NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 21 e vergadering 12 november 2015, avond Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 12 november 2015 te uur. Voorzitter: de heer mr. J.H.C. van Zanen, burgemeester; de heer mr. R.W. Rollingswier, plaatsvervangend voorzitter, gedurende enkele momenten in de vergadering. Aanwezig zijn de leden: Baş, De Boer, Bollen, Bos, Bouazani, Brussaard, Van Corler, Dekkers, Dibi, Eggermont, Eijndhoven, Ferket, Van Esch, Van Gemert, Gilissen, Haage, Işik, Kleuver, Knip, Koning, Meijer, Menke, Metaal-Froon, Van Ooijen, Paardekooper, Podt, Post, Rajkowski, De Regt, Rollingswier, Roodenburg, Scally, Van Schie, Schilderman, Schipper, Scholten, Sienot, Tielen, Todorović, De Vries, Uringa, Verschuure, Van Waveren, Weistra en Zwanenberg. Tevens zijn aanwezig de wethouders: Everhardt, Geldof, Van Hooijdonk, Jansen en Kreijkamp. Griffier: mevrouw mr. M. van Hall, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik open de vergadering. Het is donderdag 12 november Welkom allemaal, ook de kijkers en luisteraars thuis. Ik stel aan de orde het vervolg van het slotdebat Programmabegroting Afgesproken is dat ook de collegeleden zich aan de spreektijd houden. Voordat wij overgaan tot besluitvorming, zal ik u herinneren aan de afspraken die zijn gemaakt over het afleggen van stemverklaringen. Die zijn de raad ook per medegedeeld. Het eerste woord dat in het bericht staat, is "kort". Slotdebat programmabegroting 2015 c.a. waarbij tevens aan de orde worden gesteld: 1. Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2016 (Jaargang 2015, nr. 100). 2. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2016 (Jaargang 2015, nr. 93). 3. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2016 (Jaargang 2015, nr. 94). 4. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2016 (Jaargang 2015, nr. 94).

2 Avondvergadering van 12 november Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015 (Jaargang 2015, nr. 94). 6. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van de brug-, schut- en havengelden 2016, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2016 (Jaargang 2015, nr. 95). 7. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2016 (Jaargang 2015, nr. 98). 8. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2016, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2016 (Jaargang 2015, nr. 99). 9. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2016 (Jaargang 2015, nr. 102). 10. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2016 (Jaargang 2015, nr. 103). 11. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2013, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2016 (Jaargang 2015, nr. 104). 12. Voorstel tot vaststelling van de tweede Bestuursrapportage 2015 (Jaargang 2015, nr. 101). De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik dank de raad voor zijn bijdrage in eerste termijn. Er zijn veel onderwerpen langsgekomen: Gezonde stad, Werken aan werk en Utrecht maken we samen. Ook was er veel aandacht voor de vluchtelingenproblematiek. Het college zal vandaag antwoorden via de nieuwe portefeuilleverdeling. Die is er sinds dinsdag jl. Wij doen dat in afwachting van oplossingen voor het vertrek van mevrouw Jongerius. Namens het college wil ik waardering uitspreken voor Margriet Jongerius: voor haar collegiale opstelling in het college en voor de bijdrage die zij heeft geleverd. Wij waren erg verrast toen wij maandag jl. om 7.45 uur via de burgemeester haar bericht kregen. Ik begin met Financiën. Traditioneel begin ik met de tegenbegroting van de grootste oppositiefractie, de PvdA-fractie. Dat is amendement 59. De PvdA-fractie maakt een aantal keuzes. Op bladzijde 3 staat de dekking van de tegenbegroting van mevrouw Haage. Van een aantal posten moet ik zeggen dat die niet conform de financiële spelregels zijn. Middelen uit de septembercirculaire behandelen wij altijd bij de voorjaarsnota. Daarop is de begroting niet gebaseerd. Gedurende het jaar wordt dekking gevonden voor de BRU-middelen. Die komt in de verantwoording te staan die bij de voorjaarsnota aan de orde komt. Het valt op dat in de tegenbegroting van de PvdA-fractie een vrij forse post is opgenomen voor het verminderen van de externe inhuur. Dat is een debat dat wij vaker hebben gevoerd. Dat zijn middelen die wij niet zomaar kunnen inboeken. Als de externe inhuur daalt, moeten wij óf zelf mensen in dienst nemen - maar ook dat kost geld - óf er is minder projectsubsidie die wij vaak voor externe inhuur hebben gebruikt. Het verminderen van externe inhuur is niet zomaar in te boeken.

3 Avondvergadering van 12 november Ook de post voor sobere infraprojecten van 1 miljoen uit de tegenbegroting van de PvdA-fractie is niet structureel onderbouwd. Wij zien graag gedetailleerde voorstellen tegemoet waarop de 1 miljoen is gebaseerd. Wij kunnen die nu niet inschatten. Alles overziende, zie ik vrij forse bedragen die niet conform de financiële spelregels zijn. Qua financiële dekking moet ik amendement 59 ontraden. De inhoud laat ik over aan de raad en aan de portefeuillehouders. Het valt ons op dat vooral veel geld voor economie wordt weggehaald, dat belastingen worden verhoogd en dat wordt bezuinigd op innovatie. Dat zijn keuzes die aan de raad voorliggen. Toen ik de tegenbegroting las, was ik even in de war. De inleiding begint met "vrijheid en democratie". Ik dacht: als ik daar "volkspartij" voor zet, heb ik een tegenbegroting die vroeger altijd door de heer Geldof werd gepresenteerd. Ik denk echter dat dit toeval is. Dit is een tegenbegroting van de PvdA-fractie. Ook de CDA-fractie heeft een tegenbegroting ingediend. Behalve dat ik een aantal posten uit eerdere tegenbegrotingen herken, valt mij een aantal dingen op, zoals onttrekkingen uit het 3D-fonds. Ik zal daarover straks iets zeggen. Dat is een keuze, maar die betekent wél dat er minder dekking is voor risico's, ook bij de decentralisaties. Dat kan leiden tot een vraag tot het aanvullen van het weerstandsvermogen. Ons valt ook op dat de Westpleintunnelconstructie op dezelfde manier wordt genoemd. De opbrengst van 20 miljoen, die zonder plan is ingeboekt, vinden wij vrij prematuur, zeker in het licht van het raadsvoorstel dat in juli jl. is aangenomen voor de tweede fase van het Stationsgebied. Verder zie ik veel bezuinigingen op cultuursubsidies en de verzelfstandiging van Stadswerken. Op die financiële punten ontraden wij het voorstel. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij houden ons erg aanbevolen voor een nieuwe berekening van het college voor de Westpleintunnel en de opbrengstmogelijkheden. Het lijkt ons heel prettig om onze volgende tegenbegroting daarop te baseren. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat is volgens mij geen vraag. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Kan de wethouder iets zeggen over het inboeken van de Aanpak fraude en wanbetaling? Mij valt op dat daarvoor heel gemakkelijk ,-- is ingeboekt, terwijl volgens mij daarvoor extra uitgaven moeten worden gedaan. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Volgens mij hebben wij ook vorig jaar gezegd dat wij de tegenbegroting van de CDA-fractie ambitieus vinden, maar niet keihard onderbouwd. Dat is ook nu het geval. Vandaar dat wij hebben besloten niet positief over de tegenbegroting adviseren. Over de amendementen 64 en 66 en de discussie over de verbonden partijen is in de eerste termijn van de heer Van Waveren gesproken. Er zijn vragen gesteld over de programmabegroting, maar toen hebben wij vragen van de fracties van CDA en GroenLinks niet doorgekregen. Die zijn later beantwoord, maar dat is te laat geweest. Pas sinds het afgelopen uur kunnen wij op deze vragen exacte antwoorden geven. Dat had anders gemoeten. Dat heeft te lang geduurd. Dat betekent dat ik nog strakker zal sturen op begrotingen rond verbonden partijen. In de programmabegroting maken wij een raming. Pas later wordt duidelijk wat de bedragen zijn. Het verschil moet zo klein mogelijk zijn. Wij moeten daarop harder sturen. Uit de antwoorden die wij hebben gezien, blijkt dat er een verschil is van ongeveer ,-- tussen het totaal van de verbonden partijen en de begroting. Dat zeg ik omdat die bedragen als dekking zijn gebruikt voor de amendementen 64 en 66. Amendement 66 dekt ,--. Dat is niet reëel.

4 Avondvergadering van 12 november Daarom ontraden wij amendement 66. Als men de twee tabellen scherp bekijkt, is de ,-- wél mogelijk. Die zal ik technisch gezien niet ontraden. Ik laat de inhoud nog even over aan de portefeuillehouders. Die komen daarop terug. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Is de wethouder het met mij eens dat de reden waarom de begrotingen van de verbonden partijen vóór 15 juli moeten zijn vastgesteld, is omdat die cijfers dan feitelijk één op één in de begroting kunnen worden verwerkt? De begroting van de gemeente moet geen raming zijn, maar moet zijn gebaseerd op de vastgestelde begrotingen van de verbonden partijen. Volgens mij is het stelsel zó opgebouwd. In de dinerpauze hebben wij overlegd over wat het bedrag is dat vrijvalt. Wij kwamen uit op ,--. De wethouder zei dat nog niet helemaal scherp te kunnen duiden en denkt dat het iets minder is. Ik wil graag van de wethouder een staatje krijgen over waar dat vandaan komt. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat laatste wil ik graag toezeggen. Dat is goed voor de hele raad. Daarop vooruitlopend kan ik zeggen dat de discussie gaat over de begroting van de GG&GD. Naar onze informatie kan daar geen geld vrijvallen ten opzichte van de geraamde bedragen en wat in de begroting staat. Wij zullen dat op een A4-tje beschikbaar stellen. Ik ben het met de heer Van Waveren eens dat wij dat op 15 juli allemaal moeten hebben ingediend en dat wij het geheel daarna in de begroting kunnen opnemen. Wij zien de afgelopen jaren echter dat vanwege technische wijzigingen daarin nog wat kleine verschillen ontstaan. Het is mijn opdracht om de bedragen zo scherp mogelijk te ramen, dat wij het zo klein mogelijk moeten houden en dat wij daarop harder moeten sturen. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! De wethouder zal waarschijnlijk dadelijk advies geven op een tweede amendement van dezelfde categorie waarvoor dezelfde dekking is aangegeven. Die dekking is, de wethouder gehoord hebbende, al opgesoupeerd. Wij kiezen misschien voor een andere volgorde. Kan de wethouder aangeven wanneer wij dat weten? Kan hij dat binnen een uur aangeven? Het is voor ons in het licht van de lopende vergadering belangrijk om dat te weten. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik heb het antwoord zojuist gegeven: ,--. De heer Van Waveren vraagt of wij dat in een tabel kunnen weergeven. Dat zal ik doen. Ik geef nu het antwoord. Vanwege de dekking ontraad ik amendement 66. Amendement 64 kan financieel. Inhoudelijk zullen de portefeuillehouders er nog iets over zeggen. De heer Van Waveren heeft motie 158 ingediend. Die loopt vooruit op een positief resultaat. Dat is interessant. Voor mij is het jaar nog niet afgesloten. Ik zal zien wat het resultaat is. Uiteraard wordt bij de Voorjaarsnota 2016 een integrale afweging gemaakt. Het college zal de raad een voorstel doen. Wij gaan niet mee met voorstellen waarin daarvoor nu al richting wordt gegeven, want dat is niet conform ons beleid. Ik ontraad motie 158. De heer Bos heeft motie 162 ingediend over derivaten. In de commissievergadering heb ik daarover een aantal dingen gezegd. Ik zal over de derivaten 6, 7 en 8 nu iets zeggen. Het risico van bijstorting is niet nul, maar wél bijzonder gering. Dit gelet op de beperkte restantlooptijd van de drie Rabo-swaps waar bijstorting contractueel van toepassing kan zijn en de hoogte van het geldende drempelbedrag, 54,6 miljoen. Bovendien, als wij op bijstorten worden aangesproken, is de gemeente het geld niet kwijt. Eventuele bijstortingen hebben namelijk het karakter van een depot en dienen voor een bank als tijdelijke zekerheid. De gemeente ontvangt dat bedrag uiteindelijk terug. Daarom vind ik motie 162 niet aan de orde. Wij hebben nu geen bijstortingsverplichting.

5 Avondvergadering van 12 november Ik heb eerder voorgesteld om in de vergadering van de subcommissie Financiën de treasurer uitgebreid te laten informeren hoe de swaps werken en wat de risico's en de acties ervan zijn. Daaraan hebben hij en ik veel behoefte. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Het is interessant dat de wethouder aangeeft dat wij het geld niet kwijt zijn, maar dat wij wél de lening verhogen die moet worden geherfinancierd. Hoe verklaart de wethouder dat? Dat is volgens mij precies hetzelfde. Wij zijn het geld op de einddatum gewoon kwijt. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat is volgens mij niet het geval, ook niet volgens het advies dat ik heb gekregen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Moet ik citeren uit de managementletter? Ik zal dat dadelijk doen. Ik zoek die even op. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Over de vennootschapsbelasting is een brief in voorbereiding. In de eerstvolgende vergadering van de subcommissie Controle en Financiën, eind november, kan die worden besproken. Mevrouw Van Esch stelde een vraag over groen bankieren. In de commissievergadering heb ik op die vraag haar fractiemedewerker antwoord gegeven. Wij zijn daarvan grote voorstanders. Indertijd is daarover een amendement van de heer Van Corler aangenomen. Gezien het aflopen van het contract met de huidige huisbankier hebben wij actie ondernomen. Wij hebben de twee bekende groenere banken, Triodos en ASN, pro-actief gevraagd of die de dienstverlening van de gemeente Utrecht aankunnen. Door beide is helaas het antwoord "nee" gegeven. Als ze dat wél kunnen, overwegen wij dat. Het is echter de vraag hoe dat bij een aanbesteding kan worden gedaan. Wij blijven bij de huidige huisbankier. Wij oriënteren ons op de vraag hoe de bankenwereld eruitziet. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik weet dat dit het geval is. Wij betreuren dat. Wij kunnen daaraan helaas niet veel doen. Ik pleit echter nu niet voor een andere huisbankier, maar ik wil weten in hoeverre de gemeente afspraken kan maken over de investeringen van een bank zodat die niet in de richting van de fossiele industrie gaan. Daarop gaat ons amendement dieper in. Ik wil niet pleiten voor het overgaan op een andere huisbankier. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik zie het als een opdracht om die vraag te bekijken. Wij zullen bekijken wat mogelijk is. Mevrouw Van Esch vraagt ook of wij beleggen in fossiele industrie. Dat doen wij niet. De beleggingen in energie zijn 10 en 12 jaar geleden verkocht. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik citeer uit de genoemde managementletter: "Afhankelijk van de dan geldende rentestand kan een situatie ontstaan dat de gemeente een swap met een negatieve marktwaarde moet afwikkelen. Deze situatie ontstaat indien de marktrente lager is dan de contractrente indien de bank daadwerkelijk opzegt. In dat geval moet de bank een hoger bedrag betaald worden dan alleen een restant hoofdsom." Ik citeer verder: "Overigens kan de herfinanciering dan wel plaatsvinden tegen de betreffende lage marktrente, zodat de rentelast per saldo niet wijzigt." Dat moeten wij nog maar zien, hè. Zoals aangegeven leiden het afwikkelen van een swap en een negatieve marktwaarde ertoe dat voor een hoger bedrag moet worden geherfinancierd.

6 Avondvergadering van 12 november Dit zal dan wél leiden tot een toename van de gemeentelijke schuldpositie. Als de wethouder zegt dat er sprake is van een depotvorm en dat wij het geld niet kwijt zijn, hoe verklaart hij de managementletter dan? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ook ik heb daaruit geciteerd, namelijk dat het risico zeer gering is. Dat staat erin. De heer Bos zegt "In het geval dat ". Daarover zijn wij het eens. "In het geval dat" is het risico zeer gering. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Het is duidelijk dat de schuldpositie toeneemt. Daar zit het verlies feitelijk in. De wethouder moet niet zeggen dat wij geen risico lopen en dat het geld in depotvorm wordt weggezet. De schuldpositie neemt toe. Dat betekent dat het verlies moet worden ingeboekt als de schuldpositie wordt geconstateerd. Vandaar dat ik motie 162 indien en daarvoor dekking wil hebben. Ik wil in ieder geval dat in de verlies- en winstrekening, in de bestemmingsreserve of in het weerstandsvermogen het risico wordt aangegeven en een mogelijke voorziening wordt opgenomen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik heb niet gezegd dat er geen risico is. Voor het verslag: ik heb letterlijk gezegd dat er sprake is van een risico. Voor motie 143 wordt dekking gevonden via externe inhuur. Ik heb daarover zojuist al iets gezegd. Wij ontraden motie 143 financieel-technisch. Motie 148 gaat over de bed, bad en broodregeling. Wij hebben in de septembercirculaire van het Rijk extra middelen gekregen. Die worden voor dat doel ingezet. Motie 148 geeft het college een opdracht. Dat is inhoudelijk aan de raad. Financieel is de motie echter niet conform onze spelregels. Op het dossier zelf gaat wethouder Van Hooijdonk in. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik wil de wethouder Financiën vragen of hij verwacht dat volgend jaar de budgetten voor deze groep minder nodig zijn. Gezien de actualiteit kunnen wij zien aankomen dat wij hiervoor geld nodig hebben. De heer KREIJKAMP (wethouder): Dat zou zeker kunnen. Ik heb aangegeven wat wij nu kunnen besluiten en wat wij dan moeten besluiten. Volgens mij heeft de portefeuillehouder van dit dossier een duidelijke lijn voor wat Utrecht aan de bed, bad en broodregeling moet doen. Daar is gemeentelijk geld voor. Het is goed dat er landelijk geld komt. Ik hoop alleen dat het landelijke geld structureel zal worden. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! De wethouder kan ook zeggen dat motie 148 de financiële spelregels juist steunt, namelijk dat wij in 2016 het geld eerst inzetten waarvoor het is bedoeld. Het is niet geoormerkt, maar wij zullen het inzetten voor de bed, bad en broodregeling en begeleiding. Als het daarbij anders wordt, spreken wij elkaar later opnieuw. Dan is de motie toch juist steun? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Het geld wordt dit jaar niet in de algemene middelen gestopt. In 2016 krijgen wij vooralsnog geen extra geld van het Rijk. Als er geld overblijft, is er sprake van een integrale afweging. De financiële spelregels bepalen dan dat erover bij de Voorjaarsnota 2016 wordt besloten. Dat is wat ik erover heb gezegd. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Betekent dit dat het college in het kader van de bestedings- en dekkingsvoorstellen voorstelt om motie 148 alsnog uit te voeren?

7 Avondvergadering van 12 november De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat is een klassieke "als dan"-vraag. Ik stel voor dat de portefeuillehouder daarover iets zegt. Deze vraag loopt op de zaken vooruit. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik zal nog even een nabrander geven. In de Programmabegroting 2016 De VOORZITTER: Ik wil niet flauw doen, maar De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Doe dat dan ook niet. De VOORZITTER: Wij hebben gezegd drie keer U hebt dadelijk een tweede termijn. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Vanwege de renteontwikkeling heeft de wethouder in het weerstandsvermogen ,-- laten vervallen. De wethouder geeft zelf aan dat bij de swaps een risico ontstaat. Klopt het dat dit vervallen in het weerstandsvermogen helemaal klopt of zou dat vervallen eigenlijk iets lager moeten zijn? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Op die vraag kom ik in de tweede termijn terug. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! De wethouder houdt onze amendementen netjes langs het meetlatje van de financiële spelregels van de coalitie, behalve amendement 62. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Wethouder Everhardt zal iets zeggen over amendement 62. Hij gaat daarop inhoudelijk in. Als wethouder Financiën zie ik dat amendement 62 binnen het budget en binnen een programma een verschuiving kan betekenen. Daarover kan een keuze worden gemaakt. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Mag ik hieruit opmaken dat de andere amendementen en moties zijn gedekt of wordt dat door de individuele wethouders nog gezegd? De wethouder Financiën sluit zijn blokje nu af. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat klopt. Er is echter nog een motie over de afvalstoffenheffing en de egalisatiereserve die wethouder Geldof voor zijn rekening neemt. Ik heb de moties en amendementen genoemd waarover ik financieel advies geef. Over andere moties doe ik dat niet. Die zijn dus gedekt. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik wil graag ingaan op het eerste deel van mijn inbreng over de BBV, of komt de wethouder daarop nog terug? De heer KREIJKAMP (wethouder): Daarover gaat wethouder Jansen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Nee, want wethouder Kreijkamp heeft tegen mij gezegd dat ik de woorden van een ambtenaar verdraai en dat juist wél de notitie Begroten en verantwoorden wordt gevolgd. Ik verwacht ook van wethouder Kreijkamp een antwoord. Hij is degene die ongelijk moet toegeven. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Volgens mij hebben wij daarover een brief gestuurd.

8 Avondvergadering van 12 november Wethouder Jansen gaat daarop inhoudelijk in. Ik heb geen woorden als "verdraaien" gebruikt. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Gaat wethouder Kreijkamp nog in op de kostendekkendheid van de leges? De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Begrijp ik het goed dat de wethouder of het college accepteert dat bij moties vrije zoekopdrachten voor het vinden van geld ook als dekking worden geaccepteerd? Ik noem bijvoorbeeld de motie over de openbare ruimte, waarmee kosten zijn gemoeid, maar waarin een zoekopdracht staat? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Daarover zal de portefeuillehouder iets zeggen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Zonder vervelend te willen doen, wil ik erop wijzen dat mijn fractiegenoot tijdens een commissievergadering Controle en Financiën de mond is gesnoerd. Het college heeft artikel 212 naast zich neergelegd. Ik verwacht daarop van de wethouder Financiën een antwoord. De heer VAN CORLER (GroenLinks): Voorzitter! Ik voel de neiging om hierop te reageren. In deze zaal is tot twee keer toe gezegd dat iemand tijdens de commissievergadering Controle en Financiën de mond is gesnoerd. Ik was daar voorzitter, maar heb dat volgens mij niet gedaan. Ik wil de aantijging graag onderbouwd zien. Het is een beschuldiging die mij te ver gaat. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel voor dat de wethouder zijn betoog voortzet. Er zijn genoeg andere momenten om daarover te spreken. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! De PvdA-fractie heeft motie 144 "Geef leerlingen en ouders een stem" ingediend. Ik heb al eerder aangegeven dat ik positief ben over het feit dat het in de motie genoemde platform er komt. Ik wil daaraan meewerken. Ik kom graag in contact met degenen die het initiatief willen nemen. De uitnodiging daartoe staat nog steeds. Ook ben ik voorstander van het geven van onafhankelijke informatie. Ik vraag mij echter wél af wat de formele relatie is tussen een platform van ouders en een samenwerkingsverband. Als passend onderwijs in het geding is, moeten wij dat goed bekijken. Het vraagstuk Jeugdzorg vraagt een wat andere benadering. Als ik mag adviseren: men kan beter de focus leggen op onderwijs en op ouders van kinderen die onderwijs genieten. Ik kan motie 144 overnemen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 144 wordt ingetrokken. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Amendement 61 gaat over schoolzwemmen. Ik ben er niet vóór om een indicator op te nemen in de programmabegroting over hoeveel leerlingen een zwemdiploma hebben gehaald. Ik wil dat niet vanwege het volgende. Wij vinden dat het behalen van een zwemdiploma in eerste instantie een eigen verantwoordelijkheid van de ouders is. Veel ouders brengen hun kind naar zwemles. De gemeente heeft de mogelijkheid voor scholen om mee te doen aan het schoolzwemprogramma. Niet veel gemeenten hebben dat nog. Het is aan de scholen zelf om daaraan mee te doen. Wij willen dat faciliteren. Als in de programmabegroting een indicator wordt opgenomen, zeggen wij daarmee dat het gemeentelijke beleid ernaar streeft dat dit percentage wordt gehaald. Wij vinden dat geen gemeentelijke taak. Daarom wil ik geen indicator opnemen.

9 Avondvergadering van 12 november Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor de beantwoording. In de programmabegroting staat duidelijk dat het college ambieert ervoor te zorgen dat elke leerling voorzien van een zwemdiploma de basisschool verlaat. De PvdA-fractie vindt het goed dat die doelstelling er is. Wij steunen die, maar willen die kunnen volgen. Waarom vermeldt het college wél de ambitie, maar controleert die niet? De heer KREIJKAMP (wethouder): Wij vinden deels dat het behalen van een zwemdiploma valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Scholen hebben de mogelijkheid om aan het schoolzwemmen mee te doen. Ik vind het lastig om daaraan een indicator en een percentage te koppelen. Ik kan daar zeker geen 100% aanhangen. Als de PvdA-fractie mij vraagt om met scholen in gesprek te gaan om te bekijken hoe dat loopt, wil ik dat best doen. Ik kan dat echter niet als doelstelling opnemen. De heer Van Ooijen heeft wethouder Everhardt gevraagd naar de studiekosten van het MBO, maar de wethouder Onderwijs zal daarop reageren. Ook de GroenLinks-fractie heeft hierover vragen gesteld. Ik vind het belangrijk dat de MBO's zich realiseren welke studiekosten zij jongeren vragen. Dat is van belang om ervoor te zorgen dat alle jongeren die opleiding kunnen volgen. Nu blijkt dat de landelijke regeling is afgeschaft. Wij zijn daarover met de MBO's gesprekken aangegaan om ervoor te zorgen dat óf zijzelf daarover een regeling maken óf dat zij ervoor zorgen dat de kosten omlaag gaan. Ik denk dat daarvoor mogelijkheden zijn. Daarnaast zijn er andere mogelijkheden - dat staat ook in de brief die wij hebben gestuurd, onder andere aan de Stichting Leergeld - waarop een beroep kan worden gedaan. Ik ben echter van mening dat het ook aan de opleiders is om ervoor te zorgen dat kosten omlaag gaan. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De Stichting Leergeld heeft aangegeven dat ze zelf de kosten kan dragen. Ik neem aan dat de wethouder vindt dat in principe iedereen een opleiding moet kunnen doen en dat financiën daarvoor geen belemmering mogen zijn. Ziet het college het niet als zijn taak om kinderen of ouders die geen geld hebben daarbij op een of andere manier te steunen? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Het college Heeft daarvoor geen regelingen. De wethouder Onderwijs ook niet. Ik vind echt dat de kosten moeten worden bekeken. De opleidingsinstituten moeten daarvoor zelf oplossingen bieden. Ik ben niet van plan om regelingen die landelijk zijn afgeschaft lokaal weer in te voeren. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik vind dit antwoord heel teleurstellend. Het gaat om een bedrag van ,-- tot ,--. Daarmee worden veel jongeren gered om uiteindelijk hun schoolcarrière op het MBO door te zetten. Ik wil de wethouder vragen - anders dienen wij hierover in de tweede termijn een motie of een amendement in - om hiervoor een regeling te treffen om in gesprek te gaan met Stichting Leergeld over wat nodig is om iedereen te faciliteren. Als de wethouder op zijn standpunt blijft staan, zal daarop van onze fractie een reactie komen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat dit voor het debat het verstandigst is. Het college zal op die motie of dat amendement reageren. Er is een aantal vragen gesteld over de portefeuille Economische Zaken. De PvdA-fractie vraagt naar het Ondernemersfonds. Wij hebben ervoor gekozen om de private en publieke rollen te scheiden. Wij zetten in op meer werk. Dat is een grote ambitie van het college. Wij zullen rapporteren wat dat oplevert. Natuurlijk zal die aanpak per trekkingsgebied anders zijn. Er zijn trekkingsgebieden van het Ondernemersfonds waar wij zeer grote bijdragen leveren, maar er zijn ook trekkingsgebieden waar wij zeer kleine bijdragen leveren.

10 Avondvergadering van 12 november Wij zullen ervoor zorgen - ik heb dat in de brief aangegeven - dat wij inzetten op de gemeentelijke ambitie van meer werk. Waar de gemeente een bijdrage levert, gebeurt dat binnen de regels van het Ondernemersfonds. De heer Schipper en anderen hebben het Lokaal Economisch Fonds (LEF) genoemd. Zij spraken vooral over het aantal banen dat geschikt is voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat staat letterlijk in het coalitieakkoord. Natuurlijk ben ik van mening dat banen die geschikt zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt mensen die banen invullen. Wij zullen daarop blijven sturen. Ik heb aangegeven dat als het eerste rapportage van het LEF komt, wij daarin meer inzicht geven. Ik ben niet tevreden met de door de heer Schipper genoemde 7%. Ik vind dat het percentage omhoog moet. Ik zie daarvoor kansen. Ik heb een aantal aanvragen zien langskomen die in de ambtelijke procedure zijn. Daar is veel aandacht voor deze doelgroep. Er liggen echt kansen. Wij blijven daarover rapporteren. De inzet blijft groot om ervoor te zorgen dat wij in het totaal van het LEF binnen het aantal banen dat voor anderen is gecreëerd er ook aandacht is voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik waardeer wat het college zegt. Het college wil zaken inzichtelijk maken, maar wij spreken nu alweer over twee verschillende rapportages. Wij zouden graag het totaalbeeld willen zien. Wij willen zien wat waar terechtkomt. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Die vraag heb ik hier staan. Dat is een nog niet ingediende motie. Wij willen daarover meedenken. Ik vind het zelf ook. Wij doen op het gebied van werk heel veel: acquisitiebeleid, het LEF en het Ondernemersfonds. Er zijn veel initiatieven gaande. Wij zullen bekijken hoe wij die kunnen bundelen. Dit moet eigenlijk niet in de kwartaalrapportage van Werk en Inkomen terechtkomen. Wij moeten dit zien in het licht van werkaanpak. Wij zullen dat organiseren. De heer Schipper heeft motie 172 ingediend. Dat gaat over werkervaringsplaatsen. Het LEF is daarvoor niet bedoeld. Sterker nog, daarvoor is geen subsidie mogelijk. Dat gaat alleen bij leerwerkbanen, niet te verwarren met leerwerkplekken, waar minimaal één dag per week onderwijs wordt genoten. Dat zijn de bekende BBL-trajecten. Daarvoor is het LEF bedoeld. Dan spreken wij niet over verdringing, maar over een opleidingsplaats. Er moet dan sprake zijn van een contract tussen leerling, instelling en bedrijf waar de leerwerkbaan wordt gecreëerd. Ik ben het zeer eens met motie 172. Die is steun voor het beleid. Ik neem die motie over. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Dan hoeft motie 172 niet in stemming te komen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 172 is ingetrokken. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Motie 151 gaat over startups en is ingediend door de D66-fractie. Daarover is het oordeel aan de raad. In de brief hebben wij aangegeven dat wij het van groot belang vinden om startups te faciliteren. Wij zien daartoe mogelijkheden. Deze motie roept op om een bedrag in de reservepieken in de delta hiervoor nu te bestemmen. Dat kan. Dat staat ook in de begroting. Dat is de komende jaren nog niet belegd. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Er is ruimte om dit te stimuleren en te steunen door andere instrumenten die de raad en het college hebben. Vindt de wethouder het nodig dat hiervoor specifiek extra geld wordt uitgetrokken?

11 Avondvergadering van 12 november De heer KREIJKAMP (wethouder): Ja. Ik vind het belangrijk dat dit niet alleen door de gemeente Utrecht gebeurt. Ik wil dat het in samenspraak met andere partijen gaat, waaronder de Economic Board en Startup Utrecht. Ik zie daar zeker kansen liggen. In de brief heb ik hetzelfde aangegeven. Er komt een aanjaagfunctie om ervoor te zorgen dat de startups verder worden gebracht. Binnen het programma Economische Zaken zijn hiervoor mogelijkheden. Ik vind het belangrijk dat er een maximum bedrag mee is gemoeid. Als het goedkoper kan, zullen wij dat altijd bekijken. Wij zullen daarover rapporteren. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De stad Göteborg heeft een prijs gekregen voor startups in achterstandswijken. Dat is een mooi project. Wil de wethouder bekijken of Utrecht daarvan wat kan leren? De heer KREIJKAMP (wethouder): Heel graag. De heer Van Ooijen heeft inzake leges motie 171 ingediend. Ik laat het oordeel daarover aan de raad. Wij hebben jarenlang ervoor gekozen om de leges op deze manier te doen. Waarover ik in motie 171 niet enthousiast ben, is het tweede punt van het dictum waarin staat er een aparte subsidieregeling voor te maken. De uitvoeringskosten worden dan hoog. Ik denk ook dat dit onverstandig is. Sommige evenementen zullen dan heel duur worden. Wij moeten die dan vanuit een andere lijn subsidiëren. Dat klinkt logisch, omdat subsidie nodig is, maar ik denk dat de uitvoeringskosten hoog zullen zijn en dat - wat ook in de raad speelde - wanneer een evenement een vergunning aanvraagt, maar die niet krijgt, wij tegen te hoge kosten aanlopen. Daarom zijn wij dat niet van plan. De raad kan er anders over denken. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik ben benieuwd naar de mening van de waarnemend wethouder Cultuur wat het effect ervan zal zijn op evenementen die in de stad willen komen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik ben wethouder Cultuur. Ik heb aangegeven dat als wij een subsidieregeling instellen de evenementen nog steeds kunnen plaatsvinden, maar ik voorzie meer bureaucratie en meer uitvoeringskosten. Misschien dat de organisatoren van de hoogte van de leges schrikken. Daarvoor moeten wij opletten. Daarom hebben wij daarvoor niet gekozen. Wij hebben er bewust voor gekozen de leges niet kostendekkend te maken. Niet voor niets staat in motie 171 dat volgens de gemeentelijke lijn leges kostendekkend zijn. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Dit wordt een beetje een petje op, petje af verhaal. De wethouder Financiën noemt de systematiek en ook de wethouder Economische Zaken heeft misschien een mening. De wethouder Cultuur vindt het misschien een onverstandig idee. Dan komen wij ergens in het midden uit. Ik wil graag het advies van het college horen. De wethouder zegt het oordeel over motie 171 over te laten aan de raad. Ik hoor hem vervolgens de argumentatie geven dat hij motie 171 ontraadt. Wat is het? Ontraadt hij de motie of laat hij het oordeel over aan de raad? De heer KREIJKAMP (wethouder): Als ik moet kiezen, ontraad ik de motie. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Vallen leges niet onder de Wet markt en overheid? Zijn wij niet verplicht om die op kostprijs te zetten? De heer KREIJKAMP (wethouder): Ik denk het niet, maar dat weet ik niet helemaal zeker. Dat zoek ik uit. Ik zal daarop terugkomen. Er zijn verder geen vragen gesteld over de portefeuille Cultuur.

12 Avondvergadering van 12 november Mevrouw De Boer vraagt naar een beleid voor lokale media. Ik kan haar oproep voor een groot deel volgen, echter, mevrouw De Boer bracht niet in dat de gemeente een wettelijke taak heeft om lokaal toereikend media-aanbod in stand te houden dat is gericht op radio, televisie, internet en social media. Dat staat in de Mediawet, 1,19 per huishouden, dat is ongeveer ,--. Het is niet zo dat wij alleen gemeentelijke zaken subsidiëren. Dit is een wettelijke taak. De bepalingen liggen vast in de Mediawet. Het gaat hierbij natuurlijk over RTV-Utrecht. Ik ben bereid - ik herhaal de toezegging van mevrouw Jongerius - om over deze middelen met de commissie in gesprek te gaan. Dat heeft mevrouw Jongerius gedaan. Wij willen het gesprek ambtelijk steunen. Ik ben terughoudend om over nieuw beleid te spreken. Het college is sowieso terughoudend met nieuw beleid, maar omdat hier ook sprake is van een wettelijke taak, vind ik niet dat wij de suggestie moeten wekken dat wij hiervoor volledig nieuw beleid zullen maken. Ik ben graag bereid om toe te zeggen dat wij hierover in gesprek gaan. Ik denk dat de toezegging van mijn voorganger ook voor mijn opvolger geldt. Wij zullen met de commissie en de wethouder bekijken waar het geld naartoe gaat en wat de stad ervoor krijgt om daarvandaan een stap verder te zetten. De heer VERSCHUURE (D66): Op dit moment vindt hierover landelijk een stevige discussie plaats. Regionale omtroepen maken zich op dit moment ernstige zorgen over hun onafhankelijkheid. Ook wij maken ons zorgen als men de middelen nu wil verschuiven. Dan brengt men de regionale omroep in ernstige onzekerheid. De heer KREIJKAMP (wethouder): Daarom heb ik dat niet voorgesteld. Onafhankelijkheid wordt niet door het college of een gemeente bepaald, maar door het commissariaat van de media. Het idee dat een lokale krant subsidie krijgt, vind ik wonderlijk. Ik ben daarvan geen voorstander, sterker nog, dat lijkt mij staatssteun. Dat moet niet onze bedoeling zijn. Het college gaat over deze middelen graag het gesprek aan. Motie 139 zal ik beantwoorden als wijkwethouder van Overvecht, in overleg met wethouder Van Hooijdonk. Ik ben het eens met de constateringen en de overwegingen. Ik vind het van belang dat voor Overvecht een zeer gerichte aanpak komt. Wij zien helaas te vaak in het nieuws dat in Overvecht de problemen groot zijn. Daarop moet worden geacteerd. De achterstanden moeten worden verkleind. De mensen die er wonen, moeten kansen worden geboden. Wij doen dat al met middelen die nog in het krachtwijkenbudget beschikbaar zijn. Daarover is al eerder gesproken. Ik vind het van belang dat wij - mevrouw Dibi spreekt over een taskforce - ons samen met de stakeholders op deze wijk focussen. Wij moeten gebruikmaken van bestaande overlegstructuren. Waarom ik over een taskforce een beetje terughoudend ben, is omdat dan een heel nieuw expertteam de wijk bekijkt. Dat wil ik niet. Als ik het met mevrouw Haage en mevrouw Dibi eens kan worden over de mogelijkheid om de wijkregisseur en andere partijen een sturende rol te geven en de raad erbij te betrekken, heb ik veel sympathie voor motie 139. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! De wethouder noemt de taskforce Overvecht, maar ook Kanaleneiland heeft problemen. Ook daarvoor kunnen wij een taskforce oprichten. Ook Vleuten-De Meern heeft specifieke problemen. Is het niet wijs om voor elke wijk met specifieke problemen een taskforce op te richten? Ik krijg ook nog antwoord op mijn vpb-vraag. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij zijn juist erg blij met wat de wethouder zegt en de interpretatie die hij daaraan geeft. Dat is precies het beeld dat ons voor ogen staat. Neemt de wethouder motie 139 met die interpretatie over?

13 Avondvergadering van 12 november Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Ik hoor de wethouder zeggen dat hij motie 139 inhoudelijk goed vindt en erachter staat. Hij wil geen taskforce zien die is opgetuigd met allerlei experts. Dat is ook onze bedoeling niet. Wij willen een club van mensen zien die de wijk goed kent, zoals professionals en de wijkregisseur. Zij gaan hiermee aan de slag. Zij bekijken wat de problemen zijn en hoe wij vernieuwende ideeën kunnen inbrengen en aanbevelingen kunnen doen. Als men dat anders wil noemen, is dat prima. Ik wil toch graag horen of de wethouder motie 139 overneemt. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Met alles dat nu wordt gewisseld, ben ik nog steeds benieuwd wat er concreet zal veranderen als wij dit doen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik krijg veel ruimte om de taskforce anders te noemen. Ik ben het eens met de constateringen en de overwegingen van motie 139. Ik heb hierover met de wijkregisseur contact gehad. Wij vinden het van belang dat wij in de bestaande structuren extra inzet plegen. Dat zullen wij doen. Met die interpretatie - ik hoor dat de PvdA-fractie daarmee tevreden is - kan ik motie 139 overnemen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 139 is ingetrokken. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! De vraag van de heer Bos over de vpb heb ik beantwoord. In de eerstvolgende vergadering van de subcommissie Controle en Financiën komt dat punt aan de orde. Wij presenteren daarover dan een brief. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik zit nog met de vraag wat concreet zal veranderen met de overwegingen en constateringen van motie 139 als de wethouder die overneemt. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Wij zullen met deze partijen extra inzetten op Overvecht. Wij zullen de raad daarover informeren en erbij betrekken. De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik heb drie vragen, vijf moties en twee amendementen. De eerste vraag gaat over leerwerktrajecten, met name de rol van de jobhunter. Dat is een zeer belangrijk onderwerp. Ik ben daarmee na de zomer gestart. Ook MBO instellingen zijn daarmee druk bezig. In het Werkgevers Service Punt heb ik extra aandacht gevraagd voor gesprekken met werkgevers. De inzet is er. Wij zullen begin januari 2016 in onze normale voortgangsrapportage van het actieplan Jeugdwerkloosheid erover rapporteren. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor de toelichting over de functie van jobhunters. Zal de jobhunter ook jagen op stageplaatsen en leerwerkplekken? Als de wethouder hierop "ja" zegt, zullen wij heel tevreden zijn. (Burgemeester Van Zanen draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Rollingswier.) De heer EVERHARDT (wethouder): Ja. Hetzelfde wat ik zojuist zei, is op dat punt van toepassing. De CDA-fractie noemde ouderen en buurtteams. Ik heb mij goed laten informeren over de portefeuille van mevrouw Jongerius. Er is tot op dit moment geen extra inzet nodig. De buurtteams genereren kennis.

14 Avondvergadering van 12 november Er is in de wijk een goede structuur, bij huisartsen, maar ook bij specifieke ouderenondersteuning. Er is een samenwerkingsverband met Zilveren Kruis, die specifiek is gericht op de ouderenaanpak. In de voortgangsrapportage Meedoen naar vermogen wordt daarover gerapporteerd. Dat is het moment om de discussie erover aan te gaan. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wanneer komt die voortgangsrapportage? De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Dat staat er niet bij. Ik neem aan dat het een normale voortgangsrapportage is. Misschien kan ik dat in tweede termijn nader specificeren. Er is een cyclus voor. De VVD-fractie noemde de safeteams en de aanpak van ouderenmishandeling. Dat is een zeer belangrijk onderwerp. Er is een organisatie Samen Veilig Midden-Nederland. Een onderdeel daarvan is de SAVE-aanpak. Die is specifiek gericht op kinderen, met name bij ondertoezichtstellingen. Wij zien dat dit qua aantallen terugloopt. Er is een bezuinigingstaakstelling opgelegd. Het is verantwoord om daarvan een bezuiniging van 10% aan te nemen. Daarnaast is er de organisatie Veilig Thuis. Die ziet juist toe op ouderenmishandeling. Daarop wordt niet bezuinigd. Dat wil ik expliciteren. Er wordt extra inzet op gepleegd. Wij bekijken hoe de veiligheid voor mantelzorg is geregeld. Daarvoor zijn extra aanpakken neergezet. Daarmee zetten wij dit onderwerp in de schijnwerpers. Wij monitoren daarop. Wij willen dat enerzijds goed inzichtelijk maken. Wij zullen dat doen via de rapportages van Veilig Thuis. Ik wil daarvoor geen extra rapportagevorm in het leven roepen. Wij zullen bekijken hoe de raad de rapportages waardeert. Dan zien wij of voldoende informatie wordt gedeeld. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Het is fijn dat de wethouder het belang onderschrijft van het bestrijden van geweld tegen ouderen. Op welke termijn kunnen wij de veiligheidsrapportages ontvangen? Kan de wethouder bij de eerste rapportage een doorkijkje geven wanneer meer informatie komt over wat de gemeente meer kan doen om het geweld tegen ouderen te voorkomen? De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! In de rapportage zullen de bevindingen staan of wij daarmee tevreden zijn en wat doorkijkjes worden. Zover ik nu kan overzien, zal in het voorjaar 2016 een eerste tussenstand worden gegeven. Wij komen dan daarop terug. In amendement 60 wordt aangegeven dat de buurtteams zelf een versterking van de capaciteit nodig hebben. Dat is ons echter niet bekend. De buurtteams geven dat niet aan. Daarmee ontraad ik amendement 60. Aangegeven wordt dat in de tegenbegroting een structurele dekking staat. Het zoeken van een incidentele dekking voor een opbouw van capaciteit vind ik niet gelukt. De vraag is niet gesteld en hoeft niet aan de orde te komen. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Dit is een bijzonder antwoord van de wethouder. In zijn eigen armoedenota die wij over twee weken behandelen, staat letterlijk dat de buurtteams nog onvoldoende zijn toegerust op deze grote hoeveelheid complexe vragen - er wordt verwezen naar schuldvragen - en dat een grote hoeveelheid mensen met financiële problemen die een beroep doet op een buurtteam vraagt om extra capaciteit bij de buurtteams. Pagina 15 van de armoedenota. De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Inderdaad kunnen de buurtteams worden versterkt door kennis en kennisoverdracht - die zaken spelen een belangrijke rol - maar in het budget voor de buurtteams kunnen keuzes worden gemaakt. Wij hebben een plus gedaan op de buurtteams Jeugd naar aanleiding van een concreet verzoek voor capaciteitsuitbreiding. Wij vinden dat het vraagstuk van de schuldhulpverlening zeker aandacht moet krijgen.

15 Avondvergadering van 12 november Wij zien dat een versterking nodig is, maar op dit moment en op dit punt is er geen capaciteitsuitbreiding van de buurtteams. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Dan zal de wethouder de buurtteams moeten vertellen wat zij straks minder of niet zullen doen. Als het moet gebeuren binnen de bestaande capaciteit, maar er volgens de armoedenota meer aandacht voor moet zijn, gaat het ten koste van iets anders. Zo pakt dat uit. De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Zoals men weet, hebben de buurtteams de opgave gekregen om de steun te bieden die nodig is. Ze hebben een grote mate van vrijheid om de steun te bieden die op dat moment noodzakelijk is. Als dat schuldhulpverlening is, zullen de buurtteams daarop inzetten en dan eventueel op andere punten iets minder doen. Dat is een inhoudelijke afweging van de professionals in het veld zelf. Hoeveel tijd aan een onderwerp wordt besteed, bepalen wij niet vooraf. Er is bij ons geen capaciteitsvraagstuk neergelegd. Wij zien dat de schuldenproblematiek voor de buurtteams een groot punt is. Daarom is amendement 60 op dit moment niet aan de orde en daarom ontraad ik het. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Volgens mij worden wij het niet eens over het punt van de capaciteit. De wethouder zegt dat de buurtteams dat zelf moeten uitzoeken. Wij krijgen echter signalen dat er wel degelijk knelpunten zijn. De wethouder schrijft dat nota bene zelf in zijn eigen nota. Ik wil de wethouder vragen om in te gaan op het laatste punt van amendement 60. Wij dragen daarin het college op om in ieder geval bij de Voorjaarsnota 2016 inzichtelijk te maken wat nodig is. De buurtteams krijgen een prominente rol bij de schuldhulpverlening. Wil de wethouder wél toezeggen dat hij dat bij de Voorjaarsnota 2016 in kaart brengt, zodat wij dan kunnen bekijken of het voldoende is? De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De heer Post stelt een terechte vraag. In de evaluatie van de buurtteamaanpak, zowel bij de buurtteams Jeugd als bij de buurteams Sociaal, is gevraagd om inzichtelijk te maken wat de vraagstukken zijn, wat de steun ervoor is en hoe zich dat verder ontwikkelt. In die lijn zal ik dat zeker aangeven. Echter, op dit moment is ons geen capaciteitsvraag gesteld. Bij schuldenvraagstukken worden ons uit de stad zelf prominent vragen gesteld voor ondersteuning. Daarom is het daarheen brengen van kennis en kunde een goed idee. Dat is wat ik heb gelezen in amendement 62. Daarin wordt ervoor gekozen om binnen het budget een keuze te maken om kennis en kunde richting buurtteams en andere organisaties in te zetten om dit vraagstuk bij de kop te pakken. Daarvoor is volgens mij raadsbreed steun. Ik vind amendement 62 ook mooi omdat mevrouw Jongerius hiermee al bezig was. Zij wilde dat graag oppakken. Ik vind het mooi dat de raad de bal die is voorgegeven in het doel kan schieten. De raad kan volgens mij met amendement 62 instemmen. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Wij hebben van mevrouw Jongerius begrepen dat de eventuele extra inzet vanwege herindicaties ook uit dit geld zou worden betaald, maar ik hoor wethouder Everhardt zeggen dat het geen probleem is. De heer EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Inderdaad heeft de heer Schipper die vraag gesteld. Ook is een vraag gesteld over individuele verstrekking. Dat was vroeger een apart prestatieveld, maar dat is nu in het totale budget opgenomen. Gevraagd is of daar eventueel problemen kunnen ontstaan. Individuele verstrekking is een wettelijke verplichting, dus dat zal zeker gebeuren. In de begroting wordt rekening gehouden met een ruimere begroting omdat wij niet precies weten hoeveel verstrekkingen plaatsvinden. Daarom houden wij al een aantal jaarsneden achterelkaar geld over. Over de vraag of dat structureel is, zullen wij een andere keer spreken.