MEOS BEGRIPPENLIJST Wat betekenen de termen van MEOS?

Transcriptie

1 MEOS BEGRIPPENLIJST Wat betekenen de termen van MEOS? Term Betekenis Extra uitleg MEOS Manpower Employment Outlook Survey In Nederland spreken we ook van de Manpower Arbeidsmarktbarometer; het is een voorspellend onderzoek dat iedere drie maanden (ieder kwartaal) terugkeert. Onderzocht wordt hoe de verwachtingen van werkgevers wereldwijd zijn over hun personeelsbestand voor het eerstvolgende kwartaal. De onderzoeksmethode bestaat simpelweg uit één kwantitatieve vraag aan werkgevers: verwacht u voor het komende kwartaal dat uw personeelsbestand wordt uitgebreid, krimpt of hetzelfde blijft? Voor Nederland worden elk kwartaal 750 werkgevers ondervraagd. Voorspellend in plaats van historisch MEOS doet namelijk een uitspraak over het komende kwartaal. De meeste onderzoeken naar werkgelegenheid kijken terug. Behalve over voorspellingen spreken we ook over prognoses of verwachtingen. Q Quarter 1 van 2010 Eerste kwartaal (1e drie maanden) van Aantal ondervraagde werkgevers 750 werkgevers voor Nederland Uit een algemene database, dus niet alleen werkgevers die met Manpower werken; daarom is het een onafhankelijk onderzoek.

2 3 mogelijke antwoorden op de ene MEOS-vraag naar de verwachting voor het volgende kwartaal: 1. uitbreiding personeelsbestand 2. krimp personeelsbestand 3. gelijkblijvend personeelsbestand De uitkomsten van de 750 antwoorden worden geteld. Het percentage werkgevers dat 1 heeft geantwoord wordt afgetrokken van het percentage werkgevers dat 2 heeft geantwoord. De uitkomst daarvan is het netto werkgelegenheidscijfer, ook uitgedrukt in een percentage. Voorbeeld A 750 antwoorden 20%: uitbreiding 10%: krimp 65%: gelijk 5%: weet niet / onbekend Positief netto werkgelegenheidscijfer: 20% 10% = + 10% Voorbeeld B 750 antwoorden 10%: uitbreiding 20%: krimp 65%: gelijk 5%: onbekend Negatief netto werkgelegenheidscijfer: 10% 20% = - 10% Netto werkgelegenheidscijfer (Engelse term: Net Employment Outlook) 1. positief, negatief of neutraal; 2. altijd uitgedrukt in een percentage Een positief netto werkgelegenheidscijfer (+x%, dus boven 0) betekent dat er meer werkgevers zijn die uitbreiding verwachten dan werkgevers die krimp verwachten. Over het algemeen heerst er dus optimisme. Een negatief netto werkgelegenheidscijfer (-x%, dus onder 0) betekent dat er meer werkgevers zijn die krimp verwachten dan werkgevers die uitbreiding verwachten. Over het algemeen heerst er dus pessimisme. Als het netto werkgelegenheidscijfer op 0% staat is het noch positief, noch negatief maar neutraal. Er zijn dan evenveel werkgevers die optimistisch zijn als werkgevers die pessimistisch zijn.

3 Procentpunten Aantal punten verschil tussen twee percentages. Niet: procentueel verschil. Het aantal procentpunten is dus een cijfer en wordt niet uitgedrukt in een percentage. In het schema op p. 8 van de MEOSbrochure zijn de kolommen die de netto werkgelegenheidscijfers geven (2e en 3e kolom) daarom in procenten, en zijn de 4e, 5e en de 6e kolom, die een verschil in echte punten aangeven niet voorzien van een %-teken. Fictief voorbeeld: In het vorige kwartaal stond het (positieve) netto werkgelegenheidscijfer op + 20%. Dit kwartaal staat het op + 15%. Dat is een verschil van + 5 procentpunten (20 15). Nog een fictief voorbeeld: Het verschil tussen een (negatief) netto werkgelegenheidscijfer van -15% en een (positief) netto werkgelegenheidscijfer van + 7% = -8 procentpunten (-15-7 = -8). Een groot verschil in procentpunten tussen 2 kwartalen betekent dat het nogal rommelt in de markt. Een klein verschil in procentpunten betekent dat de markt redelijk stabiel is. Seizoensinvloeden In bepaalde seizoenen wordt er traditioneel minder of meer personeel aangenomen. Denk in Nederland bijvoorbeeld aan vakantiewerk in de zomer, tuinbouw of extra mensen bij postbezorgers voor de Kerstkaartendrukte. De invloed die deze meer/minder-trends kunnen hebben op de antwoorden van de ondervraagde werkgevers wordt statistisch gecorrigeerd. In de MEOS-brochures gaat het soms om ruwe (nog niet voor de seizoensinvloeden gecorrigeerde), soms om seizoensgecorrigeerde cijfers. De verklarende teksten in de MEOS-brochures zijn na de 1e pagina bijna altijd gebaseerd op de seizoensgecorrigeerde cijfers omdat dat de betere cijfers zijn. Pas als een land 16 kwartalen, dus 4 jaar, meedoet aan MEOS, zijn er genoeg cijfers beschikbaar om er een seizoenscorrectie op toe te passen. Voor sommige landen in het onderzoek is dat (nog) niet het geval, bv voor Griekenland, want dat land doet pas mee sinds Q Aantal ondervraagde landen 2010: 35 landen en gebiedsdelen Er gaan steeds meer landen meedoen dus dit cijfer verandert in de loop der tijd.

4 Schema op pagina 8 van de MEOS-brochures Dit overzicht vat heel veel informatie samen. Over alle landen die meedoen, over de belangrijkste ontwikkelingen, namelijk vergeleken met het vorige kwartaal en vergeleken met hetzelfde kwartaal van het vorige jaar. Het geeft bovendien ruwe en seizoensgecorrigeerde cijfers, procenten en procentpunten. Voorbeeld nav de Nederlandse cijfers van Q1 2010: 2e kolom: in het vorige kwartaal (Q4 2009) was het ruwe positieve netto werkgelegenheidscijfer 2%. Seizoensgecorrigeerd was het 0%. In het eerste kwartaal van 2010 waren die cijfers respectievelijk (zie 3e kolom) -3% en -3%. De verschillen tussen Q en Q1 2010, dus tussen de 2e en de 3e kolom, staan in de 4e, rode kolom: het verschil tussen 2% en -3% is -5 procentpunten; het verschil tussen 0% en -3% bedraagt -3 procentpunten. In de 5e kolom staan de cijfers van hetzelfde eerste kwartaal maar dan van een jaar geleden, dus van Q Ruw was 6%, seizoensgecorrigeerd was 7%. In de laatste kolom is te zien hoeveel procentpunten de percentages van Q (5e kolom) verschillen met die van Q (3e kolom): het verschil tussen 6% en -3% is -9 procentpunten. Het verschil tussen 7% en -3% is -10 procentpunten. Regio s per land Het MEOS-onderzoek gaat niet alleen over heel veel landen (in Q over 35) maar ook over regio s binnen die landen en over marktsectoren binnen die landen. Voor Nederland wordt behalve een algemeen netto werkgelegenheidscijfer ook een cijfer per regio en een cijfer per sector aangegeven. Net als bij het algemene cijfer worden er vergelijkingen gemaakt met vooral het vorige kwartaal en met hetzelfde kwartaal van een jaar eerder. In Nederland onderscheiden we als regio s: Noord Oost West Zuid

5 Regio s van de wereld Door de onderzoekers is de wereld ingedeeld in 3 grote regio s: EMEA, Azië Pacific en Noord-, Middenen Zuid- Amerika. Nederland valt onder de regio EMEA: Europe, Middle East and Africa. Sectoren Door de onderzoekers zijn de landen behalve in regio s ook ingedeeld in 9 verschillende sectoren van het bedrijfsleven. Als al die sectoren een hoog positief netto werkgelegenheidscijfer zouden hebben, gaat het goed met Nederland. Als de verschillen met het vorige kwartaal of met hetzelfde kwartaal van het jaar ervoor groot en positief zijn, is dat eveneens een goed teken. Meestal echter zijn er verschillen tussen de sectoren en is zo n eenduidige uitspraak niet te doen. Wel is het zo dat sommige sectoren in het bedrijfsleven meestal vooroplopen in de trends van de economie of van de werkgelegenheid. De sector Transport, opslag en communicatie is daar een goed voorbeeld van. Zodra de economie aantrekt zie je dat meestal in hun cijfers als eerste terug. De Nederlandse sectoren zijn: 1. Bouwnijverheid 2. Groothandel, detailhandel en horeca 3. Landbouw, bosbouw en visserij 4. Mijnbouw en delfstofwinning 5. Nutsbedrijven 6. Overheid en maatschappelijke dienstverlening 7. Productiebedrijven 8. Transport, opslag en communicatie 9. Zakelijke dienstverlening