NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 26 e vergadering 6 november 2014, avond Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 6 november 2014 te uur. Voorzitter: de heer mr. J.H.C. van Zanen, burgemeester, afgewisseld door de heer mr. R.W. Rollingswier. Aanwezig zijn de leden: Baş, De Boer, Bollen, Bos, Bouazani, Brussaard, Buunk, Van Corler, Dibi, Van Esch, Ferket, Fokke, Van Gemert, Gilissen, Haage, Işik, Kleuver, Knip, Koelmans, Koning, Meijer, Menke, Metaal-Froon, Van Ooijen, Oostveen, Paardekooper, Podt, Post, Rajkowski, De Regt, Rollingswier, Roodenburg, Scally, Van Schie, Scholten, Sienot, Tielen, Uringa, Verschuure, De Vries, Van Waveren, Weistra, Wijlhuizen en Zwanenberg. Kreijkamp. Tevens zijn aanwezig de wethouders: Everhardt, Geldof, Van Hooijdonk, Jansen, Jongerius en Griffier: de heer drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren! Hartelijk welkom allemaal, ook de mensen thuis. Bericht van verhindering is ingekomen van de heer Schipper. De voorzitter stelt hierna aan de orde de voortzetting van de behandeling van: Slotdebat programmabegroting 2015 c.a. waarbij tevens aan de orde worden gesteld: 1. Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2015 (Jaargang 2014, nr. 77). 2. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 88). 3. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 89). 4. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 90).

2 Avondvergadering van 6 november Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015 (Jaargang 2014, nr. 91). 6. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van de brug-, schut- en havengelden 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabellen 2015 (Jaargang 2014, nr. 92). 7. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015 (Jaargang 2014, nr. 93). 8. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 94). 9. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 (Jaargang 2014, nr. 95). 10. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2015 (Jaargang 2014, nr. 96). 11. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 (Jaargang 2014, nr. 97). 12. Voorstel tot vaststelling van de Tweede bestuursrapportage 2014 (Jaargang 2014, nr. 98). De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik zal namens het college aftrappen. Wij zullen antwoorden op de vragen die door de raad zijn gesteld en reageren op de ingediende moties en amendementen. Ik wil de raad danken voor de beschouwingen, de opmerkingen en de vragen die het college zijn gesteld. Boven ons persbericht stond "Aan het werk", zonder uitroepteken. Dat had net zo goed "Utrecht maken wij samen", "Werken aan werk" of "Bouwen aan een gezonde toekomst" kunnen zijn. Wij zullen er volgend jaar zeker een uitroepteken achter zetten. Dat schijnt mode te zijn. Er zijn twee tegenbegrotingen ingediend, een afkomstig van PvdA-fractie en de andere van de CDA-fractie. Van een vroegere wethouder Financiën heb ik geleerd dat men in zo'n geval mag zeggen dat het zeer sympathiek is dat ze er zijn en dat er waardering is voor het vele werk. In 2008 heb ik die woorden gehoord toen ik op de publieke tribune zat. Ik wil echter op de tegenbegrotingen ingaan. Wat ik zei, is waar, maar het is een feit dat een goed debat kan worden gevoerd en dat de genoemde fracties duidelijke voorstellen hebben ingediend. De tegenbegroting van de CDA-fractie is een aantal weken geleden door de ambtenaren ontvangen. Ik heb gemerkt dat de afgelopen weken tussen de fractie en de ambtenaren veel contact is geweest om deze tegenbegroting financieel-technisch te toetsen. Ik hoef er geen punten uit te halen. Er is overleg geweest over de vraag welke bedragen al dan niet in de tegenbegroting kunnen worden opgenomen, los van de inhoudelijke keuzen en consequenties. Financiën heeft de fractievoorzitter daarop al een reactie gegeven. Dat zal ik als wethouder niet opnieuw doen. Twee punten van de tegenbegroting van de CDA-fractie zijn financieel solide, maar misschien wat minder behoedzaam. Het eerst punt is het halen van geld uit het 3D-fonds.

3 Avondvergadering van 6 november Vanzelfsprekend kan dat, maar de heer Van Waveren weet dat aan de uitvoeringsnotities een risicomodel is toegevoegd waar tegenaan het 3D-fonds is gezet als opvang van risico's. Als wij daar geld uithalen, moeten wij iets aan het weerstandsvermogen doen om de algemene reserve mee aan te vullen. Dat punt wordt niet in de tegenbegroting van de CDA-fractie genoemd. In de tegenbegroting van de CDA-fractie wordt wél de taakstelling op fraude genoemd. Wij kunnen moeilijk onderbouwen of die realistisch is. Die kwalificatie is afhankelijk van de keuzes die worden gemaakt. Ook de collega-wethouders zullen op de inhoud van de tegenbegroting ingaan. Uiteraard is het geen tegenbegroting waarvan het college zegt dat die een verbetering van de programmabegroting is. Een aantal bezuinigingen en investeringen van de tegenbegroting van de CDA-fractie is niet overeenkomstig de keuze van het college. Echter, ambtelijk is aangegeven dat de tegenbegroting solide is. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor zijn woorden over onze tegenbegroting. Ik dank ook de ambtelijke ondersteuning die er veel uren werk in heeft gestoken om ons te helpen. Wij hebben dat gewaardeerd. Het 3D-fonds is bedoeld als zachte landing van de decentralisaties. Wij willen het geld inzetten waar dat nodig is. Het is logisch dat dit effect heeft op het weerstandsvermogen. Afgesproken is echter dat wij dat probleem in de voorjaarsnota oplossen, net als het college doet als dat het weerstandsvermogen onder de 1 laat zakken. Volgens mij volgen wij dezelfde lijnen die het college hanteert. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat klopt. Mogelijk zullen wij het 3D-fonds vaker moeten aanvullen dan alleen bij de voorjaarsnota. Ik heb daarover in het algemeen iets gezegd. Overigens vind ik de waardering voor de ambtelijke ondersteuning zeer terecht. In de tegenbegroting van de PvdA-fractie staat een aantal posten waarvan ik mij afvraag of die op deze wijze onderbouwd zijn ingeboekt. Uiteraard is het opleggen van een extra taakstelling Vastgoed een keuze, maar het college wil aangeven dat in de begroting al een forse taakstelling Vastgoed is ingeboekt. Op de plaats van de bezuinigingen op infrastructuur en het Anne Frankplein heeft het college in het kader van het coalitieakkoord een PM-post staan. Wij verwachten niet dat wij daar geld kunnen vrijspelen. Dat is afhankelijk van de partijen die deel uitmaken van een infrastructureel project. Mijn belangrijkste opmerking over de tegenbegroting van de PvdA-fractie behelst de besparing van EUR 3 miljoen op externe inhuur. De afgelopen jaren hebben wij gezien dat als de externe inhuur daalt, wij die niet één op één kunnen inzetten als besparing. Er worden vaak andere kosten gemaakt of de dekkingskant van de inhuur valt weg. Ik vind die besparing erg optimistisch. Ook worden middelen uit de meicirculaire gebruikt. Dat mag, maar het college heeft afgesproken dat het bij de behandeling van de voorjaarsnota een integrale afweging maakt en de septembercirculaire niet in de begroting verwerkt. Ik heb per brief aangegeven dat de middelen beschikbaar zijn, dus men zou die kunnen gebruiken. Wij maken echter een andere keuze. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor het feit dat hij onze tegenbegroting serieus bekijkt. Wij maken die voor de eerste keer. Het is fijn om dan serieuze feedback te krijgen. Vorige week hebben wij een debat gevoerd over TivoliVredenburg. De PvdA-fractie is bang dat de extra gelden die de gemeente van het Rijk krijgt bij de behandeling van de voorjaarsnota in het gat van de tekorten van het Stationsgebied en TivoliVredenburg verdwijnen. Wij maken echt een andere keuze dan het college. Wij vinden dat wij kaders moeten stellen. Wij willen bepalen waar de gelden naartoe gaan.

4 Avondvergadering van 6 november Daarom hebben wij dat punt in onze tegenbegroting opgenomen. Onze korting op externe inhuur is slechts 5,2% van het totaal. EUR 3 miljoen lijkt veel, maar het totale bedrag dat de gemeente aan externe inhuur uitgeeft, is EUR 57 miljoen. In dat licht ziet de genoemde korting er anders uit. Wij beoordelen dat punt positiever dan de wethouder. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij hebben de indruk dat uit de septembercirculaire wél de plussen worden meegenomen, maar niet de financiële opgave van EUR 12 miljoen die daar vanaf 2016 mee is gemoeid. Zie de wethouder dat ook zo? De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Misschien kan de wethouder meteen iets zeggen over de Klijnsma-kortingen die via de Wwb op ons af komen. Ook die worden in de begroting niet meegenomen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Je zal maar een landelijke politicus zijn zonder "korting" achter je naam. Natuurlijk valt op externe inhuur te besparen. De afgelopen periode is daarop door het vorige college fors bespaard, ook als onderdeel van de inkooptaakstelling. De externe inhuur is teruggaan van EUR 100 miljoen in 2010 naar rond de EUR 55 miljoen nu. Deze EUR 45 miljoen is nooit vrijgevallen, onder andere omdat middelen waarmee de mensen worden ingehuurd niet langer beschikbaar zijn. Ook zijn vaste krachten aangenomen. Uiteindelijk is sprake van een grote bruto-netto-verhouding. Het college heeft ook een taakstelling op inkoop van EUR 5 miljoen. Daarmee zijn tevens besparingen op externe inhuur gemoeid. Ik zeg niet dat het per definitie onmogelijk is om op externe inhuur te besparen, maar het is een zeer zware opgave. In de septembercirculaire staat inderdaad een aantal plussen: vergeleken met de meicirculaire minder min, maar ten opzichte van de voorjaarsnota een lichte plus. De standaardwerkwijze is dat die niet direct in de begroting wordt vertaald en dat één keer per jaar een integrale afweging wordt gemaakt. Dan is de raad volledig aan zet. Het college doet bij de behandeling van de voorjaarsnota bestedings- en dekkingsvoorstellen over de middelen die dan nog beschikbaar zijn, al moet ook dan problematiek worden opgelost. Wij zullen nog EUR 1 miljoen moeten inzetten voor het weerstandsvermogen dat is gezakt naar 0,98 vanwege de minimumnorm. Er is een cao afgesloten die structureel nog niet is gedekt. Die komt er volgend jaar bij. De heer Verschuure en mevrouw De Boer hebben gelijk: er zijn berichten dat wij van het Rijk minder geld krijgen. Ook is de korting van EUR 12 miljoen op de Wwb - ik neem aan dat mevrouw De Boer dat bedrag bedoelt - nog niet verwerkt. Wethouder Everhardt heeft deze week een brief gestuurd over hoe wij daarmee moeten omgaan. Het college moet - twee dagen voordat de begroting door de raad wordt behandeld - zo'n brief wel schrijven, omdat het om veel geld gaat. Dat is wat in de weken na het vaststellen van de voorjaarsnota zal gebeuren. Daarom vind ik het goed dat in het coalitieakkoord de afspraak is gemaakt om één keer per jaar alles af te wegen en om vervolgens de keuzes te maken. Uiteraard is uiteindelijk de raad aan zet. Tot zover mijn opmerkingen over de tegenbegrotingen. De andere wethouders zullen op sommige punten daarvan nog ingaan, net als op de ingediende moties. Mevrouw Haage vraagt wanneer de buurtbegrotingen worden gepresenteerd en wanneer de begrotingen inzichtelijker worden en noemt tevens het right to challenge. In de commissievergadering Financiën heb ik de heer Meijer een aantal toezeggingen gedaan. Het college is met verschillende portefeuillehouders aan het werk om ervoor te zorgen dat wij die materie open en transparant maken, maar ook geven wij de burgers meer inzicht in waar het geld naartoe gaat en hoe wij hun daarover per buurt meer zeggenschap geven. Daarover heeft een zeer interessante conferentie plaatsgevonden. Veel mensen hebben daar input geleverd. Het college zal de volgende stappen zetten.

5 Avondvergadering van 6 november Ik kijk daarover naar wethouder Jongerius. Ik verwacht daarover in de loop van 2015 bij de raad terug te komen. De heer Van Waveren heeft schriftelijke vragen gesteld over niet-geïnde parkeerbelasting. Er wordt een bedrag genoemd van EUR 0,59 miljoen. Dat is een bedrag over drie jaar. Wij hebben besloten dat in Utrecht geen wielklemmen worden gebruikt. Wij kunnen uiteraard geen wielklemmen uitsluitend voor buitenlanders gebruiken, want dat zou rechtsongelijkheid betekenen. Ik onderschrijf echter de problematiek die de heer Van Waveren noemt. Wij moeten er alles aan doen om de middelen in de gemeentebegroting terug te krijgen. Wij maken met landen afspraken om kentekens uit te wisselen. Wij hebben dat al met een aantal landen gedaan. Het is mogelijk dat wij dat met meer landen doen om meer boetes te kunnen innen. Het grootste deel van de niet-geïnde boetes betreft overigens Nederlanders. Er zijn veel mogelijkheden om ze te innen. Dit heeft zeker onze aandacht. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Onze schriftelijke vragen gaan inderdaad alleen over de parkeerboetes, maar ook elders in de begroting zien wij dat sprake is van grote oninbaarheid, bijvoorbeeld inzake ozb en leges. Ik heb de wethouder gevraagd of hij een plan van aanpak kan opstellen om per jaar minimaal EUR 0,5 miljoen binnen te halen. Dan zal de begroting EUR 0,5 miljoen minder oninbaar bevatten. Wij vragen hem om de raad daarover bij de behandeling van de voorjaarsnota te rapporteren. Hij mag dat bedrag ten behoeve van de innovatietaakstelling inboeken. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Het wordt zeer gewaardeerd dat de heer Van Waveren meedenkt over de innovatietaakstelling. In zijn tegenbegroting doet hij geen andere voorstellen, dus ook hij ziet die als kansrijk. Het lijkt mij interessant om dat te doen, ook bij andere portefeuilles. Ik realiseer mij echter wel dat het innen van boetes uitvoeringskosten met zich meebrengt. Kosten en opbrengsten moeten met elkaar in balans zijn. Het is rechtvaardig dat boetes moeten worden betaald. Dat staat niet ter discussie. Wij moeten daarvoor echter een goede vorm vinden. Ik stel voor om daarop bij de behandeling van de voorjaarsnota terug te komen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Kan de wethouder dat toezeggen, maar inclusief de ambitie om de totale oninbaarheid met EUR 0,5 miljoen terug te brengen? Dat scheelt het indienen van een motie. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik kan die toezegging bijna helemaal doen, maar ik kan nu niet inschatten wat realistisch is. Ik kom hierop bij de behandeling van de voorjaarsnota terug. Om nu een bedrag te noemen, voelt als het opleggen van een extra taakstelling. Dat is niet de lijn die ik wil voorstellen. Mevrouw De Boer wil dat wij geen kaasschaaf hanteren, maar blijven rapporteren over de innovatieve voorstellen waarmee de taakstelling wordt gedekt. In de commissievergadering heb ik daarover gezegd dat dit conform mijn lijn is. Ik vind dat programma's en organisatieonderdelen de verantwoordelijkheid dragen om een deel van de taakstelling in te vullen. Dat vergroot het eigenaarschap. Daarom hebben wij die over de programma's verdeeld. Ik verwacht echter voorstellen voor de niet ingevulde taakstelling. Ik verwacht niet dat ik van de organisatieonderdelen hoor dat de zaak is opgelost en dat men die ergens heeft geregeld. Ik wil voorstellen zien. Dat heb ik toegezegd. Die vraag komt bij de voorjaarsnota terug. Wij blijven hierop scherp sturen, ook om het innovatieve vermogen van de organisatie kansen te blijven bieden.

6 Avondvergadering van 6 november Inkoop is altijd gerelateerd aan financiën. Mevrouw De Boer vraagt naar de ambitie op duurzaamheid. Die staat in het coalitieakkoord, maar ook in de begroting. Er is een motie over ingediend. Gevraagd wordt om bij de voorjaarsnota te rapporteren hoe concernbreed - de gehele organisatie, in alle segmenten en productgroepen - duurzaam wordt ingekocht. Wij hebben 17 productgroepen, waaronder allerlei segmenten. Van die productgroepen zijn in de organisatie productgroepeigenaren aanwezig. Zij weten veel over hun vakgebied. Bij concerninkoop zijn geen mensen werkzaam die alle inkoop doen. Het inkopen is per onderdeel georganiseerd. Daar is de vakkennis aanwezig. Volgens mij gaat het in de motie over de vraag of de medewerkers kunnen worden gefaciliteerd, begeleid en van kennis en ervaring worden voorzien om de stap te zetten richting meer duurzaamheid in de segmentplannen. Ik ben bereid om bij de voorjaarsnota te rapporteren hoe wij dat voor de productgroepen hebben georganiseerd, maar ook om te rapporteren wat nog niet lukt. Wij hebben zeker heldere doelstellingen, maar als daarvoor financiële middelen nodig zijn, moeten wij ook die bekijken. Het is belangrijk om eerst te rapporteren hoe wij dat hebben georganiseerd, wat er kan en waarmee wij bezig zijn. Dat kan ik mevrouw De Boer toezeggen op basis van motie 117. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik vind dat de wethouder een mooie uitleg geeft van motie 117. Betekent die dat hij de motie overneemt? De heer KREIJKAMP (wethouder): Ja. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie heeft in de commissievergadering, toen het duurzame inkoopbeleid aan de orde was, gevraagd om het daarbij betrekken van een indicator dierenwelzijn. Als de wethouder motie 117 overneemt, zal dat dan gebeuren? De VOORZITTER: Ik wil niet vervelend doen, maar mevrouw Van Esch heeft geen spreektijd meer. De heer KREIJKAMP (wethouder): Dat staat niet in motie 117. Die heb ik zojuist overgenomen. Ik heb bij de behandeling van de voorjaarsnota 2014 aangegeven dat dierenwelzijn deel uitmaakt van het inkoopbeleid. In de geactualiseerde dierenwelzijnsnota zullen wij misschien daarop terugkomen. Ook in de begroting 2015 wordt dierenwelzijn genoemd, maar in motie 117 niet. Mevrouw Van Gemert noemde de ozb. Ik wil de SP-fractie en de heer Eggermont bedanken voor het vele werk en de gesprekken die de afgelopen weken met de ambtelijke organisatie hebben plaatsgevonden om het vraagstuk van de ozb terug te brengen tot de techniek en hoe die moet werken. Op korte termijn ontvangt de raad van het college een voorstel over de tariefsontwikkeling De SPfractie vraagt om een aanscherping van de techniek van de waardeontwikkeling. Ik ben bereid om die toe te passen, zodat wij elk jaar vanuit een goede uitgangspositie de raad de tariefsvoorstellen kunnen doen, inclusief de correctie tussen ingeschatte waardeontwikkeling - vaak in oktober/november - en de werkelijke waarop het tarief in december wordt gebaseerd. Ik zeg toe wat mevrouw Van Gemert vraagt. Wij zullen dat in de eerstvolgende verordening doen. Wij starten elk jaar met een goede uitgangspositie. Het tarief klopt met werkelijke waardeontwikkeling plus inflatie zodat de aanslag 2015 er goed zal uitzien. gaat? De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Betekent dit dat de uiteindelijke aanslag omhoog

7 Avondvergadering van 6 november De heer KREIJKAMP (wethouder): De aanslag voor 2015 is nog niet vastgesteld. Het percentage zal in november a.s. worden bepaald. Het totaal van de aanslagen is het bedrag dat in de begroting staat. De afgelopen jaren was die gebaseerd op de eerste inschatting van de waardeontwikkeling. Als het jaar daarop hetzelfde wordt gedaan, dan wordt het verschil tussen de ingeschatte en de werkelijke waardeontwikkeling gemist. Als men die elk jaar terugzet naar de werkelijke waardeontwikkeling, dan is die conform de begroting en conform de afspraken. Dan worden de tarieven vastgesteld zoals die moeten zijn. Die worden niet hoger. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Ik heb gezegd dat de SP-fractie het o-woord de komende drie jaar niet meer in de mond neemt, maar daarbij ben ik vergeten te zeggen dat hetzelfde geldt voor de fractiemedewerkers. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik dank mevrouw Van Gemert. Dat scheelt misschien tijd in de vergaderorde. Ik maak de SP-fractie en de afdeling Financiën een compliment. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Wat schiet ik er dan feitelijk mee op? Wat schiet de gemeente er mee op? Wat betekent dit voor de burger? Het betekent helemaal niets als de tarieven niet omhoog gaan. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! De tarieven worden elk jaar vastgesteld. Als de werkelijke inschatting van de waardeontwikkeling lager is dan de eerste inschatting dan haalt de gemeente minder op en als die hoger is meer. De berekening wordt zuiverder. Dat is een goede zaak. Bij de verordening die binnenkort komt, geef ik daarop een toelichting. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! De wethouder geeft aan dat de aanslag niet omhoog gaat, maar nu zegt hij dat de aanslag wél omhoog gaat, dus dat de burger wordt geconfronteerd met een rekening die hoger is dat wat in eerste instantie is bepaald. De heer KREIJKAMP (wethouder): Nee, er is nog niets bepaald. De inschatting van de waardeontwikkeling voor 2015 moet nog plaatsvinden. Ik heb aangegeven dat de waardeontwikkeling van 2014 nog moet worden meegenomen plus het tarief. Volgens mij klopt dat. In de commissievergadering heeft mevrouw Bouazani een voorstel gedaan voor een backpackershostel. Ik heb gezegd dat een goed idee te vinden. Een backpackershostel lijkt mij goed voor de stad. Wij kennen er al een aantal in Utrecht. Ik ben benieuwd of er initiatiefnemers zijn die daarover met wethouder Jansen of mij willen praten om de zaak vanuit de economische hoek te bekijken. Het college zal daarop zelf niet sturen. Wij zullen geen partijen zoeken om dat te doen. Dat wordt gelukkig ook niet door mevrouw Bouazani gevraagd. Overigens is een actualisatie van de hotelnota aanstaande. Per segment wordt daarin aangegeven wat de behoefte aan hotels in Utrecht is en wat kansrijke niches en delen van de markt zijn. Als initiatieven worden genomen voor een backpackershostel dan vind ik dat interessant, maar ik zal daarop zelf niet sturen met het aanwijzen van locaties of gemeentelijke panden. De heer Verschuure noemde de Tour de France. Dat is een belangrijk evenement in het komende begrotingsjaar. Er wordt hard gewerkt aan het activatieprogramma. Daarin staan allerlei plannen om de gebieden sport, cultuur, onderwijs, het bedrijfsleven en horeca te betrekken bij de vier dagen dat het Grand Départ in Utrecht is, maar ook om in de jaren daarna uit het evenement resultaat te blijven halen. Het evenement zet Utrecht op de kaart. Het is in 190 landen te zien. Iedereen zal van Utrecht mooie plaatjes zien, niet alleen de Dom, maar ook andere delen van de stad. Wij werken aan het programma.

8 Avondvergadering van 6 november Het startpunt is de 100-dagen aftrap. De 100 dagen voorafgaand aan de Tour de France zullen veel aandacht krijgen. Ik verwacht de komende maanden de raad hierover meer te kunnen vertellen. Volgens mij vindt binnenkort een werkbezoek plaats. Dan wordt uitgebreid ingegaan op alles wat er speelt. De GroenLinks-fractie vraagt of ik in de voorjaarsnota kan terugkomen op de impuls die wij kunnen geven om groene bedrijven binnen te halen. In de commissievergadering hebben wij aangegeven dat dit zeker onze intentie is. Het LEF is een van middelen om de bedrijven wat beter te faciliteren. Ik stel voor dat wij bij de evaluatie daarvan daarover rapporteren. De thema's van het Economic Board Utrecht die de speerpunt vormen, zijn groen, gezond en slim. Op het gebied van groen liggen in onze regio veel kansen, zeker op het gebied van werkgelegenheid en innovatie. Wij zullen daarop zeker inzetten. Daar kan mevrouw De Boer van op aan. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Mijn vraag is iets anders bedoeld. Volgens mij heeft de wethouder in de commissievergadering toegezegd dat hij zal bekijken hoe economisch beleid meer meetbaar kan worden. Daarmee worden de indicatoren bedoeld. De gegevens daarvan kunnen voor de afrekening worden gebruikt. Toegezegd is dat voor duurzame bedrijvigheid hetzelfde zal gebeuren. Wij zien dat graag terug in de manier waarop de voorjaarsnota is opgebouwd. Dat is de portee van de opmerking. De heer KREIJKAMP (wethouder): Wij zullen vóór de behandeling van de voorjaarsnota over de effectindicatoren praten. Die komen uiteindelijk in de begroting terecht, niet in de voorjaarsnota. De discussie gaat vooral over de extra middelen voor de afdeling economische zaken om zich te richten op accountmanagement, acquisitie, marketing en profilering van Utrecht in de stad, de regio en internationaal. Daarover heb ik toegezegd dat wij zullen aangeven hoe daarvan de voortgang is. Wij zullen een indicator moeten hebben om te kunnen zien hoe dat wordt gerealiseerd. Ook het binnenhalen van duurzame bedrijven maakt daarvan onderdeel uit. Ik kan mij niet iets voorstellen bij een indicator duurzame bedrijvigheid, maar misschien kan de GroenLinks-fractie daarvoor een suggestie doen. De heer Bos heeft amendement 62 over toerisme ingediend. Zijn stelling is dat voor stadspromotie en toerisme misschien meer geld nodig is. Wij moeten de eerder ingezette bezuiniging - dat is een bezuiniging van het vorige college - terugdraaien. Ik snap die richting. Wat ik zie en merk aan de onlangs gehouden werkconferentie over toerisme is dat bij partijen veel energie is. Op die conferentie waren 150 mensen aanwezig. Er zijn veel partijen die om Utrecht op de kaart te zetten gezamenlijk de schouders eronder willen zetten, ook met het oog op de Tour de France. In eerste instantie vind ik niet dat alleen meer geld het middel is om de toeristische infrastructuur van Utrecht te versterken. Vandaar dat wij dat niet in de begroting hebben opgenomen. Dat stond ook niet in voorjaarsnota. De dekking die wordt voorgesteld - uit een overschot dat mogelijk dit jaar wordt gerealiseerd op prestatieveld 6 van de Wmo - is niet in lijn met de gedachtegang van het college. Het is de portefeuille van een collega en betreft het lopende jaar. Dat is niet volgens de spelregels. Ik begrijp het signaal van de heer Bos echter wel. Ik vind het goed dat de fracties gezamenlijk bekijken wat wij meer kunnen doen aan het toeristische beleid. In Utrecht zijn daarmee banen gemoeid, dat is 7% van de beroepsbevolking. Dat het een belangrijke sector is, ben ik zeer met de heer Bos eens. Ik zie kansen in het LEF. Daarin zijn middelen beschikbaar voor werkgelegenheid. Daarover zijn wij in gesprek met de mensen die bij het toerisme zijn betrokken. Vanwege de dekking moet ik amendement 62 ontraden. De importantie van het toerisme als onderdeel van de Utrechtse economie deel ik met de heer Bos. De PvdD-fractie heeft amendement 65 ingediend. Die voegt tekst toe aan de programmabegroting. Dat is precies hetgeen wij in de commissievergadering tegen een collega van mevrouw Van Esch hebben gezegd. Als wij dat kader hebben, had dat erin moeten staan.

9 Avondvergadering van 6 november Het is niet zo dat alles in de programmabegroting kan staan, maar ik begrijp wat mevrouw Van Esch aangeeft. Ik kan met amendement 65 zeer goed uit de voeten. De heer Menke vraagt naar de binding van internationale studenten. Volgens mij heb ik in de commissievergadering toegezegd om de raad bij de behandeling van de voorjaarsnota 2015 te informeren over hoe wij die kunnen aanpakken. Ik ga met de universiteit in gesprek. De heer Menke heeft mij informatie toegestuurd waarvan ik graag gebruikmaak. Inzake de bibliotheek zijn zowel motie 121 als amendement 52 ingediend. Vorige week heb ik naar aanleiding van mondelinge vragen aangegeven dat het tijd wordt om voor de bibliotheek een plan maken dat in de financiële kaders past. Het college heeft aangegeven dat het plan dat er nu is geen plan is dat wij naar de raad zullen brengen. Wij vinden dat plan niet in de financiële kaders - huurgarantie, nota Geldverstrekkingen - passen. Deze uitspraak staat nog steeds. Morgen heb ik een afspraak met de bibliotheek en met de raad van toezicht van de bibliotheek om samen aan dat plan te gaan werken. Dat valt onder de verantwoordelijkheid van het college. Het college heeft eerder aangegeven ambities te hebben voor een moderne bibliotheek. Ik vind dat het tijd wordt om een plan te maken dat in de financiële kaders van het coalitieakkoord past. Amendement 52 stelt een extra taakstelling van EUR 2,5 miljoen voor op vastgoed, maar maakt incidenteel geld beschikbaar. Wij ontraden amendement 52 vanwege de dekking. Wij vinden dat wij al een forse vastgoedtaakstelling hebben. Wij vinden amendement 52 niet in lijn met het collegeakkoord en de afspraken die daarover zijn gemaakt. Uiteraard is de raad de partij die over de kaders gaat. Motie 121 is ingediend door de heer Gilissen en anderen. Die roept mij op om het gesprek aan te gaan. Ik ben daartoe zeer bereid. Motie 121 doet een aantal uitspraken over het plan dat er is. Motie 121 doet richtinggevende uitspraken over hoe wij moeten omgaan met het pand aan de Oudegracht en de gewaardeerde huurder Broese. Wij kunnen ons in deze motie goed vinden. Ik vind die uitvoerbaar. Motie 121 geeft een duidelijke opdracht mee. De terugvaloptie is dat aan de Oudegracht een moderne bibliotheek wordt gerealiseerd. Ook dat moet in de financiële kaders passen. Ook dat moet goed worden bekeken en daarop moet goed worden gestuurd. Gezien de discussie en de uitspraak die de raad in motie 121 doet, is het goed dat ik motie 121 niet overneem, maar dat de raad die in stemming brengt, zodat hierover door de raad een duidelijke uitspraak wordt gedaan. Ik neem derhalve motie 121 niet over. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Hoe denkt de wethouder over het coachen van de organisatie van de bibliotheek? Hij wil dat graag gaan doen. Wat is hij van plan? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Daarover heb ik de afgelopen uren kunnen nadenken. Sedert 1 januari 2013 is de bibliotheek verzelfstandigd. Op dat moment was er een wenkend perspectief. De raad had al vier keer ingestemd met de Bieb++. Zo was de situatie toen. Ik begrijp heel goed dat bij dit complexe project steun van de gemeente nodig is. Ik heb die steun toegezegd. De gemeente heeft veel expertise in huis. Ik vind het logisch dat het college wordt gevraagd om daar te faciliteren. Of er werkelijk coachingtrajecten zullen komen, weet ik niet, maar het is duidelijk dat steun van de gemeente nodig is, ook omdat de raad de ambitie heeft uitgesproken dat er een moderne bibliotheek komt. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! De wethouder geeft aan het belangrijk te vinden dat er een moderne bibliotheek komt. In motie 121 wordt nadrukkelijk beschreven dat in het huidige pand een sobere en doelmatige bibliotheek moet worden gerealiseerd. Hoe verhoudt zich dat tot de woorden van de wethouder over een moderne bibliotheek? De PvdA-fractie vraagt het college al tien maanden lang om met de bibliotheek in gesprek te gaan. Het college moet ervoor zorgen de faciliterende rol op zich te nemen.

10 Avondvergadering van 6 november Nu komt de wethouder aanzetten met de uitspraak dat motie 121 heel goed is omdat de gemeente in staat is te faciliteren. Motie 121 vraagt om vóór de behandeling van de voorjaarsnota een duidelijke afspraak te maken of om een voorstel te doen. Denkt de wethouder dat de optie Neude - ik denk aan de petitie die de wethouder vanmiddag in ontvangst heeft genomen - dan nog open blijft? Verschillende partijen, onder andere Broese en ASR, hebben een deadline aangegeven. Is de wethouder niet bang dat de Neude helemaal geen optie meer is? Is het verstandig om motie 121 te steunen? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Het is goed dat een duidelijke uitspraak is gedaan over midden volgend jaar. Men wil snel duidelijkheid hebben. Natuurlijk heeft de gemeente de afgelopen maanden gesprekken gevoerd. Wij hebben allemaal kunnen constateren dat vaak voorstellen ook door derden zijn gedaan over de locatie van de bibliotheek. Vorige week was er een persbericht. Vanmiddag om uur kreeg ik opnieuw een voorstel in mijn mailbox. Veel plannen in de stad gaan over een nieuwe bibliotheek. Dat begrijp ik wel, want de bibliotheek is een zeer goede partij en een zeer goede huurder. Ze kan een gebied een goede invulling geven. Wij hebben de gesprekken gevoerd, maar ik denk dat het nu tijd is dat gezamenlijk wordt gewerkt aan een plan dat in de kaders past. Ik vind het goed - daarom heb ik deze kwalificatie gebruikt - dat nogmaals de kaders worden benadrukt en dat de raad een oordeel geeft over het plan dat nu naar buiten is gekomen. Ik heb aangegeven dat het plan nu niet realistisch is, maar ik heb niet gezegd dat het never nooit realistisch is. Ik heb elke week dezelfde woorden gebruikt. Ook ik zie vandaag vanwege de deadlines beweging en ik ben benieuwd wat morgen en volgende week zal gebeuren. Dat wij samen met de bibliotheek snel duidelijkheid moeten geven, lijkt mij duidelijk. Dat zullen wij absoluut doen. "Sober en doelmatig" zijn woorden die mevrouw Bouazani en ik vaak horen over onderwijshuisvesting, maar volgens mij zijn er zeer mooie scholen in Utrecht. Zo zie ik de woorden "sober en doelmatig". Dat betekent dat er echt wel een niveau bij kan ten opzichte van de nieuwe bibliotheek. Dan kan nog steeds sober en doelmatig een centrale bibliotheek worden neergezet. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Ik wil mevrouw Bouazani vragen of zij het met mij eens is dat vóór de voorjaarsnota ook morgen kan zijn. Als er morgen een goed plan is dat in de financiële kaders past, dan worden alle deadlines gehaald. Dat lijkt mij dan geen enkel probleem te zijn. Ik wil ook het woord "coachend" duiden. Daarmee wordt nadrukkelijk bedoeld dat het een plan van de bibliotheek moet worden en geen plan van de gemeente. De gemeente staat de bibliotheek wel bij, maar de bibliotheek moet zelf een plan presenteren. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik heb de heer Gilissen de volgende vraag gesteld. Die heeft een antwoord gegeven dat mij beviel. Hoe hard zijn de kaders? Zijn die zo hard als diamant? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! De heer Bos heeft deze vraag aan de heer Gilissen gesteld. Dat is een van de voorzitters van de coalitiedragende fracties. Het college voert het coalitieakkoord uit. Wij weten heel goed dat als wij voorstellen doen die buiten de kaders vallen wij in de raad weinig kans maken op veel steun, dus zijn het harde kaders. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! De wethouder worden vragen gesteld over iets wat een geschiedenis heeft uit het begin van het jaar. Ik heb eerder gezegd dat het een geschiedenis is die wij niet plezierig vinden. Er is toen echter wél een nieuwe realiteit geschapen. Vervolgens was in de raad met de kaders die toen golden geen meerderheid te vinden voor de moderne bibliotheek.

11 Avondvergadering van 6 november Daarna zijn er verkiezingen geweest. Er is een coalitieakkoord gesloten. Daarin zijn nieuwe kaders vastgesteld. Dat kan de oppositie vervelend vinden, maar dat is de realiteit. De bibliotheek is vervolgens op pad gestuurd om een plan te maken. Het is de bibliotheek niet is gelukt om binnen de kaders de raad een plan te presenteren. Ik wil de wethouder vragen wat hij ervan vindt dat de bibliotheek nog steeds geen plan heeft laten zien waarvoor de nieuwe kaders zijn opgesteld. De heer KREIJKAMP (wethouder): Ik wil juist dat er wél een plan komt dat in de kaders past. Daarom heb ik aangegeven om dat zo snel mogelijk te doen. Ik heb gehoopt dat het eerder was geweest. Dat is niet het geval geweest. Dat is morgen onderwerp van gesprek. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Wij weten allemaal dat in Nederland Zwarte Piet actueel is, maar schijnbaar ook in Utrecht. De bibliotheek krijgt de zwartepiet toegespeeld. Dat is niet terecht. De bibliotheek heeft binnen drie weken het college al een voorstel heeft gedaan. Ze was daarmee de eerste, maar het college stuurt de bibliotheek telkens terug omdat de plannen niet in de kaders passen. Hetzelfde college en dezelfde coalitie hebben de bibliotheek een bezuiniging opgelegd. Het college gaat vervolgens achteroverleunen en zegt dat er intussen een andere werkelijkheid is gekomen. De PvdA-fractie zegt dat het college niet moet achteroverleunen, maar juist voortgang moet boeken. Wij roepen al tien maanden dat wij gezamenlijk aan de slag moeten gaan. Geen zwartepiet of welke piet dan ook, maar actie! De heer WIJLHUIZEN (SP): Voorzitter! Ik zou graag willen horen wat volgens de PvdA-fractie de volgorde in de tijd is geweest. Waren er eerst kaders en kwam er toen een plan, of was er al een plan en zijn vervolgens kaders bedacht? Volgens mij zijn de kaders al zeer lang zeer helder. Ik hoor nu van de PvdA-fractie dat ze voor haar nog niet helder waren, maar misschien wordt het dan tijd dat ze de kaders eens gaat lezen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Volgens mij zijn wij nu vooral bezig met achteruitkijken. De GroenLinks-fractie wil hierover graag vooruitkijken. Volgens ons is er een goed plan om samen met de bibliotheek aan een oplossing te werken. Ik nodig alle partijen uit om de blik vooruit te richten. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! De heer Wijlhuizen heeft ons een vraag over de kaders gesteld. Het is het college geweest dat de kaders heeft veranderd. In januari is de bibliotheek op pad gestuurd met de vraag om een moderne bibliotheek te realiseren. De bibliotheek ging met die kaders aan de slag. De coalitie, waarvan de SP-fractie deel uitmaakt, heeft gezegd op de bibliotheek flink te gaan bezuinigen, maar vast te houden aan dezelfde ambitie. Vindt de SP-fractie dat fatsoenlijk besturen? Wil de SP-fractie voortaan eerst zichzelf een vraag stellen voordat ze vraagt of de PvdA-fractie weet waarover ze spreekt? Dat weet ze. De VOORZITTER: Dames en heren! Nu lijkt de vergadering een herhaling van de commissievergadering te worden. Ik was daar echter niet bij. Ik stel voor dat de wethouder zijn betoog in alle rust voortzet. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik heb geen vragen meer gehoord die aan mij zijn gericht. Ik heb duidelijk aangegeven wat ik zal doen en ik heb amendement 65 en motie 121 becommentarieerd. De heer Verschuure heeft vragen gesteld over onderwijs.

12 Avondvergadering van 6 november Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Ik heb van de wethouder geen antwoord gekregen op mijn vraag of motie 121 zal meewegen bij het besluit over de richting van de bibliotheek op de Neude. De VOORZITTER: Wij zouden dit onderwerp afronden. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Ja, maar ik wil graag antwoord krijgen op mijn vraag. antwoord nu. De VOORZITTER: Dan komt u daarop in de tweede termijn maar terug, of de wethouder geeft het De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp de vraag van mevrouw Bouazani niet helemaal. Dan wordt beantwoorden lastig. Volgens mij geeft motie 121 de duidelijke opdracht mee om een realistisch plan te maken, ongeacht de vraag waar dat is. In motie 121 worden geen opties weggestreept en ook niet hard benoemd. Ik kan daarmee uit de voeten. Gevraagd wordt of ik kan toezeggen dat wij vernieuwende initiatieven op het gebied van onderwijs als onderdeel van de investeringen op het gebied van kwaliteit en excellentie mogelijk maken. Ja, graag. Utrecht maken wij samen. Wij hebben onlangs twee stadsgesprekken gevoerd waarbij allerlei initiatieven zijn voorgesteld. Wij zijn die nu aan het bekijken. Wij zullen daarop een reactie geven. Ik kom terug naar de raad met een voorstel hoe wij die initiatieven zullen invullen. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe wij dat zullen doen. Wij betrekken daarbij uiteraard het onderwijs, niet alleen schoolbesturen, maar ook schooldirecteuren, leerkrachten en medezeggenschapsraden. De heer Verschuure noemde de brede scholen, maar hij bedoelde de brede scholengemeenschappen. Daarover heeft onlangs in Trouw een bericht gestaan. Volgens professor Donkers uit Maastricht willen de brede scholengemeenschappen hun VMBO-klassen afstoten. Dat is in Utrecht niet het geval. Wij kennen brede scholengemeenschappen, zoals het Amadeus Lyceum, het Gerrit Rietveld College en het Sint Gregorius College. Er komt een VMBO TL vlak bij het Leidsche Rijn College. Ik zie alleen maar meer verbindingen komen vanaf VMBO TL. Vroeger heette dat MAVO t/m VWO- Gymnasium. Ik heb de zorgen van professor Donkers niet. De SP-fractie stelt een vraag over het leerlingenvervoer. Leerlingenvervoer is belangrijk. Net als de SP-fractie vinden wij dat die zo goed mogelijk moet worden georganiseerd, zowel voor de ouders als voor de kinderen. Het is een feit dat de aanbesteding de komende weken wordt afgerond en naar buiten gaat. In de tweede week van december moet het bestek af zijn om partijen gelegenheid te geven om daarop te reageren en zich in te schrijven, zodat wij ruim vóór 1 april 2015 duidelijkheid hebben over wie de vervoerder in het volgende schooljaar is. Dat komt erg snel, los van het feit dat het niet gebruikelijk is om dit soort uitvoeringszaken aan de raad voor te leggen. Ik zie dat eigenlijk niet als haalbaar. Als raad en college over de aanbesteding een goed debat willen voeren, dan hebben wij daarvoor weinig tijd. Begin december moet alles zijn afgerond. Ik moet het voorstel dan al half november hebben afgerond om het naar de commissie te kunnen sturen. Dan krijg ik het probleem dat de begroting nu voorligt. Daarin staan voor de komende jaren de middelen die voor het leerlingenvervoer zijn bestemd. Dat is het kader waarbinnen het genoemde debat moet worden gevoerd. Als de SP-fractie zegt dat chauffeurs weer in vaste dienst moeten komen, dan wordt dat lastig. Ik vind dat in het licht van de aanbesteding en de budgetten niet haalbaar. Volgens mij moeten wij in de commissievergadering verder spreken over hoe de kwaliteitsmonitor van het leerlingenvervoer kan worden verbeterd en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat klachten van ouders en leerlingen worden opgevolgd, wat wij daarvan verwachten en hoe wij kunnen meten hoe het leerlingenvervoer ervoor staat en hoe dat kan worden verbeterd.

13 Avondvergadering van 6 november Dat wordt bij een aanbesteding niet direct zichtbaar. Qua tijd zal het mij niet lukken om dat voordat het naar buiten gaat de raad toe te sturen. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! De wethouder noemde het versterken van de excellentie en de kwaliteit van het onderwijs. Wij hebben gevraagd om de toezegging - die heb ik nog niet gehoord - dat voor initiatieven van scholen, ouders en organisaties die een structurele bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs voor, tijdens en na schooltijd budget moet worden gereserveerd in de vorm van het bedrag dat wij in het coalitieakkoord daarvoor hebben geprobeerd uit te trekken en om criteria te definiëren zoals cofinanciering om dat mogelijk te maken. Wij willen daarover graag met de wethouder in gesprek gaan. Daarom vragen wij daarvoor een toezegging. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik heb aangegeven dat uiteraard initiatieven van buiten onderdeel zijn van het plan. Daarvoor is het plan opgezet. Daarom zijn twee stadsgesprekken georganiseerd. Er zijn veel mensen van onderwijsinstellingen bijeengekomen om plannen te maken over vragen zoals hoe wij de onderwijsprofessional kunnen versterken, hoe wij in het onderwijs innovatie een plek kunnen geven en hoe wij jongeren kunnen klaarstomen voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Wij zullen mensen moeten opleiden voor banen die nog niet bestaan. Ik heb nog geen beeld van wat daaruit zal komen. Ik zal geen toezeggingen doen over hoeveel budgetten beschikbaar zijn. Dat lijkt mij niet handig. Het is handig om de uitkomsten van het stadsgesprek bijeen te brengen en om daarover nogmaals te spreken. Uiteindelijk zullen wij er met de raad over spreken. Ik maak nu niets onmogelijk. Er is nog niets onmogelijk gemaakt. Dat zal nog komen. Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Voorzitter! Stel dat de komende tijd initiatieven worden genomen die nu nog niet uit de stadsgesprekken voortkomen, maar over een halfjaar bijvoorbeeld wél. Is daarvoor nog ruimte? Wordt het gehele bedrag met nu bestaande initiatieven dichtgetimmerd? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik timmer niets dicht. Volgens mij moet het gesprek nog beginnen. Wij hebben veel opgehaald. Alle partijen samen moeten een plan maken. Ik ben niet van plan om volgend jaar een plan te maken dat voor de komende jaren alles dichttimmert. Wij moeten de flexibiliteit behouden. Ook initiatieven van buiten moeten kansen krijgen. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Ik heb in de eerste termijn inzake het leerlingenvervoer niet gezegd dat wij vinden dat alle chauffeurs in vaste dienst moeten komen. Ik heb gezegd dat er een probleem is omdat veel chauffeurs oproepkracht zijn. De kwaliteit van het leerlingenvervoer is niet goed. De signalen die de SP-fractie binnenkrijgt, wijzen op de slechte staat van het leerlingenvervoer. Voor ons is het meepraten belangrijk. Wij zien bij aanbestedingsprocedures bijna altijd dat de raad te laat is. Steeds als wij dit bespreekbaar willen maken, wordt gezegd dat men haast heeft en dat het niet meer kan. Wij willen meepraten en een vinger in de pap hebben. Als een aanbesteding is gegund, dan heeft de raad vaak opnieuw drie of vier jaar lang niets te zeggen. De wethouder geeft geen kwalitatief oordeel over het leerlingenvervoer. Hij zegt alleen daarover niet meer te kunnen praten omdat in december het bestek moet uitgaan. Is de wethouder bereid om de klachten van en over het leerlingenvervoer serieus te nemen? Wil hij een concreet voorstel doen ten behoeve van een beter klachtenvolgsysteem? Wij willen een heldere toezegging krijgen dat wij de aard, de duur en de oplossing van de klacht beter kunnen monitoren. Is de wethouder bereid om ook de inhoudelijke kwalitatieve discussie over het leerlingenvervoer te voeren als het te laat is om de aanbesteding te veranderen? Dat laatste is iets wat ik betwijfel.

14 Avondvergadering van 6 november De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik ben vooral ingegaan op de procedure. Ik ben zeer bereid om de klachten serieus te nemen. Dat doen wij al. Ik heb in de commissievergadering tegen de heer Wijlhuizen gezegd dat ook ik alle informatie naar ons toe wil hebben zodat wij die kunnen bespreken. Volgens mij hebben ambtelijke gesprekken plaatsgevonden om juist de informatie te delen. Wij nemen die zeer serieus. Vooral de eerste dagen van het schooljaar zijn dingen misgegaan, goed mis. Een voorbeeld daarvan is in de media beland. Ik ben bereid om met de raad verder te spreken over het klachtenvolgsysteem en om de inhoudelijke discussie daarover te voeren, los van de aanbesteding die nu in gang is gezet. Ik ben daartoe bereid. Dat zeg ik bij dezen graag toe. De GroenLinks-fractie heeft gevraagd of ik bereid ben om te controleren of de scholen de belangrijke taak inzake het LHBT-onderwijs nakomen. Eigenlijk ben ik dat niet. Daarvoor dient de onderwijsinspectie. Sinds 2009, toen via de bekende motie-pechtold de seksuele diversiteit in de kerndoelen is opgenomen, maakt dat deel uit van het curriculum. In Nederland is een onderwijsinspectie die de scholen daarop moet inspecteren, controleren en beoordelen. Ik vind dat hun taak. Ik vind het belangrijk dat op alle Utrechtse scholen LHBT-onderwijs wordt gegeven. Daarom heeft de collega die verantwoordelijk is voor de GG en GD daarvoor uitgebreide programma's beschikbaar. Naar aanleiding van deze oproep zal ik informatie opvragen of de onderwijsinspectie dit in Utrecht heeft gecontroleerd. Ik wil weten wat daar is uitgekomen. Als blijkt dat daar niets is uitgekomen, zal ik dat over twee weken met de staatssecretaris bespreken - dan zie ik hem - om ervoor te zorgen dat het toch gebeurt. Ik deel de ambitie dat op alle scholen LHBT-onderwijs wordt gegeven, sterker nog, dat is verplicht. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik vind het een beetje jammer dat de wethouder er zo over denkt. Hij benadert de materie heel formeel en procedureel. In het verleden heeft het college zich erg ingezet voor dit soort lessen op scholen. De vorige burgemeester heeft zelf op scholen lessen gegeven. De gemeente is er dus wel degelijk bij betrokken. De gemeente heeft altijd uitgestraald dit heel belangrijk te vinden. Om het alleen bij de inspectie en de staatssecretaris neer te leggen, vind ik een beetje mager. Ik hoop dat de wethouder dit ook op de agenda wil houden met de scholen zelf. Ik denk dat het belangrijk is dat de gemeente en het college dit signaal duidelijk aangeven. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik heb hetzelfde gezegd. Ik heb het belang hiervan heel hoog zitten. De gemeente doet er veel aan, de vorige burgemeester en misschien de huidige ook. Ook de wethouders zijn op dit terrein actief. Ik maak het met scholen bespreekbaar. Principieel vind ik niet dat ik taken van de onderwijsinspectie moet overnemen. Als de schoolinspectie dit niet controleert of inzichtelijk maakt, zal ik dat aangeven. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik wil de GroenLinks-fractie bijvallen. LHBT-onderwijs is wellicht geen taak van het college. Misschien moeten principiële taken worden gescheiden. De wethouder is met enige regelmaat met verschillende schoolbesturen in gesprek. Kan hij de schoolbesturen vragen om hieraan aandacht te besteden? De heer KREIJKAMP (wethouder): Ik ben zeer bereid om dat te doen. Wij hebben dat in het verleden veel gedaan. Wij zullen vragen hoe het loopt. Ik wil de raad daarover graag informeren, maar controleren op scholen is een taak van de inspectie. Ik zal hierover met de inspectie contact zoeken. Motie 128 gaat over de "walking bus". Wethouder Everhardt en ik hebben op internet gezocht. Het idee komt uit Amerika. De bedoeling is om overgewicht bij kinderen tegen te gaan door ze niet met de bus naar school te laten gaan, maar ze te laten lopen. Gelukkig kennen wij in Utrecht geen schoolbussen. Kinderen worden hier lopend of per fiets - heel soms met de auto - naar school gebracht.