Stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie

1 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN GRONDVERWERKINGSBEDRIJF HEYLEN November

2 DOCUMENTGESCHIEDENIS Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Contactpersoon opdrachtnemer Stadsbestuur Lier Ann Hellemans TRITEL Hasselt (Technum Tractebel Engineering n.v.) Ilgatlaan Hasselt T tritel@tritel.be Dhr. Guido Lauwaert Versie Datum Opmerkingen Schetsontwerp 08/12/2010 en Mer-screening Voorontwerp 07/03/2012 Plenaire vergadering 11/04/2012 Ontwerp 29/04/2013 Openbaar onderzoek Van 08/05 tot 08/07/2013 Datum 05/11/2013 Versienummer 1 Definitief ontwerp DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Projectnummer T Datum Auteur(s) Guido Lauwaert Evert Jadoul Pieter De Volder Christel Verheyen Datum Documentscreener(s) Guido Lauwaert KWALITEIT BESTANDSINFORMATIE Bestandsnaam Sb001- grondverwerkingsbedrijf Heylen.docx Laatst opgeslagen 12/11/2013 2

3 3

4 Provincie Antwerpen: Stad Lier Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Grondverwerkingsbedrijf Heylen Op basis van artikel e.v. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Opgesteld door Tritel Spatial Planning & Design Hasselt, Evert Jadoul Ruimtelijk Planner opgenomen in het register conform het BVR , gewijzigd , , , 04/12/2009, 10/06/2011 en 09/09/2011. Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 29/04/2013 De Secretaris, De Voorzitter van de gemeenteraad Katleen Janssens Christel Van den Plas Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van 08/05/2013 tot en met 08/07/2013 De Secretaris, De Burgemeester Katleen Janssens Frank Boogaerts Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Voorzitter van de gemeenteraad Katleen Janssens Christel Van den Plas 4

5 INHOUD INHOUD ALGEMENE BEPALINGEN BEGRENZING VAN HET PLANGEBIED VERORDENENDE KRACHT GELDIGHEID VAN DE ALGEMENE BEPALINGEN OPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN EN DIE OPGEHEVEN WORDEN UITZONDERINGSBEPALINGEN BEPLANTINGEN BESTAANDE TOESTAND NUTSVOORZIENINGEN GEHANTEERDE BEGRIPPEN BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE... 9 ART.1 ZONE VOOR GRONDVERWERKINGSBEDRIJF... 9 ART.2 ZONE VOOR INTERNE TOEGANGSWEG BEDRIJVENTERREIN ART.3 ZONE VOOR BUFFERGROEN BIJ BEDRIJVENTERREIN ART.4 ZONE VOOR BOS

6 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begrenzing van het plangebied Deze grens duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de voorschriften van bijhorend plan 1.2 Verordenende kracht Het grafisch plan, de stedenbouwkundige voorschriften maken deel uit van het verordenend gedeelte van dit RUP. 1.3 Geldigheid van de algemene bepalingen De hierna volgende bepalingen gelden slechts in zover ze niet tegengesproken worden in de bepalingen per zone. 1.4 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden Na goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan door de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen worden de voorschriften van de bestemmingen van het gewestplan Mechelen KB 05/08/1976, die binnen de begrenzing van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grondverwerkingsbedrijf Heylen. 1.5 Uitzonderingsbepalingen Onderhoudswerken, stabiliteitswerken en verbouwingen aan bestaande (geacht) vergunde gebouwen en constructies en activiteiten, die opgericht waren voor de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan en die strijdig zijn met de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, zijn toegestaan. Uitbreidingen van vloeroppervlaktes zijn niet toegestaan. Als de gebouwen worden afgebroken en opnieuw worden opgebouwd (herbouwen) moeten zij opgericht worden volgens de vastgelegde voorschriften. De nieuw opgerichte bebouwing moet beantwoorden aan de inrichtings- en beheersvoorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Herbouwen, verbouwen, onderhoudswerken, stabiliteitswerken: voor deze begrippen gelden de bepalingen van de Vlaamse CODEX Ruimtelijke Ordening, tenzij anders aangegeven in de betreffende stedenbouwkundige voorschriften. In het kader van bedrijvigheid kunnen bestaande vergunde bedrijven blijven bestaan. Beperkte uitbreidingen kunnen worden toegestaan in het kader 6

7 van de milieuwetgeving, opvang van hemelwater en opslag in functie van de bedrijvigheid. 1.6 Beplantingen De voorgeschreven beplantingen zullen bestaan uit inheemse bomen en struiken. Het betreft beplanting, of plantengroei, die van nature, spontaan voorkomt bij de fysische omstandigheden die zich in deze streek en/of op deze specifieke plaats voordoen. Deze planten kunnen zowel van autochtone oorsprong zijn, dan wel in het verleden ingevoerd en inmiddels geïntegreerd in het natuurlijk milieu. 1.7 Bestaande toestand De bestaande toestand is de toestand activiteiten in een gegeven vorm en omvang bepaald bij plenaire vergadering, voorlopige vaststelling en bij definitieve vaststelling 1.8 Nutsvoorzieningen Oprichting van openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. Deze nutsvoorzieningen moeten zoveel mogelijk landschappelijk, ruimtelijk en vormelijk in de omgeving geïntegreerd worden, zodat ze niet als storende objecten worden waargenomen. 1.9 Gehanteerde begrippen Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder: Bestaande bebouwing Al de constructies (het geheel aan gebouwen) aanwezig op het terrein zoals grafisch weergegeven op het plan bestaande toestand. Bebouwingscoëfficiënt - B/T: De bebouwingscoëfficiënt is de verhouding van het geheel van de bebouwde vloeroppervlakte (enkel op gelijkvloers) op de totale terreinoppervlakte van de betreffende bestemmingszone. Grens der bestemmingszone Is de lijn die de grens aangeeft tussen twee verschillende bestemmingszones. Hoogte, bouwhoogte Hoogte van een bouwwerk, die indien niet anders is aangeduid, wordt gemeten vanaf het grondpeil, bestaand maaiveld of voorliggende stoep tot de bovenkant voorgeveldakrand (deksteen, kroonlijst of dergelijke). Hoogte, kroonlijsthoogte De afstand gemeten tussen het peil van het bestaande maaiveld en de bovenkant van de kroonlijst. De kroonlijst is de bovenkant van de gootafwer- 7

8 king bij hellende daken of de bovenkant van de afwerking van platte daken of van een verticale wand. Hoogte, nokhoogte De afstand tussen het peil van het maaiveld aan de basis van de gevel of peil van de as van het voorliggend voetpad en de nok. bouwoppervlakte De gemeten oppervlakte (buitenomtrek) van een gebouw. Inrichtingsstudie: De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. 8

9 2. BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE Informatief gedeelte Toelichting bij de gewenste ordening Verordenend gedeelte Categorie van gebiedsaanduiding Bedrijvigheid Art.1 Zone voor grondverwerkingsbedrijf Gebiedscategorie Bedrijvigheid, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art De ontwikkeling van de zone staat in functie van het behoud van de bestaande historisch gegroeide bedrijfsactiviteiten. Rekening houdende met het agrarische karakter van de omgeving is het niet de bedoeling om deze zone te intensiveren.conform het goedgekeurd planologisch attest moeten beide exploitanten woningen integrerend deel uitmaken van het bedrijf Binnen de afbakening van de bestemmingszone zijn twee woningen als bedrijfswoning vergund. Ook voor de toekomst hebben deze woningen, in relatie met de bedrijvigheid ter plaatse, rechtszekerheid. Er worden randvoorwaarden ingeschreven dat de woningen steeds gelinkt zullen zijn met de bedrijvigheid ter plaatse. In het kader van de woonkwaliteit zal de woning nooit kunnen afgesplitst worden van de bedrijvigheid en apart als zonevreemde woningen kunnen functioneren. Ook de opsplitsing van één bedrijf naar meerdere bedrijven wordt niet toegestaan. Om bij een aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning aan te tonen dat het project zich maximaal integreert in de omgeving en een grondige ruimtelijke reorganisatie i.f.v. zuinig Bestemming De zone is bestemd voor het behoud, de inrichting en de uitbreiding van de huidige historisch gegroeide bedrijfsactiviteiten (agrarische loonwerken / grondverwerkingsbedrijf / grond- en afbraakwerken). Enkel deze bedrijfsactiviteiten kunnen binnen deze zone plaatsvinden. De zone is bestemd voor één bedrijf. Het bedrijf en de zone is niet opsplitsbaar. De toegelaten activiteiten hebben een eerder lokaal karakter en zijn niet milieubelastend. Louter logistieke en transport activiteiten met belangrijke verkeerseffecten zijn niet toegestaan. Complementair aan de historisch gegroeide bedrijfsactiviteit worden als nevenfunctie maximaal twee ééngezinswoningen binnen de zone toegelaten en dit voor zover ze gebonden blijven met de bedrijfsactiviteiten ter plaatse. In deze gebouwen kan enkel ten behoefte van de bedrijfsactiviteiten kantoorruimte ondergebracht worden. Bijkomende kantoorgebouwen in functie van de bedrijfsactiviteiten kunnen enkel in of aansluitend aan het bestaande woongebouw, binnen de overdruk zone voor bebouwing.. De aanleg van parkeerplaatsen (werknemers / bezoekers) in functie van de uitbating van het bedrijf is toegelaten in de zone onmiddellijk aansluitend bij de zone voor interne toegangsweg bedrijventerrein (art 2). Inrichting De noodzakelijke constructies ten behoeve van de uitrusting van de bestaande bedrijvigheid zijn toegelaten. De architectuur van alle (ver)nieuwbouw zal waardig, eenvoudig en kwaliteitsvol zijn. Iedere constructie of groep constructies dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving en tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen 9

10 Informatief gedeelte Toelichting bij de gewenste ordening ruimtegebruik bewerkstelligd, kan bij de aanvraag een inrichtingsstudie (zie algemene bepalingen) die opgemaakt is voor de totale zone bijgevoegd worden. Om de bedrijfsvoering (investeringskosten) op korte niet te schaden kunnen de bestaande bedrijfsgebouwen binnen de huidige configuratie blijven bestaan en worden geregulari- Verordenend gedeelte o.a. door gepast gebruik van de aard en de kleur van materialen, vormgeving en volume. Terreinwerken zijn toegestaan in functie van het goed functioneren van de toegestane activiteiten met als belangrijkste aandachtpunt een degelijke landschappelijke inpassing. Reliëfwijzigingen zijn toegestaan in functie van tijdelijke opslag van grond- en bouwpuin en in het kader van bovengrondse waterbuffering onder de vorm van bufferbekkens, wadi s, grachten en dergelijke. Hemelwater dient op eigen terrein opgevangen te worden en te infiltreren. Buitenverlichting in functie van de bedrijvigheid mag niet naar het noorden of oosten gericht worden, tenzij deze tevens naar beneden gericht wordt zodat verlichting niet ver doordringt in de bufferzones. Tijdens de nacht en wanneer het bedrijf niet operationeel is mag er voor beveiligingsdoeleinden enkel gebruik worden gemaakt van minimale terreinverlichting. Voor de minimale terreinverlichting wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van amberkleurige led- verlichting. Deze is fauna / vleermuisvriendelijk. Dit om lichtverstoring in de toekomstige beboste zone te voorkomen. Grafisch wordt berekend voor : T= m² B= m² ( waarbij de bestaande bebouwing wordt bepaald op m²) Hoge constructies: constructies met een minimale hoogte van 1,50m, gemeten vanaf het grondpeil, bestaand maaiveld of voorliggende stoep tot het hoogste punt van de constructie. Overduk zone voor bebouwing Gebouwen kunnen enkel worden ingeplant in de overdruk zone voor bebouwing. Voor bestaande bebouwing die niet beantwoordt aan de bestemmingsvoorschriften gelden de Uitzonderingsbepalingen art 1.5. In de zone zullen gebouwen en constructies onderling gekoppeld ingeplant worden. De afstand van gebouwen en hoge constructies tot de perceelsgrenzen bedraagt minimum 8,00 m. B/T = maximum 0,20 (ten opzichte van de bestemmingszone) Bouwhoogte: maximum 5,00 m kroonlijsthoogte en 8,00 m nokhoogte. Dakvorm is vrij. Materialen Alle constructies worden opgetrokken in duurzame, functionele en esthetisch verantwoorde materialen. De architectuur dient wat vorm, aard en kleur der materialen, hoogte en profiel betreft, te harmoniëren met de omgeving. Verhardingen dienen te gebeuren in waterdoorlatende materialen tenzij dit verboden wordt vanuit een andere regelgeving, als het vervuilingrisico te groot is. Gesloten verharding is toegestaan voor de zones met hoger druk vanwege circulatie van zware bedrijfsvoertuigen. Wat bebouwing en verharding betreft wordt verwezen naar de geldende regelgeving inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Het hemelwater dient ter plaatse te worden opgevangen, 10

11 Informatief gedeelte Toelichting bij de gewenste ordening seerd, Onderhouds-, stabiliteits- en verfraaiingswerken zijn mogelijk. Bij gedeeltelijke of volledige afbraak en heropbouw worden de nieuwe gebouwen opgetrokken binnen de aangegeven zone. De verhardingen, nodig voor het uitoefenen van de activiteiten, worden tot een minimum beperkt. Niet functionele verhardingen moeten verwijderd worden. Verordenend gedeelte gebufferd en te kunnen infiltreren. De nodige bekkens zullen daarvoor aangelegd worden. Hieraan dient voldaan te worden. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet de aanvrager minstens aantonen dat voldaan is aan volgende vereisten: Zuinig en compact ruimtegebruik. Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik. Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen voor werken, handelingen of wijzigingen binnen dit gebied kunnen pas verleend worden nadat aan volgende voorwaarden voldaan is: Het verwijderen van grondopslag en bouwpuin dat gelegen is buiten de toegestane bestemmingszone. Het verwijderen van de toegangsweg en de aansluiting op de Mechelbaan naar de woning op perceel 171z. Het verwijderen van niet functionele verhardingen. De zone voor buffergroen (art 3) moet effectief gerealiseerd zijn en de bestaande verhardingen, grondopslag, puinopslag en constructies eruit verwijderd zijn één jaar na goedkeuring van de stedenbouwkundige aanvraag.. Art.2 Zone voor interne toegangsweg bedrijventerrein Gebiedscategorie Bedrijvigheid, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art De zone voor interne toegangsweg bedrijventerrein is gelegen op perceel 171f2 en grenst in het westen aan perceel 171e2. De breedte van de zone is 7,00m. de toegangsweg steekt in tot waar perceel 171e2 een binnenhoek maakt, zoals aangeduid op het grafisch plan. Bestemming Deze zone is uitsluitend bestemd voor (her)aanleg van de interne toegangsweg en interne ontsluiting van het bedrijfsterrein. Alle interne bewegingen en interne verhardingen en de daarbij noodzakelijke infrastructuur zoals parkeervoorzieningen zullen rechtstreeks aansluiten op deze toegangsweg. Ook de beide woningen en hun eventuele nevenfunctie zullen ontsloten worden via deze interne toegangsweg. De aanleg van bijkomende toegangswegen en aansluitingen op de openbare weg (Mechelbaan) zijn niet toegestaan. Inrichting In deze zone zijn enkel werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn 11

12 Informatief gedeelte Toelichting bij de gewenste ordening Gezien de aard van het vervoer (zwaar verkeer) en de nodige circulatiebewegingen is de aanleg van een gesloten verharding toegestaan. Verordenend gedeelte alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing ervan toegelaten. De zone kan voor 100% verhard worden met gesloten of halfopen verharding. Het hemelwater kan opgevangen worden in de aangrenzende zone. Art.3 Zone voor buffergroen bij bedrijventerrein Gebiedscategorie Bedrijvigheid, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Deze zone heeft een esthetische en afschermende functie. Teneinde deze functies ten volle te vervullen wordt deze zone gekenmerkt door een effectieve inrichting. Beplanting is permanent in die zin dat het een aaneengesloten geheel is. Gelaagd in die zin dat er verschillende lagen in onderscheiden worden die overgaan in elkaar: een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. Slechts op deze manier kan de buffer zijn functie ten volle vervullen. De beheerder zal er steeds zorg voor dragen dat de vooropgestelde doelstelling, namelijk de afscherming t.o.v. de omgeving wordt gegarandeerd. Bestemming Deze zone is uitsluitend bestemd voor de inrichting van een bufferzone voor de visuele en landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein. De zone voor buffergroen is bestemd voor de aanleg van een groene strook tussen de zone voor bedrijfsactiviteiten en de aangrenzende landbouwzones en de openbare weg. Ze loopt naadloos over in de zone voor bos (art 4). Inrichting Enkel werken en handelingen in functie van het onderhoud en aanleg van het buffergroen en het plaatsen van afsluitingen zijn toegelaten. Het aanbrengen van een verharding is niet toegelaten. Maximum één doorbreking wordt toegestaan en is aangegeven met de overduk ontsluiting. De buffers moeten aangelegd zijn één jaar na goedkeuring van de stedenbouwkundige aanvraag.. Verlichting binnen deze zone is niet toegestaan. Constructies Alle bebouwing, reclame of stapelen van materialen is verboden. Het oprichten van een afsluiting is mogelijk onder de vorm van een draad- en/of haagafsluiting of van een draad met klimplanten. De hoogte ervan is beperkt tot 2.20 m. Beplanting Om de afschermende functie en een landschappelijke inkleding te kunnen vervullen moet deze zone verplicht beplant worden met permanente streekeigen, standplaatsgebonden struiken en hoogstammige bomen en moet de beplanting een dichte en gelaagde structuur hebben. De plantenkeuze wordt afgestemd op deze van zone voor bos (art 4). De aanleg van een aarden wal is niet toegestaan. 12

13 Informatief gedeelte Toelichting bij de gewenste ordening Verordenend gedeelte Het westelijk deel van perceel 172 ligt buiten het plangebied en blijft functioneren als binnen de agrarische sector. Vermits dit deel enkel te bereiken is via het bedrijventerrein wordt binnen het RUP een doorgang bestendigd om het perceel te ontsluiten. Overdruk ontsluiting deze aanduiding geeft op indicatieve wijze aan op welke plaats er een ontsluiting naar het aanpalende landbouwperceel gerealiseerd kan worden. De exacte ligging is afhankelijk van de inrichting van de aanpalende bestemmingzones. De breedte bedraagt maximum 3m. Deze zone kan enkel verhard worden met kleinschalig waterdoorlatend materiaal. Categorie van gebiedsaanduiding Bos Art.4 Zone voor bos Gebiedscategorie Bos, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Deze zone is bestemd voor de ontwikkeling van een bos. Inrichting De zone wordt zodanig ingericht dat ze landschappelijk en ecologisch aansluit bij de beboste zones van de Brede Zijp. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg, het beheer en de inrichting van bos zijn toegelaten. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten. Infiltratie van het hemelwater afkomstig van de aanpalende zones is toegestaan onder voorwaarde dat de zone voor 100% beplant is. Verlichting binnen deze zone is niet toegestaan. Het bos moet aangelegd zijn één jaar na goedkeuring van de stedenbouwkundige aanvraag. Constructies Alle bebouwing, constructies, reclame of stapelen van materialen erin is verboden. Beplanting 13

14 Informatief gedeelte Toelichting bij de gewenste ordening Extensief beheer houdt in dat ondermeer afgevallen takken mogen blijven liggen en randen niet of weinig worden gemaaid. Verordenend gedeelte Deze zone wordt verplicht bebost. Doorbrekingen zijn niet toegestaan. De beplanting bestaat uit streekeigen, standplaatsgebonden soorten en wordt afgestemd op de omliggende bossen. De bebossing moet een dichte en gelaagde structuur hebben. De aanleg van een aarden wal is niet toegestaan. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten. Het bos wordt bij voorkeur extensief beheerd. 14