Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

Transcriptie

1 Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

2 Dit is versie 2.0 van de methode Reken Remedie en is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Mochten er onverhoopt fouten in voor komen, zou u zo vriendelijk willen zijn dit te melden per mail naar: karen@po-educatief.nl. Ook voor vragen en opmerkingen kunt u hier terecht. 207 PO Educatief De werkbladen voor de meting mogen enkel gekopieerd worden ten behoeve van de ondersteuning aan kinderen. Het is niet toegestaan deze meting te kopiëren en/of te verspreiden. 2

3 INHOUDSOPGAVE Scoreblad 5 7 Instructie vooraf 7 Antwoorden 8 Scoring en interpretatie 24 3

4 4

5 Scoreblad Naam: Geb.dat.: Datum: Docent: Aantal goed (a): Aantal aangeb. (b): Totale score (a/b) x 00. Automatiseren 5. Metriek stelsel 9. Redactiesommen A: S: / 40 A: S: / 20 A: S: / 0. Plus: / 0 5. Basis / 5 9. E6 / 2.2 Min: / Omzetten / M7 / 2.3 Tafels: / Omtrek/opp / E7 / 3.4 Deel: / Inhoud / M8 / 3 2. Klok 6. Breuken A: S: / 0 A: S: / Analoog: / 5 6. Basis / Digitaal: / Vereenv. / /- som / x/: som / 0 Totale scores: A: S: 3. Cijferen 7. Procenten. Automatiseren A: S: / 5 A: S: / 5 2. Klok kijken 3. Plus: / 4 7. Basis: / 4 3. Cijferen 3.2 Min: / uitrekenen: / 5 4. Komma getallen 3.3 Keer: / %/,/breuk / 6 5. metriek stelsel 3.4 Deel: / 3 6. Breuken 4. Kommagetallen 8. Verhoudingen 7. Procenten A: S: / 0 A: S: / 0 8. Verhoudingen 4. Geld: / 3 8. Basis / 4 9. Redactiesommen 4.2 Komma: / kaart / 3 TOTAAL: 8.3 red. som / 3 (b) (a) 5

6 Observatie en bijzonderheden 6

7 Onderdeel Automatiseren Maak de volgende sommen (zonder kladpapier!): = = 4-2 = - 5 = 4 + = = 7-3 = 6-9 = = = 9-6 = 4-8 = = = 0-5 = 20-3 = = = 8-5 = 6-2 = Maak de volgende keer en deelsommen (zonder kladpapier!):.3 4 x 2 = 6 x 0 = 0 : 2 = 80 : 0 = 3 x 4 = 7 x 6 = 36 : 4 = 2 : 7 = 5 x 3 = 8 x 7 = 25 : 5 = 64 : 8 =.4 7 x = 4 x 9 = 6 : = 72 : 9 = 6 x 5 = 7 x 8 = 8 : 3 = 48 : 6 = Onderdeel 2 Klokkijken 2. Schrijf onder de klokken hoe laat het is: Schrijf op hoe laat het is, schrijf er ook bij of het s ochtends, s middags, s avonds of s nachts is: 2.2 4:00 8:30 8:45 22:40 0:0 7

8 Onderdeel 3 Cijferen. Zet de volgende sommen onder elkaar en reken ze uit: = = = = = = = = x 8 = 74 x 6 = 54 x 2 = 265 x 56 = Reken deze sommen uit: : 2 = 4833 : 8 = 776 : 32 = 8

9 Onderdeel 4 Geld en komma getallen. Hoeveel Euro is: Kim koopt: Potlood 0,75 Gum,50 Pen 3,00. Ze betaalt met een briefje van 0,00. Hoeveel krijgt ze terug? 3. Jens koopt: Agenda 9,95 Schriften 4,25 Hij betaalt met een briefje van 20,00. De dame achter de kassa vraagt of Jens er 0,20 cent bij heeft. Dat heeft hij wel. Hoeveel moet hij nu terug krijgen? 4. Schrijf op als komma getal: 4.2 Zevenenzestig honderdsten Twee en zeventien honderdsten 5. Reken uit: 0,3 + 0,6 = 5,45-0,3 =,4 + 0,9 = 4,74-2,088 = 8, ,256 = 9

10 Onderdeel 5 Metriek stelsel. Vul de onderstaande rijen aan: 5. km g ml 2a. Met welke formule reken je de oppervlakte uit? 2b. Met welke formule reken je de inhoud uit? 3. Vul in: 5.2 m cm 5 km m 40 dg g dm 2 centiare 750 cl l 50 ml cc 20 mm cm 500 dam 2 hectare 2500 dm 2 m 2 2 m 3 liter 4a. Wat is de oppervlakte van een kamer die 4 meter lang is en 6 meter breed? 5.3 4b. Wat is de omtrek van een tuin die 8 meter lang is en 9 meter breed? 4c. Hoeveel hectare is een stuk weiland van 400 meter lang en 300 meter breed? 5a. Wat is de inhoud in m 3 van een zwembad dat 7 meter lang is, 9 meter breed en 2 meter diep? 5.4 5b. Hoeveel liter water gaat er in een bak van,5 meter lang, 4 meter hoog en 2 meter diep? 0

11 Onderdeel 6 Breuken. Hoeveelste deel is gekleurd? a. Haal de helen er uit en schrijf de juiste breuk op: b. Vereenvoudig (maak de breuk zo klein mogelijk): a. Maak de volgende sommen. Schrijf de breuk zo klein mogelijk op en haal de helen er uit: b. Maak de volgende sommen. Schrijf de breuk zo klein mogelijk op en haal de helen er uit: 4 2 x : x : x : x 4 : x 3 8 :

12 Onderdeel 7 Procenten. Vul in: Hoeveel % is alles? 50 % van 80 = 7. Hoeveel % is de helft? 25 % van 00 = Hoeveel % is een kwart? 40 % van 200 = Hoeveel % is een derde? 25 % van 400 = 7.2 % van 350 = 2. Vul in: 7.3 Breuk: Komma getal: Procent: Breuk: Komma getal: Procent: 0, Breuk: Komma getal: Procent: 25% 0% 0,25 Onderdeel 8 Verhoudingen a. Reken uit: 8. rood 7 Tom 3 Appels 5 0 wit 2 6 Saar 6 24 Peren 2 6 b. 2 van de 6 mensen draagt een bril. Wat is de verhouding bril : geen bril? Reken uit: 2a. De schaal van de kaart is : 2000 cm. De afstand in werkelijkheid bedraagt 800 meter. Welke afstand is dit op de kaart? 2b. De schaal van de kaart is : 500. De afstand op de kaart bedraagt 5 cm. Welke afstand is dit in werkelijkheid? 2

13 2c. De afstand op de kaart bedraagt 4 cm. Dit komt overeen met 320 meter in werkelijkheid. Wat is de schaal van de kaart? Reken de volgende sommen uit: 3a. Een auto verbruikt 8 liter benzine om 00 km. te rijden. Hoeveel kilometer rijdt de auto op 50 liter benzine? 3b. Een kilo gehakt kost 4,80. Hoeveel kost 750 gram? 3c. Een auto rijdt : 0. Hoeveel kilometer kan hij rijden met een volle tank van 50 liter 3

14 Onderdeel 9 Redactiesommen a. In een doos zitten 60 snoepjes. Daarvan zijn er 24 geel, 2 paars en de rest is groen. Welk deel van de snoepjes is groen? Kies de kleinst mogelijke breuk! A. 60 B. 4 C. 5 D. 3 2 b. Een grote foto van 20 x 40 centimeter wordt met 75% verkleind. Anders past hij niet een het lijstje. Wat zijn de nieuwe maten? A. 0 x 20 cm B. 0 x 0 cm C. 5 x 20 cm D. 5 x 0 cm 9.2 2a. Op een pak sinaasappelsap staat deze tekst. Hoeveel gram vitamine C zit er in 00 mililiter sap? A. 3,5 gram B. 0,35 gram C. 0,035 gram D. 0,0035 gram Voedingswaarde per 00 ml energie 7 KJ, 4kcal eiwit 0,7 g koolhydraten 8,6 g waarvan suikers 8,6 g vet - waarvan verzadigd vet - voedingsvezel 0,2 g natrium 0,00 g vitamine C 35 mg 2b. In een klas zitten 30 leerlingen. Ze hebben fruit, koek of niets bij voor in de pauze. Hoeveel kinderen hebben niets bij zich? geel = fruit groen = koek wit = niets 9.3 3a. Rob wil graag naar een film kijken. Het is nu 20:30 en deze film duurt uur en 45 minuten. Rob moet om half een bus halen. Het is vijf minuten lopen naar de bushalte. Als Rob de film nu aanzet, kan hij de bus dan nog halen? A. Ja, hij heeft nog 0 minuten over. B. Ja, hij heeft nog 5 minuten over. C. Nee, de bus vertrekt als de film afgelopen is. D. Nee, hij is 5 minuten te laat voor de bus. 4

15 3b. In een straat staan de huizen in rijen van 8. Elk hoekhuis heeft een balkon. Er staan 60 huizen in de straat. Hoeveel huizen hebben een balkon? 3c. In de supermarkt krijg je bij aankoop van twee sixpacks cola het 2e blikje gratis. sixpack kost 3,26. Hoeveel moet je voor twee sixpacks betalen? A. 6,48 B. 4,98 C. 5,98 D. 5,88 4a. De verkoop van een auto valt dit jaar erg tegen. De directeur besluit om de prijs met 5% te verlagen. Hoeveel gaat de auto, die 9000,- kostte, nu kosten? 9.4 4b. Piet rijdt van Amsterdam naar Zwolle en doet daar 75 minuten over. Het is 20 kilometer. Wat is de gemiddelde snelheid van Piet in km/u? 4c. 8 van de 20 kinderen in een klas zijn lid van de tennisvereniging. Hoeveel procent is dat? 5

16 6

17 Instructie vooraf Probeer de leerling op zijn gemak te stellen en gebruik het woord toets niet. Geef aan dat het een werkblad is met verschillende opdrachten om te kunnen laten zien wat de leerling al weet en waar het hulp bij nodig heeft. Leg uit dat de vierkantjes met de kleine nummertjes voor de sommen voor jou bedoeld zijn en dit verder niet belangrijk is voor de leerling. Geef de volgende tips en instructies aan de leerling: - Schrijf zo veel mogelijk op hoe je aan de berekening komt. Gebruik daarbij de achterkant van het papier van deze meting (vooral voor je eigen overzicht). - Probeer zoveel mogelijk te maken, want niet geschoten is altijd mis! Weet je het echt niet: blijf dan niet te lang hangen en ga door naar de volgende opgave. Afhankelijk van de groep waarin de leerling zich bevindt, kun je de volgende onderdelen aanbieden als richtlijn. Mocht het passender zijn voor een leerling om meer of minder aan te bieden, doe dit dan: ONDER DEEL ONDER DEEL 2 ONDER DEEL 3 ONDER DEEL 4 ONDER DEEL 5 ONDER DEEL 6 ONDER DEEL 7 ONDER DEEL 8 ONDER DEEL 9 E3..2 M4. tm.3 2. E4. tm.3 x M5 x x E5 x x x M6 x x 3. tm 3.3 x 5. tm E6 x x x x x 6. tm M7 x x x x x x E7 x x x x x x x tm 9.3 M8 x x x x x x x x x Observeer de leerling tijdens het maken goed: let er dan op dat je beschrijft wat je ziet, niet wat je denkt dat leerling denkt, voelt of bedoelt. Als een leerling te lang blijft hangen bij een opdracht, geef dan aan dat het verder mag gaan. Noteer dit natuurlijk wel. Voornamelijk de laatste opdrachten die de leerling moet maken, kunnen erg moeilijk zijn. Zie je al snel dat dit nog te moeilijk is, laat de leerling dan stoppen. 7

18 Antwoorden - De antwoorden zijn in rood weergegeven - Voor ieder goed antwoord wordt punt geteld en kun je in de vierkantjes op het antwoord vel van de leerling noteren. - In het blauw is aangegeven waar het aantal punten moet worden ingevuld - Grijs cursief geeft aan wat de moeilijkheid in de som is Onderdeel Automatiseren Code op scoringsblad:. Code op scoringsblad:.2 5 tot 0 door 0-tal 2 tot 0 6 door 0-tal 5 tot 0 5 door 0-tal 4 tot 0 7 door 0-tal 9 tot 0 8 over 0 3 tot 0 6 door 0-tal 8 tot 0 6 over 0 5 tot 0 7 door 0-tal 9 tot 0 4 door 0-tal 3 tot 0 4 door 0-tal Code op scoringsblad:.3 Code op scoringsblad:.4 8 t/m t/m 0 5 t/m t/m 0 2 t/m t/m 0 9 t/m t/m 0 5 t/m t/m 0 5 t/m t/m 0 7 t/m t/m 0 6 t/m t/m 0 30 t/m t/m 0 6 t/m t/m 0 Onderdeel 2 Klokkijken Code op scoringsblad: 2. 4 uur half kwart over 8 5 voor 0 0 over half 7 Code op scoringsblad: uur s middags half 9 s ochtends kwart voor 7 s avonds 0 over half s avonds 0 over 2 s nachts 8

19 Onderdeel 3 Cijferen. Code op scoringsblad met een 0 63 door 0-tal Code op scoringsblad keer lenen 209 keer lenen met keer lenen Code op scoringsblad tiental x eenheid 044 honderdtal x eenheid 648 tiental x tiental 4840 honderdtal x tiental 2. Code op scoringsblad ,5 of 268 rest 9 met rest 536,75 of 536 rest 24 met rest Onderdeel 4 Geld en komma getallen. 27, , , ,67 honderdsten 2,7 met helen en honderdsten 5. 0,9 5,5 helen en honderdsten 2,3 helen en door tiental 2,086 helen en duizendsten 8,26 helen, eindigend op 0 Onderdeel 5 Metriek Stelsel. Code op scoringsblad: 5.. Let op: punt per goede rij! Zit er een fout in de rij, dan geen punten toekennen voor die rij! km hm dam m dm cm mm kg hg dag g dg cg mg kl hl dal l dl cl ml 2a. Code op scoringsblad: 5. lengte x breedte 9

20 2b. Code op scoringsblad: 5. lengte x breedte x hoogte (of lengte x breedte x diepte) 3. Code op scoringsblad: cm 5000 m 4 g 450 centiare Omzetting naar speciale benaming 7,5 l 50 cc Omzetting naar speciale benaming 2 cm 5 hectare Omzetting naar speciale benaming 25 m 2 Omzetten m liter Omzetting naar speciale benaming 4a. Code op scoringsblad: m 2 Oppervlakte berekenen 4b. Code op scoringsblad: m Omtrek berekenen 4c. Code op scoringsblad: hectare Oppervlakte berekenen en omzetten naar hectare 5a. Code op scoringsblad: m 3 Inhoud berekenen 5b. Code op scoringsblad: liter Inhoud berekenen en omzetten naar liter 20

21 Onderdeel 6 Breuken. Code op scoringsblad: a. Code op scoringsblad: b. Code op scoringsblad: a. Code op scoringsblad: Optellen 2 Aftrekken Gelijknamig optellen met helen Aftrekken en vereenvoudigen met gelijknamige breuk Ongelijknamig optellen Aftrekken met helen en vereenvoudigen met gelijknamig breuk Ongelijknamig optellen met helen 5 Aftrekken ongelijknamig met helen Ongelijknamig optellen met Ongelijknamig aftrekken met helen helen b. Code op scoringsblad: 6.4 Vermenigvuldigen 4 2 Delen, gelijknamige breuk 3 Vermenigvuldigen, Delen, gelijknamige breuk en vereenvoudigen ongelijknamige breuk Vermenigvuldigen met hele en een breuk 6 3 Delen met helen en breuk, vereenvoudigen 4 3 Vermenigvuldigen, ongelijknamig met helen 6 5 Delen, ongelijknamige breuk met helen Vermenigvuldigen, twee Delen, ongelijknamige breuk met helen, ongelijknamige breuken en 3 vereenvoudigen 3 helen, vereenvoudigen 8 2

22 Onderdeel 7 Procenten. Code op scoringsblad: 7. Code op scoringsblad: % 40 50% 25 25% 80 33,3% 500 3,5 2. Code op scoringsblad: 7.3 Breuk: Komma getal: Procent: Breuk: Komma getal: Procent: Breuk: Komma getal: Procent: 0,5 50% 0,33 +/- 33% ,25 25% 0, 0% ,2 20% 0,25 2,5% 8. Verhoudingen Code op scoringsblad: 8. a. ( punt per goede tabel) rood 3 7 wit Tom 3 4 Saar Appels Peren b. : 3 2a. 40 cm 2b cm = 25 meter 2c. : a. 625 kilometer 3b. 3,60 3c. 500 kilometer 22

23 Extra: Redactiesommen Code op scoringsblad: 9. a. B. /4 b. D. 5 x 0 cm Code op scoringsblad: 9.2 2a. C. 0,035 gram 2b.. 3 kinderen Code op scoringsblad: 9.3 3a. A. Ja, hij heeft nog 0 minuten over 3b. 40 huizen 3c. C. 5,98 Code op scoringsblad: 9.4 4a. 7650,- 4b. 96 km/u 4c. 40 % 23

24 Scoring en interpretatie Ieder goed antwoord is punt. Op het scoringsblad vul je per onderdeel het volgende in: A: aantal aangeboden opgaven. S: aantal goed gemaakte opgaven / 0 betekent dat op dit onderdeel maximaal 0 punten te behalen zijn. Als je dit per onderdeel hebt ingevuld, neem je in de derde kolom bij Totale scores alle totalen over. Deze tel je op waardoor je de volgende getallen hebt: Bij A staat het totaal aantal aangeboden opgaven vermeld (b). Bij S staat het totaal goed gemaakte opgaven (a). Vervolgens vul je boven aan de bladzijde bij aantal goed de score (a) en bij aantal aangeboden score (b). Bereken vervolgens het percentage goede door deze twee scores te delen en met 00 te vermenigvuldigen. Op de andere kant van het scoreblad kun je alle observaties en opvallendheden noteren Let bijvoorbeeld op de wijze van uitrekenen en noteer het wanneer de strategie niet eenduidig of juist is. Mocht je tijdens de observatie ondervinden dat de leerling geen correcte strategieën gebruikt, of dat er andere zaken meespelen, gebruik dan vooral je eigen expertise ter bepaling van het advies over behandeling / verder onderzoek. Maximale beheersingsscore per onderdeel per groep TOT: E M E M E M E M E M

25 In bovenstaande tabel staan de maximale scores die men kan verwachten op basis van de aangeboden stof in dat leerjaar. 80 % norm van de beheersingsscore per onderdeel per groep : TOT: E M E M E M E M E M % norm van de beheersingsscore per onderdeel per groep : TOT: E M E M E M E M E M Bij een score gelijk aan, of lager, dan de scores in deze tabel, wordt geadviseerd extra instructie en inoefening te verschaffen. Bij de antwoorden zie je staan wat de moeilijkheid is bij de sommen zodat je hier makkelijk op in kunt spelen. 25