Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Transcriptie

1 Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van Transport en Logistiek voor rekening van derden (PSC en ) Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming; En de sociale partners van de sector van transport en logistiek voor rekening van derden met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: Mevrouw Ingrid Van Craeynest, Adjunct-secretaris-generaal SAV; De heer Philippe Degraef, Directeur FEBETRA en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Frank Moreels, Federaal secretaris ABVV-BTB; De heer Raf Wouters, Algemeen sectorverantwoordelijke ACV-TRANSCOM Addendum bij het protocol van samenwerking sector transport en logistiek 1

2 Wordt overeengekomen wat volgt: De Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van transport en logistiek voor rekening van derden verbinden zich tot: 1. Verbintenissen van de sector 1. De sociale partners sloten op 28 januari 2009 binnen het Paritair Comité een CAO inzake voortgezette opleiding waarbij het opleidingsbudget voor 2009 voor de bedrijven fundamenteel werd verhoogd. Aan de Vlaamse bedrijven werd voor 2009 in totaal euro opleidingsbudget toegekend.1 Daarbovenop zullen de bestaande toelagen voor rijbewijs2- en ADR-opleidingen3 van arbeiders worden gecontinueerd. 2. De sociale partners zullen het opleidingsaanbod voor kansengroepen verder zetten, hiertoe zal de CAO inzake risicogroepen voor een periode van 2 jaar worden verlengd. Deze CAO voorziet voor de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling van de kansengroepen een patronale bijdrage van 0,25 % op de brutolonen van de arbeiders (aan 108 %), die geïnd wordt door de RSZ ten voordele van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek. Voor het boekjaar wordt dit door de RSZ geschat op ,29 euro4. Deze middelen worden gebruikt voor de organisatie van opleidingen van werkzoekenden en leerlingen die kunnen leiden tot instroom in de sector. De sociale partners verbinden zich er eveneens toe om de samenwerking met VDAB en onderwijs, in samenwerkingsovereenkomsten vastgelegd, te continueren. De belangrijkste inspanning bestaat uit de ter beschikking stelling van een didactisch wagenpark van vrachtwagens, aanhangwagens en trekker-opleggers voor de opleiding tot vrachtwagenchauffeur. Dit wagenpark wordt door onderwijs, in het kader van OSP, en door de VDAB eveneens ingezet voor werknemersopleidingen. 3. De sociale partners verbinden zich ertoe om specifiek voor de arbeiders die geconfronteerd worden met herstructurering een competentiepas aan te maken, zodat hun individuele kans op duurzame hertewerkstelling gemaximaliseerd wordt. 4. De sociale partners zullen hun inspanningen inzake diversiteit in de ondernemingen, ter ondersteuning van de instroom en duurzame tewerkstelling van kansengroepen, die vaak de eerste slachtoffers zijn bij herstructurering, onverminderd verder zetten. 5. De sociale partners blijven de promotie voor de ervaringsbewijzen voor magazijnmedewerker, heftruckbestuurder en reachtruckbestuurder onverkort verder zetten. Het Sociaal Fonds Transport en Logistiek zet in 2009 zijn partnerschap verder met de VDAB voor deze ervaringsbewijzen. Streefcijfers voor 2009: 36 ervaringsbewijzen voor magazijnmedewerker, 72 voor heftruckbestuurder en 36 voor reachtruckbestuurder. 6. De sociale partners engageren zich ertoe om, na de ontwikkeling van de competentiepas voor de arbeiders getroffen door herstructurering, te komen tot een competentiepas voor alle arbeiders uit de sector. 1 In werd aan de bedrijven (België) ,77 euro toegekend voor voortgezette vorming. 2 Geplafonneerd op euro per arbeider voor het behalen van een rijbewijs CE. 3 Terugbetaling van wettelijk verplichte ADR-opleidingen. 4 Voor België. Addendum bij het protocol van samenwerking sector transport en logistiek 2

3 2. Verbintenissen van de overheid 7. Op basis van deze overeenkomst verleent de Vlaamse regering een werkingssubsidie ten bedrage van EUR ,00 aan het Sociaal Fonds voor Transport en Logistiek, (de Smet de Naeyerlaan 115,1090 Brussel; bankrekeningnummer: ) voor het financieren van investeringen die rechtstreeks gericht zijn op de persoonlijke competentieontwikkeling van de werknemer en de werkzoekende, met uitsluiting van de ontwikkeling van tools en instrumenten. 3. Opvolgings en uitvoeringsmodaliteiten 8. De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model, over te maken aan het departement. Dit rapport bevat volgende informatiegegevens: 1) een gedetailleerd overzicht van de kostenstaat, 2) een duiding bij de investeringen in competentieontwikkeling (aantal opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, inhoudelijke omschrijving van de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, aantal deelnemers bij de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments) en 3) duiding bij de aangegane verbintenissen. Dit rapport dient uiterlijk binnen de maand na afloop van de uitvoeringsperiode bezorgd te worden aan het Departement Werk en Sociale Economie. 9. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. 10. Indien de in dit addendum opgenomen doelstellingen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. 11. Dit addendum heeft een looptijd van 01/04/2009 tot en met 31/07/2010. Addendum bij het protocol van samenwerking sector transport en logistiek 3

4 Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel, Namens de Vlaamse Regering: De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming 4

5 Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers; Mevrouw Ingrid VAN CRAEYNEST, Adjunct-secretaris-generaal SAV; De heer Philippe DEGRAEF, Directeur FEBETRA en als vertegenwoordigers voor de werknemers; De heer Frank MOREELS, Federaal secretaris ABVV-BTB; De heer Raf WOUTERS, Algemeen sectorverantwoordelijke ACV-TRANSCOM 5