden we: De dotatie van de Vlaamse Gemeenschap: 25,02 miljoen euro; De middelen van de Vlaamse Gemeenschap voor de onderwijsinstellingen waarvan de VGC inrichtende macht is: 9,51 miljoen euro (de lonen van het onderwijspersoneel); De middelen voor de toepassing van Vlaamse decreten: 21,90 miljoen euro; Een dotatie voor het flankerend infrastructuurbeleid: 1 miljoen euro; Ten opzichte van 2014 daalt de algemene dotatie met euro - wat nog meevalt - stijgen de middelen voor de eigen onderwijsinstellingen en stijgen in globo de middelen voor de uitvoering van de Vlaamse decreten. De dotatie voor het flankerend infrastructuurbeleid blijft op hetzelfde niveau als in Een meer gedetailleerde verdeling van deze middelen is opgenomen in Deel 1, pg. 12, van het begrotingsdocument.

5 - 5 - C) De federale overheid Sedert 2002 ontvangt de Vlaamse Gemeenschapscommissie in uitvoering van artikel 45 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de Gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten een te indexeren dotatie. Deze bedraagt voor ,52 miljoen euro. Naar aanleiding van het federaal akkoord van 11 oktober 2011 ( Vlinderakkoord ) ontvangt de VGC, in het kader van de herfinanciering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vanaf 2012 extra middelen van de federale overheid. Het gaat over een bedrag dat in miljoen euro zal bereiken en waarvan de VGC, volgens de 80/20 verdeelsleutel, 8 miljoen euro zal ontvangen. In 2015 wordt de totale federale dotatie geraamd op 15,52 miljoen euro. Tot slot ontvangt de Vlaamse Gemeenschapscommissie van de federale overheid ook middelen voor het project Kleur Bekennen in de onderwijssector, nl euro. D) Andere middelen Deze middelen worden geraamd op 28,35 miljoen euro en omvatten middelen uit de overschotten van de vorige dienstjaren (2,1 miljoen euro), overboekingen uit de reservefondsen voor de administratie, de onderwijsinstellingen en het stedenbeleid (20,55 miljoen euro) en diverse andere overdrachten en ontvangsten voor prestaties (5,7 miljoen euro). Het volledige overzicht en de evolutie van al deze ontvangsten, is terug te vinden in Deel 1 van het begrotingsdocument van pg. 10 tem pg De functionele verdeling en de evolutie van de uitgaven van de gewone dienst De middelen waarover de VGC beschikt worden over de verschillende beleidsdomeinen verdeeld. In grote lijnen kan het volgende hierover worden gezegd: 4.1. Onderwijs en Vorming De middelen voor onderwijs stijgen met 0,92% tegenover de initiële begroting Dit is het gevolg van enerzijds het verminderen van een aantal uitgaven en anderzijds de budgettaire herschikking naar aanleiding van de bevoegdheidsverdeling binnen het College. Dit laatste heeft ertoe geleid dat de speelpleinwerking van de VGC is overgeheveld van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport naar het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Tot slot werd er ook een apart begrotingshoofdstuk voorzien voor Studentenzaken Cultuur, Jeugd en Sport De kredieten voor Cultuur, Jeugd en Sport nemen toe met 1,08% tegenover de initiële begroting Deze stijging is onder andere het gevolg van het voorzien van een exploitatiesubsidie voor Muntpunt.

6 - 6 - Ten opzichte van de begroting 2014 zijn er een aantal herschikkingen van kredieten. Zo werden de kredieten met betrekking tot Derde leeftijd overgeheveld naar het begrotings-hoofdstuk rond Sociaal-cultureel werk en werden de middelen voor Speelpleinen overgedragen naar het beleidsdomein Onderwijs en Vorming Welzijn, Gezondheid en Gezin De uitgaven voor dit beleidsdomein stijgen met 1,34%. Daarnaast werden er een aantal grondige verschuivingen doorgevoerd binnen de verschillende begrotingshoofdstukken. Het bevoegde Collegelid zal dit in de verdere bespreking zeker toelichten Uitgaven voor Patrimonium De onder dit specifiek begrotingshoofdstuk opgenomen kosten dalen ten opzichte van 2014 met 1,63%. Sedert 2014 worden de domeinspecifieke gebouwgerelateerde uitgaven opgenomen onder de desbetreffende hoofdstukken. Onder het begrotingshoofdstuk Patrimonium ressorteren enkel nog de kosten gerelateerd aan de: administratiehuizen; gemeenschapscentra; Nieuwlandsite Institutionele uitgaven Onder institutionele uitgaven verstaan we enerzijds de uitgaven van de Raad van de VGC en het College. En anderzijds de uitgaven van de administratie met inbegrip van de cel Stedelijk beleid, de Meet- en Weet cel en de diensten Materiaalverhuur, Communicatie, Media en IT. Na een stijging over de voorbije 3 jaar met 10,83% (of gemiddeld 3,61% per jaar), dalen de uitgaven voor de administratie in globo met 1,6% ten opzicht van De uitgaven voor de Raad en het College stijgen in vergelijking met Hierbij dient uiteraard rekening te worden gehouden met de nieuwe samenstelling van de Raad en van de kabinetten van de collegeleden Algemene evolutie Tot slot geef de collegevoorzitter nog mee dat, tussen 2010 en 2013, de uitgaven van de VGC (exclusief de overboekingen naar fondsen) elk jaar, in globo, gemiddeld een toename hebben gekend van 3,7%. In 2014, na een aantal structurele maatregelen, werd deze tendens omgebogen en resulteerde dit in een daling van de uitgaven met 1,2%. Voor 2015 is er terug sprake van een beperkte stijging in vergelijking met het vorige begrotingsjaar nl. + 0,19%. De personeelsuitgaven nemen over de periode een steeds kleiner procentueel aandeel in op de totaliteit van de begroting. Dat werd herhaaldelijk gevraagd vanuit de Raad. Het College werkt er aan en de verhouding gaat de goede richting uit. In absolute termen is de daling pas merkbaar vanaf Over dezelfde periode ( ) is er een daling van de werkingskosten maar een sterke stijging van de overdrachten (subsidies) met gemiddeld 4,62% per jaar.

7 - 7 - Ook hier is het dus duidelijk dat de VGC niet bespaart op de beleidskredieten. Ten opzichte van het vorig dienstjaar stijgen de uitgaven voor de schulden (aflossingen en intrest) met 10,94%. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de beschikbaarheidsvergoeding van het DBFM-project Kasterlinden-De Poolster. Wanneer hiervan abstractie wordt gemaakt en enkel de leninglast in acht wordt genomen, blijkt dat deze op 5 jaar tijd met 94,42% is gestegen. Dit is enerzijds deels nog het gevolg van de schuldovername door de Vlaamse Gemeenschap, maar anderzijds is dit voornamelijk wijten aan de grote opname van leningen omwille van een versneld investeringsritme. Voor een ruimere toelichting en een kleurrijke en gedetailleerde voorstelling van de evolutie van de uitgaven over de laatste 5 jaar, verwijst de collegevoorzitter naar het begrotingsdocument: Deel 1, van pg. 16 tot en met pg De investeringen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Het College neemt zich voor om voor 2015 de volgende investeringen te voorzien: Onderwijs en Vorming Cultuur, Jeugd en Sport Welzijn, Gezondheid en Gezin Administratie 28,67 miljoen euro 15,13 miljoen euro 7,25 miljoen euro 1,76 miljoen euro In totaal dus 52,8 miljoen euro. Om deze uitgaven te financieren worden middelen ingezet uit onze reservefondsen, leningen en specifieke dotaties. Een kort overzicht staat op pg. 24 van het begrotingsdocument. Met de inzet van deze middelen rekent het College er op dat de noden op het vlak van de infrastructuur verder kunnen worden opgevangen. Een greep uit de belangrijkste investeringen: Op het vlak van onderwijs Voor de aankoop van uitrusting voor de onderwijsinstellingen wordt 3,6 miljoen euro voorzien; Voor projecten op de Elishout-campus wordt 5,7 miljoen euro begroot. Gebouwen 14 en 15 (zonder liften) worden afgewerkt, waar de bakkerij en beenhouwerij in ondergebracht is. Er staan ook middelen ingeschreven om de lift van de toren opnieuw in werking te stellen. Op een klein gedeelte na is de volledige campus dan gerenoveerd; Voor werken aan Zaveldal wordt euro voorzien; Voor investeringssubsidies in het kader van capaciteitsuitbreiding en de verdere renovatie en aanpassing van schoolinfrastructuur wordt alvast 11,23 miljoen euro ingeschreven in Op basis van de evolutie van verschillende dossiers, zal dit bedrag ten gepaste tijde worden verhoogd; Voor diverse onderwijsprojecten zoals zuinig energiebeheer, het spelfunctioneel inrichten van speelplaatsen, opleiding tot werk, technische opleiding en het schoolinterventieteam FIKS, alsook voor de opstart van projecten binnen het hoger onderwijs wordt ruim 7 miljoen euro voorzien. De aanpak van de inrichting van de speelpleinen motiveert de leerkrachten. Vlaanderen benijdt ons soms omwille van deze aanpak.

8 - 8 - De administratie lijst nog eens alle secundaire onderwijslocaties op die in aanmerking komen ten noorden en zuiden van de vijfhoek om vervolgens twee dossiers startklaar te maken, een uit het vrij onderwijs en een uit het gemeenschapsonderwijs. Dat kost ongeveer 2 keer 25 miljoen euro, zo leert de ervaring met Coovi-Elishout. De Kasterlindencampus zal allicht voor de zomervakantie 2015 af zijn. De collegevoorzitter bracht een recent bezoek en zegt dat de site toonaangevend zal zijn voor dit type onderwijs. Op het vlak van cultuur Voor Muntpunt wordt euro voorzien; Voor de nieuwbouw en de renovatie van gemeenschapscentra en jeugd- en sportinfrastructuur wordt 11,7 miljoen euro aan uitgaven verwacht; Voor de aankoop van uitrusting voor de gemeenschapscentra en sport- en jeugdinfrastructuur wordt euro begroot; Wat de investeringssubsidies betreft zijn middelen voorzien voor de subsidiëring van culturele instellingen ( euro), sportinfrastructuur ( euro) en jeugdinfrastructuur ( euro). Op het vlak van welzijn, gezin en gezondheid Voor de aanpassing van eigen kinderdagverblijven aan de nieuwe regelgeving en de renovatie op de Nieuwlandsite wordt in 2015 ruim 1 miljoen euro uitgetrokken; Voor de subsidiëring van de uitbouw van hulp- en dienstverlenings-infrastructuur wordt euro ingeschreven; Er worden investeringssubsidies voorzien voor de kinderdagverblijven-sector voor aanpassingswerken of voor nieuwe kinderdagverblijven en instellingen voor buitenschoolse opvang, dit voor een totaal bedrag van 4,65 miljoen euro; Voor het revalidatiecentrum De Poolster wordt voor werken en uitrusting euro uitgetrokken. Op het vlak van de administratie Voor de renovatie en het onderhoud van het Brede school -project Nieuwland wordt 1,1 miljoen euro voorzien; Voor de administratie is het onderhoud van de administratiehuizen en hun uitrusting voorzien, zijn middelen uitgetrokken voor investeringen voor IT en voor de materieeluitleendienst. Dit alles voor een totaal van euro. Voor een gedetailleerd overzicht van de investeringen per sector, verwijst de collegevoorzitter naar het begrotingsdocument Deel 1, pg. 24 tot en met pg De schuld Als financieringsbron worden uiteraard eerst de beschikbare middelen uitgeput en pas dan leningen aangesproken. Op 1 januari 2007 bedroeg de uitstaande schuld van de VGC 31,38 miljoen euro. Dat is de laagste schuldgraad van alle overheden, ongeveer 20%.

9 - 9 - Voor 2015 wordt een schuldvolume, met inbegrip van de in deze begroting voorziene opname van leningen voor investeringen in 2014, verwacht van 31,65 miljoen euro. Dit is een daling in vergelijking met Ook voor de schuldenlast, nl. de som van de intrest- en kapitaalsaflossingen is er in 2015 een lichte daling ten opzichte van De schuldenlast wordt geraamd op 6,55 miljoen euro. Het College blijft uiteraard voorstander van een actief schuldbeheer en blijft waken over de beheersbaarheid van het schuldvolume. Een gedetailleerd en uiterst volledig overzicht van de schulden van de VGC staat in Deel 1, pg. 33 t.e.m. 47 van het begrotingsdocument. 7. Het personeel Het totaal van de personeelskosten opgenomen in de begroting 2015, in opvolging van het personeelsplan , bedraagt 53,47 miljoen euro. Het betreft de financiering van 708,09 VTE, waarvan: 363,85 VTE met reguliere middelen (vnl.onderwijspersoneel en het statutair personeel van de VGC-administratie); 344,24 VTE met specifieke middelen. De berekende personeelsuitgaven liggen 1,02 miljoen euro lager dan in Deze daling is grotendeels toe te schrijven aan een exactere raming van de personeels-uitgaven. Overheadkosten dienen niet enkel gedrukt te worden in besparingsrondes, maar het is de opdracht van het College om deze kosten altijd zo laag mogelijk te houden teneinde maximaal middelen ter beschikking te stellen van de werking op het terrein. In het voorliggende begrotingsdocument bevat uiteraard nog veel meer nuttige informatie zoals over het stedenfonds, de pensioenen en een gedetailleerde meerjarenoverzicht van de uitgaven en ontvangsten tussen 2009 en II. Algemene bespreking Commissielid Johan Van den Driessche vraagt of hij goed begreep dat in de begroting 2015 voor de raming van de loonlasten rekening werd gehouden met een indexering, ondanks de aangekondigde indexsprong op federaal niveau. Daar was wat verwarring rond. Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat uit voorzorgsprincipe in de begroting 2015 inderdaad rekening werd gehouden met een indexering van de lonen. Dit gebeurde op gelijkaardige wijze in de gewestbegroting. Mocht er een indexering zijn, dan zijn daarvoor middelen voorzien. Komt ze er niet, wat wordt verwacht, dan wordt er een groter overschot overgeheveld naar Twee vragen werpen zich ter zake op : zal de inflatie nopen tot een indexering? Recente berichten van het Planbureau voorspellen dat de indexering, indien ze zich zou voordoen, niet voor de maand juli 2015 zal vallen. Tweede vraag : zal de federale overheid effectief beslissen dat er een indexsprong komt indien de situatie van indexering zich voordoet. Waarschijnlijk wel, want het werd opgenomen in het regeerakkoord.

10 Commissielid Johan Van den Driessche merkt op dat dit antwoord in tegenspraak is met wat het hoofd van de financiële dienst van de VGC schrijft in zijn advies, waarin hij stelt dat er rekening werd gehouden met de sociale correcties. Wat is het nu? De collegevoorzitter verduidelijkt dat de indexering niet voor de hoogste lonen werd verrekend in de personeelskosten. Commissielid Johan Van den Driessche concludeert dat er dan toch gedeeltelijk van een indexsprong wordt uitgegaan. Verder merkt de spreker op dat de band tussen wat moet worden gefinancierd en de leningen enigszins losgelaten is. De spreker bedoelt dat leningen niet meer uitsluitend in functie van investeringen zouden afgesloten worden, maar ook in functie van de kasbehoeften. Collegevoorzitter Guy Vanhengel weerlegt dit. Er wordt enkel geleend voor eigen infrastructuur, min of meer los van de kasbehoeften. Een aantal investeringen zouden met eigen middelen kunnen gefinancierd worden, maar dat zou niet zeer redelijk zijn, gezien de lage rentevoeten en de mogelijkheid de kosten in de tijd te spreiden. De leninglast moet zich correct verhouden tot de totale financiële middelen van de VGC. Die verhouding is meer dan in orde. De leninglast moet kaderen binnen de marges van de Vlaamse Regering, die de leninglast van de VGC plafonneert. Het zou gek zijn niet in de richting van dat plafond te werken, wetende dat de eigen middelen die worden uitgetrokken voor derden (onderwijsinstellingen) efficiënter kunnen ingezet worden dan voor het eigen patrimonium. De leningen kunnen niet aangewend worden om scholen te bouwen voor derden, wel voor het eigen patrimonium. Commissielid Johan Van den Driessche vreest dat er begripsverwarring is over het woord domein. Hij leest op pagina 33 in de algemene toelichting dat leningen niet domeingebonden zijn en dat eerst de beschikbare financiële middelen worden uitgeput, wat betekent dat de aard van de financiering eerder in functie is van de timing van de investeringen, dan van het domein waarvoor ze gebruikt worden. Collegevoorzitter Guy Vanhengel maakt duidelijk dat het domein slaat op het VGCbeleidsdomein. Het heeft niet zoveel belang gezien het over eigen patrimonium gaat. Tot slot vraagt commissielid Johan Van den Driessche of de begroting voldoende soepelheid bevat om in evenwicht gehouden te worden in 2016 en later. In deze begroting zien we een overdracht van 2 miljoen euro van 2014 naar In 2015 zal er allicht een kleinere overdracht zijn. Kan het begrotingsevenwicht aangehouden worden? Collegevoorzitter Guy Vanhengel onderstreept dat de VGC altijd begrotingen in evenwicht heeft. Het is de bedoeling dit zo te houden. Volgens de meerjarenplanningen zal dit ook niet in het gedrang komen, tenzij er plots fundamentele verminderingen in de recurrente financiering zou optreden. Als één van de financieringsbronnen zou gehalveerd worden, moet er aan crisismanagement gedaan worden. Maar in de huidige stand van wetgeving en decreetgeving, blijft de VGC-begroting in evenwicht. Commissielid Annemie Maes heeft vragen bij de inkomsten vanuit diverse kanalen. Wat de inkomsten voor het Stedenfonds betreft, is er een stijging van 3,5% in 2014 na het addendum Stedenfonds dat aan de Raad ter goedkeuring wordt voorgelegd. Is er ook een groeipad voor 2015? Dat blijkt niet uit de cijfers.

11 Voormalig Vlaams minister Freya Van den Bossche, bevoegd voor Stedenbeleid, verklaarde in de Samenwerkingscommissie van de VGC dat er marge was voor een groeipad voor Brussel. Er zou een traject uitgebouwd worden omdat Brussel ondergefinancierd is in vergelijking met Antwerpen en Gent. Blijkbaar is er nu toch geen groeipad. Quid? Collegelid Pascal Smet verklaart dat de Stedenfondsmiddelen in 2014 een groei van 3,5% kenden en dat dit voor 2015 evenzeer het geval is. Het groeipad van 3,5% is er wel degelijk. Voor 2015 gaat het over euro euro werd naar de begroting getransfereerd voor stadsontwikkeling, euro gaat naar Jeugd waardoor de besparingen ingevolge het sectordecreet in Brussel geneutraliseerd worden en euro staat in de reserves voor wijkinitiatieven. De vastlegging van dit laatste bedrag gebeurde nog niet. Het College besteedt dit bedrag goed. Wat de inkomsten uit Vlaanderen aangaan, stelt commissielid Annemie Maes een daling vast. Het procentuele aandeel daalt, dat blijkt uit de tabellen opgenomen in het begrotingsdocument. Vlaanderen laat Brussel enigszins los. Is er een automatische indexering van de Vlaamse middelen die naar de Vlaamse gemeenten gaan? VGC-raadslid Bruno De Lille merkt op dat Vlaanderen de middelen voor de gemeenten telkens heeft geïndexeerd en dit niet deed voor de middelen bestemd voor de VGC. Integendeel, er is nog een lichte daling van de middelen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel zegt dat er inderdaad geen automatische indexering is. Met betrekking tot de federale inkomsten, constateert commissielid Annemie Maes dat er geen transparant overzicht is toegevoegd met de evolutie van middelen ten aanzien van de vorige jaren. Graag zag ze een overzicht en een opsplitsing van de middelen : Vlinderakkoord, dotaties Ze vraagt aan de collegevoorzitter even op te frissen voor welke doeleinden de VGC middelen krijgt via het Vlinderakkoord. Collegevoorzitter Guy Vanhengel wijst er op dat het overzicht op pagina 11 staat. De middelen uit het Vlinderakkoord leverden in miljoen euro en zullen in miljoen euro belopen. Het Vlinderakkoord is een 8-partijenakkoord, waaronder Groen, dat voorziet in 472 miljoen niet-geïndexeerde middelen voor Brussel eens het op kruissnelheid komt. Sommige van deze bedragen zijn geaffecteerd. Ingevolge de Brusselse demografische evolutie kent het gewest ook gemeenschapsgerelateerde hoofdstedelijke noden en uitdagingen: onderwijs, kinderopvang, jeugd. Bijgevolg gaat een deel van de geaffecteerde Vlinderakkoordmiddelen naar de Cocof en de VGC. Het gaat in totaal over 40 miljoen middelen gebonden aan de demografische evolutie, die ondergebracht worden in het BIF (bijzonder investeringsfonds). VGC-raadslid Bruno De Lille wijst er op dat er voor 2014 ook al middelen werden verkregen ingevolge het Vlinderakkoord. Hij sluit zich aan bij de vraag van collega Maes in verband met een opgesplitst totaaloverzicht van de federale middelen.

12 De collegevoorzitter laat het overzicht toevoegen aan het verslag. Lambermont/Lombard Vlinderakkoord ,52 mio 8 mio ,40 mio 6 mio ,00 mio 4 mio ,00 mio 2 mio Commissielid Annemie Maes leert uit de begroting dat welzijn het kleine broertje blijft, ondanks de grote noden. Daar zal Groen in de artikelsgewijze bespreking uitgebreid over tussenkomen. Om te besluiten vraagt ze naar de meerjarenbegroting voor investeringen. Quid? Vervolgens komt commissielid Elke Roex aan het woord. De begroting van de VGC lijkt op het eerste zicht een status quo. Dieper graven leert dat er achter het status quo een aantal verschuivingen plaatsvinden. Vlaanderen bespaart in Brussel. Sommige besparingen zijn niet direct zichtbaar in de begroting, maar wel voelbaar op het terrein. De spreker heeft het over de 3 miljoen in kunstensector, de werkingsmiddelen van de scholen, het bevriezen van de VIPA-middelen, de kaasschaaf voor de Brusselse gemeenten inzake bibliotheken en cultuurbeleidscoördinatoren. De begroting geeft een overzicht van de macro-economische factoren. Maar kan het College een overzicht verschaffen van waar precies in elk beleidsdomein de Vlaamse en federale besparingen voelbaar zullen zijn? Hetzelfde geldt voor de gemeenschapsinfrastructuur. De 1 miljoen wordt plots structureel. De gevolgen van het sectordecreet sport zijn nog niet helemaal duidelijk. Is het zeker dat er op dit vlak geen besparingsgevolgen zijn voor de VGC? Heeft het College van de Vlaamse bevoegde minister bevestiging dat de input ongewijzigd blijft? Welzijn blijft, zoals collega Maes zei, het kleine broertje. Er is de VIPA stand still. Het is moeilijk in te schatten wat de effecten zijn. De grote verschuivingen in de begrotingstabellen in vergelijking met vorige jaren, bemoeilijkt de lectuur van de begroting. Het is een gigantisch puzzelwerk om na te gaan waar precies de verschuivingen liggen. Na flink wat zoekwerk ziet men bijvoorbeeld dat er euro naar het Kinderarmoedfonds gaat. Waarom werd de begrotingsstructuur gewijzigd en zijn er zoveel verschuivingen doorge-voerd? Een aantal nominatieve bedragen verdwijnen in het geheel, waardoor de raadsleden niet kunnen achterhalen of de betrokken organisaties nog dezelfde middelen zullen ontvangen. Voor de wijkwerkingen is dat eveneens het geval? In het beleidsakkoord werd het engagement aangegaan de wijkwerkingen een nieuw leven te geven. Het is niet terug te vinden in de begroting welke werking kan terugvallen op welke middelen. Laat het College deze organisaties in de onzekerheid of is een oplossing in de maak? Collegelid Pascal Smet licht toe dat de wijkinitiatieven wel degelijk verankerd zijn. De bedragen zijn voorzien. In 2015: euro vanuit Welzijn, vanuit Stedelijk beleid,

13 vanuit Cultuur. Opgeteld lijkt dit euro minder dan in Dat is een tijdelijke situatie want er zijn nog euro middelen uit het stedelijk beleid onbestemd. Omdat eerst een grondige analyse zal gemaakt worden, zijn de middelen van het stedelijk beleid nog niet toegekend. Commissielid Elke Roex merkt in de voorliggende begroting dat de VGC wat puin moet ruimen. Ze denkt aan Muntpunt en de gemeenschapscentra. Ondanks de Vlaamse besparingen, bespaart de VGC niet op lokaal cultuurbeleid en jeugdbeleid. De VGC kiest om te investeren in infrastructuur, wat sp.a een goede zaak vindt. Maar sp.a heeft toch een aantal bezorgdheden. Aan de collegevoorzitter wordt gevraagd te volharden in zijn hardnekkigheid ten aanzien van Vlaanderen om op het vlak van kinderopvang en scholenbouw zijn verantwoordelijkheid op te nemen Collegevoorzitter Guy Vanhengel werpt op dat hij dat tijdens de vorige legislatuur van mevrouw Roex niet mocht doen. Commissielid Elke Roex repliceert dat ze dit voor kinderopvang altijd stelde. Wat de kinderopvang betreft, maakt ze zich grote zorgen over de VIPA bevriezing. Heel wat engagementen zijn al genomen, bijvoorbeeld voor kinderdagverblijven die in het kader van de wijkcontracten op stapel staan of worden gestimuleerd door de VGC. Hoe zal deze infrastructuur afgewerkt of gebouwd worden zonder VIPA-tussenkomst? Hoe wordt dit financieel opgevangen? Tot slot drukt de spreker een zekere bezorgdheid uit ten aanzien van de speelpleinen. Er bestaan diverse vormen van vakantiewerking. De speelpleinwerking stond de jongste jaren onder druk, ook omdat het niet evident is om in elke infrastructuur op een goede manier speelpleinwerking te organiseren. Speelpleinen hebben als eigenheid dat jongeren iets organiseren voor kinderen. Speelpleinwerkers hebben geen onderwijzende of zorgverlenende functie. Die kwalificaties kunnen ingezet worden voor een interessante vakantiewerking. Hoe wordt het eigenaarschap van de jongeren om speelpleinwerking te organiseren gevrijwaard? VGC-raadslid Brigitte Grouwels merkt dat de speelpleinen en de studentenzaken opduiken bij onderwijs, maar constateert op het eerste zicht toch een lichte achteruitgang. Quid? Wat betreft het departement Welzijn - Gezondheid - Gezin, valt evenzeer een grote herschikking op. Jeugdwelzijn blijkt - terecht - een stap vooruit te maken. Worden de middelen elders weggehaald en hoe zullen de voorziene middelen worden besteed? Verder leest de spreker met ongeloof in de begroting dat het budget voor personen met een handicap tot nul wordt herleid. Ze neemt aan dat deze begrotingspost elders terug te vinden is. Kan het College een overzicht bezorgen aan de raadsleden van alle verschuivingen in de begroting 2015, zodat de leesbaarheid van het begrotingsdocument wordt vergemakkelijkt en kan gezien worden waar het beleid zich bevindt? VGC-raadslid Liesbet Dhaene heeft algemene vragen bij de begrotingsposten studentenzaken en speelpleinen. Zij onderstreept net zoals enkele vorige sprekers dat de postenverschuivingen in de begroting 2015 het moeilijk maken om na te gaan op de middelen voor bepaalde posten stijgen of dalen.

14 Voor studentenzaken telt zij een totaalbedrag aan middelen van euro. Volstaat dit voor een volwaardig studentenbeleid? Verder merkt ze een lichte daling voor de speelpleinen. Klopt dit? VGC-raadslid Bruno De Lille stelt vragen bij het onderwijs- en opleidingsbeleid. De steun van Vlaanderen voor Brede School zakt van 2 miljoen euro naar 1 miljoen euro. Het is de tweede keer. Groen betreurt dat. Brede School werkt goed en kent succes in de wijken. Het is des te meer jammer dat de Vlaamse Gemeenschap daarvoor de middelen afbouwt. Een tweede vraag handelt over de investeringen die samenhangen met de capaciteitsuitbreiding. Er zit een groot verschil op de middelen 2014 en In 2014 bedroeg het begrotingskrediet 27 miljoen euro, 11 miljoen in Kan er een overzicht worden gegeven van de projecten die met de 27 miljoen gerealiseerd werden? Is het bedrag opgebruikt? Vertegenwoordigen de 11 miljoen van 2015 nieuwe kredieten of gaat het om niet-opgebruikte deel van 2014? Als 1 basisschool 8 miljoen kost, kan er in 2015 anderhalve basisschool gebouwd worden. Dat lost het enorme capaciteitsprobleem niet op. Groen blijft herhalen dat Vlaanderen niet dezelfde goesting aan de dag legt als de VGC in het verleden - en hopelijk in de toekomst - toont om het capaciteitsprobleem te verhelpen. Inzake het budget voor de aparte bevoegdheid van studentenzaken vraagt de spreker of het om een nieuw budget gaat, dan wel om het samenbrengen van de bestaande fondsen. Hoe zal dit beleidsaspect zich in samenhang met het gewest ontwikkelen? De bevoegdheid zit op beide niveaus in de handen van de heer Vanhengel. Wat de speelpleinen betreft, deelt de spreker dezelfde bekommernis als mevrouw Roex. Speelpleinen dienen er in de eerste plaats voor om kinderen zich te laten amuseren en te ontspannen. Het moet vooral plezant blijven. Dingen bijleren is niet de hoofdbedoeling, dat is eerder een accessoire. Als de speelpleinen onder het bevoegdheidsdomein onderwijs vallen, welke invulling zal er dan voortaan aan gegeven worden? Hoe zit het met de budgetten? De verschuivingen in de begroting bemoeilijken een klare kijk op de cijfers. Verder heeft de heer Bruno De Lille het over het feit dat het vrijgekomen bedrag na de overname van Elishout door GO! verschuift naar de begrotingsrubriek algemeen onderwijsbeleid. Hoe worden deze middelen aangewend? Aansluitend vraagt de spreker of het moment niet aangebroken is om na te denken over de eigen onderwijsinstellingen. Misschien kan eenzelfde oefening als voor Elishout overwogen worden. De structuur van de VGC is niet ideaal om zelf als inrichtende macht onderwijs te organiseren. Andere organismen kunnen dat beter. Wordt deze denkoefening gemaakt? Tot slot merkt hij op de middelen voor opleiding naar werk significant dalen. Wat is de logica daarvan? Dit laatste wordt weerlegd door collegevoorzitter Guy Vanhengel. Ze werden verschoven naar levenslang en levensbreed leren, dat dankzij de new deal meer middelen toegewezen krijgt.

15 VGC-raadslid Cieltje Van Achter heeft twee cijfervragen. Op pagina 24 wordt gesproken van 52 miljoen investeringen en op pagina 9 van 56 miljoen in de buitengewone dienst. Waar zit het verschil? Pagina 14 maakt gewag van een kleine 5 miljoen federale middelen, de collegevoorzitter spreekt 8 miljoen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt op de eerste vraag dat het verschil in de overboekingen zit (+ 4 mio ongeveer) en op de tweede vraag dat het verschil wordt verklaard door de indexatie. VGC-raadslid René Coppens heeft een eerder politiek-filosofische vraag bij het patrimonium (pagina 2, algemene toelichting begrotingsdocument). Hij begrijpt dat de administratiehuizen en de Nieuwlandsite niet ondergebracht worden bij een bepaald beleidsdomein omwille van het feit dat het om gemeenschappelijke investeringen gaat. Voor de gemeenschapscentra stelt hij zich daar vragen bij. Hij begrijpt niet waarom deze niet zijn ondergebracht bij het gerelateerde gelijknamige begrotingshoofdstuk. Het zou de leesbaarheid van het document ten goede komen wanneer kosten juist gealloceerd worden. Waarom gebeurde dit niet? Collegelid Pascal Smet antwoordt dat de gemeenschapscentra bewust niet werden toegevoegd aan het gelijknamige begrotingshoofdstuk net omdat ze transversaal moeten werken. VGC-raadslid Paul Delva onderstreept dat het een goede zaak is dat de begroting in evenwicht is. Dat mag gezegd worden. De middelen bestemd voor welzijn blijven in de totaliteit van de VGC-begroting vrij laag. Dat is een zorg die gedeeld wordt door meerdere collega s. In tabel van de middelen bestemd voor Onderwijs en Vorming, leest de spreker dat de middelen voor OCB dalen van 4,750 miljoen in 2014 naar 4,450 miljoen in De VGC investeert terecht enorm in infrastructuur en capaciteitsuitbreiding van de Brusselse scholen, die vaak in wijken gelegen zijn waar kinderen opgroeien in moeilijke omstandigheden. Vlaanderen en de VGC nemen hun verantwoordelijk. Scholen worden uitgebreid en er worden nieuwe scholen gebouwd. Dit is de juiste weg. Aangezien er steeds meer kinderen naar de Brusselse Nederlandstalige scholen komen, vreest de spreker een discrepantie tussen het toenemend aantal leerlingen (die vaak begeleiding nodig hebben) en alles wat er aan begeleiding en ondersteuning bestaat en geconcentreerd is in OCB. Begeleiding en capaciteitsuitbreiding hangen samen en moeten samen groeien in het belang van de toekomst van de Brusselse scholen. De spreker maakte deze opmerking al eerder in de commissie Onderwijs. Eén van de belangrijkste elementen van het beleid in Brussel gaat daar over. De heer Delva vreest dat er uiteindelijk per kind minder kan worden besteed aan begeleiding en ondersteuning. Voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel staat of valt alles met de geleverde kwaliteit. Die kwaliteit blijft maar gegarandeerd als OCB en andere ondersteuningsmechanismen voldoende middelen blijven krijgen. Waarom daalt de dotatie voor OCB? Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat de OCB-middelen zakken omdat de afrekening van de lonen in 2014 lager uitviel dan geraamd. Voor 2015 zal dit ook het geval zijn. Als OCB andere noden kent, is een bijpassing zeker bespreekbaar. Aan het enthousiaste team van OCB kan veel gevraagd worden. Zij bogen zich over de inpassing van de speelpleinwerking in onderwijs. Er zijn wel degelijk manieren om plezant spelen en leerbaar te combineren, zonder het hoofddoel van de speelpleinwerking in het gedrang te brengen. De

16 collegevoorzitter is het roerend eens met de heer Delva dat de middelen voor begeleiding en ondersteuning moeten meegroeien met de capaciteitsuitbreiding. Op 10 jaar tijd ging het leerlingenaantal van naar De collegevoorzitter is bezorgd over de plannen van Vlaanderen die de ondersteuning onder druk zouden kunnen zetten. Hij overlegt ter zake op constructieve wijze met Vlaams minister Hilde Crevits. In de komende jaren zal dit duidelijk worden. Collegevoorzitter Guy Vanhengel beantwoordt vervolgens de vragen over de speelpleinen. Voorheen werden de middelen voor Aximax opgenomen in de speelpleinwerking. Aximax blijft bij Jeugd en de speelpleinwerking verhuisde naar Onderwijs en Vorming. Op die twee begrotingslijnen zijn de vroegere middelen voor speelpleinwerking terug te vinden. Middelenverschuivingen liggen altijd wat moeilijk om het totaalbeeld te blijven zien. Speelpleinwerking is geen klaswerking, zegt de collegevoorzitter als oud-directeur van de VGC-speelpleinwerking. Er is een verschil tussen vrijwilligerswerk (chiro, scouts, jeugdwerk, ) en een door de overheid georganiseerde speelpleinwerking. De ouders verwachten terecht van een door de overheid georganiseerde speelpleinwerking dat ze aan een aantal normen en criteria beantwoordt. Die verwachting hebben ze niet ten aanzien van vrijwillig jeugdwerk. Zo zal, bij wijze van voorbeeld, niemand verbaasd opkijken als een scoutskamp over zeer rudimentair sanitair beschikt, terwijl dat niet wordt aanvaard bij door de overheid georganiseerde werkingen. Er wordt aansluiting gezocht bij de onderwijsinstellingen waar de kinderen schoollopen die de speelpleinen bevolken. Dat maakt integraal deel uit van het concept van Brede School. Speelpleinwerking hoort daar essentieel bij. Commissielid Annemie Maes vraagt of de rubriek uitrusting voor sport, speelpleinen en erfgoed onder cultuur op pagina 24 enkel op Aximax betrekking heeft. Collegelid Pascal Smet antwoordt dat de benaming van de begrotingslijn onveranderd bleef. De post wordt gedeeld met de collegevoorzitter. Aximax valt er in elk geval onder. Resterende middelen kunnen worden getransfereerd naar speelpleinen. Het is niet zo dat ieder collegelid in een hokje zit. Met betrekking tot de vragen over de nieuwe bevoegdheid studentenzaken, bevestigt de collegevoorzitter dat van de euro een gedeelte naar Br(ik gaat, euro. Br(ik levert schitterend werk en is nu op vraag van het College met een aantal specifieke projecten bezig die zich richten op het hoger pedagogisch onderwijs. Studentenzaken gaat ook over communicatie, toelagen, Het eerste grote dossier is de fuifzaal, een dossier dat onder de hoede van collega Smet valt. In alle gesprekken met studentenverenigingen komt de vraag naar een fuifzaal als belangrijkste punt naar voor. Verder gaat aandacht naar studentenhuisvesting. Voor het eerst was bij Br(ik het aanbod dit jaar iets ruimer dan de vraag, wat allicht te maken heeft met minder kwalitatieve koten of te dure koten. De studenten hebben belang bij kwalitatieve huisvesting. Binnenkort wordt er een gewestelijk overleg georganiseerd. Een gemengd project in de oude rijkswachtkazernes tegenover de VUB staat op stapel. Vervolgens reageert collegevoorzitter Guy Vanhengel op de tussenkomsten met betrekking tot de Brede Scholen. Het bedrag van 1 miljoen euro is een restbedrag van de 2 miljoen van De collegevoorzitter is geen voorstander om naar kredieten te vragen om ze te hebben en dan te moeten zoeken naar bestemmingen.

17 VGC-raadslid Bruno De Lille onderstreept dat er nochtans voldoende noden zijn. De scholen zitten toch niet in grote luxe. Het moet toch niet zo moeilijk zijn om gebouwen te vinden waar investeringen mogelijk zijn om te komen tot een Brede School. De spreker merkt op dat de uitbreiding van De Kleurdoos de IBO onder druk zet. Een belendend gebouw is te koop. Misschien zijn hier mogelijkheden voor de VGC om deze Brede School beide functies optimaal blijven te laten vervullen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel verklaart dat de omschakeling naar Brede School geen evidentie is. Een aantal partners durft de stap niet zetten. Daar waar het project van start ging onder impuls van een coördinator, loopt het goed. Als de VGC tussenkomt in de verbouwing van bestaande scholen of in nieuwbouw, wordt de Brede School ingebouwd. Ook voor de nieuwe secundaire scholen zal dat het geval zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het Atheneum van Schaarbeek, waar de sportinfrastructuur én cafetaria na de schooluren open worden gehouden tot middernacht. Niet alle scholen kunnen dit aanbieden. Commissielid Elke Roex zegt dat heel wat Anderlechtse scholen dit ook aanbieden, al is een cafetaria uitbaten in schoolinfrastructuur niet voor de hand liggend. Vandaar dat een paar cafetaria inmiddels gesloten werden. Inzake de capaciteitsdossiers geeft collegevoorzitter Guy Vanhengel een overzicht. naam school / organisatie gemeente principieel akkoord vastgelegde subsidie De Kriek Schaarbeek ,00 De Puzzel Vorst ,00 De Zenne Laken ,00 Heilige Familie Schaarbeek ,00 Kristus Koning-Assumpta Neder-Over-Heembeek ,00 Lutgardisschool Etterbeek ,00 Sint-Joris Brussel ,00 Spoor-West (Nijverheidstechnische school) Anderlecht ,00 Theodoortje Jette , ,00 Stedelijke basisschool 'Zennestraat' Brussel ,50 Gemeentelijke basisschool 'Van Oost' Schaarbeek ,00 Eindtotaal , ,50 De 11 miljoen die nu in de begroting staat is een gedeelte van de 27 miljoen euro die in 2014 stond ingeschreven. De VGC-administratie ondersteunt alle dossiers op, maar dat heeft zijn grenzen bereikt. Er moet nog meer begeleiding en ondersteuning komen. De collegevoorzitter kondigt aan dat hij binnenkort een gesprek zal hebben met wat hij noemt de tussenlaag van onderwijsondersteuners, vnl. de koepels (gesubsidieerd worden door de VGC), die vaak kritiek uiten maar weinig actie ondernemen om de capaciteitsdossiers te laten vooruit gaan. Er is in de loop der jaren te veel verambtelijking opgetreden. De spreker rekent er op dat de koepels, ongeacht het net, in de toekomst een stevig handje zullen toesteken om de dossiers vooruit te laten gaan. Nood breekt wet. Deze boodschap zal de collegevoorzitter overbrengen. VGC-raadslid Brigitte Grouwels vraagt of de gewestelijke facilitator bijdraagt tot het versneld verkrijgen van vergunningen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat de VGC-administratie meer faciliteert dan de gewestelijke facilitator. Er werd in de loop der jaren heel wat know how opgebouwd en men

18 weet wie de mensen zijn in de diverse administraties die de dossiers concreet opvolgen. De koepels zijn daar niet in thuis. Het OVSG bijvoorbeeld, beschikt noch over de know how, noch over het netwerk omdat het decennia geleden is dat het een bouwdossier moest opvolgen. Vervolgens reageert de collegevoorzitter op de vraag van collega Bruno De Lille in verband met de eigen onderwijsinstellingen. Voor Coovi was het inderdaad de beste oplossing om het onder te brengen in een bredere scholengroep. De vraag naar inkapseling in een groter geheel leefde daar. Het VGC-personeel in Coovi is in afbouw. De VGC organiseert zelf nog onderwijs in 2 specifieke onderwijsinstellingen: Kasterlinden en Zaveldal. Beiden krijgen extra omkadering boven de wettelijke omkadering. Van de 296 personeelsleden betaalt de VGC er 22 bovenop het gesubsidieerde aantal. Bij deze instellingen leeft de vraag naar inkanteling in een groter onderwijsgeheel niet. Moet hier dan aan geraakt worden? Kasterlinden draait heel goed. Zaveldal is een school met een moeilijke populatie. Collegelid Bianca Debaets staat even stil bij de nieuwe structuur van de begroting. Voor de beleidsdomeinen Welzijn, Gezondheid en Gezin werd bijgestuurd op grond van de vernieuwde regelgeving en het rationeel beheer van de middelen. De afgelopen legislatuur werden 3 nieuwe beleidsdomeingebonden verordeningen goedgekeurd, gekoppeld aan regelementen. Het gaat over de verordening Welzijn, de verordening Gezondheid en Gezin. Met rationeel beheer van middelen bedoelt de spreker dat enerzijds de ontvangsten en uitgaven van de administratie opnieuw onder de rubriek algemeen gecentraliseerd werden en dat anderzijds de ontvangsten en uitgaven voor de operationele diensten rechtstreeks per hoofdstuk werden gekoppeld. Voor de entiteit De Poolster en de entiteit Gezin gebeurde dat in het verleden al. Nu gebeurt dat ook voor de entiteit LOGO. Het collegelid beschikt over een verduidelijkende transitietabel met vgl. tussen 2014 en 2015 die zal toegevoegd worden aan het verslag. (Bijlage 1) De middelen zijn nergens gedaald. Het is een loutere herstructurereing. De bevriezing van de VIPA-middelen vormt een bekommernis en uitdaging. Er wordt overlegd met de Vlaamse minister van Welzijn daarover. Verschillende pistes worden onderzocht en de spreker hoopt dat er in de loop van 2015 meer duidelijkheid komt. Wat wel ruw becijferd werd is dat de VGC voor de volgende 3 jaar eigenlijk voor 15 miljoen VIPA-middelen nodig heeft. Op de vragen over Stedelijk beleid heeft collega Smet geantwoord. Commissielid Elke Roex vreest dat de projecten die vergunningen kregen en een bouw gaan starten, hun bouw moeten uitstellen omdat ze de eerste 2 jaar niet op VIPA-middelen kunnen rekenen. In Anderlecht bevinden zich 2 projecten, gepland binnen wijkcontracten, in dat geval. Collegelid Bianca Debaets wenst het overleg met Vlaanderen af te wachten inzake VIPA. Ook de lokale dienstencentra en andere voorzieningen rekenden op VIPA-middelen Met betrekking tot de wijkwerkingen meldt de spreker dat 2 projecten in het Stedelijk beleid zijn opgenomen en 2 projecten bij Welzijn blijven. In het kader van kansarmoedebestrijding worden een aantal projecten voortgezet : Wijkpartenariaat, de Buurtwinkel en Nasci. Dit is terug te vinden onder subsidies voor welzijnsinitiatieven en het artikel neemt toe met euro om nieuwe werkingen mogelijk te maken. Commissielid Elke Roex begrijpt dat Wijkpartenariaat en de Buurtwinkel wijkwerkingen zijn die blijkbaar bij Welzijn blijven, terwijl Bonnevie en Chambéry naar het Stedelijk beleid verhuizen. Wat is de redenering achter die opsplitsing?

19 VGC-raadslid Bruno De Lille wil zich ervan vergewissen dat het nog altijd over 4 wijkwerkingen gaat. Collegelid Bianca Debaets zegt dat er voorlopig middelen voorzien worden voor alle 4, 2 bij Welzijn en 2 bij Stedelijk beleid, tot er een kader is en meer duidelijkheid. Collega Smet zal de vragen over de timing beantwoorden. De subsidies voor Jeugdwelzijnswerk (Tonuso, D broej en Cachet) zijn ongewijzigd gebleven, idem dito voor de toelagen voor personen met een handicap (Braph, Icarus, Inclusiecafé, De Lork, ) Met betrekking tot de kinderdagverblijven komt de VGC aan 91 plaatsen die door de VGC worden betoelaagd en nog niet zijn ingestroomd bij Kind&Gezin. De lijst kan worden toegevoegd aan het verslag. (Bijlage 2) Om gebruik te kunnen maken van de huidige stedenfondsmiddelen is de VGC afhankelijk van de oproep van Kind&Gezin. III. Artikelsgewijze bespreking Presentatie begrotingsdocumenten VGC-raadslid Bruno De Lille vraagt om in de toekomst de lay-out van de begrotingsdocumenten te wijzigen. Hij zou het praktischer vinden om per artikel niet alleen het begrootte bedrag weer te geven, maar ook dat van het vorige jaar en bedrag van de rekeningen. Commissievoorzitter Carla Dejonghe verwijst dat punt naar een Bureauvergadering. Artikel 12002/ : Overboeking naar het Lambermontfonds : euro Commissielid Annemie Maes vraagt welke panden er verkocht worden. Collegevoorzitter Guy Vanhengel somt de panden op: wijkhuis Carlo, gemeenschapscentrum Candelaershuys, De Wand, diverse huizen in de Vanderlindenstraat in Schaarbeek, loft van de Kriekelaar, een pand in de Kloktorenstraat in Etterbeek, Vandendriesschelaan in Sint- Pieters-Woluwe en een stuk bouwgrond in Dilbeek. Commissielid Johan Van den Driessche wil weten wat de motieven zijn voor de verkoop. Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat de redenen verschillen van pand tot pand. Voor het Candelaershuys en wijkhuis Carlo gaat het bijvoorbeeld over de bouw van een nieuw gemeenschapscentrum, in Schaarbeek gaat het over woningen. Het is geen besparings-operatie. Algemene toelichting dotaties Commissielid Annemie Maes leest in de algemene toelichting over de dotaties dat de dotatie van de Vlaamse Gemeenschap en de onderwijsdotatie voorlopig geraamd worden. Wat wordt bedoeld met het begrip voorlopig?

20 Collegevoorzitter Guy Vanhengel verduidelijkt dat het inderdaad over een voorlopige raming gaat, wat de basis vormt van een begroting. Naarmate het beleid evolueert zullen die bedragen geconcretiseerd en verfijnd worden in functie van de reële kostprijzen. Artikel 300/ : Andere sociale vergoedingen en toelagen : euro Commissielid Annemie Maes vraagt een overzicht van de stads- en verhuispremies die toegekend werden aan de personeelsleden van de VGC. Collegelid Bianca Debaets deelt mee dat in personeelsleden een stadspremie kregen. In 2014 zullen dat er waarschijnlijk 278 zijn. 4 personeelsleden kregen in 2013 een verhuispremie. Dit jaar werd nog geen enkele verhuispremie aangevraagd. Artikel 310/ : Bezoldiging van het personeel : euro Commissielid Annemie Maes merkt op dat het geraamde bedrag lager is dan in 2014, terwijl het aantal medewerkers gestegen is van 182,5 FTE naar 188,5. Wat is hiervoor de reden? Collegelid Bianca Debaets legt uit dat dit te maken heeft met de geldelijke anciënniteit en niveaus van de nieuwe personeelsleden. Medewerkers met veel anciënniteit vertrekken en worden vervangen door medewerkers met minder anciënniteit. Sommige functies worden geschrapt en nieuwe functies kunnen op lagere niveaus worden ingeschaald. Artikel 311/ : Werkingskosten Stedelijk beleid : euro Commissielid Annemie Maes stelt vast dat hier een lager bedrag ingeschreven wordt dan vorig jaar. Hoe komt dat? Collegevoorzitter Guy Vanhengel zegt dat er dit jaar een eenmalige conceptstudie werd uitgevoerd. Volgend jaar hoeft dat niet. Artikel 311/ : Subsidies in het kader van het Stedelijk Beleid : euro Commissielid Annemie Maes merkt op dat het bedrag gestegen is en vraagt wat de stedelijke netwerken en initiatieven die inzetten op sociale innovatie en coproductie inhouden. Collegelid Pascal Smet antwoordt dat het bedrag dat in de initiële begroting 2014 stond maar op een deel van het jaar betrekking had. Het huidige bedrag gaat over het hele jaar. De lijst wordt toegevoegd aan het verslag. (Bijlage 3) Artikel 330/ : Subsidies aan de vzw Vlaams-Brusselse media : euro De nieuwe vzw Vlaams Brusselse Media heeft een CEO stelt VGC-raadslid René Coppens vast. Hij wil weten of er al een businessplan werd opgesteld en hoever het staat met de samenwerkingsovereenkomst tussen de VGC en die vzw. Commissielid Annemie Maes sluit zich aan bij de vorige vraagsteller. Collegelid Pascal Smet zegt dat er nog geen nieuw businessplan is. Volgende week bezoekt hij samen met Vlaams minister Sven Gatz tvbrussel. Na de rabiate rondleiding wordt met de top van de vzw Vlaams-Brusselse media rond de tafel gezeten om te overleggen over de inhoud van het nieuwe businessplan en over de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Hij benadrukt dat de nieuwe samenwerkingsovereenkomst er een zal zijn tussen de 3 partners.