Rapportage derde kwartaal 2013

Transcriptie

1 Rapportage derde kwartaal 2013 Periode mei tot en met september Peildatum 1 oktober oktober 2013

2 Inhoudsopgave Blz. Type indicator KPI Kerncijfer Financieel Voorwoord 3 Beeld van het tweede en derde kwartaal 2013 (mei tot en met september) 3 Bijstandsvolume 4 X Samenstelling bestand 5 X Aanvragen levensonderhoud (instroompercentage) 6 X Oorzaak bijstandsafhankelijkheid (instroomreden) 6 X Omvang uitkeringslasten 7 X Ontwikkeling uitkeringslasten BUIG 8 X Omvang terugvordering en verhaal 9 X Prognose uitkeringslasten 10 X Gemiddelde uitkeringslast (per bijstandshuishouden per maand) 11 X Gemiddelde uitkeringsduur 12 X Plaatsingen 13 X Meldingen aan de poort 13 X Behandeltijd aanvragen levensonderhoud 14 X Voorkomen uitkeringen 15 X Bespaarde uitkeringslast 16 X Behandeltijd aanvragen bijzondere bijstand en minimabeleid 17 X Gebruik minimaregelingen 18 X Aantal trajecten schuldhulpverlening 19 X Klachten 20 X Bezwaar en beroep 20 X Bereikbaarheid dienstverlening 21 X Efficiencyratio 22 X Budgetresultaat BUIG (Inkomen) en BBZ X Budgetresultaat Participatiebudget (Werk) 25 X Budgetresultaat Bijzondere bijstand en Minimabeleid (Inkomensondersteuning) 26 X Prognose kosten Bijzondere bijstand en Bijzondere bijstand 27 X Budgetresultaat Algemene dekkingsmiddelen incl. Personeelskosten 27 X Recapitulatie budgetten 28 X Pagina 2 van 28

3 Voorwoord Werk en Inkomen Lekstroom is op 1 mei 2013 van start gegaan. In de eerste vier maanden van 2013 voerden de deelnemende gemeenten de taken nog zelf uit. In deze rapportage over de maanden mei tot en met september 2013 worden de resultaten gepresenteerd op een aantal van de Kern Prestatie Indicatoren (KPI) die in de Dienstverleningsovereenkomsten zijn vastgelegd. Niet alle KPI s zijn op dit moment al beschikbaar. In de loop van de komende kwartaalrapportages wordt het aantal KPI s verder uitgebreid. Deze eerste rapportage moet in dat licht worden gezien als een groeimodel, zowel qua inhoud als qua opzet. Aan de KPI s zijn vanuit het management van Werk en Inkomen Lekstroom enkele relevante kerncijfers (KC) toegevoegd. Ook die zijn in deze rapportage opgenomen. Aan het slot van deze rapportage wordt een aantal budgetoverzichten gepresenteerd op basis van de vastgestelde programmabegroting van Werk en Inkomen Lekstroom. Beeld van het tweede en derde kwartaal 2013 (mei tot en met september) Direct na de start werd Werk en Inkomen Lekstroom geconfronteerd met grote aantallen aanvragen. Het beeld van oplopende aantallen ontstond al aan het eind van 2012 en ook in de eerste vier maanden van 2013 liep het aantal aanvragen bij de individuele gemeenten sterk op. Die situatie is niet uniek voor de regio Lekstroom. Uit een recente ledenraadpleging door Divosa blijkt dat het groeiende beroep op de bijstand bij steeds meer sociale diensten tot problemen leidt. Zo moeten mensen die bij hun gemeenten aankloppen voor bijstand bijvoorbeeld langer wachten op uitsluitsel en groeit het aantal aanvragen dat in behandeling is. Door aanvragers intensief te informeren over de regels, lukt het gemeenten volgens Divosa nog wel om het aantal aanvragen te beperken. Ook bij WIL is de toeloop groot en de druk hoog. Dat heeft effect op het bijstandsvolume dat in de afgelopen maanden sterk toenam, al trad er in de zomermaanden enige stabilisatie op. Ook het vinden van werk wordt voor uitkeringsgerechtigden steeds moeilijker. Uit landelijke cijfers blijkt dat het aandeel bijstandsontvangers dat werk vond sinds het uitbreken van de economische crisis in 2009 op een dieptepunt is aangekomen. Waar in 2007 nog 15 procent van de personen met bijstand een baan als werknemer vond, lag dit in 2012 op een kleine 8 procent was een moeilijk jaar om werk te vinden vanuit de bijstand en het ziet er niet naar uit dat het beeld in 2013 verbetert. Het aantal vacatures dat bij het UWV staat geregistreerd is nog steeds erg laag in vergelijking met het aantal werkzoekenden. Investeren in de relatie met potentiële werkevers voor onze klanten is daarom belangrijker dan ooit. De nu gepresenteerde cijfers slaan terug op de vrij korte periode van vijf maanden die sinds de start van Werk en Inkomen Lekstroom zijn verstreken. Al te harde conclusies verbinden aan deze cijfers is niet in alle gevallen verstandig. De wet van de grote getallen werkt nog niet, waardoor incidentele uitschieters sterke invloed kunnen hebben op de waarden. In volgende rapportages treedt dat effect steeds minder op doordat de peilperiode langer en het historische perspectief groter wordt. Pagina 3 van 28

4 Bijstandsvolume In onderstaande tabel en grafieken zijn de aantallen bijstandshuishoudens per ultimo van elke maand weergegeven. Aantal bijstandshuishoudens einde maand Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Al sinds het najaar van 2012 loopt het bijstandsvolume op, geen enkele van de Lekstroomgemeenten uitgezonderd. In september is de uitkering van ongeveer jongeren beëindigd omdat ze weer naar school zijn gegaan. Het bekende beeld dat de groei rond de zomermaanden stabiliseert is ook hier zichtbaar. Desondanks verwachten wij, ook op basis van ervaringscijfers en de landelijke ontwikkelingen een verdere groei in de resterende maanden van De werkloosheid blijft toenemen, al trad in augustus op dat punt een lichte daling op. Economisch herstel is nog niet in zicht. Voor de berekening van de voorlopige budgetten 2014 gaat het Ministerie van SZW uit van een bestandsgroei van 10% in dat jaar. Het Ministerie hanteert daarbij ramingen van het Centraal Plan Bureau. Die ramingen worden in medio 2014 nader bijgesteld aan de hand van de actuele ontwikkelingen in dat jaar. Opm. Deze aantallen wijken af van eerder gepresenteerde aantallen. Het bijstandsvolume is dynamisch door toekenningen en beëindigingen met terugwerkende kracht. Pagina 4 van 28

5 Samenstelling bestand Verdeeld naar geslacht is het bestand per gemeente als volgt samengesteld: Verdeling man/vrouw Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Gemiddeld Percentage per geslacht Mannen Vrouwen 43,8% 56,2% 45,8% 54,2% 46,1% 53,9% 46,7% 53,3% 45,1% 54,9% 45,5% 54,5% In alle gemeenten ligt het percentage vrouwen hoger dan het percentage mannen. De logische verklaring daarvoor is dat het in geval van eenoudergezinnen vrijwel altijd om een moeder met haar kind(eren) gaat. Bij alleenstaanden treffen we vaak vrouwen aan die voorheen alleenstaande ouder waren. Zij ontvangen dan al langere tijd een uitkering en zijn lastig reintegreerbaar. Verdeeld naar leeftijdscategorie is het bestand per gemeente als volgt opgebouwd: Verdeling naar leeftijd Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Gemiddeld Benchmark WWB 2012 < 27 jr 10,0% 11,8% 11,2% 9,3% 7,7% 10,0% 8,4% jr 17,4% 17,0% 12,4% 18,1% 22,3% 17,4% 16,9% Percentage per leeftijdscategorie jr 24,4% 25,4% 32,6% 24,2% 24,9% 26,3% 24,3% jr 22,5% 25,4% 29,2% 24,7% 22,8% 24,9% 26,7% 55 - pensioen 25,7% 20,4% 14,6% 23,7% 22,3% 21,3% 23,5% Pagina 5 van 28

6 Aanvragen levensonderhoud (instroompercentage) Aantal ontvangen aanvragen levensonderhoud in de maand Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen 2013 Mei Jun Jul Aug Sep Gemiddeld 85 aanvragen per maand duidt op een grote toeloop. Ten opzichte van het bijstandsvolume bij de start (2.152) en geëxtrapoleerd naar 12 maanden komt dat neer op ruim aanvragen op jaarbasis. Niet alle aanvragen worden gehonoreerd. Voor het instroompercentage moet worden gekeken naar de toekenningen in de afgelopen vijf maanden. Aantal toegekende aanvragen levensonderhoud in de maand Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen 2013 Mei Jun Jul Aug Sep In de tabel staan de aantallen aanvragen die in de betreffende maand zijn ingediend en waarop positief is beslist. De uitkering kan evenwel eerder of later dan de maand van aanvraag ingaan. Uit de tabel blijkt dat 70% van de aanvragen wordt toegekend. 298 toekenningen komt neer op bijna 60 per maand. Geëxtrapoleerd naar een jaar zijn dat er 715. Vergeleken met de beginstand (2.152), komt dat neer op een instroompercentage van 33,2%. De rapportageperiode is te kort om harde conclusies te verbinden aan bovenstaande cijfers. Zo zijn aanvragen van september op 1 oktober deels nog in behandeling. In de benchmark WWB 2012 kwam onder de deelnemende gemeenten (43% van het landelijk aantal uitkeringsgerechtigden dekkend) een gemiddeld instroompercentage van 38% naar voren. De landelijke ontwikkeling in 2013 is niet bekend. Oorzaak bijstandsafhankelijkheid (instroomreden) Jaar - Kwartaal Wegvallen inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf Wegvallen inkomen uit arbeid/ziekte Wegvallen ander Wegvallen WAO Wegvallen WW Andere redenen inkomen Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal ,2% 37 14,0% 2 0,8% 34 12,8% 29 10,9% ,3% ,2% 36 11,8% 2 0,7% 55 18,0% 36 11,8% ,6% ,9% 30 11,4% 0 0,0% 44 16,7% 35 13,3% ,6% ,9% 9 6,5% 2 1,4% 39 28,1% 7 5,0% 71 51,1% 139 Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat het wegvallen van inkomsten uit de WW in de loop van de tijd een groter deel van de instroom bepaalt. De verwachting is dat die stijging verder doorzet omdat het aantal WW-ers toeneemt dat de maximale WW-periode doorloopt. Pagina 6 van 28

7 Omvang uitkeringslasten Rijlabels Omschrijving Grootboeknummer Omschrijving kostensoort Begroot U Werkelijk U Restant U Begroot I Werkelijk I Restant I Houten BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen IOAW Inkomsten van derden Uitkeringen IOAZ Uitkeringen WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Inkomsten van derden Onderzoekskosten Overige advieskosten Uitkeringen Houten IJsselstein BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen Bijzondere controle Handhavingkosten IOAW Uitkeringen IOAZ Inkomsten van derden Uitkeringen WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Overige advieskosten Uitkeringen IJsselstein Lopik BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen 2-2 IOAW Uitkeringen WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Inkomsten van derden Overige advieskosten Uitkeringen Lopik Nieuwegein BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen Bijzondere controle Handhavingkosten IOAW Inkomsten van derden Uitkeringen IOAZ Uitkeringen Wet op de Lijkbezorging (lasten) Inkomsten van derden Kosten lijkschouwing WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Kosten invordering Uitkeringen BBZ 2004 Inkomsten van derden Onderzoekskosten Overige advieskosten Uitkeringen Nieuwegein Pagina 7 van 28

8 Vianen BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen IOAW Inkomsten van derden Uitkeringen IOAZ Uitkeringen Wet op de Lijkbezorging (lasten) Inkomsten van derden - - WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Onderzoekskosten Overige advieskosten Uitkeringen Vianen Eindtotaal De uitgaven in bovenstaand overzicht betreffen de maanden mei tot en met september, waarbij in juni extra kosten zijn gemaakt vanwege het uitbetaalde vakantiegeld. De maand juni telt daarom voor 1,5 maand. De gepresenteerde kosten bedragen in theorie dan ongeveer 5,5/8,5 deel van het totaalbedrag. De begrote bedragen betreffen een langere periode van 8 maanden (mei tot en met december) en zijn in oktober bijgesteld op basis van de aangepaste bevoorschotting door gemeenten. In de kosten zijn de uitkeringslasten van die in oktober zijn betaald, maar betrekking hebben op periode september, nog niet opgenomen. Tegenover deze uitgaven staan nog wel de (niet begrote) inkomsten bij de indicator 'Omvang terugvordering ' op een van de volgende pagina's. Ontwikkeling uitkeringslasten BUIG Hoogte van de maandelijkse uitkeringslasten WWB tot pensioenleeftijd BBZ Levensonderhoud starters IOAW IOAZ Subtotaal Nabetalingsrun oktober Boekingsperiode 2013 Mei Jun Jul Aug Sep De kosten worden verantwoord in de periode waarop ze betrekking hebben, niet in de periode waarin ze zijn betaald. De hogere kosten in periode 6 worden veroorzaakt door de uitbetaling van de vakantietoeslag. Halverwege elke maand worden nog kosten toegevoegd vanwege afrekeningen en nabetalingen ten laste van de voorgaande perioden. In periode 8 is een aantal van dergelijke nabetalingen de oorzaak van het hogere bedrag geweest. Op het moment van opstellen van deze rapportage waren die kosten die tot medio oktober klaar stonden tot nog niet verwerkt. Daarom is op de onderste regel een raming voor de nabetalingsrun opgenomen in de kolom van periode 9. Pagina 8 van 28

9 Omvang terugvordering en verhaal Over de afgelopen maanden werden de volgende bedragen uit terugvordering en verhaal ontvangen Inkomsten mei t/m september De uitgaven (BUIG) bedroegen Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen De incassoratio is 2,95% 2,02% 2,49% 1,66% 4,69% 2,32% Deze inkomsten worden voor de besteding van het BUIG-budget verrekend met de uitgaven. Het saldo van uitgaven en (verrekende) inkomsten komt ten laste van de rijksbijdrage. Het ministerie van SZW houdt daar bij de vaststelling van het macrobudget ook rekening mee. Hoe meer middelen uit terugvordering en verhaal daadwerkelijk door Werk en Inkomen Lekstroom worden geincasseerd, hoe lager de gemiddelde prijs van de uitkering wordt. Het resultaat daarvan is vervolgens dat binnen de budgettaire ruimte meer klanten kunnen worden geholpen. De ontvangsten bedragen over de afgelopen vijf maanden 2,32% van de uitgaven. Dat is voor de startperiode van WIL een redelijk resultaat. Het gaat nu nog om een korte periode waarin een aantal werkzaamheden vanaf mei moest worden opgestart. Pagina 9 van 28

10 Prognose uitkeringslasten Berekening uitgangspunten mei t/m september Component Uitgaven BUIG mei t/m september Nabetalingsrun oktober (naar rato verdeeld) * Subtotaal uitgaven Inkomsten BUIG mei t/m september ** Netto uitgaven BUIG mei t/m september Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Op basis van 5,5 maanden*** leidt dat tot de volgende netto maandgemiddelden Component Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Netto maandgemiddelde Geëxtrapoleerd naar 8,5 maanden*** voor de periode mei t/m december resulteert dat ik de volgende totalen. Component Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Extrapolatie totaal Correctie 4e kwartaal **** Verwacht totaal Begroot periode WIL Verwachte saldi WIL * De nabetalingsrun over september bedroeg op de peildatum ongeveer Voor deze prognose is er van uitgegaan dat die kosten naar rato bij de gemeenten terecht komen. ** De genoemde inkomsten zijn exclusief de inkomsten op grond van BBZ 2004 op het vorige blad. Voor het BUIG-budget blijven die inkomsten buiten beschouwing. *** Het aantal maanden is op resp 5,5 en 8,5 gesteld vanwege het in juni uitbetaalde vakantiegeld. Juni telt voor 1,5 maand. **** Voor de verwachte bestandsgroei in het vierde kwartaal wordt een extra marge van 1% ingecalculeerd. De negatieve saldi die het resultaat zijn van deze berekening betreffen de periode mei tot en met december In de eerste vier maanden van 2013 werden de uitkeringen nog door de individuele gemeenten betaald. Ook over die periode is een saldo ontstaan, mogelijk zelfs positief omdat de rijksbijdrage in de loop van 2013 aanzienlijk is verhoogd. De totale kosten van de twee genoemde perioden, afgezet tegen de totale (herziene) rijksbijdrage resulteren in een positief of negatief saldo op de BUIG-middelen. Pagina 10 van 28

11 Gemiddelde uitkeringslast (per bijstandshuishouden per maand) Uitgaven Mei t/m Sep 2013 Gemiddeld aantal uitkeringen Mei t/m Sep Gemiddeld bedrag per maand, inclusief VT * Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen Inkomsten Mei t/m Sep 2013 Gemiddeld aantal uitkeringen Mei t/m Sep Gemiddeld bedrag per maand, inclusief VT * Per saldo Mei t/m Sep Gemiddeld aantal uitkeringen Mei t/m Sep Gemiddeld bedrag per maand, inclusief VT * De uitkomsten van deze berekening dienen gezien de nog korte periode vooral ter onderlinge vergelijking. De gemiddelde uitkeringslast lag over de afgelopen maanden in Lopik 6,5% boven het gemiddelde van de Lekstroom. Dat kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door de samenstelling van het huishouden. Ook maakt het uit of iemand een volledige of een aanvullende uitkering krijgt. In Houten en Vianen ligt het percentage 1,5% onder het gemiddelde. In de andere twee gemeenten is de afwijking geringer. Dat komt ook doordat juist de grotere aantallen van die gemeenten het gemiddelde in belangrijke mate bepalen. Bij Vianen valt op dat naar verhouding veel inkomsten konden worden verrekend, wat een positief effect heeft op de prijs. De oorzaak ligt in dit geval bij een grote ontvangst vanwege een afgeloste krediethypotheek. In Nieuwegein zijn gemiddelde inkomsten naar verhouding laag. Dat heeft per saldo een kostenverhogend effect. Dergelijke verschillen kunnen meerdere oorzaken hebben. Er is een langere vergelijkingsperiode en nader bestandsonderzoek nodig om aan te kunnen geven welke factoren hier een rol spelen. Vanwege de uitbetaalde vakantietoeslag in juni, zijn de gemiddelden bepaald door te rekenen met 5,5 maanden in plaats van 5; juni wordt voor 1,5 maand geteld. Op basis van de uitkomst van komt de gemiddelde uitkeringslast op jaarbasis uit op Het gemiddelde wordt sterk beïnvloed door de samenstelling van het bestand. Alleenstaanden en jongeren tot 27 jaar hebben een lagere bijstandsnorm dan alleenstaande ouders en gehuwden. Ook de te verrekenen inkomsten zijn van invloed op het gemiddelde, evenals de vastgestelde toeslagen en kortingspercentages. Rekening houdend met de eerder genoemde nabetalingsrun van stijgt het gemiddelde jaarbedrag naar Door de korte peilperiode en de correcties is het lastig de uitkomsten van deze berekening te vergelijken met benchmarkgegevens. Volgens de benchmark WWB kwam het gemiddelde bedrag van de uitkering in 2012 uit op In 2011 was dat nog Werk en Inkomen Lekstroom zit daar op dit moment duidelijk onder. Bij een langere peilperiode zijn hardere conclusies mogelijk. Bij een volgende rapportage worden verfijningen aangebracht om meer aansluiting te zoeken bij de benchmark. Nu dienen de uitkomsten vooral nog ter onderlinge vergelijking. Pagina 11 van 28

12 Gemiddelde uitkeringsduur Aantal uitkeringen per ultimo september, verdeeld naar uitkeringsduur (looptijd) op dat moment Van het totaal aantal uitkeringen loopt 52,4% korter dan 2 jaar. Ruim 62% daarvan loopt zelfs korter dan 1 jaar. Voor die groep tot 2 jaar is de re-integratiekans groter dan voor de groep die al langer een uitkering ontvangt. Van het totale bestand is de uitkeringsduur in bijna 28% van de gevallen vijf jaar of langer. Re-integratie en uitstroom naar werk is dan veel moeilijker realiseerbaar. Opmerking: de aantallen wijken minimaal af van het eerder in deze rapportage gepresenteerde bijstandsvolume, door een ander moment van bestandsbenadering Voor de indeling in perioden is aangesloten bij de indeling die in de benchmark Werk en Inkomen van BMC/SGBO/Stimulansz wordt gebruikt. Pagina 12 van 28

13 Plaatsingen Aantal plaatsingen van uitkeringsgerechtigden bij werkgevers Type plaatsing Arbeidsovereenkomst Contract voor bepaalde tijd Uitzendovereenkomst Werkervaringsplaats met baanintentie Werkervaringsplaats zonder baanintentie Participatieplaats Tegenprestatie Aantal geplaatst 2013 Mei Jun Jul Aug Sep 1 1 % 0,6% * ,5% ,5% ,4% ,3% ,5% ,2% ,0% Van de 6 plaatsingen in augustus was er 1 in het kader van Social return on investment, de eerste sinds de start van Werk en Inkomen Lekstroom. De helft van de plaatsingen betreft werkervaringsplaatsen. Die zijn belangrijk voor de mensen uit klantgroep 2 omdat ze daardoor hun kansen vergroten. Zeker als de plaatsingen uit klantgroep 1 nog beter gaan lopen, zijn goede kandidaten uit klantgroep 2 (ongeveer 50% van het bestand) belangrijk voor succesvolle re-integratie. Van het totaal aantal plaatsingen betreft 77% een plaatsing op een contract of uitzendovereenkomst, dan wel een werkervaringsplaats met de intentie tot een arbeidsovereenkomst. De zomermaanden zijn jaarlijks, net als de maanden rond de jaarwisseling, mindere maanden als het om het aantal plaatsingen gaat. Verwacht wordt dat het aantal in de resterende maanden van 2013 op het hogere niveau van juni en september blijft. Zeker nu na de zomer de workshops van start zijn gegaan en de kennis van het klantenbestand toeneemt. Het aantal plaatsingen op een tegenprestatie is laag omdat Werk en Inkomen Lekstroom daar nog geen beleid op heeft ontwikkeld, in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek van het Ministerie van SZW dat nu loopt. Tegenprestatie: wettelijke plicht om kortdurend een maatschappelijke activiteit uit te voeren. Participatieplaats: werkervaringsplaats voor mensen die ouder zijn dan 27 jaar en niet beschikken over een startkwalificatie. Werkervaringsplaats zonder baanintentie: bedoeld als oriëntatie op de arbeidsmarkt en gericht op het opdoen van werknemersvaardigheden en de opbouw van een curriculum vitae. Meldingen aan de poort Aantal meldingen aan de poort Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen 2013 Waarvan leeftijd Mei Jun Jul Aug Sep < 27 % vanaf 27 % ,4% 90 61,6% ,9% 91 64,1% ,1% 24 64,9% ,2% ,8% ,4% 58 71,6% ,4% ,6% In bovenstaande tabel is per maand en per gemeente het aantal klanten weergegeven waarvoor het proces Poort en Schouw is gestart. Het gemiddelde ligt op 147 per maand, 7 per werkdag. Van de 733 klanten waren er 245 jonger dan 27 jaar. Dat is 33,4% van het totaal. Pagina 13 van 28

14 Behandeltijd aanvragen levensonderhoud In de afgelopen maanden werd op de volgende aantallen aanvragen levensonderhoud een beslissing genomen. Afgehandelde aanvragen Aantal Termijn waarop beslissing is genomen < 4 weken % 4-8 wk % > 8 weken % Levensonderhoud WWB ,6% ,6% 41 7,8% IOAW ,0% 1 50,0% IOAZ ,0% BBZ ,3% 1 1,7% BBZ krediet ,0% + percentage van totaal ,2% ,9% 41 6,9% Op bijna 70% van de aanvragen wordt binnen vier weken beslist en in 93% van de gevallen wordt binnen de wettelijke termijn van 8 weken beslist. N.B. De peildatum voor dit overzicht wijkt af. De gepresenteerde gegevens betreffen de periode van 1 mei 2013 tot en met 14 oktober Per 15 oktober 2013 stonden de volgende aantallen aanvragen open: Openstaande aanvragen Aantal Aantal weken dat de aanvraag wacht op beslissing Hersteltermijnen* < 4 weken % 4-8 wk % > 8weken % Aantal % Levensonderhoud WWB ,8% 9 15,5% 1 1,7% 23 39,7% IOAW ,0% IOAZ 0 BBZ ,7% 1 BBZ krediet 0 + percentage van totaal ,1% 9 13,8% 2 3,1% 23 35,4% * Bij een hersteltermijn heeft Werk en Inkomen Lekstroom een periode bepaald waarin de aanvrager alsnog de gelegenheid heeft om aan de gestelde verplichtingen te voldoen (bijvoorbeeld informatie verstrekken over inkomensgegevens of verblijfplaats). De eerstvolgende actie ligt bij een hersteltermijn bij de aanvrager. Als er (nog) geen hersteltermijn is opgelegd, is Werk en Inkomen Lekstroom aan zet. N.B. De peildatum van de tweede tabel op deze pagina is 15 oktober 2013 Pagina 14 van 28

15 Voorkomen uitkeringen Aantal poort en schouw niet leidend tot aanvraag Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen 2013 Mei Jun Jul Aug Sep Als na het eerste (telefonisch) contact blijkt dat een klant zich terecht tot Werk en Inkomen Lekstroom heeft gewend voor een aanvraag levensonderhoud, dan wordt het proces Poort en Schouw gestart. In de tabel is per maand het aantal klanten weergeven voor wie na die eerdere start door de inspanning van Werk en Inkomen Lekstroom het proces kon worden afgesloten, zonder dat er een aanvraag levensonderhoud op is gevolgd. Ten opzichte van het aantal meldingen aan de poort (733 gestarte werkprocessen Poort en Schouw) is dat een resultaat van bijna 45%. Zuiverder is te kijken naar het aantal werkprocessen waarop daadwerkelijk een besluit is genomen. Dat zijn er over de verslagperiode 558, waarvan er dus 330 niet tot een aanvraag levensonderhoud hebben geleid. Dat komt neer op 59% van de besluiten. Dit percentage wordt ook wel de preventiequote genoemd. Met 59% levert Werk en Inkomen Lekstroom al direct bij de start een opvallend goede prestatie. Pagina 15 van 28

16 Bespaarde uitkeringslast Aan de hand van de bespaarde uitkeringslast wordt zichtbaar welk rendement de re-integratieactiviteiten hebben gehad. De definitie is als volgt: de bespaarde uitkeringslast betreft de niet betaalde uitkeringslasten gedurende een bepaalde periode, doordat de klant via de inzet van (re-integratie)instrumenten (deels) op een andere wijze in zijn inkomsten kan voorzien. Voor de berekening worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. De besparingsperiode wordt conform de benchmark WWB* van BMC/SGBO/Stimulansz op 18 maanden gesteld. 2. De prijs die voor de berekening wordt gebruikt is de gemiddelde uitkeringslast die eerder in deze rapportage werd berekend. 3. Het gaat niet om iedereen die (om welke reden ook) uit het uitkeringsbestand is uitgestroomd; het gaat uitsluitend om de uitstroomreden 'Uitstroom werk niet door de gemeente gesubsidieerd'. Berekening bespaarde uitkeringslast Aantal uitstroom werk niet door gemeente gesubsidieerd** Gemiddelde prijs per maand Aantal maanden Gerealiseerde besparing 2013 Mei Jun Jul Aug Sep Deze besparing heeft een relatie met de investering die is gedaan vanuit het participatiebudget (re-integratiemiddelen). * Werk en Inkomen Lekstroom heeft (nog) geen abonnement op de benchmark WWB. Voor de KPI's is al wel zo veel mogelijk aangesloten bij de definities die binnen de benchmark worden gehanteerd. Deelnemers beschikken frequent over vergelijkingsgegevens. Als niet deelnemer kan Werk en Inkomen Lekstroom alleen putten uit de jaarrapportage die over de benchmark wordt uitgebracht. ** Voor deze indicator is uitsluitend gekeken naar de uitstroom naar werk (volledig) zonder subsidiebijdrage van de gemeente. Er is dus geen uitkeringsafhankelijkheid meer omdat iemand voldoende inkomsten uit werk genereert. Ten opzichte van de uitgaven (zie budgetresultaat Participatiebudget) bedraagt de besparing 249% van de kosten over de periode mei tot en met september. Dat is echter niet reëel; er moeten nog aanzienlijke bedragen ten laste van het Participatiebudget worden verantwoord en bovendien is de genoemde uitstroom ook het resultaat van middelen die voor 1 mei 2013 zijn ingezet. Voor een beter beeld is een langere peilperiode nodig. De verwachting is dat deze indicator bij volgende rapportages aan kwaliteit wint. Pagina 16 van 28

17 Behandeltijd aanvragen bijzondere bijstand en minimabeleid In de afgelopen maanden werd op de volgende aantallen aanvragen bijzondere bijstand en minimabeleid een beslissing genomen. Afgehandelde aanvragen Bijzondere bijstand Chronisch zieken en gehandicapten Collectieve ziektekostenverzekering Kinderopvang Langdurigheidstoeslag Ouderentoeslag Woonkostentoeslag + percentage van totaal Aantal Termijn waarop beslissing is genomen < 4 wk % 4-8 wk % > 8wk % ,5% 75 17,3% ,2% ,4% 15 14,4% 48 46,2% ,4% 10 27,8% 1 2,8% ,9% 3 8,8% 12 35,3% ,5% 61 16,1% ,3% ,3% 4 14,8% 14 51,9% ,0% 3 30,0% 1 10,0% ,3% ,7% ,9% Op ruim 39% van de aanvragen wordt binnen vier weken beslist en in 56% van de gevallen wordt binnen de wettelijke termijn van 8 weken beslist. N.B. De peildatum voor dit overzicht wijkt af. De gepresenteerde gegevens betreffen de periode van 1 mei 2013 tot en met 14 oktober Werk en Inkomen Lekstroom is vanaf de start met grote aantallen aanvragen geconfronteerd, zowel openstaande als nieuwe. De langere doorlooptijd die bij de afhandeling van de aanvragen bijzondere bijstand en minimabeleid is ontstaan is ongewenst. Vanaf de tweede helft van oktober wordt extra personeel ingezet om de aanvragen die er nog liggen met voorrang af te handelen en de achterstand weg te werken. De behandeltijd van de nu nog openstaande en nieuw te ontvangen aanvragen wordt daardoor bekort. Per 15 oktober 2013 stonden de volgende aantallen aanvragen open: Openstaande aanvragen Aantal Aantal weken dat de aanvraag wacht op beslissing Hersteltermijnen* < 4 weken % 4-8 wk % > 8weken % Aantal % Bijzondere bijstand ,4% 53 22,0% ,6% 39 16,2% Chronisch zieken en gehandicapten ,4% 7 14,3% 32 65,3% 4 8,2% Kinderopvang ,4% 7 63,6% 4 36,4% Langdurigheidstoeslag ,7% 34 5,7% 75 12,6% 26 4,4% Ouderentoeslag ,3% 2 66,7% + percentage van totaal ,4% 94 10,4% ,1% 73 8,1% * Bij een hersteltermijn heeft Werk en Inkomen Lekstroom een periode bepaald waarin de aanvrager alsnog de gelegenheid heeft om aan de gestelde verplichtingen te voldoen (bijvoorbeeld informatie verstrekken over inkomensgegevens of verblijfplaats). De eerstvolgende actie ligt bij een hersteltermijn bij de aanvrager. Als er (nog) geen hersteltermijn is opgelegd, is Werk en Inkomen Lekstroom aan zet. N.B. De peildatum van de tweede tabel op deze pagina is 15 oktober 2013 Pagina 17 van 28

18 Gebruik minimaregelingen Percentage bereik van de klantgroep Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen 2013 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep 50% 50% 51% 53% 54% 54% 55% 56% 56% 32% 37% 38% 39% 39% 40% 41% 42% 43% 29% 35% 40% 41% 44% 44% 45% 45% 45% 48% 55% 63% 65% 66% 67% 68% 68% 68% 27% 29% 31% 32% 33% 34% 34% 35% 35% De te bereiken klantgroep is gebaseerd op de Minimascan van Stimulansz en betreft het aantal huishoudens dat in de betreffende gemeente moet rondkomen van een inkomen tot 110% van het Wettelijk minimumloon. De percentages geven aan welk deel van die doelgroep wordt bereikt met een of meer van de voorzieningen. De hogere score in de gemeente Nieuwegein wordt veroorzaakt doordat daar een aantal voorzieningen automatisch wordt verstrekt en niet op aanvraag (bijvoorbeeld Langdurigheidstoeslag). Bovendien is het pakket in Nieuwegein meer uitgebreid. Zo wordt de tegemoetkoming chronisch zieken in andere gemeenten (behalve Lopik) niet verstrekt. Ook op andere onderdelen verschilt het voorzieningenpakket, maar het effect op het bereik daarvan is minder groot. Zolang dit onderwerp door lokaal beleid wordt bepaald, zullen deze onderlinge verschillen blijven optreden. Een bereik boven 50% mag een goed resultaat worden genoemd. In dit specifieke overzicht hangt het bereik vooral ook samen met het voorzieningenpakket dat de vijf gemeenten hun inwoners bieden. Naarmate het jaar verstrijkt nemen de percentages toe, omdat ook later in het jaar nog 'eerste' aanvragen worden gehonoreerd van mensen die van een laag inkomen (ook werkenden) moeten rondkomen. Pagina 18 van 28

19 Aantal trajecten schuldhulpverlening Per begin oktober 2013 waren er naar schatting 775 dossiers in behandeling en lagen er 129 aanvragen te wachten op een eerste gesprek. De wachttijd bedraagt ongeveer 2 maanden, waarbij aangetekend wordt dat bij crisissituaties direct tot actie wordt overgegaan. Alle aanvragen die bij de start van Werk en Inkomen Lekstroom nog in behandeling moesten worden genomen zijn opgepakt. Bij die 100 aanvragen lag de eerste prioriteit voor de medewerkers. Ondanks de grote inzet van personeel lukt het moeilijk het aantal openstaande aanvragen te laten slinken. De toeloop is ook groot met meer dan 100 aanmeldingen per maand. Begin oktober zijn drie medewerkers specifiek ingezet om in ieder geval het eerste contact tot stand te brengen, een inventarisatie te doen en aan de hand daarvan te bepalen of snelle actie voor de betreffende situatie noodzakelijk is. Opmerking: Voor schuldhulpverlening zijn vanuit de deelnemende gemeenten nog diverse systemen in gebruik die voor een deel buiten Werk en Inkomen Lekstroom worden beheerd. Met Key2Schuldhulpverlening is een nieuwe applicatie in gebruik genomen die momenteel wordt ingericht. De volledige overgang naar dat nieuwe centrale systeem is voor 2014 gepland. De prioriteit gaat op dit moment echter uit naar het grote aantal aanvragen, waardoor de oude systemen nog steeds intensief worden gebruikt. Nieuwe aanvragen worden al wel in Key2Schuldhulpverlening opgenomen. Over de afgelopen maanden is het volgende aantal dossiers ingevoerd, naast de al lopende dossiers in de bestaande systemen. Aantal dossiers met startdatum in de betreffende maand Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen 2013 Mei Jun Jul Aug Sep Per begin oktober waren er naar schatting 775 lopende dossiers in behandeling, lopende van voor 1 mei 2013 en nieuw ingevoerde in het nieuwe systeem. Opmerking: omdat het nieuwe systeem nog in de inrichtingsfase verkeert, kan nog geen verdere managementinformatie worden gegenereerd. Pagina 19 van 28

20 Klachten Aantal ontvangen klachten t/m eind september 34 Aantal klachten gegrond 0 Aantal klachten ongegrond 2 Aantal klachten niet ontvankelijk 2 Aantal ingetrokken (probleem opgelost) 8 12 Aantal klachten nog in behandeling 22 In zes zaken intervenieerde de ombudsman door de gemeente om een toelichting te vragen op haar handelwijze. Deze toelichting was voor de ombudsman voldoende om het onderzoek tussentijds te kunnen beëindigen. De ombudsman heeft in 2013 dus geen rapporten uitgebracht naar aanleiding van haar onderzoeken. Bezwaar en beroep Bezwaarschriften Aantal ontvangen Waarvan Voor Aantal afgehandeld Ongegrond gegrond ontvank. trokken Deels Niet Inge- Na Gegrond Beroepschriften Aantal ontvangen Waarvan Voor Aantal afgehandeld Ongegrond gegrond ontvank. trokken Deels Niet Inge- Na Gegrond Hoger beroep Waarvan Deels gegrond Niet ontvank. Aantal ontvangen Voor Aantal afgehandeld Ongegrond Na Gegrond Ingetrokken Pagina 20 van 28

21 Bereikbaarheid dienstverlening Over de afgelopen maanden heeft Werk en Inkomen Lekstroom dagelijks gemiddeld 77 brieven (waaronder aanvragen) via de post binnen gekregen. Er is ook onderzoek gedaan naar het aantal mensen dat zich fysiek aan de balie van Werk en inkomen Lekstroom meldt. Gedurende de telperiode bleken dat er gemiddeld 83 per dag te zijn. Via het informatie adres worden dagelijks 15 berichten ontvangen. De maandag is zowel voor de balie (gemiddeld 102 klanten) als de telefoon (gemiddeld 285 inkomende gesprekken) de drukste dag. Op jaarbasis krijgt Werk en Inkomen Lekstroom ongeveer telefoontjes te verwerken die via het algemene nummer binnen komen. Gesprekken die op doorkiesnummers rechtstreeks bij de betreffende medewerker binnen komen zijn daarin niet meegeteld. Vanwege problemen met de telefonische bereikbaarheid zijn de afgelopen periode gegevens verzameld die kunnen helpen bij het zoeken naar oplossingen voor de ervaren knelpunten. Over het telefoonverkeer in de maanden juli, augustus en september zijn meer specifieke gegevens bekend. Die zijn in onderstaande tabel opgenomen. Indicator Aantal gesprekken inkomend via algemene nummer Gemiddelde wachttijd Gemiddeld gespreksduur Uitvalpercentage Juli 1 min 45 seconden 2 min 55 seconden Augustus min 35 seconden 2 min 34 seconden September min 50 seconden 2 min 44 seconden 21% 20% 26,80% derde kwartaal Het over september gemeten uitvalpercentage ligt boven de 20%-norm die Werk en Inkomen Lekstroom intern hanteert. Het hogere percentage is vooral ontstaan in de eerste twee weken van september, toen met een lagere bezetting een toenemend aantal telefoongesprekken moest worden afgehandeld. Op grond van deze cijfers wordt onderzocht hoe de bezetting beter kan worden afgestemd op de gemeten piekmomenten. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheden om gesprekken die via het algemene nummer binnen komen doelmatiger af te handelen. Pagina 21 van 28

22 Efficiencyratio In de efficiencyratio komt tot uitdrukking welk bedrag aan uitvoeringskosten is gemoeid met elke euro die wordt besteed aan regelingskosten (uitvoering Wet BUIG, re-integratie en dergelijke). Het is de verhouding tussen uitvoeringskosten (personeelskosten) en de regelingskosten (BUIG, participatiebudget onderdeel re-integratie en Bijzondere Bijstand inclusief Langdurigheidstoeslag). Uit de benchmark WWB die door SGBO/Stimulansz wordt uitgebracht blijkt dat die ratio in de aan de benchmark deelnemende gemeenten in 2012 op gemiddeld 0,16 per hele euro lag. Omdat in de bestaansperiode van Werk en Inkomen nog geen stabiel inkomsten- en uitgavenpatroon is ontstaan, is de periode nog te kort voor een betrouwbaar beeld van deze indicator. Onderstaande berekening moet daarom worden gezien als een duiding. De gebruikte cijfers sluiten aan op de budgetoverzichten aan het eind van deze rapportage. Bedrag % Verhouding kosten Kosten regelingen mei t/m september* Uitgaven participatiebudget mei t/m september Kosten bijzondere bijstand mei t/m september ,1% 1,00 Personeelskosten mei t/m september Correctie voor schuldhulpverlening ,9% 0,20 Opmerkingen: *De kosten van de regelingen zijn gecorrigeerd voor de inkomsten en uitgaven op grond van de Wet op de Lijkbezorging. Ook is de nabetalingsrun van in de berekening opgenomen. De ontvangen inkomsten zijn niet in mindering gebracht, er is sec naar de uitgaven gekeken, inclusief de BBZ2004. De personeelskosten zijn gecorrigeerd voor de kosten van schuldhulpverlening. Het totaal van is daarom met verlaagd. Dat zijn de werkelijke kosten van de consulenten en senior consulenten schuldhulpverlening. In de kosten zijn ook de kosten van inhuur derden meegenomen ( ). In een aantal gevallen betreft dat personeel dat vooral in de opstartfase nodig was, waardoor nu een enigszins vertekend beeld ontstaat. Voor kosten van management en beleid schuldhulpverlening is dit maal nog geen correctie toegepast. Dergelijke verfijningen die bij een van de volgende rapportages worden meegenomen zijn van invloed op de ratio. Eigenlijk is de periode van vijf maanden te kort om conclusies te kunnen verbinden aan de kostenverhouding die nu is berekend. De kosten die ten laste van het participatiebudget komen nemen in 2013 nog sterk toe en ook de kosten van bijzondere bijstand zullen in de loop van het vierde kwartaal verder toenemen. Dat beïnvloedt de efficiencyratio (in gunstige zin). Uit de eerste cijfers blijkt dat Werk en Inkomen Lekstroom een schaalvoordeel oplevert. Door de lagere uitvoeringskosten ten opzichte van de oude situatie dalen de gemiddelde uitvoeringskosten per klant van meer dan (voor 1 mei 2013), tot een bedrag tussen en (na 1 mei 2013). Dit wordt deels ook veroorzaakt door het oplopend aantal klanten. Die groei wordt niet een op een vertaald in uitbreiding van het personeelsbestand, waardoor het gemiddelde daalt. Pagina 22 van 28

23 Budgetresultaat BUIG (Inkomen) en BBZ 2004 OMSCHRIJVING BEGROTING Inkomen Rijlabels Omschrijving Grootboeknummer Omschrijving kostensoort Begroot U Werkelijk U Restant U Begroot I Werkelijk I Restant I Houten BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen IOAW Inkomsten van derden Uitkeringen IOAZ Uitkeringen WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Inkomsten van derden Onderzoekskosten Overige advieskosten Uitkeringen Houten IJsselstein BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen Bijzondere controle Handhavingkosten IOAW Uitkeringen IOAZ Inkomsten van derden Uitkeringen WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Overige advieskosten Uitkeringen IJsselstein Lopik BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen 2-2 IOAW Uitkeringen WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Inkomsten van derden Overige advieskosten Uitkeringen Lopik Pagina 23 van 28

24 Nieuwegein BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen Bijzondere controle Handhavingkosten IOAW Inkomsten van derden Uitkeringen IOAZ Uitkeringen Wet op de Lijkbezorging (lasten) Inkomsten van derden Kosten lijkschouwing WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Kosten invordering Uitkeringen BBZ 2004 Inkomsten van derden Onderzoekskosten Overige advieskosten Uitkeringen Nieuwegein Vianen BBZ levensonderhoud startende ondernemers Inkomsten van derden Uitkeringen IOAW Inkomsten van derden Uitkeringen IOAZ Uitkeringen Wet op de Lijkbezorging (lasten) Inkomsten van derden - - WWB uitkeringen tot pensioenleeftijd Inkomsten van derden Uitkeringen BBZ 2004 Onderzoekskosten Overige advieskosten Uitkeringen Vianen Eindtotaal De uitgaven en inkomsten hebben betrekking op een vrij korte periode waarin nog geen stabiel beeld is ontstaan. De begrote bedragen betreffen de periode van 8 maanden waarin Werk en inkomen Lekstroom actief is. De werkelijke bedragen slaan terug op de vijf maanden die sinds 1 mei 2013 zijn verstreken. Pagina 24 van 28

25 Budgetresultaat Participatiebudget (Werk) OMSCHRIJVING BEGROTING Werk Rijlabels Omschrijving Grootboeknummer Omschrijving kostensoort Begroot U Werkelijk U Restant U Begroot I Werkelijk I Restant I Algemeen Participatiebudget Re-integratiedeel Re-integratiekosten Algemeen Houten Participatiebudget Re-integratiedeel Re-integratiekosten Houten IJsselstein Participatiebudget Re-integratiedeel Re-integratiekosten IJsselstein Lopik Participatiebudget Re-integratiedeel Re-integratiekosten Lopik Nieuwegein Ketensamenwerk. en integrale werkgeversbenadering Diverse kosten Participatiebudget Re-integratiedeel Inhuur derden Inkomsten van derden Re-integratiekosten Nieuwegein Vianen Participatiebudget Re-integratiedeel Re-integratiekosten Vianen Eindtotaal De werkelijke uitgaven blijven tot en met september ogenschijnlijk achter bij de ramingen. In het vierde kwartaal worden echter nog diverse projecten opgestart waardoor nog aanzienlijke bedragen ten laste van het Participatiebudget worden verantwoord. Ook moeten nog personele kosten ten laste van deze re-integratiemiddelen worden gebracht. Daarna ontstaat een ander maar ook reëler beeld van de uitgaven. Pagina 25 van 28

26 Budgetresultaat Bijzondere bijstand en Minimabeleid (Inkomensondersteuning) OMSCHRIJVING BEGROTING Inkomensondersteuning Rijlabels Omschrijving Grootboeknummer Omschrijving kostensoort Begroot U Werkelijk U Restant U Begroot I Werkelijk I Restant I Houten Bijzondere bijstand Inkomsten van derden Uitkeringen Minimabeleid voorzieningen Uitkeringen Schuldhulpverlening Overige werkzaamheden derden 0 - Wet Kinderopvang met re-integratie en uitk.verstr. Inkomsten van derden Overige gemeentelijke subsidies Houten IJsselstein Bijzondere bijstand Inkomsten van derden Uitkeringen Minimabeleid voorzieningen Uitkeringen Schuldhulpverlening Overige werkzaamheden derden 0 - Wet Kinderopvang met re-integratie en uitk.verstr. Overige gemeentelijke subsidies IJsselstein Lopik Bijzondere bijstand Inkomsten van derden Uitkeringen Minimabeleid voorzieningen Uitkeringen Wet Kinderopvang met re-integratie en uitk.verstr. Overige gemeentelijke subsidies Lopik Nieuwegein Bijzondere bijstand Inkomsten van derden Uitkeringen Minimabeleid voorzieningen Uitkeringen Schuldhulpverlening Overige werkzaamheden derden 0 - Wet Kinderopvang met re-integratie en uitk.verstr. Overige gemeentelijke subsidies Nieuwegein Vianen Bijzondere bijstand Inkomsten van derden Uitkeringen Minimabeleid voorzieningen Uitkeringen - - Schuldhulpverlening Overige werkzaamheden derden 0 - Wet Kinderopvang met re-integratie en uitk.verstr. Overige gemeentelijke subsidies Vianen (leeg) Bijzondere bijstand Inkomsten van derden - - (leeg) - - Eindtotaal Ook voor Bijzondere bijstand en Minimabeleid geldt dat de korte rapportageperiode van invloed is op de cijfers. De uitgaven blijven op dit moment weliswaar achter bij de begroting, maar er worden nog veel kosten verwacht in het vierde kwartaal. Zo zijn bijvoorbeeld de kosten van de U-pas nog niet in dit beeld opgenomen omdat de facturen nog niet zijn ontvangen. Ook liggen nog veel aanvragen Bijzondere bijstand op behandeling te wachten. De kosten zullen aan het eind van het jaar zeker richting de begrote bedragen bewegen. Pagina 26 van 28

27 Prognose kosten Bijzondere bijstand en Bijzondere bijstand Hoewel de kosten van bijzondere bijstand en minimabeleid tot nu toe achter bleven bij de raming, wordt verwacht dat in het vierde kwartaal alsnog flinke bedragen ten laste van deze budgetten komen. Er wordt extra personeel ingezet om de openstaande aanvragen voor bijzondere bijstand af te handelen. Ook moeten de nog te ontvangen facturen van de U-pas nog in deze kosten worden opgenomen. Er is op dit moment geen duidelijke aanleiding om te veronderstellen dat de uitgaven voor bijzondere bijstand en minimabeleid veel lager zullen zijn dan in de afgelopen jaren het geval was. Het kan zelfs zo zijn dat de bedragen die Werk en inkomen Lekstroom ter beschikking heeft gekregen ontoereikend blijken. Dat is bijvoorbeeld het geval als in de eerste vier maanden van het jaar bij de individuele gemeente nauwelijks kosten zijn verantwoord die later in het jaar wel bij Werk en Inkomen Lekstroom terecht zijn gekomen. Zo zijn veel openstaande aanvragen per 1 mei 2013 overgegaan naar Werk en Inkomen Lekstroom. Voor de uitgaven en inkomsten bij deze specifieke posten moet eigenlijk naar het totale jaarbudget 2013 van de gemeenten worden gekeken en niet naar het afgezonderde 8-maandsbudget dat WIL op grond van het gebroken boekjaar heeft 'meegekregen'. Werk en Inkomen Lekstroom beschikt niet over dat totaalbeeld. Budgetresultaat Algemene dekkingsmiddelen incl. Personeelskosten OMSCHRIJVING BEGROTING algemene dekkingsmiddelen Rijlabels Groepering Begroot U Werkelijk U Restant U Begroot I Werkelijk I Restant I Personeelskosten personeelskosten Overhead kosten Huisvestingskosten ICT algemeen Houten ICT specifiek incidentele impulsmiddelen incidentele transitiekosten Kantoorkosten Kosten ondersteuning Doorschuifregeling BTW Gemeenten Doorschuifregeling BTW Gemeenten Kapitaallasten kapitaallasten Directie incidentele impulsmiddelen incidentele transitiekosten Directie Inkomen Inkomen Inkomensondersteuning Inkomensondersteuning Werk Werk Eindtotaal Opmerking: de totale uitgaven en inkomsten wijken af van de primitieve begroting vanwege enkele budgetneutrale wijzigingen die zijn opgenomen (o.a vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid). In het overzicht vallen enkele grote verschillen op. Er zijn nog geen huisvestingskosten verantwoord omdat de facturen nog niet zijn ontvangen. Ook voor de kosten van ICT algemeen Houten zijn nog facturen te ontvangen. In de specifieke ICT kosten zijn uitgaven opgenomen die niet rechtstreeks ten laste van de exploitatie horen te komen. Ze worden in het vierde kwartaal geactiveerd waarna de kapitaallasten op de betreffende regel terug komen en de exploitatielast daalt. De verwachting is dat de begrote bedragen niet toereikend zijn zoals in de Commissie van advies al is besproken. Voor het einde van het jaar wordt de actuele situatie aan de gemeenten gerapporteerd. Specifiek gaat het dan over extra uitvoeringskosten die zijn gemaakt door overgedragen achterstanden, oplopende klantenaantallen, meerkosten op grond van het sociaal plan, noodzakelijke aanschaf van extra applicaties voor de primaire bedrijfsvoering e.d. De gepresenteerde kosten betreffen vijf maanden: mei tot en met september. De begrote bedragen gaan over de langere periode van acht maanden, namelijk mei tot en met december. Pagina 27 van 28