PROVINCIE LIMBURG GEMEENTE DIEPENBEEK. BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "RESEARCH BEDRIJFSPARK UNIVERSITAIRE CAMPUS LIMBURG - herziening

Transcriptie

1 PROVINCIE LIMBURG GEMEENTE DIEPENBEEK BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "RESEARCH BEDRIJFSPARK UNIVERSITAIRE CAMPUS LIMBURG - herziening Opgesteld volgens artikel 14 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Opgesteld door TECHNUM N.V. Ilgatlaan HASSELT Hasselt, 23 augustus december 1999 De Stedenbouwkundige, Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Burgemeester, Het college van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van tot De Secretaris, De Burgemeester, Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Burgemeester,

2 1. VOORAFGAANDELIJKE BEPALINGEN Grens van het Bijzonder Plan van Aanleg RESEARCH BEDRIJFSPARK UNIVERSITAIRE CAMPUS LIMBURG - herziening Verordenende kracht Geldigheid van deze voorafgaandelijke bepalingen Verbouwingswerken aan constructies die bestonden voor het kracht zijn van huidig B.P.A Uitbreidingswerken aan constructies die bestonden voor het kracht zijn van huidig B.P.A Afsluitingen Bescherming van het natuurlijk karakter van de omgeving Terminologie 5 2. BEPALINGEN PER ZONE 6 ART. 1 ZONES VOOR BEDRIJVEN 6 ART ZONE VOOR WETENSCHAPSPARK 6 Algemeenheden 6 6 Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften 6 ART 2. ZONES VOOR OPEN RUIMTEN 8 ART ZONE VOOR VOORTUINEN 8 8 Inrichtingsvoorschriften 8 ART ZONE VOOR BUFFER 8 8 ART. 2.3 ZONE NON-AEDIFICANDI 8 8 ART. 3 ZONES VOOR VERKEERSDOELEINDEN 9 ART ZONE VOOR WEGEN 9 9 ART ZONE VOOR PARKING MET GROEN 9 9 Inrichtingsvoorschriften 9 ART VOET- EN FIETSPADEN 9 9 TECHNUM N.V. 3

3 1. VOORAFGAANDELIJKE BEPALINGEN 1.1. Grens van het Bijzonder Plan van Aanleg RESEARCH BEDRIJFSPARK UNIVERSITAIRE CAMPUS LIMBURG - herziening Deze grens duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de voorschriften van bijbehorend plan 1.2. Verordenende kracht Het plan bestaande toestand, het bestemmingsplan en deze voorschriften maken deel uit van het verordenend gedeelte van dit B.P.A Geldigheid van deze voorafgaandelijke bepalingen De hierna volgende bepalingen gelden slechts in zover ze niet tegengesproken worden in de bepalingen per zone Verbouwingswerken aan constructies die bestonden voor het kracht zijn van huidig B.P.A. verbouwingswerken waardoor een bestaande bestemming behouden blijft die niet overeenstemt met de voorschriften van de betreffende zone, kunnen worden toegestaan indien zij gebeuren binnen het bestaande volume. verbouwingswerken die niet voldoen aan de voorschriften qua volume en plaatsing kunnen slechts worden toegelaten indien: - ofwel het gebouw of gedeelte van het gebouw na de verbouwing wel beantwoordt aan de voorschriften - ofwel het gebouw of gedeelte van het gebouw na de verbouwing nog niet volledig beantwoordt aan de voorschriften, maar het er door de verbouwing in één of meerdere opzichten beter aan beantwoordt dan voorheen. Er mogen wel geen nieuwe elementen ontstaan, die strijdig zijn met deze voorschriften Uitbreidingswerken aan constructies die bestonden voor het kracht zijn van huidig B.P.A. Deze werken zijn slechts toegelaten indien door de uitvoering van deze werken de bestemming overeenstemt met de voorgeschreven bestemming en/of de bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Afsluitingen Alle materialen, kleuren en vormen van de afsluitingen dienen in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen en/of de omgeving en met het straatbeeld. Desbetreffend kan niet verwezen worden naar bestaande afsluitingen die door hun materiaal, kleur of vormgeving de harmonische samenhang van het straatbeeld in het gedrang brengen. Het gebruik van betonplaten is niet toegelaten. De hoogte van de afsluitingen bedraagt minimum 1,60 m en maximum 3,00 m. Voor hoekpercelen wordt de maximum hoogte van afsluitingen met het openbaar domein beperkt tot 1,00 m. TECHNUM N.V. 4

4 1.7. Bescherming van het natuurlijk karakter van de omgeving Het natuurlijk karakter van het terrein en de omgeving dient te worden beschermd, ongeacht de zone waarin men zich bevindt. Waardevolle bebossing, bosranden, dreven en verhoogde beplantingsbermen dienen te worden beschermd, onderhouden en zoveel als mogelijk geïntegreerd in het globaal inplantingsplan. Volgende beperkte beschermingsmaatregelen worden opgelegd: - de inritten naar aangelande mogen slechts 4.00 m breed zijn indien zij uitgevoerd worden in de nabijheid van waardevolle groenelementen, in deze inritten dienen alle nutsleidingen te worden voorzien; - op alle bouwaanvragen moeten alle bomen met hun juiste plaats vermeld worden, evenals de grootte van de kruinprojectie; - in elk bestek zowel van wegenis, riolering, waterleiding, electriciteit, telefoon en private bouwwerken dienen de nodige beschermingsmaatregelen genomen te worden. Het te bewaren groen dient tijdens de werkzaamheden optimaal beschermd te worden. Dit wil zeggen dat de worteloppervlakten dienen beschermd te worden en vrijgehouden van: - alle zwaar verkeer zoals vrachtwagens, bulldozers, kranen, werfketen,... - bouwmaterialen, chemische en andere afvalstoffen, - slib en andere afvalwaters, - alle aanaardingen en ophogingen. De te behouden bomen dienen na uitvoering der werken verzorgd te worden o.a. door het verwijderen van dood hout, wondverzorging, enz Terminologie Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder: 1. Bouwhoogte Hoogte van een bouwwerk, die indien niet anders is aangeduid, wordt gemeten vanaf het grondpeil, bestaand maaiveld of voorliggende stoep tot de bovenkant voorgeveldakrand (deksteen, kroonlijst of dergelijke). 2. Bouwlaag Indeling van aaneensluitende volwaardige vertrekken boven elkaar in een gebouw, vertrekkend vanaf het maaiveld. - De 1 bouwlaag komt overeen met de gelijkvloerse vertrekken. - De 2 bouwlaag komt overeen met de vertrekken van de 1 verdieping, enz Dakrand Bovenafwerking van een gevel waar deze de dakvlakken snijdt (deksteen, kroonlijst, goot,...). 4. Dakterras In een hellend dak inspringend gedeelte dat is aangelegd als terras met verblijfsfunctie (cf. terras). 5. Gebouw Een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte. 6. Rooilijn Grenslijn van het openbaar wegdomein. TECHNUM N.V. 5

5 2. BEPALINGEN PER ZONE ART. 1 ZONES VOOR BEDRIJVEN ART ZONE VOOR WETENSCHAPSPARK Algemeenheden De op het bestemmingsplan bepaalde zoneringen geven de hoofdbestemming van het gebied aan. Deze bestemmingen dienen bij middel van detailplannen nader gepreciseerd en gedetailleerd te worden. Alvorens over te gaan tot het wijzigen van om het even welk deel der ruimte dient erover gewaakt te worden dat de harmonische samenhang met de omgeving en de waardevolle elementen het landschap niet verstoord worden. Bij de bouwaanvraag zal een gedetailleerd beplantings- en terreinaanlegplan worden gevoegd. Het terreinaanlegplan dient rekening te houden met de bestaande waardevolle elementen van het terrein. Het beplantingsplan zal enerzijds rekening houden met de te bewaren landschapselementen en anderzijds met de in te brengen accommodaties zoals schermgroen rond de parkings, bufferzones rond opslagplaatsen, enz. Het beplantingsplan wordt gekoppeld aan de bouwaanvraag, het maakt deel uit van het dossier, teneinde een eenheid op gebied van aanleg en uitbouw te garanderen. De voorwaarden betreffende bestaande beplantingen zoals omschreven onder titel 1. Voorafgaandelijke Bepalingen, punt 1.7. zijn steeds in acht te nemen. lichte nijverheid laboratoria de activiteiten moeten in hoofdzaak afgestemd zijn op research in samenwerking met de op de campus gevestigde instellingen, er mogen geen afvalstoffen of producten gestapeld worden zichtbaar vanaf het openbaar domein toegelaten indien in relatie met de aanwezige bedrijfsactiviteit toegelaten indien in relatie met de aanwezige bedrijfsactiviteit diensten kantoren wonen maximum 1 per bedrijf met een maximaal volume van m² en op voorwaarde dat aangetoond kan worden dat huisvesting noodzakelijk is voor de bewaking de woning dient geïntegreerd te worden in het bedrijfsgebouw Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Plaatsing t.o.v. perceelsgrens t.o.v. zonegrens afstand minimum gelijk de hoogte van het gebouw met een minimum van 5.00 m, ongeacht de bouwhoogte, bedrijfsgebouwen kunnen onderling gekoppeld worden met maximum 4 eenheden op de zonegrens of op een afstand die om veiligheidsredenen vereist is TECHNUM N.V. 6

6 Volume hoogte bezettingscoëfficiënt minimum 2.80 m en maximum m maximum 50 % van de oppervlakte per perceel, verharde oppervlakten inbegrepen V/T maximum 1,6 Voor het bepalen van de V/T worden de waarden als volgt bepaald : V : de som der vloeroppervlakten van de bovengrondse bouwlagen, dakterrassen niet inbegrepen, bouwlagen onder het dak worden mee in rekening gebracht vanaf een vrije hoogte van 1,80 m T : de totale terreinoppervlakte per bedrijf Dak De dakhelling is vrij. Hellende daken zijn toegelaten op voorwaarde dat de nokhoogte beperkt blijft tot hoger genoemd maximum. Materialen In harmonie met de omgeving en het gebouw. Beplanting Indien op het plan geen bufferzone aangeduid werd ten opzichte van een perceeelsgrens zal op deze perceelsgrens een afsluiting bestaande uit een bufferbeplanting al of niet samen met een licht metaalwerk aangelegd worden. De breedte van deze bufferbeplanting bedraagt minimum 5,00 m. De beplanting zal bestaan uit een gemengde streekeigen beplanting. Er mogen geen afvalstoffen of producten gestapeld of gestort worden in deze bufferbeplanting. Parkeren Zone 1 Een gedetailleerde inplanting dient te worden goedgekeurd in het kader van de bouwvergunning. Parkeerplaatsen worden bij voorkeur kleinschalig voorzien, ca. 30 plaatsen per groep, verspreid in het terrein en ingekleed met een gepaste beplanting. Zone 2 In deze zone wordt centraal een parking voorzien voor de bezoekers van de aanliggende bedrijven. Op de terreinen van de diverse bedrijven mogen enkel nog parkeerplaatsen ingericht worden ten behoeve van het personeel. Wat de inrichting betreft van deze parkings ten behoeve van het personeel, is hetzelfde principe van toepassing als voor de zone 1. TECHNUM N.V. 7

7 ART 2. ZONES VOOR OPEN RUIMTEN ART ZONE VOOR VOORTUINEN Zone voorbehouden voor de inrichting van een representatieve voortuin. Het oprichten van gebouwen is niet toegelaten, gebouwen en constructies van algemeen nut, zoals elektriciteitscabines dienen geïntegreerd te worden in de bedrijfsgebouwen. Inrichtingsvoorschriften beplanting verharding verplicht max. 20 %, ten behoeve van de ontsluiting van het achterliggende terrein en de gebouwen De voorwaarden betreffende bestaande beplantingen zoals omschreven onder titel 1 Voorafgaandelijke Bepalingen, punt 1.7. zijn steeds in acht te nemen. ART ZONE VOOR BUFFER Deze zone heeft een esthetische en afschermende functie. Om deze afschermende functie te kunnen vervullen moet de beplanting een dichte structuur hebben, opgebouwd uit een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. De landschappelijke waarde van deze zones zal verhoogd worden door het gebruik van streekgroen, ecologisch groen als ook door haar esthetisch uitzicht. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten. Alle bebouwing, reclame of stapelen van materialen erin is verboden. De voorwaarden betreffende bestaande beplantingen zoals omschreven onder titel 1 Voorafgaandelijke Bepalingen, punt 1.7. zijn steeds in acht te nemen. ART. 2.3 ZONE NON-AEDIFICANDI Deze zone is bestemd om ingelijfd te worden bij het openbaar domein. Deze zone kan slechts ingericht worden nadat er zich een behoefte stelt. De zone zal als groenzone aangelegd worden zolang een andere inrichting niet aan de orde is. TECHNUM N.V. 8

8 ART. 3 ZONES VOOR VERKEERSDOELEINDEN ART ZONE VOOR WEGEN Deze wegen dienen om het normaal verkeer op te vangen. Naast de rijweg dient binnen deze zone een vrijliggend voeten fietspad aangelegd te worden. De op het plan aangeduide voetgangers- en fietsersrelatie geeft dit indicatief weer. Het voeten fietspad dient aan te sluiten op het voeten fietspad dat de verbinding met de Ginderoverstraat maakt, zoals op het B.P.A. is ingetekend. ART ZONE VOOR PARKING MET GROEN Zone voorbehouden voor de ontsluiting van de aanpalende bedrijven en de aanleg van parkeerplaatsen in een aangepast groenkader, ten behoeve van de bezoekers van de aanpalende bedrijven. Inrichtingsvoorschriften De toegang tot de verschillende bedrijven zal geïntegreerd worden in het ontwerp voor de aanleg van de zone, evenals de ligging van het voeten fietspad dat indicatief op het bestemmingsplan is weergegeven door de voetgangers- en fietsersrelatie. Het parkeergebeuren zal degelijk georganiseerd worden zodat een optimale benutting van de ruimte mogelijk wordt. De beplanting zal visueel domineren t.o.v. de parkeerfunctie, dit zal in hoofdzaak gebeuren door het gebruik van hoogstammige bomen. De voorwaarden betreffende bestaande beplantingen zoals omschreven onder titel 1 Voorafgaandelijke Bepalingen, punt 1.7. zijn steeds in acht te nemen. ART VOET- EN FIETSPADEN Zone voorbehouden voor de aanleg van een voeten fietspad. Ander verkeer is slechts in uitzonderlijke gevallen toegelaten (onderhoud, e.d.) De ruimte binnen de zone die niet ingenomen wordt voor de aanleg van het voeten fietspad, zal beplant worden. Het gebruik van hoogstammige bomen is daarbij verplicht. TECHNUM N.V. 9