Protocol van samenwerking

Transcriptie

1 Vlaamse Regering Protocol van samenwerking In het kader van het akkoord TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN DE SECTOR VAN HET BEZOLDIGD PERSONENVERVOER PSC PSC PSC Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de sociale partners van de sector van het bezoldigd personenvervoer, met als vertegenwoordiger van de werkgevers: de heer Paul Laeremans, afgevaardigd bestuurder FBAA, en als vertegenwoordigers van de werknemers: de heer Jan Coolbrandt, nationaal secretaris ACV-CCOD, de heer Werner De Clercq, federaal secretaris ABVV-BTB, de heer Raf Wouters, algemeen sectorverantwoordelijke Vervoer Vlaanderen ACV- Transcom, wordt overeengekomen als volgt: Convenant en Actieplan personenvervoer 1

2 Luik 1: Bruggen tussen leren en werk Artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering zullen samenwerken om overeenkomsten met scholen te stimuleren. Deze samenwerking zal opgemaakt worden in Artikel 2: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken In de deeltijdse leersystemen, m.n. het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO), de leertijd en de deeltijdse vorming, wordt resoluut de overgang van een deeltijdse leerplicht naar een voltijds engagement beoogd, met werkervaringsplaatsen waar mogelijk, met voortrajecten waar dat niet onmiddellijk mogelijk is. De finaliteit is steeds (een verhoogde kans op) de doorstroming naar werk. Op die manier wil de Vlaamse Regering komen tot een sluitende aanpak. De sectorale sociale partners engageren zich tot het aanbieden van werkervaringsplaatsen en staan mee borg voor de wisselwerking tussen opleiding en werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij noodzakelijk. Artikel 3: ontwikkelen beroepsprofielen van de SERV De sectorale sociale partners en de SERV werken verder aan de ontwikkeling van een beroepenstructuur met uitgewerkte beroepsprofielen. De SERV actualiseert deze gegevens in een informatiedatabank met gegevens over sectoren, beroepen, competenties en kwalificaties. Convenant en Actieplan personenvervoer 2

3 Luik 2: Bruggen naar werk: opleidings- en competentiebeleid Artikel 4: bevorderen van basiscompetenties De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering onderschrijven de noodzaak om de ontwikkeling van basiscompetenties te bevorderen, in het bijzonder de ICTbasisvaardigheden voor specifieke kansengroepen, Nederlands als tweede taal, (in voorkomend geval geïntegreerd in een technische opleiding) en functionele trajecten voor laaggeletterden. Artikel 5: stijging van de kwantiteit en de kwaliteit van de opleiding De sectorale sociale partners engageren zich om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van permanente vorming. Daarnaast werken de sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering actief mee aan een strategisch en kwalitatief opleidingsbeleid in bedrijven. Artikel 6: verminderen knelpuntberoepen De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om het aantal knelpuntvacatures te verminderen door het verhogen van de opleidingscapaciteit voor de knelpuntberoepen en de verdere inzet van de premie voor de knelpuntberoepen. Artikel 7: meewerken aan de titel beroepsbekwaamheid en loopbaanbegeleiding De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen aan de waardering (in termen van "erkenning") van verworven competenties verbonden aan de uitoefening van een beroep en aan de waardering van het overwegen van loopbaankeuzes. De sectorale sociale partners en de SERV ondersteunen de dienstverlening die inzake het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid opgestart wordt en de loopbaandienstverlening. Artikel 8: aangaan van partnerschappen in het kader van de competentiecentra In het kader van de vernieuwing van de VDAB-competentiecentra gaan sectoren multilaterale samenwerkingsakkoorden aan op maat en ritme van de sectoren met het oog op de realisatie van de prioritaire missie: talentontwikkeling, professioneel en mensgericht sectoraal personeelsbeleid voeren. Naast de samenwerking met VDAB wordt naar meerdere partners gezocht die relevant (kennis/netwerking/belang...) zijn voor de betreffende specialiteit. Hierbij kan gebruik van de uitgebreide mogelijkheden die het VIZO en het Syntra netwerk bieden. Ook scholengemeenschappen komen in aanmerking. Artikel 9: begeleiding bij herstructurering De sociale partners verbinden zich ertoe een intensieve begeleiding aan werknemers bij (dreiging) van ontslag aan te bieden. Bij deze begeleiding wordt gestreefd naar een snelle reïntegratie op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in de sector, van de ontslagen werknemer. Convenant en Actieplan personenvervoer 3

4 Horizontaal aandachtspunt : Diversiteit Artikel 10: algemeen : de diversiteitsdrager De sociale partners en de Vlaamse regering stimuleren een diversiteitsbeleid (inzonderheid via de diversiteitplannen) in de sectoren en de ondernemingen en sporen de ondernemingen aan tot het sluiten van een non-discriminatiecode. Artikel 14: specifiek : de diversiteitstoets In bovenstaande luiken bruggen tussen leren en werk en bruggen naar werk en de daaraan gekoppelde artikels wordt de diversiteitstoets toegepast. Deze beoogt via categoriale accenten een structurele bijdrage te leveren tot een inclusief beleid. De evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen vormt hierbij het beginsel en de toetssteen. Bijkomende modules Artikel 15: verhogen van de werkbaarheid door werkstress te voorkomen Om de werkbaarheid in de sector te verhogen zullen de sociale partners in de sector de ondernemingen stimuleren om een stressvoorkomingsbeleid te voeren met als doel om de specifieke stressrisico s eigen aan bepaalde typische beroepen in de sector te voorkomen. Artikel 16: versterken van de screening en toeleiding van werkzoekenden Om een verhoogde activering van werkzoekenden na te streven en om het beleid ten aanzien van knelpuntvacatures te versterken zal de VDAB in samenspraak met de sectoren instaan voor een meer sectoraal gerichte screening en toeleiding naar opleidingen leidend naar een beroep met een kwantitatief knelpuntkarakter. Convenant en Actieplan personenvervoer 4

5 Uitvoering, opvolging en samenwerking - Buiten bovenstaande artikels kunnen er tevens afspraken worden gemaakt inzake diverse modules. - Op basis van deze convenant en het actieplan in bijlage kent de Vlaamse Regering 1 consulent(e) toe aan het Sociaal Fonds voor de Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten. Deze zal in de sector onder paritair toezicht werken. - De sociale partners van de sector zijn belast met de uitvoering van het actieplan. De Vlaamse regering voorziet hiervoor per VTE-consulent een bedrag van (EUR ,00). - Via de sectorconvenants geven de sectorale sociale partners aan in welke mate en op welke wijze (informeren, sensibiliseren, activeren) ze diverse ondersteunende maatregelen (opleidingscheques werknemers en werkgevers, hefboomkrediet, Europees Sociaal Fonds, ) en andere overheidsincentives ingang zullen doen vinden in de sector. Daarnaast wordt werk gemaakt van een sluitend plan van aanpak met betrekking tot de disseminatie, de overdracht en de mainstreaming in het reguliere (sector)beleid van processen, producten en resultaten die voortvloeien uit het gebruik van deze maatregelen en incentives. - De Vlaamse Regering zal het advies van de betrokken sectorale sociale partners inwinnen indien zij sectorspecifieke maatregelen voorbereidt die een impact hebben op de ontwikkelingen in de sector. Deze uitwisseling zal desgevallend gebeuren via de betrokken sectorcommissie van de SERV of via het paritair orgaan in opdracht van de sector. - Op geregelde tijdstippen organiseert de SERV netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten. Hiervoor zal een sectorconsulent (per netwerk) als contactpersoon aangeduid worden. De netwerken staan in het teken van ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, doorgeefluik van informatie, sectoroverschrijdende samenwerking enz. - Op geregelde tijdstippen organiseert de administratie Werkgelegenheid klankbordvergaderingen met o.m. de sectorale sociale partners. Hierbij formuleert de sector beleidsaanbevelingen en worden er knelpunten besproken. AW volgt deze vergaderingen op via een stuurbord en maakt dit overzicht jaarlijks over aan VESOC. - De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe jaarlijks een opvolgingsrapport over te maken aan de administratie Werkgelegenheid. Dit rapport, dat opgemaakt wordt volgens een door de administratie voorzien model, dient uiterlijk bezorgd te worden tijdens de eerste maand na het respectievelijke werkingsjaar. De administratie Werkgelegenheid staat in voor de opvolging en de monitoring van deze convenant. De in het convenant of actieplan opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. De administratie zal na ontvangst van het opvolgingsrapport een globaal jaarrapport aan het VESOC overmaken. - Indien de in het actieplan opgenomen normen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. - Alle partijen van het protocol van samenwerking d.d. 17 december 2004 in het kader van het Akkoord tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector bezoldigd personenvervoer beëindigen voornoemd protocol met ingang van 1 september Convenant en Actieplan personenvervoer 5

6 - Dit protocol treedt in werking vanaf 1 september 2005 en loopt tot 31 augustus In onderling overleg kunnen tijdens de duurtijd van het protocol bijkomende artikels worden opgenomen Convenant en Actieplan personenvervoer 6

7 Sectoraal actieplan van het bezoldigd personenvervoer Luik 1: Bruggen tussen leren en werk Acties ter uitvoering van artikel 1 + 2: - De sector onderzoekt een mogelijke samenwerking met het onderwijs in het kader van alternerend leren. In eerste instantie zal er onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheden om een programma samen te stellen waarbij zowel het behalen van rijbewijs D als een beroepsbekwaamheid inbegrepen zijn. In tweede instantie wordt er uitgekeken naar de realisatie van een pilootproject in samenwerking met Don Bosco in Wilrijk. De sector prospecteert bij bedrijven naar werkervaringsplaatsen en biedt werkervaringsplaatsen aan binnen dit piloot project in het deeltijds beroepssecundair onderwijs. De sector tracht 70% van de werkervaringsplaatsen binnen project Don Bosco op te vullen. - De sector engageert zich om een financiële inspanning te leveren door een voertuig ter beschikking te stellen van de leerlingen. - De sector heeft een rijsimulator aangekocht die operationeel zal zijn vanaf september Deze simulator zal geïntegreerd kunnen worden in het opleidingsproces. De praktische modaliteiten moeten nog bepaald worden. Diversiteitstoets bij artikel Bij de promotie van de opleiding zal er een sterk gendergerichte campagne gevoerd. Er wordt gestreefd naar een bereik van 30% vrouwen in de opleiding. Er zal met de pilootschool overleg gepleegd worden over de toeleiding en samenwerking met derden, die gespecialiseerd zijn in deze doelgroep. Voor de toeleiding wordt een extra campagne gevoerd worden bij organisaties met allochtonen als doelgroep. Acties ter uitvoering van artikel 3: - De sector zal in samenwerking met de SERV volgende beroepsprofielen actualiseren: buschauffeur en autocarchauffeur. Convenant en Actieplan personenvervoer 7

8 Luik 2: Bruggen naar werk Acties ter uitvoering van artikel 4: - Vanuit de sector zullen specifieke acties rond basisvaardigheden ICT en assertieve communicatie worden georganiseerd, waarbij de opleidingsbehoeften worden bevraagd via een jaarlijkse werknemersenquête en tijdens het jurygesprek met potentiële kandidaat-chauffeurs waarbij de opleiding basisvaardigheden ICT zal aangeboden worden aan alle werkzoekende kandidaat-chauffeurs en aan 50 werknemers (1 sessie per provincie). Hierbij doen we een beroep op de opleidingsmodules zoals ze uitgewerkt worden door de VDAB. De werkgevers worden 2x per jaar gesensibiliseerd en geïnformeerd via de wekelijkse nieuwsbrief. Er wordt een seminarie Technologie en Veiligheid georganiseerd op 26/10/2005, waarbij een promotie gedaan wordt voor de opleiding ICT werknemers. De sector zal de methodiek van e-learning blijven stimuleren en promoten. De sector ontwikkelt hiervoor 3 extra modules: Defensief rijden Digitale tachograaf Communicatie De Sector leidt 50 werknemers op in Assertieve communicatie. - De Sector organiseert in samenwerking met Stad Antwerpen en TIVO vzw jaarlijks een vooropleiding om de doorstromingskansen van kansengroepen tot enerzijds de aansluitende beroepsopleiding buschauffeur (VDAB) en anderzijds het beroep belangrijk te verhogen. - De Sector organiseert een vooropleiding voor kandidaat autocarchauffeurs in Limburg. - De Sector breidt het pilootproject, uitgevoerd in Limburg, inlassen van een acculturatieweek (meerij-stage in een bedrijf) in de basisopleiding buschauffeur verder uit naar de andere provincies. Diversiteitstoets bij artikel 4 - Bij elke opleiding wordt gestreefd naar een bereik van 35% uit de kansengroepen, met een accent op 45-plussers en/of kortgeschoolden. - De inhoud van de vooropleiding in Antwerpen is zeer sterk gericht naar doorstroming naar de reguliere opleiding (attitudetraining / communicatievaardigheden / basis ICT / voorbereiding theorie rijbewijs / ). Het Sociaal Fonds ondersteunt de kandidaten bij het zoeken naar een stageplaats. Tijdens de vooropleiding en de aansluitende beroepsopleiding worden de deelnemers begeleid door TIVO vzw. - De vooropleiding in Hasselt heeft als doel een duidelijk beeld te geven van de subsector Autocardiensten waardoor de uitstroom verminderd. - Alle opleidingen worden geëvalueerd door alle deelnemers, waarbij een gemiddelde tevredenheidsscore van 8/10 betracht wordt, zoniet zullen er kwalitatieve bijsturingen gedaan worden. Convenant en Actieplan personenvervoer 8

9 Acties ter uitvoering van artikel 5: - De sector promoot opleiding tijdens provinciaal georganiseerde bijeenkomsten van werkgevers. Voor elke provincie wordt 1x per jaar zulke bijeenkomst georganiseerd om min. 15 bedrijven gelijktijdig te bereiken, hun te informeren en good practices voor te stellen aan niet-vormingsbedrijven (= bedrijven die geen opleiding gegeven hebben met ondersteuning van de Sector). - De sector brengt in kaart hoeveel bedrijven / deelnemers gebruik maken van de sectorale opleidingsmogelijkheden en beoogt een groei van 5% in elk werkjaar (vgl. evaluatiedossier bijlage 6: Opleidingen FCBO 2005). - De sector stimuleert het gebruik van opleidingscheques voor bedrijven via o.m. het verlenen van informatie. - De sector promoot instap-opleidingen en IBO-systeem en zal, waar nodig, gestandaardiseerde functies en opleidingsprogramma s uitwerken. De sector streeft naar een stijging van 5% IBO s. Gezien de geringe bekendheid van het IBO-systeem in de Sector is het niet opportuun om in deze fase van sensibilisatie extra engagementen naar kansengroepen te nemen. - De sector maakt het opleidingsaanbod bekend via haar website en via aandachtstrekkers in de wekelijkse nieuwsbrief en sluit zich aan bij diverse overheidsinitiatieven hieromtrent. - Op 26/10/2005 organiseert de sector een seminarie Technologie en Veiligheid, waar het item Het Belgisch opleidingsprogramma geagendeerd staat. - Het Sociaal Fonds zal de bedrijven maximaal motiveren om de interne begeleiding van nieuwe werknemers, al dan niet via een IBO, een passende peterschapopleiding of coachingopleiding te laten volgen teneinde de kennisoverdracht optimaal te laten verlopen. De sector organiseert hiervoor 1 opleidingssessie Peter- / meterschap per provincie. Diversiteitstoets bij artikel 5 - Bij elke opleiding wordt gestreefd naar een bereik van 35% 45-plussers en/of kortgeschoolden. - De Sector ontwikkelt een validatiesysteem dat zowel voor de basisopleiding als voor de bijscholing gebruikt zal worden. Dit validatiesysteem zal op individuele en gepersonaliseerde basis (aanmelden met paswoord) geraadpleegd kunnen worden. Hierdoor ziet men de verworven competenties in kaart gebracht. Het is de bedoeling om dit systeem, na testperiode, te verspreiden over Europa, met de steun van IRU (International Road Transport Union). - De opleidingsprogramma's zullen permanent geëvalueerd worden. Ook hiervoor wordt een model ontwikkeld. Zowel het kwalitatief evaluatiesysteem als het valideringssysteem worden ontwikkeld met ondersteuning van de Londense firma Rail Training International Ltd. Beide systemen zijn operationeel vanaf januari Convenant en Actieplan personenvervoer 9

10 Acties ter uitvoering van artikel 6: - De sector onderzoekt een mogelijke verhoging van de opleidingscapaciteit voor de autobus- / autocarchauffeur in samenwerking met de VDAB d.m.v. een modulair opleidingssysteem. - De sector voorziet een financiële tegemoetkoming in de vorm van lesvoertuigen voor volgende knelpuntberoepen: autobus- / autocarchauffeur. Diversiteitstoets bij artikel 6 De sector zal Contra Vision stickers op de lesvoertuigen bevestigen, die visueel gericht zijn naar werkzoekende vrouwen, 45-plussers en allochtonen. Acties ter uitvoering van artikel 7: - De sector prospecteert, in samenwerking met de SERV, naar het aanbrengen van twee titels. Autobuschauffeur en Autocarchauffeur. - De sector stelt, in voorkomend geval, expertise beschikbaar bij het ontwikkelen van Standaarden. - De sector informeert en sensibiliseert werknemers tot het instappen in een titeltraject. - De sector informeert en sensibiliseert werkgevers tot het legitimeren van de titels in alle domeinen van hun personeelsbeleid (met inbegrip van selectie en rekrutering van nieuwe medewerkers). - De sector informeert werknemers en werkgevers over de loopbaandienstverlening. Acties ter uitvoering van artikel 8: - De sector onderzoekt de mogelijkheid tot aangaan van een multilateraal samenwerkingscontract met o.a. VDAB en VVM De Lijn vanaf juni Acties ter uitvoering van artikel 9: - De sector engageert zich om werklozen, werkzoekenden en ontslagen werknemers te begeleiden bij het zoeken naar een job in de sector. Deze personen worden opgenomen in de tewerkstellingsdatabase van het Sociaal Fonds Autobus - Autocar. In deze database die steeds up-to-date wordt gehouden - kunnen werkgevers uit de sector, die de database steeds kunnen raadplegen, hun vacatures eveneens kenbaar maken. - Naar aanleiding van het Minder Hinderproject, waarbij het Sociaal Fonds i.s.m. de VDAB, de Stad Antwerpen en de potentiële werkgevers, 97 chauffeurs opleidde, kwamen de sociale partners binnen het Sociaal Fonds overeen dat deze chauffeurs bij een later eventueel ontslag, wegens stopzetting van de tijdelijke diensten, opgenomen worden in het poolsysteem, waarbij contractueel voorzien is dat werkgever en werknemer instaan voor de onmiddellijke opname in de pool. Het Sociaal Fonds begeleidt deze poolchauffeurs naar een tewerkstelling in de sector. - De sector werkt samen met de interventieadviseurs en de VDAB tewerkstellingscellen. - De sector engageert zich om extra inspanningen te doen bij collectieve ontslagen voor de met ontslag bedreigde werknemers, ook uit andere sectoren. Er zullen besprekingen gevoerd worden met de betreffende bedrijfsleiders en VDAB om eventuele opleidingen tot autobus- of autocarchauffeur te voorzien. Een soortgelijke procedure werd gehanteerd bij het collectieve ontslag Philips Hasselt. Het Sociaal Fonds heeft een bevraging gedaan naar eventuele interesse voor het beroep van buschauffeur. In samenwerking met een erkende rijschool en VDAB werden er 4 personen omgeschoold tot buschauffeur. Convenant en Actieplan personenvervoer 10

11 Momenteel worden er besprekingen gevoerd met het Ministerie van Landsverdediging om een gezamenlijk project op te starten voor kandidaten die geïnteresseerd zijn om zich om te scholen tot autobus- of autocarchauffeur. BIJKOMENDE MODULES 1. Verhogen van de werkbaarheid door werkstress te voorkomen Om de werkbaarheid in de sector te verhogen zullen de sociale partners in de sector de ondernemingen stimuleren om een stressvoorkomingsbeleid te voeren met als doel om de specifieke stressrisico s eigen aan bepaalde typische beroepen in de sector te voorkomen. Acties - De sector stimuleert 10 ondernemingen om een analyse van de werkstressproblematiek te maken en op basis hiervan een actieplan op te stellen. - De sector biedt de dienst info Trauma aan waarop de chauffeurs gratis beroep kunnen doen en promoot deze dienstverlening naar de bedrijven. 2. Versterken van de screening en toeleiding van werkzoekenden Om een verhoogde activering van werkzoekenden na te streven en om het beleid ten aanzien van knelpuntvacatures te versterken zal de VDAB in samenspraak met de sectoren instaan voor een meer sectoraal gerichte screening en toeleiding naar opleidingen leidend naar een beroep met een kwantitatief knelpuntkarakter. Acties De bestaande procedure voor screening en toeleiding van kandidaat-chauffeurs wordt in samenspraak met VDAB en de sociale partners op elkaar afgestemd in de verschillende provincies. Er wordt gestreefd naar een bereik van 35% cursisten uit de kansengroepen, met extra aandacht voor vrouwen. DIVERSITEIT Acties ter uitvoering van artikel 10: De drager voor het horizontaal aandachtspunt diversiteit binnen het sectorconvenant is een globale diversiteittoetsing die zich boven de verschillende artikels van het sectorconvenant bevindt en die omschreven kan worden als voorbeeldfunctie voor de sector. Het globale engagement van de sector met betrekking tot EAD krijgt gestalte onder de vorm van een sectorale non-discriminatiecode en wordt ruim gecommuniceerd. De sector voorziet 10 bedrijven per werkjaar die de Code ondertekenen. Convenant en Actieplan personenvervoer 11

12 Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel: Voor de Vlaamse Regering: De heer Frank VANDENBROUCKE, Vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming 12

13 Voor de werkgevers van de sector: Paul LAEREMANS, Afgevaardigd bestuurder FBAA Voor de werknemers van de sector: Jan COOLBRANDT, Nationaal secretaris ACV-CCOD Werner De Clercq, Federaal secretaris ABVV-BTB Raf WOUTERS, Algemeen sectorverantwoordelijke Vervoer Vlaanderen ACV-TRANSCOM 13