RENDABILITEITSSTUDIE VAN DE BIOLOGISCHE KRUIDENTEELT IN POT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RENDABILITEITSSTUDIE VAN DE BIOLOGISCHE KRUIDENTEELT IN POT"

Transcriptie

1 RENDABILITEITSSTUDIE VAN DE BIOLOGISCHE KRUIDENTEELT IN POT POTGROND / BEMESTINGSPROEF IN DE TEELT VAN OCIMUM BASILICUM Proefcode: GG14 BARS01 In opdracht van: PCG vzw Technisch comité kruiden Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel (0) Fax (0) pcg@pcgroenteteelt.be Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel (0) Fax (0) pcg@pcgroenteteelt.be Proefverantwoordelijke: Studieverantwoordelijke: Directeur: Justine Dewitte Deze proef werd uitgevoerd en opgevolgd door bachelorstudent in de agro- en biotechniek Mathias Willemijns onder leiding van proefverantwoordelijke Justine Dewitte Saskia Buysens Bruno Gobin Datum: 31 maart 2016 (veld bijwerken) Studieverantwoordelijke Dr. ir. S. Buysens Directeur Dr. B. Gobin FOR_013H - Geldig vanaf 15/12/2014 PCG vzw - Karreweg Kruishoutem - T F info@pcgroenteteelt.be BTW: IBAN: BE BIC: NICABEBB - RPR: Oudenaarde

2 Pagina 2 van 45

3 GEINTEGREERD EINDWERK Titel Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Abstract Sinds 2009 vertoont de Vlaamse bioteelt een stijgende lijn volgens het Departement Landbouw en Visserij. Er wordt steeds meer gezocht naar technieken en grondstoffen die beter geschikt zijn voor de biologische productie. Er zijn reeds verschillende biologische potgrondsubstraten op de markt, doch de samenstelling varieert enorm. In dit onderzoek werd nagegaan welk type biologisch potgrondsubstraat het meest geschikt is om basilicum te telen in pot zonder bij te bemesten. Eerst en vooral werd een grondige literatuurstudie gemaakt over de algemene biomarkt en vervolgens een kostprijsanalyse voor het telen van kruiden in pot. Binnen de kostprijsanalyse kreeg de topic potgrond extra aandacht omdat dit de te testen variabele was in de praktische proef met basilicum. Het opzet van deze proef was eerst en vooral het nagaan van de mogelijkheid om biologisch basilicum te telen in pot zonder organische bijbemesting. In tweede instantie werd gekeken naar de meest geschikte biologische potgrondsamenstelling met een geïntegreerde organische bemesting. Om dit te bereiken werd een gewasbeoordeling (kiemsnelheid, opkomst, uniformiteit, wortelmassa, wortelkleur, bladmassa, gewashoogte, bladkleur, bladgrootte, bladvorm, aanwezigheid van gele bladeren en algemene gezondheid) gedaan gecombineerd met labo-analyses (ph, EC NH 4 + en NO 3 - ). Er kan besloten worden dat het mogelijk is om biologisch basilicum te telen in pot zonder noodzakelijke bijbemesting mits een biologische potgrond die een correcte organische basisbemesting bevat welke voldoende stikstofnalevering geeft. Het geleidelijk vrijgeven van de stikstof leidt tot geen of weinig groeistress voor de basilicumplanten. De sterk uiteenlopende resultaten wijzen op het belang van een goede potgrondsamenstelling. Trefwoorden Basilicum Biologisch telen Kostprijsanalyse Serre Potgronden Pagina 3 van 45

4

5 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 1 Inhoudsopgave 1 Materiaal en methode Zaaien Teelt Evaluatie Gewasbeoordeling Labo-analyses Resultaten Gewasresultaten Na 2 weken Na 4 weken (deel 1) Na 4 weken (deel 2) Bij oogst (deel 1) Bij oogst (deel 2) Gebruikswaarde Bladverkleuring Laboresultaten ph-waarde EC-waarde NH gehalte NO gehalte Discussie en algemeen besluit Bio-ethische reflectie Publiceerbaar artikel...38 Pagina 1 van 45

6 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 2 1 Materiaal en methode De werkwijze en het nodige materiaal wordt beschreven volgens het chronologisch verloop van de proef. Achtereenvolgens wordt het zaaien, de teelt, en de evaluatie besproken. Het proefopzet is schematisch voorgesteld volgens de baseline op onderstaande figuur 19. Figuur 1: Baseline. In het kader van dit eindwerk wordt de baseline 3 maal herhaald in tijd om grondige en representatieve besluiten te kunnen trekken. De baseline duurt in de situatie van deze 3 zaaiingen (24 februari, 3 maart en 10 maart) 7 weken. De termijn van 7 weken is echter geen constante. Indien vroeger dan 24 februari basilicum gezaaid wordt, zal de baseline verlengen omdat de basilicumplanten hoogstwaarschijnlijk trager zullen groeien in het voorjaar door lagere temperaturen en minder zonlicht. Dit in tegenstelling tot later zaaien, dit wil zeggen na 10 maart, wat de baseline hoogstwaarschijnlijk zal verkorten. Pagina 2 van 45

7 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Zaaien Voor het zaaien van alle potten werd 1 ras gebruikt dat bij eerdere proeven al goede resultaten opleverde, nl. het ras Marian van het zaadhuis Enza (zie figuur 20). Verschillende rassen zijn hier niet gewenst omdat dit uitsluitend een potgrond / bemestingsproef is. Er werd gezaaid op: 24 februari maart maart 2014 Figuur 2: Basilicumzaad, ras Marian. De potten die gebruikt werden zijn afkomstig van Desch Plantpak en geleverd door de firma SANAC. Er werd gekozen voor biologisch afbreekbare potten omdat na de proef alles eenvoudig kan gecomposteerd worden. Om te composteren dienen de planten niet uit iedere pot gehaald te worden. De gebruikte potten hebben een grootte van 8x8x7 cm (5 model) zodat deze nadien op het mobiel gotensysteem in serre 1 geplaatst kunnen worden. De pot is weergegeven op figuur X. De potgrond met organische bemesting is afkomstig van 5 verschillende leveranciers, met name DCM (Bas Van Buuren), Jiffy, Klasmann, Peltracom en Eeckhaudt. DCM leverde 2 soorten potgrond omdat die elk een verschillende organische bemesting bevatten. De andere leveranciers leverden elk 1 soort potgrond waardoor er in totaal 6 verschillende potgrondsoorten in de proef konden opgenomen worden. De technische fiches van de potgrondsoorten zijn leesbaar in bijlage 2. Pagina 3 van 45

8 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 4 Op onderstaande figuren 21 tot en met 26 zijn gevulde potten te zien van iedere potgrondsoort. De figuren geven een beeld van de potgrondstructuur die hoogstwaarschijnlijk ook een belangrijke invloed heeft op de groei van basilicum. Figuur 3: DCM 2 BIO. Figuur 4: DCM 1 BIO. Figuur 5: GO BIO 5. Figuur 6: KKS Bio Potting Substrate (693). Figuur 7: Peltracom-substraat. Figuur 8: Verta. Pagina 4 van 45

9 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 5 Iedere potgrondsoort kreeg een objectnummer toegewezen. In onderstaande tabel 8 zijn de objectnummers met bijhorende potgrondsoort weergegeven. Tabel 1: Objectnummer potgrondsoorten. Objectnummer Potgrondsoort 31 DCM 2 BIO 32 DCM 1 BIO 33 GO BIO 5 34 KKS Bio Potting Substrate (693) 35 Peltracom-substraat 36 Verta Om eenvoudig en objectief te werken werd in het verdere verloop van de proef altijd gewerkt met dit objectnummer. Iedere week werden 560 potten gevuld verdeeld over 14 bakken gevuld met elk 40 potten. Op figuur 27 is een bak te zien met 40 potten, klaar voor te vullen met de juiste potgrondsoort. Van objectnummer 31 werden 4 bakken gevuld met potgrond en van de overige objectnummers (32 t.e.m. 36) werden telkens 2 bakken gevuld. De reden waarom er 2 bakken meer gevuld zijn van objectnummer 31, is omdat deze 2 bakken later op het mobiel gotensysteem gebruikt werden voor het vullen van de eerste twee goten en de laatste goot bij iedere herhaling. Deze 2 goten werden buiten proef beschouwd omdat ze aansluiten op een andere herhaling. Figuur 9: Bak met 40 potten. Wekelijks werden 2 bakken (80 potten) gevuld met iedere potgrondsoort waarvan er slechts 62 potten ingezaaid werden (31 per bak). De overige 18 gevulde potten werden niet ingezaaid maar wel mee in proef gezet voor latere vergelijkende labotesten. Op die manier kon het NO 3 - -gehalte, het NH 4 + -gehalte, de EC-waarde en de ph-waarde van de potgronden vergeleken worden met ingezaaide en niet gezaaide potten gedurende de groeiperiode. Om snel en eenvoudig te werken werden iedere week eerst alle bakken gevuld met de juiste potgrondsoort en werden nadien de gevulde potten ingezaaid met basilicumzaden. Het is wel zeer belangrijk om voor of na het vullen van de potten een plastic etiket te bevestigen aan de desbetreffende bak met daarop het objectnummer en de zaaidatum. Op die manier is er geen verwarring in verdere handelingen. Pagina 5 van 45

10 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 6 De gevulde bakken werden eerst nat gegoten met de sproeilans. Daardoor werd de potgrond wat meer aangedrukt en konden de gevulde potten goed doordrenkt worden met water. Dit verhinderde een te snelle uitdroging van de gevulde potten. Daarna werd er gestart met zaaien. In iedere pot werden telkens 15 zaden bovenop de potgrond aangebracht. Om dit gemakkelijk te kunnen tellen, werden eerst 15 zaden op een gevouwen wit blad papier gelegd. Daarna werden de zaden uitgestrooid op een pot en vervolgens werd deze handeling herhaald voor iedere pot. Op onderstaande figuur 28 is te zien hoe de zaden geteld werden. Zoals eerder gezegd, werden er maar 31 van de 40 potten per bak gezaaid. Daarom werd er in 9 potten, gespreid in de bak, een putje geduwd met de vinger zodat goed zichtbaar was welke pot niet moest gezaaid worden. Figuur 10: 15 zaden per pot. Nadat alle bakken gezaaid waren, werd er nog eens lichtjes water gesproeid over de potten zodat de zaden min of meer vast lagen op de potgrond. Vervolgens werden de bakken in serre 1 geplaatst op een lange tafel van golfplaten, de opkweektafel, vlak naast de opplantzijde van het mobiel gotensysteem. Pagina 6 van 45

11 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Teelt De gezaaide potten blijven 2 weken lang in de bakken staan op de lange tafel van golfplaten in serre 1. Op figuur 29 is te zien dat boven deze tafel een nevelsysteem hangt voor extra water toe te dienen om te vermijden dat de potgrond te droog zou worden. Het toedienen van extra water wordt niet volledig door de klimaatcomputer geregeld. Er moet eerst een manuele opdracht gegeven worden aan de computer om te benevelen, alsook de benevelingsduur dient ingetikt te worden. Doordat het benevelen niet volledig automatisch gebeurt moet er een zeer nauwkeurige opvolging gebeuren. Ondanks dit nadeel is er toch nog een voordeel aan gekoppeld, namelijk de potten zullen nooit te nat staan wat het risico op het beschimmelen van het zaaizaad sterk verlaagt. Figuur 11: Nevelsysteem boven de tafel langs opplantzijde MGS. Twee weken na zaai zijn de jonge basilicumplantjes voldoende groot om te planten op de goten van het mobiel gotensysteem (MGS). De wortels van de jonge basilicumplantjes reiken dan net tot aan de onderkant van de pot waardoor zij in staat zullen zijn water langs de onderzijde van de pot op te nemen. Het mobiel gotensysteem in serre 1 bestaat uit 5 compartimenten van telkens 21 goten. De opsplitsing in compartimenten is belangrijk voor een verschillende watergift gedurende de groeiperiode. Concreet wil dit zeggen als de goten verschoven worden op het mobiel gotensysteem, dat er telkens per 21 goten verschoven wordt. Op die manier verschuiven er 21 goten op eenzelfde tijdstip naar een volgend compartiment waardoor de watergift in alle 21 goten gelijk zal zijn. Ieder compartiment is een andere zaaiing waardoor er in totaal 5 verschillende zaaiingen op het mobiel gotensysteem kunnen staan. Er worden 18 goten (6 potgrondsoorten en 3 parallellen) gebruikt om in proef te leggen en de overige 3 goten worden buiten proef beschouwd (2 vooraan en 1 achteraan). Deze 3 goten buiten proef worden zoals reeds eerder gezegd opgeplant met de 2 extra gezaaide bakken met objectnummer 31. De overige 18 goten worden opgeplant met telkens 3 reeksen (parallellen) van objectnummer 31 tot en met objectnummer 36. Iedere goot bestond uit 50 plantgaten waarvan er afwisselend één gebruikt werd en één leeg bleef. Op die manier heeft ieder basilicumplantje voldoende licht waardoor ze niet zullen fileren. Pagina 7 van 45

12 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 8 Zoals eerder gezegd, zijn er per potgrondsoort 18 gevulde potten niet gezaaid met basilicum. Ook deze potten moeten mee opgeplant worden op de goten, d.w.z. 6 niet gezaaide potten per parallel en per potgrondsoort. Aangezien er per potgrondsoort telkens 2 bakken met 40 potten gevuld zijn en er slechts 25 potten per goot (dit 3 keer) gebruikt worden, zullen er 5 gezaaide potten over zijn per potgrondsoort na het planten op de goten. Onderstaande figuur 30 is een weergave van het mobiel gotensysteem (beeld van aan de oogstzijde, richting de opplantzijde). Figuur 12: Mobiel gotensysteem (MGS). Per compartiment is er een verschillende watergift omdat de basilicumplanten verschillen in ouderdom en dus ook in grootte. De jongste planten vereisen minder water dan de planten die bijna oogstklaar zijn. De watergift op het mobiel gotensysteem wordt volledig automatisch uitgevoerd door de klimaatcomputer. Iedere 5 minuten slaat de klimaatcomputer volgende gegevens op van serre 1 (basiliciumproef): Gemiddelde kastemperatuur ( C) Temperatuur buiten de kas ( C) Relatieve vochtigheid in de kas (%) Berekende buistemperatuur van de verwarmingsbuizen ( C) Gemeten buistemperatuur van de verwarmingsbuizen ( C) Sterkte van de zonnestraling (W/m²) Pagina 8 van 45

13 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 9 Deze laatste parameter, de sterkte van de zonnestraling, is bepalend voor de watergift in ieder compartiment van het mobiel gotensysteem. Indien de gemeten waarde hoger is dan de ingestelde waarde die mag bereikt worden, dan wordt er een waterbeurt gegeven met een dosis van 1,5 l water per goot. Om te vermijden dat er niet elke 5 min een waterbeurt gegeven wordt zijn er minimum en maximum rusttijden ingesteld. De minimum rusttijd is de tijd die er minstens tussen 2 waterbeurten moet zijn en de maximum rusttijd is de tijd die er maximaal tussen 2 waterbeurten mag zijn. Indien de maximale rusttijd overschreden wordt zal de klimaatcomputer een waterbeurt geven aan het desbetreffende compartiment ongeacht de sterkte van de zonnestraling. Deze laatste situatie doet zich vooral voor op bewolkte dagen. Onderstaande figuren 31 tot en met 35 tonen aan wanneer de klimaatcomputer water (= opgevangen regenwater) geeft aan de basilicumplanten in een welbepaald compartiment. Dit zijn uittreksels van 18 april Periode 1 (Per1) is de dagregeling en Periode 2 (Per2) is de nachtregeling. De begintijd van dag en nacht wordt automatisch bepaald door de astronomische klok. De stralingssom start is een getal in W/m² en duidt op de sterkte van de zonnestraling. Compartiment 1 (de jongste basilicumplanten): Figuur 13: Regeling watergift compartiment 1 MGS. In compartiment 1 is duidelijk dat er overdag water gegeven wordt als de lichtsterkte 200 W/m² overschrijdt. De minimum rusttijd tussen twee waterbeurten is 2 uren en de maximum rusttijd tussen twee waterbeurten is 12 uren. s Nachts wordt er geen water gegeven. Pagina 9 van 45

14 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 10 Compartiment 2: Figuur 14: Regeling watergift compartiment 2 MGS. In compartiment 2 wordt er overdag water gegeven als de lichtsterkte 150 W/m² overschrijdt. De minimum rusttijd tussen twee waterbeurten is 1 uur en de maximum rusttijd tussen twee waterbeurten is 8 uren. Ook hier wordt er s nachts geen water gegeven. Compartiment 3: Figuur 15: Regeling watergift compartiment 3 MGS. In compartiment 3 wordt er overdag water gegeven als de lichtsterkte 125 W/m² overschrijdt. De minimum rusttijd tussen twee waterbeurten is 45 minuten en de maximum rusttijd tussen twee waterbeurten is 4 uren. s Nachts wordt er water gegeven 16 uren na het begin van de nacht. In dit voorbeeld wordt er s nachts geen water gegeven aangezien de nacht in dit voorbeeld maar ± 11 uren duurt. Pagina 10 van 45

15 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 11 Compartiment 4: Figuur 16: Regeling watergift compartiment 4 MGS. In compartiment 4 wordt er overdag water gegeven als de lichtsterkte 100 W/m² overschrijdt. De minimum rusttijd tussen twee waterbeurten is 30 minuten en de maximum rusttijd tussen twee waterbeurten is 2 uren. s Nachts wordt er water gegeven 16 uren na het begin van de nacht. In dit voorbeeld wordt er s nachts geen water gegeven aangezien de nacht in dit voorbeeld maar ± 11 uren duurt. Compartiment 5 (de oudste basilicumplanten): Figuur 17: Regeling watergift compartiment 5 MGS. In compartiment 5 wordt er overdag water gegeven als de lichtsterkte 75 W/m² overschrijdt. De minimum rusttijd tussen twee waterbeurten is 15 minuten en de maximum rusttijd tussen twee waterbeurten is 1 uur. s Nachts wordt er water gegeven 8 uren na het begin van de nacht. Uit deze tabellen is de relatie tussen watergift en ouderdom tussen de planten duidelijk. Pagina 11 van 45

16 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 12 Omdat basilicumplanten lange-dag-planten zijn, wordt er gebruik gemaakt van hogedruk natriumlampen (zie figuur 36) boven de basilicumplanten. In totaal hebben de basilicumplanten 16 uren licht nodig per dag. De klimaatcomputer berekent zelf hoe lang de assimilatiebelichting moet branden om samen met het natuurlijk licht overdag een totaal van 16 uren licht te bereiken. Figuur 18: Assimilatiebelichting boven de basilicumplanten. Een plant kan enkel licht gebruiken met een golflengte van 400 tot 700 nanometer om aan fotosynthese te doen. Ongeveer 30 tot 33 % van deze lampen valt binnen dit spectrum waardoor zij het meest rendabel zijn. De overige lichtproductie is boven de 700 nanometer en is niet beschikbaar voor de plant. 1 Tevens wordt de kastemperatuur binnen de perken gehouden door te ventileren vanaf 22 C. Indien deze kastemperatuur bereikt wordt, dan zal de klimaatcomputer automatisch de dakvensters openen waardoor de warmte langs boven kan ontsnappen. Op de volgende pagina zijn 2 grafieken ingevoegd die ook gemaakt zijn op basis van gegevens uit de klimaatcomputer. Grafiek 1 geeft de relatieve vochtigheid in de kas weer. Grafiek 2 geeft de kastemperatuur weer. Deze 2 grafieken geven een beeld van de klimaatomstandigheden die er gedurende de groeiperiodes waren. Zaai 1 stond in kas van 24 februari tot en met 14 april. Zaai 2 stond in kas van 3 maart tot en met 21 april. Zaai 3 stond in kas van 10 maart tot en met 28 april. 1 Vereijken, Wat is... Internet, ( Pagina 12 van 45

17 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 13 RV (%) Relatieve vochtigheid in kas Datum Grafiek 1: Relatieve vochtigheid in kas. Temp. ( C) 45 Temperatuur in kas Datum Grafiek 2: Temperatuur in kas. Pagina 13 van 45

18 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Evaluatie De evaluatie bestond uit twee delen: gewasbeoordeling en labo-analyses van de potgronden Gewasbeoordeling Bij iedere zaai werd er telkens na 2 weken, na 4 weken en bij oogst een gewasbeoordeling gedaan. Alle parameters werden beoordeeld op een schaal van 1 tot en met 9. Iedere evaluatie is door steeds dezelfde persoon uitgevoerd om de manier van beoordelen zo uniform mogelijk te houden. De beoordelingsfiches werden telkens handmatig ingevuld en daarna werden de resultaten ingevoerd in excel voor verdere statistische verwerking. Deze statistische verwerking werd uitgevoerd door een personeelslid van het PCG. Door middel van de statistische toets ANOVA werd de graad van significantie en de p-waarde bepaald. De p-waarde was een maat voor de waarschijnlijkheid dat de gevonden resultaten al of niet toevallig waren. Hoe dichter de waarde bij 1, hoe groter de kans dat de bekomen resultaten op toeval berustten. Hoe dichter de waarde bij 0 aanleunde, hoe groter de kans op significante verschillen. De letters a, b, c, in de gewasbeoordelingstabellen bij de resultaten wijzen op een analoge graad van significantie. Zo zijn de planten gelabeld met a significant verschillend van de planten gelabeld met b. Na 2 weken, net vòòr het planten op het MGS, werden kiemsnelheid, opkomst, uniformiteit, wortelmassa en wortelkleur geëvalueerd. In onderstaande tabel 9 is een voorbeeld van een beoordelingsfiche na 2 weken weergegeven. Tabel 2: Beoordelingsfiche na 2 weken. 1 punt traag weinig heterogeen weinig donker 9 punten snel veel uniform veel bleek Volgnr Obj Par Kiemsnelheid Opkomst Uniformiteit Wortelmassa Wortelkleur bak 1 31 bak 2 31 bak 3 31 bak 4 31 bak 1 32 bak 2 32 bak 1 33 bak 2 33 bak 1 34 bak 2 34 bak 1 35 bak 2 35 bak 1 36 bak 2 36 Pagina 14 van 45

19 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 15 Na 4 weken, werden de volgende parameters beoordeeld: bladmassa, gewashoogte, bladkleur, bladgrootte, bladvorm, aanwezigheid van gele bladeren, algemene gezondheid van het gewas, wortelmassa en wortelkleur. In onderstaande tabel 10 is een voorbeeld van een beoordelingsfiche na 4 weken weergegeven. Tabel 3: Beoordelingsfiche na 4 weken. 1 punt weinig laag bleek klein puntig veel ziek weinig donker 9 punten veel hoog donker groot rond geen gezond veel bleek Volgnr Obj Par Bladmassa Gewashoogte Bladkleur Bladgrootte Bladvorm Geel blad Gezondheid gewas Wortelmassa Wortelkleur goot 1 31 goot 1 32 goot 1 33 goot 1 34 goot 1 35 goot 1 36 goot 2 31 goot 2 32 goot 2 33 goot 2 34 goot 2 35 goot 2 36 goot 3 31 goot 3 32 goot 3 33 goot 3 34 goot 3 35 goot 3 36 Pagina 15 van 45

20 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 16 Bij oogst werden dezelfde parameters beoordeeld als op 4 weken, aangevuld met een beoordeling op gebruikswaarde. Met de gebruikswaarde wordt de koopaantrekkingskracht voor de eindverbruiker bedoeld. In onderstaande tabel 11 is een voorbeeld van een beoordelingsfiche bij oogst weergegeven. Tabel 4: Beoordelingsfiche bij oogst. Pagina 16 van 45

21 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Labo-analyses Na 2 weken, na 4 weken en bij oogst werden ph, EC, het NO 3 -gehalte en het NH 4 + -gehalte gemeten van de verschillende potgronden. De potgronden werden telkens in drie condities gemeten, namelijk in de zak, in een gezaaide pot en in een niet gezaaide pot die wel mee in proef stond. Deze laatste pot kreeg water en werd belicht zoals de gezaaide potten. De labotesten werden allemaal uitgevoerd in het labo op het PCG. De laboprocedure bestaat uit 4 onderdelen: Potgrondstaalnames Berekening volumedichtheid Bereiding oplossingen Metingen: NO - 3, NH + 4, EC en ph Potgrondstaalnames: Uit iedere zaaiing werden na 2 weken, na 4 weken en bij oogst telkens 6 niet gezaaide potten en 6 gezaaide potten per potgrondsoort van op het MGS gehaald. Aangezien er bij iedere zaaiing 3 parallellen (goten) per potgrondsoort waren, werden er per parallel en per potgrondsoort 2 niet gezaaide potten en 2 gezaaide potten uitgehaald. Er werd per potgrondsoort een mengsel gemaakt van de 6 niet gezaaide potten enerzijds en anderzijds van de 6 gezaaide potten. Het mengsel van de gezaaide potten werd apart gehouden van dat van de niet gezaaide potten. Het potgrondmengsel werd telkens in een plastic zak verzameld waarop volgende gegevens geschreven werden: Zaainummer Objectnummer (potgrondsoort) Braak / Teelt (niet gezaaide of gezaaide potten) Na 2 weken / na 4 weken / bij oogst Naast deze potgrondstaalnames van op het MGS, werd er van de zes verschillende soorten potgrond om de twee weken een potgrondstaal genomen uit de potgrondzakken. De eerste staalname uit de zakken startte op de dag van de eerste zaaiing en dan telkens om de twee weken. De potgrondzakken werden koel bewaard bij 4 C opdat het nutriëntengehalte in de zak niet of niet snel zou wijzigen door mogelijke mineralisatie. Om de kwaliteit en de samenstelling van de potgrond longitudinaal op te volgen tijdens de proeven werden er toch stalen genomen om een zicht te hebben op het nutriëntengehalte. Vervolgens werden alle stalen naar het labo gebracht. Indien er direct kon gestart worden met het analyseren, dan werden de stalen in de frigo met een temperatuur van 4 C geplaatst. Indien de analyses niet onmiddellijk konden uitgevoerd worden, werden de stalen in de diepvriezer bewaard op een temperatuur van -18 C zodat de potgrondsamenstelling niet wijzigt gedurende het bewaarproces. Een nadeel aan het diepvriezen, is dat er relatief lang moet gewacht worden voordat de stalen ontdooid zijn. Het is dus belangrijk om de stalen tijdig (best 1 dag op voorhand) uit de diepvriezer te halen indien er gepland is om labo-analyses uit te voeren. Pagina 17 van 45

22 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 18 Berekening volumedichtheid: De volumedichtheid is belangrijk voor de verdere analyses. De bepaling hiervan werd gedaan met behulp van een maatcilinder van 1 liter en een weegschaal die tot op 0,01 gram nauwkeurig meet. Het potgrondsubstraat in de plasticzakken moet eerst en vooral handmatig voldoende fijn geduwd worden om vervolgens goed gemengd te kunnen worden. Stukken die groter zijn dan 40 mm zijn ongewenst omdat dit een verkeerd beeld van de volumedichtheid kan veroorzaken. Ten eerste wordt de weegschaal aangezet, de maatcilinder erop gezet en getarreerd. Vervolgens kan de maatcilinder gevuld worden met het potgrondsubstraat tot ongeveer één liter. Belangrijk is dat het substraat niet aangedrukt wordt en dat er ook niet geschud wordt met de maatcilinder. Daarna moet de maatcilinder drie maal naar beneden vallen van op een hoogte van ongeveer 10 cm. Tot slot wordt het volume (V) afgelezen tot 10 ml nauwkeurig en wordt de massa (m) bepaald tot 0,1 g nauwkeurig met behulp van een getarreerde balans. Met deze gegevens kan de volumedichtheid (VD) berekend worden als volgt: VD = m (g) V (l) Bereiding oplossingen: Er worden 2 oplossingen gemaakt van ieder potgrondstaal. De eerste oplossing is voor de ph-meting en de tweede oplossing is voor alle andere metingen (EC, NO 3 - en NH 4 + ). De hoeveelheid potgrondsubstraat die nodig is wordt als volgt berekend: massa oplossing 1 = VD 0,1 l 1 5 massa oplossing 2 = VD 0,25 l 1 5 Er is een verschil in de nodige substraatmassa omdat er voor de ph-meting gewerkt wordt met een volume-extract van 0,1 liter en voor de alle andere metingen wordt er gewerkt met een volume-extract van 0,25 liter. Als extractiemiddel wordt er gedemineraliseerd water gebruikt zodat de analyses niet kunnen beïnvloed worden door de samenstelling van het water. In beide formules wordt er ook nog eens vermenigvuldigd met een factor 1. Dit is de 5 volumeverhouding die gebruikt wordt voor bodemanalyses (1 deel grond en 5 delen water). Beide oplossingen worden bereid in erlenmeyers van 250 ml. Oplossing 1, bestemd voor de ph-meting, dient 6 uur te rusten voordat de meting kan uitgevoerd worden om een representatief resultaat te bekomen. Oplossing 2, bestemd voor alle andere metingen, wordt afgesloten met een dop om één uur lang op de schudtafel te staan. Daarna kan de oplossing gefiltreerd worden met een filter (Wattman 2 plooifilter) zodat er geen grote vaste deeltjes meer aanwezig zijn in het filtraat dat gebruikt wordt voor verdere metingen. Pagina 18 van 45

23 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 19 Metingen: NO 3 - De nitraatmeting wordt gedaan aan de hand van nitraatstrips en een reflectometer. Het type reflectometer die gebruikt wordt is RQ flex 10 van MERCK en de nitraatstrips die gebruikt worden zijn van het type Reflectoquant Nitrate Test met een meetbereik van 5 mg/l tot 225 mg/l NO 3 -. Eerst wordt op de reflectometer de juiste test geselecteerd (code 402, testduur: 60 seconden). Vervolgens wordt er op start gedrukt en wordt de nitraatstrip op het zelfde moment in het filtraat van het potgrondsubstraat gebracht gedurende 2 seconden. De reflectometer telt verder af naar 0 seconden en ondertussen wordt de nitraatstrip lichtjes afgedept met papier. Als de reflectometer reeds afgeteld heeft tot 10 seconden, wordt de nitraatstrip in het toestel gestoken. Na de laatste 10 seconden verschijnt het nitraatgehalte in mg/l op het scherm van het toestel. De reflectometer meet het nitraatgehalte aan de hand van een verkleuring van de strip. Nitraationen worden gereduceerd tot nitrietionen door een reducerende stof. Deze nitrietionen reageren vervolgens, in het bijzijn van een zure buffer, met een aromatische amine om een diazoniumzout te vormen. Dit zout reageert met N-(1-naphthyl)-ethyleen diamine waardoor er een violetrode azokleurstof wordt gevormd die dan reflectometrisch wordt gemeten. NH 4 + De ammoniummeting wordt net zoals de nitraatmeting aan de hand van strips (Reflectoquant Ammonium Test) en de reflectometer gedaan. Er is echter wel een verschil in meetbereik tussen de nitraat- en ammoniumstrips. Het meetbereik bij de ammoniumtest is veel kleiner waardoor er soms meerdere metingen moeten uitgevoerd worden. Er zijn 3 testen met een verschillend meetbereik die gebruikt werden om het ammoniumgehalte te bepalen: 0,2 mg/l 7,0 mg/l (code 324), 5,0 mg/l 20,0 mg/l (code 331) en 20,0 mg/l 180,0 mg/l (code 312). De 2 testen met het laagste meetbereik werken op hetzelfde principe, enkel de reactietijd verschilt. De test met het laagste meetbereik duurt 8 minuten en de andere test duurt 4 minuten. Als eerste stap in de procedure wordt het testpotje gevuld met 5 ml filtraat van het potgrondsubstraat. Om dit nauwkeurig te doen werd dit steeds met een elektronische pipet van 5 ml gedaan. Vervolgens werden ook nog 10 druppels NH 4-1 reagens en een afgestreken microlepeltje NH 4-2 reagens toegevoegd. Tot slot werd het testpotje gesloten en grondig geschud om aan de meting zelf te starten. De juiste test op de reflectometer werd geselecteerd (code 324 of 331) en werd gestart. Op hetzelfde moment werd de ammoniumstrip in het testpotje gebracht en dit tot dat de reflectometer aftelt tot de laatste 10 seconden. Gedurende de laatste 10 seconden werd de strip lichtjes afgedept met papier en in de reflectometer gestoken die nadien het resultaat weergeeft. Ook hier bepaalt de reflectometer het ammoniumgehalte aan de hand van een verkleuring van de strip. Ammoniumionen reageren met een chlorerende stof om monochloramine te vormen. De monochloramine reageert vervolgens met een phenolmengsel en vormt een blauw indophenol derivaat dat reflectometrisch kan worden gemeten. Pagina 19 van 45

24 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 20 De test met het hoogste meetbereik (code 312) is volgens een ander principe en duurt slechts 15 seconden. De ammoniumionen reageren met het Neßler s reagens en vormen een geelbruin mengsel dat reflectometrisch kan worden gemeten. Het testpotje wordt gevuld net zoals bij de 2 voorgaande testen. Er wordt 5 ml filtraat in een testpotje gebracht en vervolgens worden er 10 druppels NH 4-1 reagens aan toegevoegd. Eerst wordt het testpotje goed geschud en vervolgens wordt de juiste test gestart op de reflectometer. Gedurende 2 seconden wordt de strip in het testpotje gebracht. Daarna wordt de strip lichtjes afgedept en in de reflectometer gestoken die het ammoniumgehalte weergeeft. EC Vooraleer te starten met de EC-metingen, werd de EC-meter eerst gekalibreerd met behulp van een standaardoplossing met een geleidbaarheid van 1413 µs. Na de kalibratie werd overgegaan tot de metingen. De sonde werd telkens afgespoeld met gedemineraliseerd water en lichtjes afgedept met papier. Daarna werd de sonde ondergedompeld in het filtraat van het potgrondsubstraat zonder contact te maken met de rand van het potje. Er werd zachtjes bewogen om de de luchtbellen in de sonde te verwijderen. De EC-waarde werd telkens genoteerd nadat de waarde stabiel was. ph Na 6 uur rusten van oplossing 1 (voor de ph-meting) werd gestart met de ph-metingen. Net zoals bij de EC-metingen werd de ph-meter eerst gekalibreerd met behulp van 2 standaardoplossingen met ph 4 en ph 7. Na kalibratie werden de ph-metingen uitgevoerd. Belangrijk is dat ook hier de sonde na elke meting telkens afgespoeld werd met gedemineraliseerd water en lichtjes afgedept werd met papier. De ph werd afgelezen nadat de waarde gestabiliseerd was. Pagina 20 van 45

25 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 21 2 Resultaten 2.1 Gewasresultaten Aangezien dezelfde trend zich min of meer herhaalde in de tijd zijn de resultaten gemiddeld weergegeven over de 3 zaaiingen heen op 2 weken, op 4 weken en bij oogst. Tevens werd berekend of er een significant verschil is voor een welbepaalde parameter tussen de verschillende potgronden. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Deze gegevens worden tot slot aangevuld met een gemiddelde score op gebruikswaarde, waarmee de koopaantrekkingskracht van de basilicum wordt bedoeld Na 2 weken Tabel 5: Gemiddelde beoordeling 2 weken na zaai. Potgrond Kiemsnelheid Opkomst Uniformiteit Wortelmassa Wortelkleur DCM 2 BIO 8,8 a 8,5 a 8,6 a 8,4 9,0 DCM 1 BIO 8,8 a 8,4 a 8,3 a 8,7 9,0 GO BIO 5 7,8 a 7,0 a 6,8 ab 7,9 8,8 KKS Bio Potting Substrate (693) 6,9 ab 7,3 a 7,0 ab 7,3 8,3 Peltracom-substraat 8,6 a 8,5 a 8,1 a 8,4 9,0 Verta 5,2 b 4,3 b 4,3 b 6,0 9,0 Gemiddelde 7,7 7,4 7,2 7,8 8,9 p-waarde 0,00 0,00 0,00 0,04 0,05 1= traag weinig heterogeen weinig donker 9= snel veel uniform veel wit 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10,0 Score Gemiddelde beoordeling 2 weken na zaai Kiemsnelheid Opkomst Uniformiteit Grafiek 3: Gemiddelde beoordeling 2 weken na zaai. Pagina 21 van 45

26 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Na 4 weken (deel 1) Tabel 6: Gemiddelde beoordeling na 4 weken (1). Potgrond Bladmassa Gewashoogte Bladkleur Bladgrootte DCM 2 BIO 8,6 8,0 ab 8,7 a 7,9 ab DCM 1 BIO 8,5 8,2 ab 8,8 a 7,9 ab GO BIO 5 8,8 8,9 a 7,5 bc 8,8 a KKS Bio Potting Substrate (693) 8,6 8,8 a 8,2 ab 8,4 a Peltracom-substraat 8,6 8,6 a 8,4 ab 8,2 ab Verta 5,8 6,7 b 6,9 c 6,8 b Gemiddelde 8,1 8,2 8,1 8,0 p-waarde 0,07 0,02 0,00 0,02 1= weinig laag bleek klein 9= veel hoog donker groot Score Gemiddelde beoordeling na 4 weken (1) 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Bladmassa Gewashoogte Bladkleur Bladgrootte Grafiek 4: Gemiddelde beoordeling na 4 weken (1). Pagina 22 van 45

27 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Na 4 weken (deel 2) Tabel 7: Gemiddelde beoordeling na 4 weken (2). Potgrond Wortelmassa Wortelkleur Geel blad Gezondheid gewas Bladvorm DCM 2 BIO 7,9 8,6 9,0 9,0 5,1 DCM 1 BIO 8,2 8,6 9,0 9,0 4,9 GO BIO 5 8,9 7,7 9,0 9,0 4,8 KKS Bio Potting Substrate (693) 8,8 7,8 9,0 9,0 4,0 Peltracom-substraat 8,7 8,4 9,0 9,0 4,8 Verta 6,8 8,2 9,0 9,0 5,1 Gemiddelde 8,2 8,2 9,0 9,0 4,8 p-waarde 0,09 0,04 0,43 1= weinig donker veel ziek puntig 9= veel wit geen gezond rond Score Gemiddelde beoordeling na 4 weken (2) 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Wortelmassa Wortelkleur Geel blad Gezondheid gewas Grafiek 5: Gemiddelde beoordeling na 4 weken (2). Pagina 23 van 45

28 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Bij oogst (deel 1) Tabel 8: Gemiddelde beoordeling bij oogst (1). Potgrond Bladmassa Gewashoogte Bladkleur Bladgrootte DCM 2 BIO 7,6 a 6,7 c 7,6 ab 7,3 b DCM 1 BIO 7,6 a 6,6 c 7,9 ab 7,3 b GO BIO 5 7,9 a 8,0 b 7,1 b 7,7 ab KKS Bio Potting Substrate (693) 8,9 a 9,0 a 8,8 a 9,0 a Peltracom-substraat 7,7 a 8,1 b 7,1 b 7,8 ab Verta 4,8 b 7,0 c 6,9 b 7,3 b Gemiddelde 7,4 7,6 7,6 7,7 p-waarde 0,00 0,00 0,01 0,01 1= weinig laag bleek klein 9= veel hoog donker groot Gemiddelde beoordeling bij oogst (1) Score 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Bladmassa Gewashoogte Bladkleur Bladgrootte Grafiek 6: Gemiddelde beoordeling bij oogst (1). Pagina 24 van 45

29 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Bij oogst (deel 2) Tabel 9: Gemiddelde beoordeling bij oogst (2). Potgrond Wortelmassa Wortelkleur Geel blad Gezondheid gewas Bladvorm DCM 2 BIO 7,7 7,6 7,9 b 7,5 b 4,0 DCM 1 BIO 7,7 7,8 8,2 ab 7,6 b 4,0 GO BIO 5 8,3 7,0 7,4 b 7,8 ab 3,9 KKS Bio Potting Substrate (693) 8,8 7,7 8,7 a 8,6 a 4,0 Peltracom-substraat 8,4 7,7 7,8 b 7,6 b 3,7 Verta 6,7 7,7 7,8 b 7,1 b 4,1 Gemiddelde 7,9 7,6 8,0 7,7 3,9 p-waarde 0,07 0,23 0,00 0,01 0,08 1= weinig donker veel ziek puntig 9= veel wit geen gezond rond Gemiddelde beoordeling bij oogst (2) Score 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Wortelmassa Wortelkleur Geel blad Gezondheid gewas Grafiek 7: Gemiddelde beoordeling bij oogst (2). Pagina 25 van 45

30 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Gebruikswaarde Onderstaande grafiek 12 geeft per potgrondsoort een gemiddelde score over de 3 zaaiingen weer, die de koopaantrekkingskracht bij oogst voor de eindverbruiker weerspiegelt. Score 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Gemiddelde score gebruikswaarde Grafiek 8: Gebruikswaarden per zaaiing. Bovenstaande scores worden verduidelijkt op onderstaande figuur 37. Hierop is een gemiddelde basilicumplant van iedere potgrondsoort te zien om toch min of meer een beeld te hebben van de planten. De basilicumplanten (met verschillende potgronden) zijn in dezelfde volgorde opgesteld als de volgorde van de gebruikswaardebeoordeling op grafiek 12. Figuur 19: Gemiddelde basilicumplant bij oogst van iedere potgrondsoort. Pagina 26 van 45

31 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum Bladverkleuring De laatste zaaiing (zaai 3) is na de oogstbeoordeling nog één week langer blijven staan op het mobiel gotensysteem. Dit was niet in het protocol opgenomen, maar achteraf gezien bleek dit leerrijk te zijn. Gedurende die week vertoonden de planten steeds meer bladverkleuringen (zie figuur 38 en 39) die verschillend bleken te zijn per potgrondsoort. Deze bladverkleuringen werden ook beoordeeld om eventueel latere conclusies uit te trekken. Net zoals alle andere beoordelingen werd iedere goot (parallel) binnen deze zaaiing beoordeeld en werd er een gemiddelde score berekend die weergegeven is in onderstaande tabel 17. Tabel 10: Gemiddelde beoordeling bladverkleuring bij oogst van zaai 3. Potgrond Bladverkleuring DCM 2 BIO 6,0 DCM 1 BIO 6,5 GO BIO 5 8,2 KKS Bio Potting Substrate (693) 8,3 Peltracom-substraat 8,5 Verta 6,8 Gemiddelde 7,4 1= veel 9= weinig Figuur 20: Bladverkleuring aan de bladnerven. Figuur 21: Bladverkleuring aan de bladpunt. 2.2 Laboresultaten In dit hoofdstuk worden de laboresultaten per parameter en per meettijdstip weergegeven. De geëvalueerde parameters zijn ph, EC,,NH 4 + en NO 3 -. De meettijdstippen zijn na 2 weken, na 4 weken en bij oogst. Iedere grafiek bestaat uit 2 balkjes per potgrondsoort. Het blauwe balkje (braak) geeft de resultaten weer van de niet gezaaide potten en het rode balkje (teelt) van de gezaaide potten. Tot slot is telkens op de eerste grafiek (na 2 weken) per parameter een derde groene balk te zien. Deze groene balk geeft een gemiddelde waarde weer van de potgrond uit de potgrondzakken die koel bewaard zijn bij 4 C. De gemiddelde waarde is berekend op basis van de resultaten iedere 2 weken gedurende de volledige proefperiode. Pagina 27 van 45

32 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum ph-waarde ph 7,10 6,80 6,50 6,20 5,90 5,60 5,30 5,00 ph-waarde na 2 weken + startwaarde in zak Braak Teelt Zak Grafiek 9: ph-waarde na 2 weken + startwaarde in zak. ph 7,10 6,80 6,50 6,20 5,90 5,60 5,30 5,00 ph-waarde na 4 weken Braak Teelt Grafiek 10: ph-waarde na 4 weken. ph 7,10 6,80 6,50 6,20 5,90 5,60 5,30 5,00 ph-waarde bij oogst Braak Teelt Grafiek 11: ph-waarde bij oogst. Pagina 28 van 45

33 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum EC-waarde EC (ms/cm) EC-waarde na 2 weken + startwaarde in zak 0,700 0,600 0,500 0,400 0,300 0,200 0,100 0,000 Braak Teelt zak Grafiek 12: EC-waarde na 2 weken + startwaarde in zak. EC (ms/cm) 0,700 0,600 0,500 0,400 0,300 0,200 0,100 0,000 EC-waarde na 4 weken Braak Teelt Grafiek 13: EC-waarde na 4 weken. EC (ms/cm) 0,700 0,600 0,500 0,400 0,300 0,200 0,100 0,000 EC-waarde bij oogst Braak Teelt Grafiek 14: EC-waarde bij oogst. Pagina 29 van 45

34 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum NH gehalte NH 4 + (mg/l) NH gehalte na 2 weken + startwaarde in zak 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 Braak Teelt zak Grafiek 15: NH gehalte na 2 weken + startwaarde in zak. NH + 4 (mg/l) 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 NH gehalte na 4 weken Braak Teelt Grafiek 16: NH gehalte na 4 weken. NH 4 + (mg/l) 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 NH gehalte bij oogst Braak Teelt Grafiek 17: NH gehalte bij oogst. Pagina 30 van 45

35 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum NO gehalte NO 3 - (mg/l) NO gehalte na 2 weken + startwaarde in zak Braak Teelt zak Grafiek 18: NO gehalte na 2 weken + startwaarde in zak. NO 3 - (mg/l) NO gehalte na 4 weken Braak Teelt Grafiek 19: NO gehalte na 4 weken. NO 3 - (mg/l) NO gehalte bij oogst Braak Teelt Grafiek 20: NO gehalte bij oogst. Pagina 31 van 45

36 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 32 3 Discussie en algemeen besluit Bij de gewasresultaten na 2 weken (tabel 12 en grafiek 3) valt op dat de potgrond van Verta significant minder goed is qua kiemsnelheid, opkomst en uniformiteit. Bovendien valt ook op dat de potgronden GO BIO 5 en KKS Bio Potting Substrate (693) significant minder goed scoren qua uniformiteit. Tevens scoort de potgrond KKS Bio Potting Substrate (693) iets minder goed qua kiemsnelheid. Algemeen scoren DCM 2 BIO, DCM 1 BIO en Peltracom-substraat significant het best wat betreft kiemresultaten. De resultaten van wortelmassa en wortelkleur zijn statistisch gezien niet significant omdat de p-waarde te hoog is. De kans dat de resultaten berusten op toeval is te groot. Na 4 weken (tabel 13 en grafiek 4) wordt duidelijk dat de basilicum in de potgrond van Verta significant minder goed scoort op vlak van gewashoogte, bladkleur en bladgrootte. Tevens valt op dat de bladmassa heel wat minder scoort. Op vlak van gewashoogte wordt duidelijk dat DCM 2 BIO en DCM 1 BIO significant beter zijn dan Verta maar toch iets minder goed dan GO BIO 5, KKS Bio Potting Substrate (693) en Peltracom-substraat. De bladkleur bij KKS Bio Potting Substrate (693) en bij Peltracom-substraat scoren significant beter dan bij Verta, maar toch iets minder goed dan DCM 2 BIO en DCM 1 BIO. GO BIO 5 scoort qua bladkleur tussen, enerzijds Verta en anderzijds KKS Bio Potting Substrate (693) en Peltracom-substraat. In tabel 14 en op grafiek 5 is merkbaar dat er tussen de potgrondsoorten geen verschil is op vlak van gewasgezondheid en het aantal gele bladeren. Ze scoren allemaal zeer goed. Er kunnen geen statistisch verschillen gevonden worden qua wortelmassa, wortelkleur en bladvorm door een te hoge p-waarde. Bij oogst (tabel 15 en grafiek 6) springt KKS Bio Potting Substrate (693) in het oog. Deze potgrondsoort scoort significant het best wat betreft bladmassa, gewashoogte, bladkleur en bladgrootte. Verta scoort significant het slechtste qua bladmassa. GO BIO 5 en Peltracom-substraat scoren voor gewashoogte significant beter dan DCM 2 BIO, DCM 1 BIO en verta, maar toch iets slechter dan KKS Bio Potting Substrate (693). DCM 2 BIO en DCM 1 BIO scoren wat betreft de bladkleur significant iets beter dan GO BIO 5, Peltracom-substraat en Verta, maar toch iets slechter dan KKS Bio Potting Substrate (693). GO BIO 5 en Peltracom-substraat scoren op vlak van bladgrootte significant lichtjes beter dan DCM 2 BIO, DCM 1 BIO en Verta, maar toch slechter dan KKS Bio Potting Substrate (693). In tabel 16 en op grafiek 7 profileert KKS Bio Potting Substrate (693) zich opnieuw als de beste potgrond op vlak van gewasgezondheid en de aanwezigheid van het aantal gele bladeren. Wat betreft de aanwezigheid van gele bladeren leunt DCM 1 BIO significant aan bij KKS Bio Potting Substrate (693). De overige potgrondsoorten zijn significant minder goed. GO BIO 5 scoort voor gewasgezondheid significant beter dan de andere potgrondsoorten, behalve voor de potgrondsoort KKS Bio Potting Substrate (693). Statistische verschillen zijn er niet voor wortelmassa, wortelkleur en bladvorm aangezien de p-waarde te hoog is. Grafiek 8 en figuur 37 bevestigen de trend in de resultatenverwerking van de gewasbeoordeling, nl. KKS Bio Potting Substrate (693) die algemeen het best scoort bij oogst. Niettegenstaande de minder goede kiemresultaten, evolueert de basilicum in deze potgrondsoort naar een meest verkoopwaardige basilicumplant. Pagina 32 van 45

37 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 33 De bladverkleuringen die optraden in de week na de oogstbeoordelingen van zaai 3 kunnen hoogstwaarschijnlijk 2 oorzaken hebben, nl. een stikstoftekort en / of een calciumgebrek. De basilicumbladeren onderaan de plant trokken bleek aan de bladnerven (zie figuur 38) en / of aan de bladpunt (zie figuur 39). Bovenaan de plant trad er bij sommige planten bladverbranding op. In geval van een stikstoftekort worden de eiwitten in de oudste bladeren afgebroken om de jonge bladeren via het floëem te voorzien van voldoende stikstof. In dat geval verkleuren de oudste bladeren en in een later stadium ook de jonge bladeren. 2 In geval van een calciumgebrek ontstaan er bladverkleuringen langs de randen van de jonge bladeren en / of ontstaan er bruine vlekken op de jonge bladeren. Bovendien kan er ook bladverbranding optreden bij de jongste bladeren. Een calciumgebrek 3 kan verschillende oorzaken hebben: te lage calciumconcentratie in de potgrond omstandigheden die de transpiratie negatief beïnvloeden bewolkt en koud weer hoge luchtvochtigheid osmotische stress (droogte en zoutstress) factoren die de wortelgroei belemmeren verdichting van de grond zuurstofgebrek ongunstige vochtgehalten van de bodem of ongunstige temperatuuromstandigheden Wat betreft de ph-waarde (grafiek 9,10 en 11) valt op dat er weinig of geen verschil is tussen de niet gezaaide (braak) en gezaaide (teelt) potten op eender welk tijdstip. Over het algemeen is wel duidelijk dat de ph-waarde daalt gedurende de groeiperiode. De ph-waarde van de potgrond in de zak is steeds hoger dan de ph-waarde bij oogst van iedere potgrondsoort. Toch is belangrijk dat de ph-waarde van de potgrond niet te sterk daalt gedurende de groeiperiode omdat het ph-optimum 4 voor basilicum zich bevindt tussen 6,0 en 7,5. De ph-waarde van het water voor de irrigatie van basilicum beïnvloedt nauwelijks de phwaarde van de potgrondsubstraten. De aanwezigheid van bicarbonaat in het water daarentegen kan de ph van de potgrondsubstraten beïnvloeden. Toch zal het gebruikte water geen of slechts weinig invloed hebben op de ph-waarde van de potgrondsubstraten omdat dit enerzijds aan de onderzijde van de potten opgenomen wordt op het MBS en anderzijds omdat er geen of weinig bicarbonaat aanwezig is in hemelwater. De plant heeft zelf het grootste effect op de ph van het wortelmilieu. Gedurende een sterke vegetatieve groei worden er hoofdzakelijk NO ionen opgenomen uit de potgrond en staat de plant hiervoor OH - - ionen af waardoor de ph lichtjes verhoogt. Dit is merkbaar bij vergelijking van grafiek 8 (na 2 weken) en grafiek 9 (na 4 weken). De ph stijgt bij de potgronden DCM 2 BIO, GO BIO 5, Peltracom-substraat en Verta en blijft min of meer constant bij DCM 1 BIO en KKS Bio Potting Substrate (693). 2 YARA, N gebrek. Internet, ( 3 YARA, Calcium gebrek. Internet, ( 4 Plantdex, Basil. Internet, ( Pagina 33 van 45

38 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 34 Naarmate de groei vordert, nemen de planten steeds minder NO ionen op, maar steeds meer K + - ionen op voor de bloemvorming. De opname van K + - ionen gaat gepaard met een uitwisseling van H + - ionen waardoor de potgrond verzuurt. Dit resulteert in een ph-daling en is merkbaar op grafiek 9 (na 4 weken) en grafiek 10 (bij oogst) bij de potgronden DCM 2 BIO, DCM 1 BIO, KKS Bio Potting Substrate (693) en Peltracom-substraat en blijft min of meer constant bij GO BIO 5 en Verta. 5 Tevens is merkbaar op grafiek 9 (na 2 weken) dat de potgronden GO BIO 5, KKS Bio Potting Substrate (693) en Verta reeds een sterke ph-daling vertonen na 2 weken in vergelijking met de startwaarde uit de potgrondzak. De oorzaak hiervan ligt bij een snel nitrificatieproces waardoor er H + - ionen vrijkomen die de potgrond doen verzuren. Grafiek 18 bevestigt deze oorzaak omdat er bij deze potgronden reeds het meest NO 3 - gevormd is. Het nitrificatieproces is als volgt: NH O 2 NO H 2 O + 2H + De EC-waarde (grafiek 12, 13 en 14) van de potgronden stijgt of blijft min of meer constant in vergelijking met de startwaarde in de zak na 2 weken (grafiek 12). Doordat de potgronden in contact komen met water, zonlicht en lucht start het mineralisatieproces waardoor er o.a. meer nutriënten beschikbaar komen. Vers organisch materiaal en organische stof in de bodem worden microbieel afgebroken tot minerale verbindingen zoals CO 2 en NH 4 + waardoor de EC-waarde stijgt. 6 Algemeen vertoont de EC-waarde van de gezaaide potten een dalende trend doorheen de tijd omdat er nutriënten uit de potgrond worden opgenomen. Na 4 weken (grafiek 13) valt op dat de EC-waarde van de gezaaide potten in de potgronden KKS Bio Potting Substrate (693) en Peltracom-substraat veel hoger ligt dan de andere potgronden. Dit wijst op een hogere voorziening aan zouten (nutriënten) voor de basilicum. Bij oogst (grafiek 14) is merkbaar dat de EC-waarde van deze 2 potgronden sterk daalt tot op een niveau dat bijna evenwaardig is met de andere potgronden. Dit wijst erop dat de basilicum in deze potgronden meer nutriënten hebben opgenomen wat ook de betere groei verklaart. De EC-waarde van de niet gezaaide potten bij oogst stijgt of blijft min of meer constant in vergelijking met de startwaarde van de potgronden. Dit komt omdat ook hier het mineralisatieproces doorgaat en er in deze potten geen nutriënten opgenomen worden. Op vlak van het NH gehalte (grafiek 15, 16 en 17) is merkbaar dat dit gehalte na 2 weken (grafiek 15) stijgt, in vergelijking met de startwaarde in de zak, in de gezaaide potten voor de potgronden DCM 2 BIO, DCM 1 BIO, KKS Bio Potting Substrate (693) en Peltracomsubstraat. Dit wijst erop dat in deze potgronden meer NH 4 + gemineraliseerd wordt dan in de potgronden GO BIO 5 en Verta. Na 4 weken (grafiek 16) blijkt dat er in alle potgronden (gezaaide en niet gezaaide potten) verder NH 4 + gemineraliseerd wordt, behalve in de potgrond Verta. 5 PPO Glastuinbouw, Sturing van de ph niet altijd eenvoudig. Internet, ( 6 Vlaamse overheid LNE, Organische stof: sleutel tot bodemvruchtbaarheid. Internet, november 2009, ( Pagina 34 van 45

39 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 35 Bij oogst (grafiek 17) valt op dat er ook nu NH 4 + gemineraliseerd wordt in de potgrond Verta. De mineralisatie in deze potgrond gebeurt eigenlijk te laat waardoor er ook latere omzetting is van NH 4 + naar NO 3 -. Dit kan de minder goede gewasresultaten verklaren. Uit de niet gezaaide potten kan afgeleid worden dat de mineralisatie bij DCM 2 BIO, DCM 1 bio en GO BIO 5 sterk verminderd is aangezien er in deze potten niet veel NH 4 + meer aanwezig is. Dit in tegenstelling tot de potgronden KKS Bio Potting Substrate (693) en Peltracom-substraat waar er nog steeds een deel NH 4 + gemineraliseerd wordt. Het NO gehalte (grafiek 18, 19 en 20) is belangrijk gedurende de groeiperiode van de basilicum. Iedere potgrond bevat in de verpakking slechts een kleine hoeveelheid NO 3 - waardoor het enorm belangrijk is dat dit nutriënt gedurende de groeiperiode snel genoeg vrijkomt door o.a. het nitrificatieproces. Na 2 weken (grafiek 18) is merkbaar dat het NO gehalte bij de potgronden DCM 2 BIO, DCM 1 BIO en Peltracom-substraat aan de lage kant is. De potgronden GO BIO 5, KKS Bio Potting Substrate (693) en Verta daarentegen hebben na 2 weken reeds een behoorlijk gehalte NO 3 -. Na 4 weken (grafiek 19) blijkt het NO gehalte in de gezaaide potten nog steeds aan de lage kant voor de potgronden DCM 2 BIO en DCM 1 BIO. Het NO gehalte in de potgrond Peltracom-substraat is al wat meer gestegen in vergelijking met grafiek 18. De potgronden GO BIO 5 en Verta hebben nog steeds een behoorlijk gehalte NO 3 -, maar wel al minder in vergelijking met grafiek 18. De potgrond KKS Bio Potting Substrate (693) daarentegen heeft een hoger NO gehalte in vergelijking met grafiek 18. Bij oogst (grafiek 20) is duidelijk dat de basilicum zo goed als al het beschikbare NO 3 - heeft opgenomen bij iedere potgrondsoort. De potgronden waren op dit tijdstip uitgeput, maar gedurende het groeiproces kwam er bij de ene potgrondsoort meer en tijdig NO 3 - vrij dan bij de andere potgrondsoort waardoor er betere resultaten konden bereikt worden. Uit de niet gezaaide potten bij oogst kan afgeleid worden dat er in totaal het meest NO 3 - ter beschikking kwam in de potgrond KKS Bio Potting Substrate (693). Pagina 35 van 45

40 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 36 Als besluit kan gesteld worden dat het mogelijk is om biologisch basilicum te telen in pot mits een biologische potgrond die een correcte organische bemesting bevat welke voldoende stikstofnalevering geeft. De sterk uiteenlopende resultaten wijzen op het belang van een goede potgrondsamenstelling. Eén potgrondsoort, nl KKS Bio Potting Substrate (693) van de leverancier Klasmann, bewijst dat het mogelijk is om basilicum biologisch te telen in pot zonder bij te bemesten. Deze potgrondsoort levert in deze proef en onder deze klimaatomstandigheden gedurende de periode van 24 februari 2014 tot en met 28 april 2014 de beste resultaten op voor de biologische teelt van basilicum in pot. Na dit onderzoek en de literatuurstudie kunnen enkele belangrijke vereisten geformuleerd worden waaraan een goede biologische potgrond moet voldoen om basilicum biologisch te telen in pot zonder bij te bemesten: Een voldoende luchtig substraat, bij voorkeur met overwegend witveen zodat er o.a. genoeg O 2 ter beschikking komt voor de microbiologische omzettingen in de potgrond. Een samenstelling die gedurende de hele groeiperiode organisch materiaal kan mineraliseren tot o.a. NH + 4 die de basis is voor een optimale nitrificatie. + Het NH 4 - gehalte moet, volgens de grafieken, gedurende de groeiperiode tussen 18,0 mg/l en 33,0 mg/l blijven. De samenstelling moet, volgens de grafieken, zodanig zijn dat het nitrificatieproces snel kan doorgaan zodat de eerste 2 weken 70 mg/l NO - 3 of meer aanwezig is in de - pot. Tevens moet het NO 3 - gehalte van de potgrond in de pot de eerste 4 weken minstens constant blijven of stijgen om groeistress voor de basilicumplanten te vermijden. Als kritische noot bij vergelijkend onderzoek van potgrondsubstraten moeten alle variabelen zo veel mogelijk gelijk geschakeld worden. Productiedatum, bewaaromstandigheden en de termijn tussen productiedatum en eerste gebruik dienen gelijk te zijn. Bovendien vergt niet ieder potgrondsubstraat evenveel water. In deze studie werd met deze aandachtspunten geen rekening gehouden. In functie van de stijgende vraag naar bioproducten is verder onderzoek zeker aangewezen naar een optimaal aangepast biologisch potgrondsubstraat voor basilicum en andere teelten. Pagina 36 van 45

41 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 37 4 Bio-ethische reflectie Aan de hand van dit eindwerk krijgen telers meer inzicht in het financiële luik van de biologische teelt van kruiden in pot. Door een gefundeerde geschatte kostprijsanalyse is er meer zekerheid naar het financiële risico omdat de gemiddelde vaste kosten zoals zaden, potten, potgrond, verpakkingen, eens uitgediept zijn, wat tot op heden nog nergens terug te vinden is in de literatuur. Aan de hand van deze informatie kunnen telers voor zichzelf uitmaken of het biologisch telen van kruiden in pot rendabel zou kunnen zijn op hun bedrijf. Naast de kostprijsanalyse die in dit eindwerk verwerkt is, wordt er ook een proefopzet uitgewerkt met als doel de beste potgrondsamenstelling en organische bemesting te zoeken voor het biologisch telen van basilicum in pot. Veenmosveen is een zeer goede maar dure grondstof die vaak in potgronden gebruikt wordt omdat het tot 10 keer zijn eigen gewicht aan water kan opnemen. Tegenover dit grote voordeel staan ook twee nadelen. Ten eerste is dit type veen eindig omdat het vormingsproces zeer traag is en ten tweede wordt bij het ontginnen van veenmosveen het ecosysteem sterk aangetast. Deze negatieve kenmerken dwingen telers om alternatieven te zoeken. Een belangrijk alternatief is kokos. Zowel de vezels als het harde omhulsel worden verwerkt in potgrond. Kokos is 100 % hernieuwbaar en heeft een hogere ph dan veenmosveen, waardoor ook de grond niet verzuurt. Volgens de productiebedrijven zoals DCM en Bio- Kultura zou kokosvezel bijna even goed zijn als veenmosveen omdat het 8 tot 9 keer zijn eigen gewicht aan water zou kunnen opnemen. Door teeltproeven is het mogelijk om de ideale groeiomstandigheden van de kruiden te bepalen, wat zal resulteren in een verkorte teeltduur en een daling van de teeltkosten Er zal enkel geld besteed worden aan efficiënte en productieve middelen wat voor de telers een hoger winstpercentage kan opleveren. Biologisch telen biedt ook veel voordelen naar het milieu. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn niet toegestaan waardoor er ook geen schadelijke residuen overblijven in de leefomgeving (in grond- en oppervlaktewater, in regenwater, in de bodem en in de lucht). Kunstmeststoffen zijn ook niet toegelaten waardoor er een kleinere kans zal zijn op overbemesting met als gevolg dat er minder nitraatuitspoeling is. Bovendien is er heel wat aardgas nodig om kunstmeststoffen te maken en deze grondstof is eindig. Tevens gaan productieprocessen, gebaseerd op aardgas/aardolie, gepaard met een grote CO 2 -uitstoot wat opnieuw leidt tot luchtvervuiling. Het is belangrijk om nu reeds onderzoek te doen naar biologisch telen van gewassen. De biologische teelt is immers gezonder voor de mens, maar ook voor het milieu. Door biologisch te telen zal de plant van nature uit een sterkere weerstand opbouwen. Ieder jaar opnieuw moeten de beste rassen geselecteerd worden zodat er in de toekomst enkel nog hoogproductieve en resistente rassen gebruikt kunnen worden. Tot slot is ook het sociaal aspect een belangrijke factor. De communicatie staat hierbij centraal. De proefresultaten moeten op een duidelijke en efficiënte manier tot bij de telers raken via publicaties in tijdschriften of op het internet. Naast het overbrengen proefresultaten moet ook kennis omtrent teeltwijzen overgebracht kunnen worden door bijvoorbeeld infodagen of cursussen waardoor telers zich kunnen bijscholen. In de toekomst kan de bioteelt steeds belangrijker worden. Dit eindwerk over het biologisch telen van kruiden in pot is een kleine schakel in het evolutieproces naar een veilige en duurzame toekomst. Pagina 37 van 45

42 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 38 5 Publiceerbaar artikel Bioteelt basilicum in pot zonder bijbemesting haalbaar? Sinds 2009 vertoont de Vlaamse bioteelt een stijgende lijn volgens het Departement Landbouw en Visserij. Er wordt steeds meer gezocht naar technieken en grondstoffen die beter geschikt zijn voor de biologische productie. Er zijn reeds verschillende biologische potgrondsubstraten op de markt, doch de samenstelling varieert enorm. In dit onderzoek werd nagegaan welk type biologisch potgrondsubstraat het meest geschikt is om basilicum te telen in pot zonder noodzakelijke bijbemesting. Het ONDERZOEK werd in serre uitgevoerd op het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt te Kruishoutem. In tabel 1 zijn de 6 vergeleken potgrondsubstraten weergegeven. Potgrondsubstraat DCM 2 BIO DCM 1 BIO GO BIO 5 KKS Bio Potting Substrate 693 Peltracom-substraat Verta Tabel 1: Potgrondsubstraten. Leverancier DCM (Bas Van Buuren) DCM (Bas Van Buuren) Jiffy Klasmann Peltracom Verta Het basilicumras was Marian van het zaadhuis Enza. Er werd maar één ras gebruikt opdat er slechts één variabele, namelijk potgrond, zou zijn. Het verloop van het onderzoek is weergegeven in onderstaande figuur 1. Figuur 1: Schematische weergave onderzoek. Bovenstaand schema werd drie keer herhaald om representatieve resultaten te bekomen. Het zaaien gebeurde respectievelijk op 24 februari, 3 maart en 10 maart 2014 in biologisch afbreekbare potten (Desch Plantpak) van 8x8x7 cm. Bij iedere zaaiing werden 80 potten gevuld per potgrondsubstraat. In 62 potten werden manueel 15 basilicumzaden op de potgrond gezaaid, de overige 18 potten bleven ongezaaid. Voor en na het zaaien werden de gevulde potten begoten met een sproeilans. De opkweek vond gedurende de eerste 2 weken na zaai plaats op een opkweektafel waarboven een nevelsysteem hing. Vanaf de derde week, wanneer de basilicum voldoende diep doorworteld was, werden de potten verspreid geplant op het mobiel gotensysteem zichtbaar op figuur 2. Pagina 38 van 45

43 Rendabiliteitsstudie van de biologische kruidenteelt in pot Potgrond / bemestingsproef in de teelt van Ocimum basilicum 39 Het mobiel gotensysteem was opgebouwd uit 5 compartimenten van telkens 21 goten. Wekelijks schoven de goten door waardoor er een nieuw compartiment vrij kwam voor op te planten. Ieder compartiment bestond uit 3 reeksen van ieder potgrondsubstraat. De watergift (afhankelijk van zonnestralingssterkte), de ventilatie (vanaf 22 C in kas) en de assimilatiebelichting (16 uren licht per dag) werden volledig automatisch gestuurd door de klimaatcomputer. Figuur 2: Mobiel gotensysteem. De EVALUATIE bestond uit een beoordeling van het basilicumgewas en een laboanalyse van de potgrondsubstraten op 2 weken, 4 weken en bij oogst. De gewasevaluatie gebeurde voor alle parameters op een 9-puntenschaal. De beoordeelde parameters waren kiemsnelheid, opkomst, uniformiteit, wortelmassa, wortelkleur, bladmassa, gewashoogte, bladkleur, bladgrootte, bladvorm, aanwezigheid van gele bladeren, algemene gezondheid van het gewas en gebruikswaarde. Met de gebruikswaarde wordt de koopaantrekkingskracht voor de eindverbruiker bedoeld. De potgrondsubstraten met basilicum zijn op figuur 3 gesorteerd van links naar rechts volgens de ordening in tabel 1. Figuur 3: Gemiddelde basilicumplant bij oogst per potgrondsubstraat. Bij de labo-analyses van het potgrondsubstraat werd gekeken naar het nitraatgehalte (NO 3 - ), het ammoniumgehalte (NH 4 + ), het zoutgehalte (EC) en de zuurtegraad (ph) in de ongezaaide en de gezaaide potten. Naast staalnames uit potten van op het mobiel gotensysteem werd er eveneens om de 2 weken van de 6 verschillende potgrondsubstraten een staal genomen uit de verpakking, dit om de kwaliteit en samenstelling ervan longitudinaal op te volgen. De potgrondzakken werden koel bewaard bij 4 C opdat het nutriëntengehalte in de zak niet of niet snel zou wijzigen door mogelijke mineralisatie. Pagina 39 van 45

TEELT IN POT ROZEMARIJN. Biologische Potgrondproef (inclusief organische bemesting)

TEELT IN POT ROZEMARIJN. Biologische Potgrondproef (inclusief organische bemesting) 1 TEELT IN POT Het onderzoek kruiden in pot, dat plaatsvindt op het PCG, is zowel biologisch als gangbaar. In het gangbare wordt voornamelijk gekeken naar de beschikbaarheid van verschillende rassen en

Nadere informatie

RASSENPROEF KROPSLA WINTERTEELT

RASSENPROEF KROPSLA WINTERTEELT RASSENPROEF KROPSLA WINTERTEELT Proefcode: gg14 slrswi In opdracht van: PCG vzw Technisch comité Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be Door:

Nadere informatie

GANGBARE SOORTEN- EN RASSENPROEF BASILICUM

GANGBARE SOORTEN- EN RASSENPROEF BASILICUM GANGBARE SOORTEN- EN RASSENPROEF BASILICUM Proefcode: GG14 BARS01 In opdracht van: PCG vzw Technisch comité kruiden Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be

Nadere informatie

RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: KORIANDER (1 E ZAAI)

RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: KORIANDER (1 E ZAAI) RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: KORIANDER (1 E ZAAI) Proefcode: OL13 KORS01 In opdracht van: Technisch Comité kruiden Justine Dewitte Karreweg 6 Kruishoutem België 09/381,86,82 09/381,86,99 jd@proefcentrum-kruishoutem.be

Nadere informatie

RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: KORIANDER (2 E ZAAI)

RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: KORIANDER (2 E ZAAI) RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: KORIANDER (2 E ZAAI) Proefcode: OL14 KORS02 In opdracht van: Technisch Comité kruiden Justine Dewitte Karreweg 6 Kruishoutem België 09/381 86 82 09/381 86 99 jd@proefcentrum-kruishoutem.be

Nadere informatie

BASILICUM RASSENPROEF

BASILICUM RASSENPROEF BASILICUM RASSENPROEF Proefcode: OL12 HERS01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381

Nadere informatie

RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: BASILICUM

RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: BASILICUM RASSENPROEF BIOLOGISCHE KRUIDEN: BASILICUM Proefcode: OL13 BARS01 In opdracht van: Technisch Comité kruiden Justine Dewitte Karreweg 6 Kruishoutem België 09/381 86 82 09/381 86 99 jd@proefcentrum-kruishoutem.be

Nadere informatie

GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL

GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL Proefcode : OL13 BKBM11 Uitgevoerd in opdracht van: IWT project: IWT-LBO 110766 On-line monitoring en model gebaseerd adviessysteem voor 'Just-ontime' N-bemesting

Nadere informatie

Studieverantwoordelijke Dr. B. Gobin. Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw

Studieverantwoordelijke Dr. B. Gobin. Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw BIESLOOK RASSENPROEF Proefcode: OL12 HERS02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381

Nadere informatie

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM Proefcode: OL13 PRBMVJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++

Nadere informatie

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU Proefcode : OL13 BKTTZA Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg

Nadere informatie

RASSENPROEF CHINESE KOOL (BRASSICA RAPA VAR. PEKINENSIS) ONDER KOEPEL

RASSENPROEF CHINESE KOOL (BRASSICA RAPA VAR. PEKINENSIS) ONDER KOEPEL RASSENPROEF CHINESE KOOL (BRASSICA RAPA VAR. PEKINENSIS) ONDER KOEPEL Proefcode: GB14 CKRS01 In opdracht van: PCG vzw Technisch comité Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9

Nadere informatie

RASSENPROEF BASILICUM OP MGS

RASSENPROEF BASILICUM OP MGS RASSENPROEF BASILICUM OP MGS Proefcode: gg12 krhy01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32

Nadere informatie

ALTERNATIEVE SLA RASSENPROEF LATE HERFST TEELT

ALTERNATIEVE SLA RASSENPROEF LATE HERFST TEELT ALTERNATIEVE SLA RASSENPROEF LATE HERFST TEELT Proefcode : gg13asrslh Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

BONEN RASSENPROEF VOORJAARSTEELT KOEPEL

BONEN RASSENPROEF VOORJAARSTEELT KOEPEL BONEN RASSENPROEF VOORJAARSTEELT KOEPEL Proefcode : gb13bors01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

RASSENPROEF PETERSELIE

RASSENPROEF PETERSELIE RASSENPROEF PETERSELIE Proefcode: OL12 HERS03 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381

Nadere informatie

DEMONSTRATIEVE PROEF KRUIDEN MOBIELE GOTENSYSTEEM

DEMONSTRATIEVE PROEF KRUIDEN MOBIELE GOTENSYSTEEM DEMONSTRATIEVE PROEF KRUIDEN MOBIELE GOTENSYSTEEM Proefcode: GG11KRTT01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

GEKLEURDE RADIJSJES TELEN IN TUNNEL: DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF VOORJAAR

GEKLEURDE RADIJSJES TELEN IN TUNNEL: DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF VOORJAAR GEKLEURDE RADIJSJES TELEN IN TUNNEL: DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF VOORJAAR Proefcode: GB15 RARS01 In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een dienblad Door: PCG vzw Karreweg

Nadere informatie

CRESSEN TELEN IN TUNNEL: DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF VOORJAAR

CRESSEN TELEN IN TUNNEL: DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF VOORJAAR CRESSEN TELEN IN TUNNEL: DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF VOORJAAR Proefcode: GB15 CRRS01 In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een dienblad Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem

Nadere informatie

Studieverantwoordelijke Dr. B. Gobin. Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw

Studieverantwoordelijke Dr. B. Gobin. Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw RUCOLA RASSENPROEF Proefcode: OL12 HERS04 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86

Nadere informatie

GLASSLA RASSENPROEF LATE HERFST

GLASSLA RASSENPROEF LATE HERFST GLASSLA RASSENPROEF LATE HERFST Proefcode: gg12 slrslh Offertecode: Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité

Nadere informatie

TESTEN VAN DE INVLOED VAN DE K/CA VERHOUDING VAN DE VOEDINGSOPLOSSING OP RAND IN SLA OP HET MOBIEL GOTENSYSTEEM

TESTEN VAN DE INVLOED VAN DE K/CA VERHOUDING VAN DE VOEDINGSOPLOSSING OP RAND IN SLA OP HET MOBIEL GOTENSYSTEEM TESTEN VAN DE INVLOED VAN DE K/CA VERHOUDING VAN DE VOEDINGSOPLOSSING OP RAND IN SLA OP HET MOBIEL GOTENSYSTEEM Proefcode: gg13 slra01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt

Nadere informatie

SPINAZIE RASSENPROEF VOORJAAR INDUSTRIE

SPINAZIE RASSENPROEF VOORJAAR INDUSTRIE SPINAZIE RASSENPROEF VOORJAAR INDUSTRIE Proefcode : OL13 SPRSVJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

TEELTTECHNISCHE PROEF VROEGE LENTETEELT: ENERGIEBESPARING DOOR VERLENGDE OPKWEEK

TEELTTECHNISCHE PROEF VROEGE LENTETEELT: ENERGIEBESPARING DOOR VERLENGDE OPKWEEK TEELTTECHNISCHE PROEF VROEGE LENTETEELT: ENERGIEBESPARING DOOR VERLENGDE OPKWEEK Proefcode : gg10slenvl Uitgevoerd in opdracht van : ADLO-project: energiezuinig telen van bladgewassen Door: Provinciaal

Nadere informatie

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF PEULTJES

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF PEULTJES DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF PEULTJES Proefcode: OL14 DELIPE In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een Dienblad Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem

Nadere informatie

SNIJBOON RASSENPROEF VOORJAARSTEELT

SNIJBOON RASSENPROEF VOORJAARSTEELT SNIJBOON RASSENPROEF VOORJAARSTEELT Proefcode: GG 12 borsvj Offertecode: Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch

Nadere informatie

QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF

QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF Proefcode: OL14 QURS01 In opdracht van: QUINOBEL François GILBERT de CAUWER Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA

CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA Proefcode: SM12PARS01 Offertecode: 12_005_JV Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: LAVA cvba Maarten De Moor Leuvensesteenweg 130 A 3191 Boortmeerbeek

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK TROSTOMAAT NAJAARSTEELT

CONSUMENTENONDERZOEK TROSTOMAAT NAJAARSTEELT CONSUMENTENONDERZOEK TROSTOMAAT NAJAARSTEELT Proefcode: SM14TORS01 In opdracht van: LAVA cvba t.a.v. Maarten De Moor Leuvensesteenweg 130 A 3191 Boortmeerbeek Tel ++ 32 (0)15 50 42 50 Maarten.demoor@lava.be

Nadere informatie

SMAAKONDERZOEK MINI TOMATEN

SMAAKONDERZOEK MINI TOMATEN SMAAKONDERZOEK MINI TOMATEN Proefcode : SM12TORS13 Offertecode : Code klant : GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité

Nadere informatie

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL Proefcode: gb12tors02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

INVLOED VAN DIVERSE GROENBEMESTERS OP ZIEKTEDRUK VAN VERSCHILLENDE BODEMGEBONDEN ZIEKTES

INVLOED VAN DIVERSE GROENBEMESTERS OP ZIEKTEDRUK VAN VERSCHILLENDE BODEMGEBONDEN ZIEKTES INVLOED VAN DIVERSE GROENBEMESTERS OP ZIEKTEDRUK VAN VERSCHILLENDE BODEMGEBONDEN ZIEKTES Proefcode: OL14 GRBMZI In opdracht van: Interreg IV project EMMA Grensoverschrijdende samenwerking rond alternatieve

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK GELE GEBLOKTE PAPRIKA

CONSUMENTENONDERZOEK GELE GEBLOKTE PAPRIKA CONSUMENTENONDERZOEK GELE GEBLOKTE PAPRIKA Proefcode: SM13PARS03 Offertecode: 13_010_JV Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: LAVA cvba Maarten De Moor Leuvensesteenweg 130 A 3191 Boortmeerbeek

Nadere informatie

INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE

INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE Proefcode : OL12 DTBM02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg

Nadere informatie

BIOLOGISCHE TEELT RODE BIET: ZAAIEN OF PLANTEN - RASSEN

BIOLOGISCHE TEELT RODE BIET: ZAAIEN OF PLANTEN - RASSEN BIOLOGISCHE TEELT RODE BIET: ZAAIEN OF PLANTEN - RASSEN Bijkomende gegevens Proefcode: GB10RBTT01 Uitgevoerd in opdracht van Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch

Nadere informatie

SLA RASGEVOELIGHEID LUIS EN ZIEKTEN

SLA RASGEVOELIGHEID LUIS EN ZIEKTEN SLA RASGEVOELIGHEID LUIS EN ZIEKTEN Proefcode : OL13 SLRSLU Uitgevoerd in opdracht van: Interreg IV project EMMA Door: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770

Nadere informatie

RASSENPROEF CHINESE KOOL VOORJAARSTEELT

RASSENPROEF CHINESE KOOL VOORJAARSTEELT RASSENPROEF CHINESE KOOL VOORJAARSTEELT Proefcode: gb11ckrs01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

RODE BIET RASSENPROEF VERSE MARKT

RODE BIET RASSENPROEF VERSE MARKT RODE BIET RASSENPROEF VERSE MARKT Proefcode: OL11 RBRS01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++

Nadere informatie

RASSENPROEF LOSSE TOMAAT

RASSENPROEF LOSSE TOMAAT RASSENPROEF LOSSE TOMAAT Proefcode : gb13tors01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost- Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS 2015

VELDSLA ONDER GLAS 2015 VELDSLA ONDER GLAS 2015 Zaaidichtheid 4 e gamma (winter 2015-2016 ) TOAGLA15VSL_TT01 Onderzoek financieel gesteund door GMO. Doel Nagaan wat de invloed is van de zaaidichtheid op opbrengst en geel blad.

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek VELDSLA ONDER GLAS 216 - senonderzoek Winterteelt 216-217 4 e gamma TOAGLA16VSL_RA3 Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA

CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA Proefcode: SM11PARS01 Offertecode:11_004_SB Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: LAVA cvba Maarten De Moor Leuvensesteenweg 130 A 3191 Boortmeerbeek

Nadere informatie

RASSENPROEF ZOETE PUNTPAPRIKA BIOTEELT

RASSENPROEF ZOETE PUNTPAPRIKA BIOTEELT RASSENPROEF ZOETE PUNTPAPRIKA BIOTEELT Proefcode: gb12pars01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK KIEMEN

CONSUMENTENONDERZOEK KIEMEN CONSUMENTENONDERZOEK KIEMEN Proefcode: SM15DELI01 In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een dienblad Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86

Nadere informatie

SMAAKONDERZOEK COEUR DE BOEUF

SMAAKONDERZOEK COEUR DE BOEUF SMAAKONDERZOEK COEUR DE BOEUF Proefcode: SM12TORS11 Offertecode: Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg

Nadere informatie

GROENBEMESTERS VROEGE ZAAI: OPVOLGING N- VAST- EN VRIJSTELLING

GROENBEMESTERS VROEGE ZAAI: OPVOLGING N- VAST- EN VRIJSTELLING GROENBEMESTERS VROEGE ZAAI: OPVOLGING N- VAST- EN VRIJSTELLING Proefcode : OL09 GRBM01 Uitgevoerd in opdracht van : Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch comité Karreweg

Nadere informatie

BIJBEMESTING IN PREI LATE HERFST

BIJBEMESTING IN PREI LATE HERFST BIJBEMESTING IN PREI LATE HERFST Proefcode: OL14 PRBM02 In opdracht van: Technisch comité PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be Door:

Nadere informatie

BROCCOLI RASSENPROEF VROEGE TEELT

BROCCOLI RASSENPROEF VROEGE TEELT BROCCOLI RASSENPROEF VROEGE TEELT Proefcode: OL14 BRRSVJ In opdracht van: Technisch comité Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be

Nadere informatie

RASSENPROEF COURGETTE IN TUNNEL TIJDENS HET NAJAAR

RASSENPROEF COURGETTE IN TUNNEL TIJDENS HET NAJAAR RASSENPROEF COURGETTE IN TUNNEL TIJDENS HET NAJAAR Proefcode: GB14 CORS01 In opdracht van: TC Bio Beschutte Teelten Karreweg 6 9770 Kruishoutem Belgie 09/381 86 86 09/381 86 99 Door: PCG vzw Karreweg 6

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek VELDSLA ONDER GLAS 215 - Rassenonderzoek Winterteelt 215-216 4 e gamma TOAGLA15VSL_RA4 Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK VERGETEN GROENTEN

CONSUMENTENONDERZOEK VERGETEN GROENTEN CONSUMENTENONDERZOEK VERGETEN GROENTEN Proefcode: Contract: SM15DTTT01 n.v.t. In opdracht van: BelOrta Ludo Van Kelst Mechelsesteenweg 120 2860 Sint-Katelijne-Waver Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem

Nadere informatie

RASSENPROEF WARMOES NAJAAR BIOTEELT

RASSENPROEF WARMOES NAJAAR BIOTEELT RASSENPROEF WARMOES NAJAAR BIOTEELT Proefcode: GB10WMRS01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

SLA ONDER AFDEKKING Rassenonderzoek

SLA ONDER AFDEKKING Rassenonderzoek SLA ONDER AFDEKKING 216 - Rassenonderzoek Winterteelt 216-217 TOAGLA16KSL_RA5 Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Nadere informatie

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF MINIWORTEL

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF MINIWORTEL DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF MINIWORTEL Proefcode: OL14 DELIWO In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een Dienblad Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem

Nadere informatie

SLA ONDER AFDEKKING Rassenonderzoek

SLA ONDER AFDEKKING Rassenonderzoek SLA ONDER AFDEKKING 16 - Rassenonderzoek Zomerteelt TOAGLA16KSL_RA3 Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO).

Nadere informatie

CHINESE KOOL RASSENPROEF NAJAARSTEELT

CHINESE KOOL RASSENPROEF NAJAARSTEELT CHINESE KOOL RASSENPROEF NAJAARSTEELT Proefcode: OL11 CKRSNJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie

INDUSTRIELE CICHOREI

INDUSTRIELE CICHOREI 23/05/2002 COMITE VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN Criteria voor het onderzoek van rassen met het oog op hun toelating tot de catalogus INDUSTRIELE CICHOREI

Nadere informatie

SELECTIVITEIT VAN CENTIUM 36 (CLOMAZON, CS), TOEGEPAST NA PLANTEN IN COURGETTE, OP HET VOLGGEWAS VELDSLA

SELECTIVITEIT VAN CENTIUM 36 (CLOMAZON, CS), TOEGEPAST NA PLANTEN IN COURGETTE, OP HET VOLGGEWAS VELDSLA SELECTIVITEIT VAN CENTIUM 36 (CLOMAZON, CS), TOEGEPAST NA PLANTEN IN COURGETTE, OP HET VOLGGEWAS VELDSLA Proefcode : OL11 COON01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

ORIËNTERENDE BEMESTINGSPROEF BIO PAPRIKA: PLANTAARDIG VERSUS DIERLIJK, KANSEN VAN HET GEBRUIK VAN MAAIMESTSTOFFEN

ORIËNTERENDE BEMESTINGSPROEF BIO PAPRIKA: PLANTAARDIG VERSUS DIERLIJK, KANSEN VAN HET GEBRUIK VAN MAAIMESTSTOFFEN ORIËNTERENDE BEMESTINGSPROEF BIO PAPRIKA: PLANTAARDIG VERSUS DIERLIJK, KANSEN VAN HET GEBRUIK VAN MAAIMESTSTOFFEN Proefcode: GB16 PABM01 In opdracht van: TC bio beschutte teelten Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

PREI RASSENVERGELIJKING VROEGE TEELT

PREI RASSENVERGELIJKING VROEGE TEELT PREI RASSENVERGELIJKING VROEGE TEELT Proefcode: OL12 PRRSVR Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

YACON (SMALLANTHUS SONCHIFOLIUS) TEELTTECHNIEK: PLANTDEMO

YACON (SMALLANTHUS SONCHIFOLIUS) TEELTTECHNIEK: PLANTDEMO YACON (SMALLANTHUS SONCHIFOLIUS) TEELTTECHNIEK: PLANTDEMO Proefcode: OL15 YADEMO In opdracht van: Yacomix project Groente-innovatiefonds Boterakker vzw Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++

Nadere informatie

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst PROEFVERSLAG Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst Proefnummer: TOAGLA18KSL_RA03 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER

LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER Proefcode : OL12 BKORLT Uitgevoerd in opdracht van: Vlaamse Landmaatschappij (VLM) Project Onderzoek

Nadere informatie

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: DIVERSE KRUIDEN, EETBARE BLOEMEN EN ALTERNATIEVE GROENTEN

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: DIVERSE KRUIDEN, EETBARE BLOEMEN EN ALTERNATIEVE GROENTEN DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: DIVERSE KRUIDEN, EETBARE BLOEMEN EN ALTERNATIEVE GROENTEN Proefcode: OL14 DELIDI In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een Dienblad Door:

Nadere informatie

OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKENZIEKTE IN PREI

OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKENZIEKTE IN PREI OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKENZIEKTE IN PREI Proefcode: OL14 PRIPM In opdracht van: ADLO 4-2012: Integratie van IPM in de vollegrondsgroenteteelt in Vlaanderen Vlaamse

Nadere informatie

PASTINAAK RASSENPROEF VERSE MARKT

PASTINAAK RASSENPROEF VERSE MARKT PASTINAAK RASSENPROEF VERSE MARKT Proefcode : OL11 PARS01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

PREI RASSENPROEF VROEGE TEELT MET ZUIDERS PLANTMATERIAAL (LOSSE PLANTEN)

PREI RASSENPROEF VROEGE TEELT MET ZUIDERS PLANTMATERIAAL (LOSSE PLANTEN) PREI RASSENPROEF VROEGE TEELT MET ZUIDERS PLANTMATERIAAL (LOSSE PLANTEN) Proefcode: OL14 PRRSVR In opdracht van: Technisch comité Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax

Nadere informatie

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt. Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere

Nadere informatie

Verslag onderzoek OENOSAN (Agraphyt) - proef 2 #

Verslag onderzoek OENOSAN (Agraphyt) - proef 2 # Verslag onderzoek OENOSAN (Agraphyt) - proef 2 # Proefopzet Om het effect van op de ontwikkeling van planten te evalueren, werd een proef met tomaat (Minibel) opgezet. Kiemplantjes van 14 dagen werden

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI

BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI Proefcode : OL09 PRGBST Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

FOSFORBEMESTING IN COURGETTE

FOSFORBEMESTING IN COURGETTE FOSFORBEMESTING IN COURGETTE Proefcode: OL11 COBM01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32

Nadere informatie

EETBARE BLOEMEN. Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel (0) Fax (0)

EETBARE BLOEMEN. Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel (0) Fax (0) EETBARE BLOEMEN Proefcode: GB14 EBRS01 In opdracht van: Technisch comité Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be Proefverantwoordelijke:

Nadere informatie

POTPROEF MET ORGANISCHE EN ORGANO- MINERALE MESTSTOFFEN IN SLA

POTPROEF MET ORGANISCHE EN ORGANO- MINERALE MESTSTOFFEN IN SLA POTPROEF MET ORGANISCHE EN ORGANO- MINERALE MESTSTOFFEN IN SLA Proefcode: OL11 SLBMND Offertecode: 10_055_AV Uitgevoerd in opdracht van: NutriDix nv Polderstraat 3 8600 Diksmuide Tel ++ 32 (0)51 519 043

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

KRULANDIJVIE RASSENPROEF VOORJAAR

KRULANDIJVIE RASSENPROEF VOORJAAR KRULANDIJVIE RASSENPROEF VOORJAAR Proefcode: OL13 FARSVJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++

Nadere informatie

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Pythiumbestrijding broeierij tulp Pythiumbestrijding broeierij tulp In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 F. Kreuk INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING.. 3 1. INLEIDING 4 2. PROEFOPZET.. 4 3. ALGEMEEN.. 4 4. RESULTATEN. 5 4.1 Teeltgegevens

Nadere informatie

TELEN MET ORGANISCHE MESTSTOFFEN OP ORGANISCH SUBSTRAAT; EEN MAKKIE OF TOCH NIET ZO EVIDENT?

TELEN MET ORGANISCHE MESTSTOFFEN OP ORGANISCH SUBSTRAAT; EEN MAKKIE OF TOCH NIET ZO EVIDENT? TELEN MET ORGANISCHE MESTSTOFFEN OP ORGANISCH SUBSTRAAT; EEN MAKKIE OF TOCH NIET ZO EVIDENT? Proefcode: GG11 TOTT01 en 02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF MINIBIET

DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF MINIBIET DEMOTUIN DELICATESSEGROENTEN: RASSENPROEF MINIBIET Proefcode: OL14 DELIBI In opdracht van: Leader-project In my backyard: delicatessegroenten op een Dienblad Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem

Nadere informatie

TOEPASSING VAN STARTFOSFATEN BIJ SELDER

TOEPASSING VAN STARTFOSFATEN BIJ SELDER TOEPASSING VAN STARTFOSFATEN BIJ SELDER Proefcode: OL12 SEBM01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

Bemesting van tulp in de broeierij

Bemesting van tulp in de broeierij Bemesting van tulp in de broeierij M.F.N. van Dam, A.J.M. van Haaster, H.P. Pasterkamp, S. Marinova, N.S. van Wees, e.a. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen december 2003 PPO 330

Nadere informatie

ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER

ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER Proefcode: OL12 PRZILH Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770

Nadere informatie

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter PROEFVERSLAG Veldsla 4e gamma Rassenproef winter 2018-2019 Proefnummer: TOAGLA18VSL_RA04 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant Planttype en plantkwaliteit late herfstprei Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant Lieven Delanote, Karel Dewaele, Philippe France Een aantal biologische telers kweekt zelf zijn preiplanten

Nadere informatie

MINDER VERZOUTEND BEMESTEN IN SLA

MINDER VERZOUTEND BEMESTEN IN SLA MINDER VERZOUTEND BEMESTEN IN SLA Het IWT-project REDUNG met als volledige titel 'Reductie van de nitraatuitspoeling in de grondgebonden groenteteelt onder beschutting door beredeneerde watergift en bemesting'

Nadere informatie

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Annelies Beeckman, Karel Dewaele, Lieven Delanote In de zoektocht naar een hogere bedrijfseigen eiwitproductie voert Inagro reeds enkele jaren

Nadere informatie

PROEF COEUR DE BOEUF IN TUNNEL

PROEF COEUR DE BOEUF IN TUNNEL PROEF COEUR DE BOEUF IN TUNNEL Proefcode: GB15 TORS01 In opdracht van: Door: PCG vzw Technisch comité bio Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be

Nadere informatie

Na de teelt 18/11/

Na de teelt 18/11/ HERFSTSAVOOIKOOL 2015 met bestemming industrie 1 Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1.1 Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering

Nadere informatie

VALIDATIE BESLISSINGSONDERSTEUNEND INSTRUMENT IN EEN VROEGE ZOMERTEELT

VALIDATIE BESLISSINGSONDERSTEUNEND INSTRUMENT IN EEN VROEGE ZOMERTEELT VALIDATIE BESLISSINGSONDERSTEUNEND INSTRUMENT IN EEN VROEGE ZOMERTEELT Proefcode : GG13 SLBRZ1 Uitgevoerd in opdracht van: IWT-project 110789: Verfijning, validatie en multiplicatie van het beslissingsondersteunend

Nadere informatie

Kropsla - Rassenproef Winter

Kropsla - Rassenproef Winter PROEFVERSLAG Kropsla - Rassenproef Winter 2018-2019 Proefnummer: TOAGLA18KSL_RA04 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017

Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017 PROEFVERSLAG Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017 Proefnummer: TOAGLA17KSL_RA01 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Agraphyt NV Torhoutbaan 89 B8480 Ichtegem, België. tel + 32 50 703099 Fax + 32 50 703084 BE 0872 535 289 www.agraphyt.be info@agraphyt.be DOSERING: GEBRUIKERSHANDLEIDING Opdat het product kan binnendringen

Nadere informatie

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN CRITERIA CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE VOOR HET ONDERZOEK VAN RASSEN MET HET OOG OP HUN

Nadere informatie

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 98). C. Sonneveld Naaldwijk, maart, 986. Intern Verslag 986, no. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij

Nadere informatie

Beredeneerde bemesting bij tomaat

Beredeneerde bemesting bij tomaat Beschutte teelt -project Beredeneerde bemesting bij tomaat Justine Dewitte Project: Demo: aard en niveau bemesting in biologische teelt trostomaat Doelstelling: De stikstofbemesting (verschillende meststoffen)

Nadere informatie