' --+-~-+ ) C I J F ERE N. leerjaar/groep 7 ) ) ajodakt
|
|
- Jasper Smeets
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ajodakt I I ' --+-~-+ I C I J F ERE N leerjaar/groep 7 \ I I I I
2
3 --~'~-----"~ ,,----' ->~~-' , ~ Welke som h.cid ik fout? _~"'IJ,_~II TAAK C O... c :3 Aantal sommen goed TAAK I I, I I C O... c :3 Ajodakt, Baarn
4
5 \. CIJFEREN leerjaar/groep 7 Auteurs A. Holster en J. Zeilstra ajodakt
6 Eerste druk, tweede oplage Ajodakt, Baarn Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN
7 I I I, CIJFEREN 1 qmcirkel het I 1 I 1 l I I = = ~ = : 6 = A C A C A.11 1~ ~ C.19 1~ A C I 5. 4 kg = _._... ". g A gr gr C gr gr \ x 39 = 7. ~ = 8. Vul aan: Van 12,50 tot 25,- 9. De lengte van een rechthoek is 12 cm De breedte is 8 cm De oppervlakte is """... ",,_ minuten is _" uur en,, minuten A C.780 O. 720 A. 3~ 8.16 ~ C. 3i O. 3~ A. 12, ,50 C. 12,50 D. 14,50 A. 96 cm cm 2 C. 92 cm cm 2 A.2 uur en 10 min. 8.2 uur en 3 min. C.2 uur en 13 min. O. 1 uur en 40 min. Aantal sommen goed
8 CIJFEREN : 9 = = = 4. 7 f + 11 = X 99 = 6. i kg = '-'-"'- g 7. ~ X 72 = 8. Wat past op de plaats van het vraagteken? 100,- - (6 x? = 76, uur en 3 kwartier is... _.. minuten 10. Een grasveld is 15 m lang en 12 m breed. De omtrek is.. A.107 B.217 C.117 D.711 A B C D A.736 B. 38 C.380 D. 83 A.15+ B.28+ C.18+ D. 4+ A B C D A gr B. 800 gr C. 250 gr D. 500 gr A. 24 B. 36 C. 12 D.432 A. 14,- B. 41, C. 4, D. 24,- A.165 min. B. 45 min. C. 95 min. D. 60 min. A.180 m B. 54 m C. 27 m D.720 m 4
9 Ij JJ CIJFEREN g =. cg A. 340 cg B. 430 cg C cg O. 34 cg J I : 8 = A.825 B.582 C I = A.646 B.270 C.738 O. 702 I \ I J = 5. 18~+2~= x 49 = A.511 B.151 C A.20 B.16 C A B C x A. 2 B.32 C. 4 O munten van 5 eurocent + 13 munten van 10 eurocent + 8 munten van 20 eurocent + 50 euro is Een stuk land is 112 m lang en 12 m breed. De oppervlakte is x x 26 = A. 52,15 B. 53,05 C. 153,05 O. 54,53 A m 2 B m 2 C m m 2 A.156 B.260 C
10 CIJFEREN X 47 = 2. Het schoolplein is 15 m lang en 10 m breed. De omtrek is _.._ Schrijf in cijfers: drieëntachtigduizend tweeënvijftig : 9 = = = 7.7~+12~= 8. 3 kg =... _. dag 9. 4 biljetten van 20 euro is evenveel als... munten van 50 eurocent O. 3'" = A B C A.40 m B.50 m C.30 m 0.25 m A. 83,52 B ,20 C O A.933 B.339 C A.819 B.918 C A.792 B.222 C A.19'5 B. 20 i C. 5~ i A. 30 dag B. 330 dag C. 300 dag dag A.100 B.160 C.150 D.270 A.8~ B.8 C.8f
11 CIJFEREN munten van 5 eurocent + 20 munten van 10 eurocent munten van 20 eurocent + 2 biljetten van 5 euro is x 36 = A. 13,15 B. 16,05 C. 15,04 D. 14,05 A B C J 3. Een grasveld is 15 m lang en 12 m breed. De oppervlakte is. A.150 m 2 B.270 m 2 C. 180 m 2 O. 54 m 2 \ = J = 6. 6 i + 4 i = g =._.. dg : 3 = 9. ~ x 48 = 10. Vul aan: Van 27,80 tot 50,- A.919 B.917 C A. 142 B. 358 C O. 140 A.10~ B.11 + C. 2{ 0.10{ A. 340 dg B dg C. 43 dg O. 430 dg A. 627 B C A.144 B. 38 C. 16 O. 48 A. 25,- B. 22,50 C. 23,20 D. 22,20 Aantal sommen goed.... 7
12 CIJFEREN = 2. 7~ + 4% = : 36 = X 125 = biljetten van 20 euro is evenveel als = g = _._... hg X t = I. 200 euro munten van 0, munten van 0,50 IV. 100 euro A B. 688 C. 442 O. 443 A.11 B. 6 C A.108 B.223 C A B C. 12,870 O. 12,785 B.II C.1I1 O.IV A.200 B.196 C A. 30 hg B. 3 hg C hg O. 300 hg A.6 B.5 C De omtrek van een vierkant bloemperk is 16 m. De lengte is _... m 10. Hoeveel is 18 X 25 meer dan 12 X 251 A. 8m B. 4m C.12 m 0.10 m A.450 B.300 C Aantal sommen goed.... 8
13 ï CIJFEREN 7 I l : 27 = = A B. 213 C. 135 O. 215 A.82 B. 7 C = 4. 6 km = "..._..._ hm 2 A.16~ B C.11 1~ 0.15~ A hm 2 B. 60 hm 2 C. 6 hm 2 O. 600 hm 2 \ X 432 = 6. : = 7. 3,10+ 2,60+ 14, ,30= 8. Een straat is 200 m lang en 7 m breed. De oppervlakte is 9. Vermenigvuldig 78 met de helft van = A B C A.3'6 B.3~ C.6~ 0.3~ A. 120,21 B. 121,- C. 100,20 D. 121,20 A m 2 B. 270 m 2 C m m 2 A.312 B.322 C A. 750 B.674 C
14 CIJFEREN 8 1.8~+6~= dam 2 = _..._ m X 64 = = 5. Wat moet op de plaats van het vraagteken staan? : 34 = 7. ~ x 20 = A.15~. 7 B.143' c.15i O. 2~ A. 170 m 2 B m 2 C. 700 m m 2 A B C A.233 B.236 C.263 O ,- + (7 x? = 55,- A. 28, B. 6, C. 5, D. 35,- A.102 B.201 C A. 9 B.15 C De omtrek van een vierkant plein is 128 m. Elke zijde is _... m = : 24 = A.32m B. 8m C.16 m 0.30m A B C A.306 B. 36 C Aantal sommen goed... 10
15 CIJFEREN dm 2 = _._. m t = X 47 = = 5. Vul aan: Van 275,50 tot 525,-. I 6. De lengte is 90 m. De breedte is 50 m. De omtrek is._... m A. 5 m 2 B. 500 m 2 C. 50 m m 2 A. 2 B. 14 C A ,50 B C A.214 B.213 C A. 150,- B. 300,- C. 249,50 D. 800,50 A m B. 280 m C. 180 m O. 100 m 7. 3x 3,90 =... 5 x 4,80 = x 0,14 =... 12x 0,12 =:... Samen = 9. 2 X 4 ~ = A. 39,80 B. 38,70 C. 39,70 D. 37,90 A B C A. 8 B.10 C : 15 = A.i35 B.209 C.2i9 O
16 CIJFEREN i+9i= h m 2 =..._.._. km : 14 = 4. ~ deel van een getal is 7. Het hele getal is..._... A.18~ B. 9~ C. 1 % D.18~ A. 31 km 2 B.130 km 2 C. 30 km 2 D. 13 km 2 A.332 B.323 C.333 D.233 A.28 B. 7 C. 4 D Ontvangen 1,30 2,10 12,60 ~--1J..Q +... Uitgegeven 10,20 1,20 0,55 -.L.QQ + Over... A. 4,10 B. 30,10 C. 4, D. 3, = x 35 = A B C D A B C D De lengte is 13 dm. De breedte is 5 dm. De oppervlakte is '_"'_ dm 2 9. Schrijf in cijfers: één miljoen tachtigduizend = A. 18 dm 2 B. 36 dm 2 C. 64 dm 2 D. 65 dm 2 A B C D A.762 B. 760 C.627 D
17 I I CIJFEREN 11 I ( = : : 2 = I g dag hg =.._... kg J 4. I : _.._... = : _..._._ = 41 lil IV In welke opgave is de kleinste deler? 5. Wat Is het quotiënt van: 34 x 25 en 185 : :.... = : _..._ = Wat moet je bij 135 bijtellen om 400 te krijgen? 7. I IV In welke opgave is het kleinste verschil? 8. 93,78 : 9 = x 0,8 = uur =..._..._._minuten A.18 B. 70 C A.35 B.40 C.45 O. 2 A. 138 kg B. 460 kg C. 46 kg kg B.II C.III D.IV A B. 845 C. 855 O. 170 A.255 B.265 C B.II C. lil O.IV A. 14,20 B. 104,20 C. 1,42 D. 10,42 A. 8 B. 80 C. 800 D A. 12 min. B. 6 min. C. 60 min min. Aantal sommen goed
18 CIJFEREN = ( = 3. I lil 666 IV In welke opgave is de grootste aftrekker? : = m dam dm = _,.... _ m 6. I _..._._. : 25 7 lil... : _._....._... : 17 = 7 IV._ = 9 In welke opgave is het grootste deeltal? 7. Wat moet je van 166 aftrekken om 99 te krijgen? 8. Wat is de som van: 53 x 28 en 72 x 43? 9. Wat is het quotiënt van: 414 :'46 en 84 : 28? 10. 7,25 + 2,75-5,25 = A. 808 B C. 120 D. 880 A.78 B. 8 C.52 D.43 B. 11 C.1I1 D.IV A.25 B.20 C.30 D. 5 A. 675 m B m C m D ,5 m B. 11 C. lil D.IV A. 67 B. 66 C. 68 D. 265 A B C D A.27 B. 6 C.12 D. 3 A. 5,75 B.15,25 C.10 D. 4,75 14
19 I I I CIJFEREN Wat moet je van 125 aftrekken om 86 te krijgen? g =..._. kg 275 g _... kg 74 g =..._.. kg samen _..,_._ kg goedè antwoord A.211 B. 40 C. 38 D. 39 A. 7,062 kg B. 7,728 kg C. 4,587 kg D. 5,253 kg I = 4. I Trek het antwoord van som I bij som II er af. De uitkomst is : 20 : 4 = 6. Wat is het verschil van: 600 : 75 en 360 : 45? 7. I 12 x..._.. 96 III 14 x._._... = 98 II 10 x "'_""_" = 120 IV 22 x..._. = 132 In welke opgave is het kleinste vermenigvuldigtal? x 58 = 9. 18,9-8,4-0,5 = 10. i dag =..._..._... uur A.115 B.125 C.135 D. 35 A.488 B.666 C.122 D. 178 A.100 B. 44 C. 10 D. 40 A.160 B. 16 C. 1 D. 0 B. 11 C. 111 D.IV A B C D A.10,45 B. 1 C.10 D.27,8 A.2 uur B.3 uur C.4 uur D.6 uur Aantal sommen goed
20 CIJFEREN = A B C I 315 II Wat is de grootst'e som? IV B.II C.III O.IV ,48 = A B C.1.875,48 C.1.875, ,28 m =..._.._ cm 7,67 m = "_'_"_ cm 28,47 m =..._..._ cm samen....._... cm A cm B cm C cm O. 424 cm 5. 8 x 12 = x 21 = 252 Hoeveel sommen zijn er fout? = 19 x 9 = x 42 = Wat is de som van: 235 : 47 en 270 : 54? 8. Wat moet je bij 86 bijtellen om 100 te krijgen? 9. Wat is het verschil van 90 x 99 en 90 x 66? A.2 B.3 C A.702 B.114 C A. 1 B. 0 C A. 15 B. 14 C. 16 O. 186 A. 297 B C I... :12=13 III II..._.. : 34 = 27 IV Wat is het grootste deeltal?..._..._.. : 13 = 14 _._... : 25 = 22 B. 11 C.III O.IV 16
21 CIJFEREN = 2. I IV Hoeveel opgaven zijn er goed? cm + 8 cm cm = _..._... m = 5. 80: 4: 5 = 6. I..._..._: II _..._: 14 = 9 IV._..._ In welke opgave is het kleinste deeltal? 7. 1,186-0,23 =:= : 87 = '.._... : 15 = 8.._: 12 = 7 9. Wat is het verschil van 276 x 29 en 326 x 38? goecie antwoord A B.3.612,43 C D A.1 B.2 C.3 D.4 A. 15,67 m B.706,7 m C. 70,67 m C. 7,067 m A. 123 B. 876 C D. 836 A. 7 B. 5 C.20 D. 4 B.II C.III D.IV A.0,965 B.0,956 C.1,956 D.0,95 A. 0,7 B. 700 C. 7 D. 70 A B C D Wat moet je van 77,25 aftrekken om 21,99 te krijgen A.99,24 B.56,26 C.55,26 D.54,26 Aantal sommen goed
22 CIJFEREN , ,44 = cm + 10 dm + 7 dam =,..._..._ m 3. Wat moet je bij 136,43 bijtellen om 200 te krijgen? 4. 5,611-3,138 = 5. I 12 x III 11 x..._ x.... = 221 IV 9 x._._.. = 171 In welke opgave is het grootste vermenigvuldigtal? : 62 = 7. I IV In welke opgave is de grootste aftrekker? 8. Hoeveel is de helft van 44 meer dan de helft van 34? x 850 = 10. De omtrek van onze tuin is 200 m. De lengte is 60 m. Wat is de breedte? A.400 B.480,98 C.488,88 D.480,88 A. 8 m B.80 m C.17 m D. 0,8 m A. 63,57 B. 64,57 C. 65,57 D.336,43 A.2,583 B.2,483 C.2,573 D.2,473 B.II C.III D.IV A B. 4,36 C. 436 D B.II C.III D.IV A. 78 B.35 C. 5 D.10 A B. 816 C D A. 60 m B.120 m C. 40 m D. 80 m Aantal sommen goed
23 j, I CIJFEREN ,8-76,78 = Ij ? = Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan? goed'e antwoord A.690,02 B.691,02 C.691, ,12 A.400 B.476 C I 3. I I In welke opgave is het kleinste aftrektal? IV B.II C. lil O.IV l 4. Zet de breuken in volgorde, zà dat de grootste breuk voorop staat " -=; 4" 8 A.~ 1 B. 4" C. + O. i 1 4" 1 "3.! =; 1 -=;.! ! \ ,98 + 0, ,88 = A. 7,65 B. 765,88 C.7.658,8 O. 76,588 j 6. Waardoor moet je delen om 65 te krijgen? 7. I 12 x 16 =.._._ lil 11 x 13 =..._.. IJ 13 x 17 = _..._ IV 9 x 19 =._.... Welke opgave heeft het grootste product? : 37 = 9. Wat is de som van 40 x 230 en 15 x 406? A.65 B.35 C B.II C. lil O.IV A. 46 B C. 4,6 O. 460.A B C \ cm dm + 40 dam =..._. m ( A. 0,444 m B.444,4 m C. 44,44 m O. 4,444 m Aantal: sommen goed
24 CIJFEREN Waarmee moet je 124 vermenigvuldigen om te krijgen? 2. De omtrek van een vierkant is 20 cm. Wat is de oppervlakte? 3. 98,8 + 89,9 = 4. I 156:..._ : :... = 27 IV.182: _..._.. = 14 In welke opgave is de kleinste deler? 5. Wat is het gemiddelde van 14 en 13 en 24? dam cm + 15 dm =.. _._... m 7. Wat is de som van 205 x 16 en 108 x 14? 8. I III IV In welke opgave is de kleinste aftrekker? : 85 = ,4 = A.124 B. 26 C. 24 D. 25 A. 25 cm 2 B. 16 cm 2 C. 100 cm 2 D. 10 cm 2 A.188,7 B.177,7 C.178,7 D.184,7 B.II C.III D.IV A.20 B.51 C.17 D. 3 A.715 m B. 71,05 m C.638,5 m D. 71,5 m A B C D B.II C.III D.IV A B. 76 C. 760 D. 706 A. 11,6 B.112,4 C. 12,6 D.102,6 Aantal sommen goed
25 CIJFEREN , ,95 = dm _....._ cm 89 dm.._. cm 62 m =.. cm samen _. cm ,52 +._..? = 159 Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan? 4. Wat moet je van 96,75 aftrekken om 40 te krijgen? 5. _..._ ,78 = 18. Wat is het aftrektal? 6. 56,81 : 2,3 = x 734 = 8. I 35 x._.. = x _.._ x _.. = I V 23 x..._.... = In welke opgave is het grootste vermenigvuldigtal? 9. Een lucifersdoosje is 5 cm lang, 4 cm breed en 2 cm hoog. De inhoud is..... cm I In welke opgave is de grootste in te vullen term? IV A.176 B.176,90 C ,90 A ,4 cm B cm C cm cm A.24,48 B.24,52 C.23, ,52 A.136,75 B. 57,75 C.56, ,75 A.32,78 B.32,2 C. 3, ,22 A. 0,247 B. 2,47 C. 24, A. 63,12 B ,4 C B.II C.III O.IV A. 30 cm 3 B.10 cm 3 C.40 cm cm 3 B.II C.III O.IV 21
26 CIJFEREN , ,95 = ,12-58,58 = 3. Wat moet je bij bijtellen om te krijgen? 4. Hoeveel is het product van 378 en 7.534? , _.._. = 129 Wat is de In te vullen term? 6. I III IV _.. + _._._ _._-_.._.. + _.-..._..._ In welke opgave is. de grootste in te vullen term? 7. I :..._..._. = : _.._... = IV In welke opgave is de grootste deler? 672 : _.._..._ = :......_ = Hoeveel is het quotiënt van: en 48? 9..? + 15,75 = 38. Welk getal moet op de plaats van het vraagteken staan? dm.. cm 14 mm = _......_ cm 23,46 dm =._._....._ cm samen _.. cm A.186 B.186,90 C.185,90 D. 185 A. 55,35 B.353,54 C.553,54 D.453,54 A B C D A B ,80 C ,20 D A.14,48 B. 4,48 C.44,80 D. 4,52 B.II C. 111 D.IV B.II C.III D.IV A B. 460 C. 406 D. 46 A.12,25 B.22,25 C.22,05 D.22,75 A cm B. 474,46 cm C.4.744,6 cm D cm 22
27 I CIJFEREN = 2. Wat moet je bij 74,50 bijtellen om 100 te krijgen? A. 722 B.822 C A. 25;50 B.174,50 C. 24,50 O. 26,50 I 3. 3 km + 4 hm + 5 dam =._... _.' m 4. I 437 II IV _._ _- + _ In welke opgave is de grootste term? 5. 0,3 x 4,613 = 6. I 15 x._.._.._ x II 35 x._.. = 945 IV 54 x _.... = In welke opgave is het grootste vermenigvuldigtal? I 7. 56,81 : 23 = 8. 2 kg..._.._._. g 33 hg =..._._ g 15dag =.._g J samen._... _ g = I I ,4-32,43 = A m B m C. 750 m O. 120 m B.II C.III O.IV A.1.383,9 B. 138,39 C. 13,839 O. 1,3839 B.II C.III O.IV A. 0,247 B.247 C. 2,47 O. 24,7 A g B g C g g A B C A.490,03 B.490,97 C.499, ,03 23
28 CIJFEREN I -ij- x 16 = 111 * x 50 = 11 i x 36 = IV X 90 = In welke opgave Is het antwoord het kleinste? x 35 x 35 = 3. Wat moet je van 98,25 aftrekken om 37,50 te krijgen? 4. I x 33 = " 198 x 325 = Welk antwoord is goed? x 4613 = 6. 5 uur + 5 kwartier + 5 minuten =._... _ seconden 7. 5 g = _... cg 2,5 dg = _.._... cg 75 mg = _._.. cg samen._ cg 8. De omtrek Is 96 m. De breedte Is 6 m. Wat is de lengte? : 23 = x 0,25 == B.II C.III O.IV A B C O. 105 A. 60,65 B. 60,75 C. 135,75 D. 60,85 A. I en 11 is goed B. I en 11 is fout C. I is goed 0.11 is goed A B C O A sec. B sec. C sec. O sec. A. 53,25 cg. B. 532,5 cg C. 82,5 cg cg A.16 m B. 8 m C.36 m 0.42 m A. 274 B C O. 247 A.351,75 B. 89,25 C. 1,75 O. 8,925 24
29 1 1 CIJFEREN 23 I 1. 3 x 5 x 7 x 11 = A. 26 B. 92 C D. 33, x "4 van = Welk getal moet op de plaats van de.... staan? A. 404 B C D A. 55 B. 505 C. 550 D _.._.._.: 32 = 16. \ i Wat is het deeltal? A. 512 B. 48 C. 2 D Wat is het verschil tussen: 15,5 x 8,4 en 27,4 x 16,5? \ % = i, 7 I ' X 8 = III ä x 8 = 11 ~ x 99 = IV ~ x 72 = In welke opgave is het product het grootst? I, ,82: 0,47 =,g. 3 hm + 3 dam + 3 km cm =.._ m A.322,2 B.322,1 C.322,9 D.321,9 A.17 B.14 C.15 D.16 B.II C.1I1 D.IV A. 30,6 B.306 C. 3,06 D. 36 A m B m C m D m \0. I 898,98 989, ,87 Welke som(men is (zijn goed? II 616,16 161,61-454,55 A.som I B. som 11 C. som I en 11 D. geen v. beiden Aantal sommen goed
30 CIJFEREN ( = 2. ~ dag =. uur = 4. ~ x 7 = x 0,55 = 6. 3,1218 x = A.952 B.848 C.852 D.748 A.4 uur B.6 uur C.8 uur D.2 uur A.965 B.847 C.685 D.865 A.6+ B. 2~ C.5+ D. 2~ A. 357,50 B. 3,57 C. 35,75 D. 36,75 A. 3,12118 B. 31,218 C. 312,18 D.3.121,8 7. lengte = ~ km breedte = ~ km oppervlakte _.. m ,8: = 9. 3 minuten + 1 ~ 2 mmuu. t + ~. 4 mmuu t -.._ mmu. t en -.._-._-_.. secon d en 10. ~ dag + 3 kwartier minuten = _.._.. minuten A m 2 B m 2 C m 2 D. 375 m 2 A. 31,218 B. 312,18 C.3.121,8 D. 3,1218 A. 270 sec. B. 300 sec. C. 285 sec. D sec. A min. B min. C min. D. 865 min. 26
31 CIJFEREN ,52 + 9, ,18 + 1,05 = ,50-18,66-26,14 =... I : 37 = 4. "..."..._ = Wat is het aftrektal? \ 5. Lengte 80 dm Breedte 5,25 m Omtrek "..._"..".. m 6. Hoeveel is de som van: en 726? 1 I 7. Hoeveel is het product van: 124 en 4.712? \ 8. Hoeveel is het verschil tussen: en 6.008? 9. Hoeveel is het quotiënt van: en 75? Vul 648,50 aan tot 1.000,-. A. 180,75 B. 176,75 C. 177,75 D. 167,75 A. 203,70 B. 103,70 C. 13,70 D. 130,70 A. 32 B C D. 302 A B C D A.265 m B. 13,25 m C. 85,25 m D. 26,5 m A B C D A B C D A B C D. 992 A. 29 B.129 C.229 D.128 A. 648,50 B. 355,50 C. 350,50 D. 351,50 27
32 CIJFEREN ,07-14,3 = ,5-20,66-18,67 = dam + 7 hm + 50 dm + 3 km =..... m 4. 1 dag + 3 uur + 6 kwartier =,,_.,,_._.. minuten = x 64,2 = 7. (6 + 3 x 5 = 45. Hoeveel sommen zijn goed? 75 + (3 x 5 = 90 (50-8 x 4 = x 5 = biljetten van 5 euro + 20 euro + 24 biljetten van 50 euro is evenveel als... biljetten van 20 euro ,688 : 42,3 = dag =.,,_ g 3 kg =._"._".. g 11 hg = _.._ g 30 dg =._,, g samen ".._ g A. 12,277 B.1.227,7 C. 122,77 D. 122,37 A.1.091,7 B. 109,17 C. 187,83 D. 10,917 A m B m C m D m A. 710 min. B min. C min. D min. A B C D A. 532,86 B. 53,286 C ,6 D A.1 goed B.2 goed C.3 goed D.4 goed A.68 B. 72 C.64 D.60 A.560 B. 5,6 C. 0,56 D. 56 A g B ,3 g C g D. 480,3 g 28
33 CIJFEREN f km =._._._ m 5 ~ hm.._.,,_ m 3400 dm = _..",,_ m samen,,_._,,_ m A m B m C m D m l 2. 16,47 + 4,04 + 0,82 + 5,96 = g g =.. _.,,_... _ kg A. 29,27 B.272,9 C. 27,29 D. 2,729 A. 10,175 kg B. 9,175 kg C ,5 kg D. 21,20 kg \ 4. I 1.212,12 II 6.363, , , , ,99 Welke som is goed/welke sommen zijn goed? I ,57-34,5-19,6 = ' = 7..!.k..!.h.!.d.!. -' 2 m + 2 m + 2 am + 2 m - "-"-"'" m la. 3,07 x 6,05 = \ 9. I 6 x ~ = % van 200 = 11 4 xf = IV 121: 11 = Welke van de 4 opgaven heeft de grootste uitkomst? = I is goed B. II is goed C. geen v. beiden D. I en 11 zijn goed A. 418,67 B.4.186,7 C.4.184,7 D. 418,47 A B C D ,60 A.555,5 m B. 2,222 m C. 55,55 m D.555,05 m A ,5 B C. 18,5735 D ,35 B.II C.III D.IV A B C D
34 CIJFEREN ,8-65,75 = 2. ( : 27 = f km =..._.. m 3 ~ hm....._ m 220dm = _..._m samen _..._ m ,5-19,6-19,06 = 5. I 414, , ,55 Welke som/sommen is/zijn goed? 6. + km +~ hm + ~ dam + fm =._... m g g g = _... kg x 6,42 = x x 73 = ,88: 42,3 = ,94 949, ,43 A. 49,05 B.4.900,5 C. 490,05 D. 490,5 A.110 B.150 C.120 D. 75 A m B m C m D m A. 207,84 B. 20,68 C.2.068,40 D. 206,84 is goed B.II is goed C.I + II zijn goed D. I + II zijn fout A. 28,8 m B m C m D. 278 m A.1O kg B. 1 kg C. 0,1 kg D. 1,5 kg A. 53,286 B ,6 C ,06 D A B C D A. 5,6 B. 56 C.560 D. 0,56 30
35 CIJFEREN dag =..... uur hg dag g =._ kg 3. Vul 775,15 aan tot 1.000,-. J 4. 47,76 + 4,06 + 0,37 + 9,89 = \ 5. 2 dagen + 6 uur + 30 minuten =.._..._. minuten \ ,88 : 4,23 = : 6 = I = \ x 6,08 = 0. 9 x 9,5: ,9 = 25 A.28 uur B. 10 uur C. 30 uur 0.20 uur A. 75 kg B. 700 kg C. 75,5 kg kg A. 225,85 B. 200,85 C. 224,15 D. 224,85 A. 61,09 B. 61,08 C.620,08 O. 62,08 A. 327 min. B min. C mln min. A. 56 B. 5,6 C. 0, A. + B. 2~ C A B C A B ,56 C O. 308,256 A. 2 B. 20 C
36 CIJFEREN 30 A.750 dm 2 B. 7,5 dm 2 C.705 dm dm X 2,8 = g g g = "...._ kg 4. 5~ - 4i = : 70 = Belde optellingen hebben dezelfde uitkomst. Reken het 3e getal uit in de 1e rij! X 753 = 8. 1 week + t dag + 4 uur = _..._._. uur = X 95 : = 25 A. 0,56 B C. 560 D. 5,6 A. 10,175 kg B. 101,75 kg C.1.017,5 kg D. 1,175 kg A.1 +a B. 2 +a C. ~ D. +a- A. 38 B.380 C.308 D. 3,8 A B C A B C D A. 182 uur B. 168 uur C. 288 uur D. 188 uur A B C A. 2 B. 20 C
37 i CIJFEREN Lengte 50 dm Breedte 5,25 m Oppervlakte m 2 \ I = 50 dag =._.. g 4 kg = g 10 hg _. g 25 dag =. g samen. g I = 5. Vul 1.525,55 aan tot , : 618 = x 12,5-7 x 12,5 = l I 8. Welke som heeft de grootste uitkomst? I 1 % van 2.000, % van 200, lil 100% van 200,- I IV 20% van 100, x = \ jo. 5 x = 5 x x 5 A. 26,05 m 2 B m 2 C. 26,25 m 2 O. 262,5 m 2 A B C A. 575 g B g C g g A B C A ,45 B ,45 C ,55 D. 847,55 A. 7 B. 70 C. 0,7 O. 700 A. 0,4 B. 4 C B. 11 C. lil O.IV A B C O A.10 B. 3 C
38 CIJFEREN x 80 = Wat past op de plaats van het vraagteken? dl cl + ~ hl =.., I munten van 5 eurocent + 14 munten van 20 eurocent + 23 munten van 2 euro is bij elkaar... 5.? = Welk getal moet er op de plaats van het vraagteken staan? 6. 7, , ,8 = = : 51 = 9.,560 x = x 12: (2 + 2 = A B. 646,40 C D ,- - (4x?'= 20,- A. 40, B. 80, C. 20, D. 60,- A.281 B.651 C.291 D. 11 I A. 89,40 B. 80,49 C. 49,08 D. 49,80 A B C D A.106,629 B.206,629 C.216,629 D.316,69 A B C D. 819 A. 7,05 B. 705 C.750 D. 75 A B C D A.18 B. 6 C. 7 D. 8 34
39 1,I I CIJFEREN euro + 4 biljetten van 100 euro is evenveel 1 als... munten van 10 eurocent. I1 2. 5,25 x 0,75 = 39,375 0,25 x 28,5 = 6,125 l 0,2 x 2,68 = 0,536 Wat zeggen jullie van deze sommen? I = '" dag + 4 kg + 8 hg + 50 dg =._. g = \ I : 708 = J ,07-12,07 = Is. 385 x 927 = x 12: = x 0 x 31, = A C A. alle antw. goed B. 1 antw. is fout C. alle antw. fout 0.2 antw. fout 4 A.11 1o B.10 :~ C.11 1~ A g B g C g g A B C A. 65 B.506 C A B C.1.301,07 O. 13 A B C A. 5 B. 6 C A. 0 B. 6,3 C.63 O. 6,03 35
40 CIJFEREN dag = g 4 kg = g 14 hg = _-.-- g 50 dg =. g samen,, g 2. 2, ,25 = 3. 38,76 + 2,06 + 0,24 + 8,88 = 4. 5 dam + 8 hm + 50 dm + 3 km =._. m ,66-15,6-11,4 = A g B g C g g A.2,437 B.1,437 C.1, ,473 A. 499,4 B C. 49,94 O. 4,99 A m B m C m m A. 42,36 B.439,26 C.435, ,66 6. I 1.313, , ,44 555, ,89 Welke som(men is (zijn goed? ,3 = : 5 x 3 = x ~ : 531 = , , , , ,55 is goed B.II is goed C. I + 11 zijn goed O. I + 11 zijn fout A.2.299,6 B C.2.188, ,7 A.18 B.12 C A B C O A.740 B. 74 C. 704 O
41 CIJFEREN Welke van de hier onderstaande sommen heeft de kleinste uitkomst? JJ I 4 x 0, x i 11 3: + IV 50 : ,37 + 5,04 + 0,72 + 4,85 = 13. Wat moet je met 84 en 36 doen om onderstaande aftrekking te controleren? J hm dm + 2 km cm = _._. m \ ,06-58,4 = x = B.II C.III D.IV A.269,8 B. 29,68 C. 26,89 D. 26,98 A. optellen B. verm.vuldigen C. delen D. aftrekken A m B m C m D m A.4.398,66 B.5.398,66 C. 43,98 D.4.398,00 A B C D I 1 I 2.626, , ,68 Welke som(men is (zijn goed? : 859 = ~. Hoe groot is het verschil tussen 78 x 55 en 27 x = = , , ,32 is goed B.II is goed C. I + 11 zijn goed D. I + 11 zijn fout A. 329 B C D. 392 A.6 B.5 C.4 D.3 i. I 6% van 8.000, % van 7.000,- IV Welke som heeft de kleinste uitkomst? 15% van 2.000,- 17% van 3.000,- B. 11 C. 111 D.IV 37 Aantal sommen goed....
42 CIJFEREN g g =...._ kg ,5-13,45-9,5 '= 3. 5, ,58 = 4. 5 i km = _..._. m 8 f km =.._.._ m 4300dm= m samen. m ,08-69,4 = x 805 = = x x 10,5 = ,4-53,24 = : 283 = A kg B. 957,5 kg C. 9,575 kg O. 0,9575 kg A.502,55 B. 50,25 C. 50,255 O. 50,55 A. 0,58 B C. 58,48 O. 5,848 A. 14,68 m B. 146,8 m C m m A ,8 B ,68 C O. 6,38868 A B C. 394,45 O A B. 448 C D A.6,03 B.0,63 C.6,3 0.0 A.479,28 B.479,20 C.479, ,14 A. 670 B C. 67 D
43 1,1 CIJFEREN , ,23 = ,07-13,3 = ,8-85,78 = ,77-17,6-13,2 = ' J X = \ : 834 =, , ,1 + 0,008 ~ g = kg g -._ kg g = kg samen._ kg X 2,56 = I 144 O. 5 dam + 5 hm + 50 dm + 2 km =.. m A.3,416 B.2,109 C.2,316 D.2,416 A.2.398,77 B.2.425,37 C.2.398,73 D.2.409,23 A.792,12 B.792,02 C.772,02 D. A B. 41,997 C. 419,97 D ,70 A ,65 B C D A. 3,9 B. 39 C.309 D.390 A B C.8.848,08 D.8.848,8 A. 9,205 kg B. 91,75 kg C.917,5 kg D. 0,9175 kg A. 3,792 B C. 379,2 D. 37,92 A. 270 m B m C m D. 255,5 m 39
44 CIJFEREN ,3 = ,4-64,34 = ,15 11,8.484, , , , ,32 Welke som is goed/welke sommen zijn goed? : 391 = 5. 15,37 + 4,4 + 0,82 + 3,86 = ,56-44,5-16,3 = , ,2 + 0,003 = dag = _"'_. g 4 kg = _,_._ g 15 hg..._._-. g 50 dg =..._.. g samen._. g 9. + km + f hm + f dam + 1 m = "'-"- m 10. _..:..._-.:- 378,4 x 28,9 = 1360 ' A. 499,87 B. 499,83 C.4.998,3 D.4.998,7 A.579,06 B.579,14 C.578,06 D.578,14 I is goed B. I + JI zijn goed C. I + JI zijn fout D.I is goed A. 75 B C. 705 D. 70,5 A. 24,45 B C. 244,5 D. 2,445 A.501,67 B.501,76 C.503,49 D.543,73 A. 432,5633 B ,6303 C ,633 D. 432,56303 A g B. 625 g C g D. 620,5 g A. 306 m B. 305 m C. 262 m D. 82 m A.804,1 B. 8,041 C. 80,41 D. 0,
0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100
Breuken 8 teller breukstreep 9 noemer Breukvorm - kommagetal 0,6 6 / 10 0,36 36 / 100 0,05 5 /100 2,02 2 gehelen en 2 / 100 Breuken en gehelen 1) Hoeveel keer gaat de noemer in de teller? 2) Hoeveel is
Nadere informatieMeten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm
Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65
Nadere informatieStenvertblok Rekenen 4 Antwoorden
Stenvertblok Rekenen Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Auteur Gré Schreuder D. Huigen Illustraties Ben Horsthuis Richard Flohr Omslag Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Uitgeverij Bekadidact,
Nadere informatieRekenen Groep 7-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de
Nadere informatieRekenen Groep 4-1e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieKAPSTOK REKENEN inhoud
KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers
Nadere informatieAntwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm
Nadere informatieBij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:
Cijferend optellen t/m 1000 Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend optellen groep 5 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 6 en voor de leerlingen
Nadere informatieRekenen Groep 6-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
Nadere informatie1.Tijdsduur. maanden:
1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal
Nadere informatieOp stap naar 1 B Minimumdoelen wiskunde
Campus Zuid Boomsesteenweg 265 2020 Antwerpen Tel. (03) 216 29 38 Fax (03) 238 78 31 www.vclbdewisselantwerpen.be VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Op stap naar 1 B Minimumdoelen
Nadere informatieRekenen Groep 6-1e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of
Nadere informatieTijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week
Nadere informatieRekenen Groep 4-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieRekenen Groep 4-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieREKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.
REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:
Nadere informatiespiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de
Nadere informatiespiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON 3 DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO
Nadere informatieAfspraken cijferen derde tot zesde leerjaar
6/05/2013 Afspraken cijferen derde tot zesde leerjaar Sint-Ursula-Instituut Delen met natuurlijke getallen In het derde leerjaar werk ik volledig met potlood. Ik maak een verticaal lijstje van de tafelproducten.
Nadere informatieStrategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2
Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..
Nadere informatie1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010
November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons
Nadere informatiehandelingswijzer rekenen
handelingswijzer rekenen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders HANDELINGSWIJZER REKENEN INHOUD HANDELINGSWIJZER REKENEN... 1 1 INHOUD... 1 HOOFDBEWERKINGEN... 2 OPTELLEN... 3 AFTREKKEN... 3 VERMENIGVULDIGEN...
Nadere informatieOptellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M
Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M5 8 + 1 38 + 23 2 + 5 47 + 48 5 + 3 26 + 57 4 + 6 55 + 38 IT2 Antwoord E3 IT7 Antwoord E5 14 + 3 200 + 380 4 + 15 240 + 80 12 + 7 440 + 270 2 + 16 245 + 383 IT3 Antwoord
Nadere informatieDoorgaande lijn rekenen - een voorbeeld
Doorgaande lijn rekenen - een voorbeeld Groep 1-2: rekendoelen Checklist Tellen en Getalbegrip Medio groep 2 (bron: 'effectief omgaan met verschillen in het rekenonderwijs') Telrij: opzeggen van de telrij
Nadere informatieOnthoudboekje rekenen
Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen
Nadere informatieSpiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden
Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10
Nadere informatiehandleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken
week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België
Nadere informatieBloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige
Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur
Nadere informatieBrunelleschi. De Dom van Florence
Copyright 2011 Uitgeverij Lambo bv, Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of
Nadere informatieGeen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens
Copyright 2011 Uitgeverij Lambo bv Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of
Nadere informatiespiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 7 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO
Nadere informatie2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies
Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend
Nadere informatieOnderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN
Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18
Nadere informatiespiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep SPECIMEN
spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep deora en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar
Nadere informatieOverstapprogramma 6-7
Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder
Nadere informatieOnthoudboekje rekenen
Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet je wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 5) 2. Duizendtal, honderdtal,
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatieWat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
Nadere informatieDe antwoorden op detoets Bewerkingen zijn separaat op deze website opgenomen.
Handig met getallen Antwoorden Bewerkingen, Hs. de Kempel De antwoorden bij de opgaven van het hoofdstuk Bewerkingen zijn hier kort en bondig dus zonder uitleg weergegeven. Ze zijn per paragraaf gerangschikt.
Nadere informatieHet metriek stelsel. Grootheden en eenheden.
Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die
Nadere informatieMeting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie
Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie Dit is versie 2.0 van de methode Reken Remedie en is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Mochten er onverhoopt fouten in voor komen, zou u zo vriendelijk
Nadere informatieVerkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE
Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen
Nadere informatiewww.wijzeroverdebasisschool.nl
www.wijzeroverdebasisschool.nl Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
Nadere informatieVoorkennis : Breuken en letters
Hoofdstuk 1 Rekenregels en Verhoudingen (H4 Wis A) Pagina 1 van 11 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x
Nadere informatie2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?
Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel
Nadere informatie6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:
6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER
Nadere informatieRekenrijk. F-schrift Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers
Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk F-schrift Antwoordenboek Derde editie 8b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers 10 Les 1 1 Hoe
Nadere informatie: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR
VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : 08.15 09.15 UUR ELEMENTAIRE REKENOPERATIES 3 Staartdelingen en delingen t/m 100.000 Reken de opgaven I en II na. 1 377,6 : 32 =...
Nadere informatiespiekboek De beste basis voor het rekenen
spiekboek rekenen plus spiekboek De beste basis voor het rekenen groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 5 groep 5 & 6 3 Auteur: DiKiBO behandelt
Nadere informatieTOELICHTING METRIEK STELSEL
TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen
Nadere informatieVAKANTIEWERK WISKUNDE
A -> Hn 0 / 06 / 06 VAKANTIEWERK WISKUNDE NEEM UW MAP WISKUNDE!! Herhalingsoefening : Optellen in Q (60 ptn) gevallen : - voor twee rationale getallen met hetzelfde teken * behoud dit teken * maak de som
Nadere informatie1.1 Rekenen met letters [1]
1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren
Nadere informatieDe laatste loodjes...
De laatste loodjes... Hieronder vindt je een uittreksel van alles dat we met rekenen hebben geoefend. En nog een paar herhaalsommetjes. Om als laatste nog even door te lezen om te zien of je alles nog
Nadere informatieDuizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend
Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen
Nadere informatie6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d
Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1. INTRO 1 a De slak klimt een uur met constante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u c,5 m/u d 8 uur en 4 minuten
Nadere informatie2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte
H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.
Nadere informatieRekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6
Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6 2019 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets
Nadere informatieKlok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN
OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine
Nadere informatieVoorkennis : Breuken en letters
Hoofdstuk 1 Getallen en Variabelen (V4 Wis A) Pagina 1 van 13 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x = 12
Nadere informatie2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45
15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een
Nadere informatie7 De getallenlijn = -1 = Nee = 0 = = = 7 -7 C. -2 a 1 b 4 = a b -77 = -10
B M De getallenlijn 0 + = = + = = Nee 0 0 = 9 = 0 6 = = 9 = 6 = 6 = = C a b a b 0 = 0 0 = 0 a b < 0 ; a b < 0 ; a > b ; b > a = = = = C Nee, hij loopt steeds maar verder. < x H x < x < x < x + + = x +
Nadere informatiePROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 havo/vwo. naam. klas
schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 havo/vwo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet
Nadere informatie1. Opbouw van getallenverzamelingen
1. Opbouw van getallenverzamelingen De natuurlijke getallen Wanneer kinderen voor het eerst gaan tellen, gebeurt dat op een natuurlijke manier. Zij leren de hoofdtelwoorden: een, twee, drie, vier, enzovoort
Nadere informatiemei 2009 Auteurs: P.C.M.M. Hosli B.D. De Wilde A.M.P. van de Luitgaarden Rekenvaardigheden: Inleiding bladzijde 1
mei 2009 Auteurs: P.C.M.M. Hosli B.D. De Wilde A.M.P. van de Luitgaarden Rekenvaardigheden: Inleiding bladzijde 1 Inhoud Inleiding met docentenhandleiding Handleiding voor leerlingen Werkbladen en antwoordbladen
Nadere informatie6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:
6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER
Nadere informatieReken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman
Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk Antwoordenboek Derde editie b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman auteurs Meer Joop Bokhove Keimpe Kuipers eindauteur Ko Bazen Noordhoff
Nadere informatieRekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1
Rekenboek havo/vwo Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 04 REKENBOEK HAVO/VWO ANTWOORDEN Blok Getallen. Bewerkingen a 45 d 6 g 8 b 60 e 90 h 687 c 4 f 56 i 48 a 4 d 000 b 4 000 e 000 c 70 f 0 000 a 7 d 0 b 70
Nadere informatiespiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL
spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 3 Auteur:
Nadere informatieOp aarde wonen ongeveer zeven miljard mensen. 1 miljard = miljard is hetzelfde als
Getallen 9 0 2 / Tel steeds verder met 0 000 tot aan 2 00 000. 0 2 00 000 7 2 Wat zijn de onderstreepte cijfers in de getallen waard? Op aarde wonen ongeveer zeven miljard mensen. miljard = 000 000 000.
Nadere informatiealgemene instaptoets a b c jaargroep 6 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
jaargroep 6 a b c naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs algemene instaptoets Algemene instaptoets groep 6 a b c 1 Maak vast aan de getallenlijn. 1 2 23 2 Vul de getallenkaarten in. in. D
Nadere informatieOnthoudboekje rekenen
Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet ik wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 6) 2. Getallen afronden
Nadere informatie5.1 Herleiden [1] Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) 2 = a 2 b 2
Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) = a b 5.1 Herleiden [1] Voorbeeld 1: (a + 5)(a 6) (a + 5)(-a + 7) = a 6a + 5a 30 ( a + 14a 5a + 35) = a 6a + 5a 30
Nadere informatiewat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan
e it re st r st 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de antwoorden, antwoorden die niet kunnen streep ik in mijn hoofd weg! 5.
Nadere informatieDIT IS HET DiKiBO-ZAKBOEK VAN
Groep 3 4 & 2 2 DIT IS HET DiKiBO-ZAKBOEK VAN HOE WAT PAS OP TIP 3 COLOFON DiKiBO presenteert het complete reken-zakboek voor groep 3 & 4 3 Auteur: Nicolette de Boer Vanderwel B.V. www.nicolettedeboer.com
Nadere informatieLeerlijnen groep 7 Wereld in Getallen
Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600
Nadere informatierekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna
Nadere informatieInhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10
Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden
Nadere informatierekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna
Nadere informatie2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45
15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een
Nadere informatiei n s t a p b o e k j e
jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p b o e k j e d e r e k e n m a c h i n e Les Rekenen tot 000 Rekenen met de rekenmachine. Hiernaast zie je een rekenmachine. Hoe
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatieGroep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld
Groep 3 Getalbegrip hele getallen De leerlingen werken de eerste periode in het getallengebied tot 20 en 40. De tweede helft van het jaar ook tot 100. De leerlingen leren het verder- en terugtellen, tellen
Nadere informatieStelling van Pythagoras
H3 Stelling van Pythagoras 2 BBL 3.1 Kwadraten en wortels 1. Vul het rijtje in. 1² =. 6² =. 2² =. 7² =. 3² =. 8² =. 4² =. 9² =. 5² =. 10² =. 2. Leer de ingevulde rijtjes van opdracht 1 uit je hoofd! 3.
Nadere informatieHET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S
Bestelnr. Het grote rekenboek - oefenboek - Antwoorden en uitwerkingen K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +()- Telefax +()- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl HGRB-Methode-Antwoorden-M_:Opmaak
Nadere informatieRembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College
Rembrandt College Veenendaal Protocol medicijnverstrekking Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Mei 206 Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Leerlingen met dyscalculie krijgen
Nadere informatieRekenen Oefenboek (1) Geschikt voor Entreetoets en de LVS-toetsen van het Cito - Groep 7
Rekenen Oefenboek (1) Geschikt voor Entreetoets en de LVS-toetsen van het Cito - Groep 7 2019 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen
Nadere informatie11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd
De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers
Nadere informatiePROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas
schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 vmo-t/havo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet
Nadere informatieRekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen
Uitwerkingen 2. Kennismaken met breuken 2.. Deel van geheel Opdracht B 8 deel. ( deel + 8 deel). Opdracht 2 C 5 deel Opdracht C Driehoek C past in driehoek A. Aangezien driehoek A deel is van de tekening,
Nadere informatieRekenrijk. F-schrift. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers
Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk F-schrift Derde editie 8b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers 10 Les 1 1 Hoe laat is het in
Nadere informatieDeel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen
Deel C Breuken vermenigvuldigen en delen - 0 Sprongen op de getallenlijn. De sprongen op de getallenlijn zijn even groot. Schrijf passende breuken of helen bij de deelstreepjes. 0 Welk eindpunt wordt bereikt
Nadere informatie9.1 Oppervlakte-eenheden [1]
9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +
Nadere informatieSietse Kuipers. Oefenen met rekenen voor groep 7
Sietse Kuipers Oefenen met rekenen voor groep 7 Auteur: Sietse Kuipers Omslagontwerp: Studio Willemien Haagsma bno 2018 Visual Steps B.V. Eerste druk: maart 2018 ISBN 978 90 5905 694 7 Alle rechten voorbehouden.
Nadere informatieRekentermen en tekens
Rekentermen en tekens Erbij de som is hetzelfde, is evenveel, is gelijk aan Eraf het verschil, korting is niet hetzelfde, is niet evenveel Keer het product kleiner dan, minder dan; wijst naar het kleinste
Nadere informatiespiekboek De beste basis voor het rekenen groep
spiekboek De beste basis voor het rekenen groep 3 COLOFON 3 DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 5 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO Rekenen Compleet groep
Nadere informatieKennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.
Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige
Nadere informatieGetallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van 150 000.
Getallen Basisstof getallen Lesdoelen De leerlingen kunnen: een reeks afmaken; waarde van cijfers in een groot getal opschrijven; getallen op de getallenlijn plaatsen; afronden op miljarden; getallen in
Nadere informatie