Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Transcriptie

1 Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC 323) Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming; En de sociale partners van de sector van het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Jan Jassogne, CIB Vlaanderen en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Frans Dirix, ACV; De heer Kurt Marysse, ACLVB; De heer Paul Lootens, ABVV Addendum bij het protocol van samenwerking sector beheer van gebouwen 1

2 Wordt overeengekomen wat volgt: De Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden verbinden zich tot: 1. Verbintenissen van de sector Opmerking vooraf : omdat de sector voornamelijk bestaat uit micro-onderneming met 5 werknemers en uit kleine ondernemingen met 20 werknemers lijkt het ons moeilijk begrippen als herstructurering, collectief ontslag e.d. eenduidig voor de sector te omschrijven. Het lijkt ons dan ook verkieselijk te spreken over slachtoffers van de huidige economische recessie. Dit moet ons toelaten op een meer individuele basis te beslissen over toegang tot de maatregelen, zonder dat algemene (bijvoorbeeld cijfermatige of procentuele) criteria bepaalde slachtoffers van de economische toestand zouden uitsluiten van de voorgestelde maatregelen. 1. De sector heeft de ambitie om haar opleidingsaanbod de komende periode in termen van bereikte werknemers en besteed opleidingsbudget - te verhogen, en zal daar rond de nodige inspanningen leveren en de nodige communicatie voeren, zowel met werknemers als werkgevers. 2. De sector zal haar opleidingsaanbod de komende periode in termen van bereikte risicowerknemers uit de kansengroepen verhogen en daar rond ook een op hen afgestemde communicatie voeren. 3. De sector speelt in op het herstel van het vertrouwen en ontwikkelt een aantal acties op voor de slachtoffers van de huidige economische recessie en stelt daarbij het volgende voor: a. De sector zal haar opleidingsaanbod gratis openstellen voor alle getroffen werknemers gedurende de looptijd van het addendum, en met een minimum van één jaar. b. De sector zal uitzoeken, in functie van de gevolgen van de recessie op haar activiteiten, op welke wijze haar opleidingsaanbod - en capaciteit moeten aangepast worden aan de veranderende omstandigheden. Ze past haar opleidingsaanbod aan en ondersteunt, waar de gelegenheid zich voordoet, intersectorale acties (en maakt daartoe een concreet en sectoraal plan op ). c. De sector zal aan alle getroffen werknemers de mogelijkheid bieden een compleet competentiebilan op te maken, en hen de mogelijkheid bieden zich te laten bijstaan bij het opmaken van een concreet persoonlijk competentieplan (actieplan). Daarbij wordt voor de getroffen werknemers uit de kansengroepen extra aandacht besteed aan de basiscompetenties. Het opmaken van dit competentiebilan met bijhorend actieplan kan los van of in combinatie met een outplacementbegeleiding aangeboden worden. d. De sector onderschrijft de kwaliteitscriteria betreffende outplacement die gebruikt worden in de regionale toetsingscriteria en zal op sectorniveau een aanbod realiseren waar werkgevers en werknemers een beroep zullen kunnen op doen. De sector zal er eveneens op toezien dat het outplacement aanbod naadloos aansluit op het hierboven beschreven competentiebilan met bijhorend persoonlijk actieplan, zodat de getroffen werknemers vrij de keuze kunnen al dan niet in het volledige traject competentiebilan - outplacement in te stappen. 4. De sector zal investeren in de ontwikkeling van een aangepast instrument op sectorniveau betreffende competentiemanagement. Absolute vereiste die de sector hierbij stelt (gezien het type ondernemingen dat in de sector actief is) is dat het instrument toelaat concrete en meetbare doelstellingen voorop te stellen. 5. Op zeer korte termijn wordt door de sector een onderzoek gevoerd naar haalbare initiatieven op het gebied van ontwikkeling van competenties en het stimuleren van competentieontwikkeling, mogelijks in het kader van een loopbaanbegeleiding, mogelijks los ervan. Dit geheel moet de werknemers de mogelijkheid bieden beter te functioneren binnen de bestaande organisatie en hen een grotere jobmobiliteit bezorgen. In functie van de resultaten van dit onderzoek wordt in 5 Addendum bij het protocol van samenwerking sector beheer van gebouwen 2

3 belangrijke centra (we streven naar één per provincie) een proeftuin opgezet die, indien de resultaten daarvan gunstig zijn, voor heel Vlaanderen veralgemeend zullen worden. 6. De sector engageert zich ook waar nodig en te allen tijde de voorgestelde acties bij te sturen of aan te passen. 2. Verbintenissen van de overheid 7. Op basis van deze overeenkomst verleent de Vlaamse regering een werkingssubsidie ten bedrage van EUR ,00 aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen (Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent; bankrekeningnummer: ) voor het financieren van investeringen die rechtstreeks gericht zijn op de persoonlijke competentieontwikkeling van de werknemer en de werkzoekende, met uitsluiting van de ontwikkeling van tools en instrumenten. 3. Opvolgings en uitvoeringsmodaliteiten 8. De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model, over te maken aan het departement. Dit rapport bevat volgende informatiegegevens: 1) een gedetailleerd overzicht van de kostenstaat, 2) een duiding bij de investeringen in competentieontwikkeling (aantal opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, inhoudelijke omschrijving van de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, aantal deelnemers bij de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments) en 3) duiding bij de aangegane verbintenissen. Dit rapport dient uiterlijk binnen de maand na afloop van de uitvoeringsperiode bezorgd te worden aan het Departement Werk en Sociale Economie. 9. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. 10. Indien de in dit addendum opgenomen doelstellingen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. 11. Dit addendum heeft een looptijd van 01/04/2009 tot en met 31/07/2010. Addendum bij het protocol van samenwerking sector beheer van gebouwen 3

4 Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel, Namens de Vlaamse Regering: De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming 4

5 Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers; De heer Jan JASSOGNE, CIB Vlaanderen en als vertegenwoordigers voor de werknemers; De heer Frans DIRIX, ACV; De heer Kurt MARYSSE, ACLVB; De heer Paul LOOTENS, ABVV 5