De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

Transcriptie

1 voorstel aan de raad Opgesteld door Maatschappelijke Ontwikkeling Kenmerk Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 2 oktober 2014 Jaargang en nummer Geheim Nee Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 In te stemmen met het Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen, met daarin een nadere uitwerking op specifieke onderdelen van de transformatie Meedoen naar Vermogen, de risicoanalyse en beheersmaatregelen en voortgangsinformatie over de uitwerking van de drie sporen van het Utrechtse Model. 2 In te stemmen met de verwerking van het financiële kader uit het uitvoeringsplan in de programmabegroting Het College van B&W de opdracht te geven om uiterlijk voor 1 juli 2015 een voorstel te doen voor de inrichting en sturing- en bekostiging van de aanvullende zorg vanaf 2016, inclusief inkoopkader. 4 De door het college opgelegde geheimhouding op de bijlage risicoanalyse te bekrachtigen conform art. 25 lid 3 van de Gemeentewet. 5 De Kadernota Meedoen naar Vermogen, het Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen en het Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen aan te merken als het WMO beleidsplan, zoals bedoeld in de WMO Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris, De burgemeester, Drs. M.R. Schurink Mr. J.H.C. van Zanen Conclusie commissie Toezeggingen wethouder: per kwartaal schriftelijk voortgangsrapportages m.b.t. het proces (kwantitatief en kwalitatief) en de risico's uitbrengen. in februari 2016 een voortgangsinformatiebijeenkomst met de commissie organiseren. komt t.z.t. terug op de wijze van evalueren van het proces en zal een onafhankelijke organisatie verzoeken om het lopende proces mede te bekijken. De cliënt communicatie start in november na contractering met de zgn. 'aanvullende zorgpartijen' en door de zorgpartijen. komt t.z.t. terug richting raad t.a.v. tariefstelling voor huishoudelijke hulp. komt voor 1 december terug op de motie 'Mantelzorg, vriendelijke werkzorg'. zal toezien op het hergebruik van individuele voorzieningen. komt schriftelijk terug op de brief van min. Plassterk over de Deelfonds. komt terug op de invulling van de Right to challenge in de WMO. komt terug op het initiatievenfonds en de wijkgerichte aanpak. Terug in de raad:

2 GroenLinks geeft aan in de raad terug te komen op een aanscherping van de onafhankelijke cliëntondersteuning. Status: B

3 Bijlages Voorstel: Voorstel_1442 Bijlage: Uitvoeringsplan tweede fase MnV (versie BW 15 juli def) Bijlage: Bijlagen bij Uitvoeringsplan tweede fase MnV (def concept BW) Bijlage: Meedoen naar Vermogen UP 2e fase risico's Bijlage: Raaadsbrief beantwoording toezeggingen cie nadere informatie uitvoeringsplannen 2e fase Zvj en MnV Bijlage: rvs getekend raadsbesluit nr 68 Eerdere besluitvorming Visie Op Eigen kracht en Meedoen naar Vermogen Kadernota Meedoen naar Vermogen Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen Uitvoering

4 Raadsbesluit Opgesteld door Maatschappelijke Ontwikkeling Kenmerk Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 2 oktober 2014 Jaargang en nummer Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen Besluit 1 In te stemmen met het Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen, met daarin een nadere uitwerking op specifieke onderdelen van de transformatie Meedoen naar Vermogen, de risicoanalyse en beheersmaatregelen en voortgangsinformatie over de uitwerking van de drie sporen van het Utrechtse Model. 2 In te stemmen met de verwerking van het financiële kader uit het uitvoeringsplan in de programmabegroting Het College van B&W de opdracht te geven om uiterlijk voor 1 juli 2015 een voorstel te doen voor de inrichting en sturing- en bekostiging van de aanvullende zorg vanaf 2016, inclusief inkoopkader. 4 De door het college opgelegde geheimhouding op de bijlage risicoanalyse te bekrachtigen conform art. 25 lid 3 van de Gemeentewet. 5 De Kadernota Meedoen naar Vermogen, het Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen en het Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen aan te merken als het WMO beleidsplan, zoals bedoeld in de WMO Aldus besloten in de vergadering van de raad, gehouden op 2 oktober 2014, De griffier, De burgemeester, Drs. A.A.H. Smits Mr. J.H.C. van Zanen

5 Context De Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO 2015) is aangenomen in de Eerste Kamer. Daarmee is decentralisatie van begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en Beschermd wonen naar de WMO per 2015 een feit. Utrecht grijpt de decentralisatie naar de WMO 2015 aan om te vernieuwen. Een sociaal vitale stad waar inwoners betrokken zijn, verantwoordelijkheid nemen en waar ook kwetsbare inwoners de kans krijgen om hun toekomst in eigen hand te nemen, mee te doen en zich te ontwikkelen. Onder de noemer Meedoen naar Vermogen werkt de gemeente aan het verwezenlijken van deze ambitie. De ambities die Utrecht heeft en de taakstelling waarmee de nieuwe taken gepaard gaan vragen om een meerjarig veranderproces. Dit proces kent vier hoofdlijnen: Werkende weg leren, vanuit de praktijk; Stapsgewijs vernieuwen met de leidende principes als kompas; Parallel aan de beoogde systeemverandering zetten we in op een cultuurverandering bij gemeente, maatschappelijke partners, uitvoerende professionals en inwoners; Veranderen met oog voor de continuïteit van zorg, dit vraagt een beheerste overgang. In de transformatie betekenen deze hoofdlijnen dat de veranderingen via een ontwikkelgerichte aanpak vorm krijgen. De transformatie wordt vormgegeven in samenspraak en participatie met de betrokken partners. Utrecht is al geruime tijd bezig met de voorbereidingen voor de overheveling van taken en is al in een vroeg stadium gestart met het definiëren van een visie op Eigen kracht en Meedoen naar vermogen (eind 2011). Op basis daarvan is in de praktijk de pilot met de buurtteams gestart (voorjaar 2012). De Utrechtse visie heeft vaste vorm gekregen in de Kadernota Meedoen naar Vermogen die in juli 2013 door de Raad is vastgesteld. In navolging van de Kadernota is aan het begin van 2014 de Uitvoeringsnota eerste fase vastgesteld, die dieper ingaat op de verdere inrichting van het Utrechtse model via de drie sporen De Stad, Basiszorg en Aanvullende Zorg. Het Uitvoeringsplan eerste fase vormde in 2014 de basis voor een aantal concrete vervolgstappen: Op 1 april 2014 is de subsidieregeling buurtteamorganisatie Sociaal gepubliceerd. In juli 2014 neemt het college een besluit over de buurtteamorganisatie Voor het realiseren van de continuïteit van zorg (en met het oog op het beperken van de frictiekosten als gevolg van de transitie) maakt Utrecht afspraken met de zorgaanbieders en financiers over budgetten in Via de Kadernota en het eerste Uitvoeringsplan zijn al veel richtinggevende besluiten genomen over het Utrechtse model. Dit maakt het niet noodzakelijk om in dit tweede Uitvoeringsplan alle onderdelen het Utrechtse model volledig te beschrijven. Het doel van dit plan is drieledig: Uitwerking van en bijbehorende besluitvorming over een aantal specifieke punten van de transitie AWBZ/WMO en de beoogde transformatie. De nadruk ligt daarbij op sturing en toegang, in het jaar 2015; Voortgangsinformatie over de stappen die de afgelopen periode binnen de drie sporen zijn gezet; In aansluiting op de Kadernota en het Uitvoeringsplan eerste fase, invulling te geven aan het WMO beleidsplan zoals bedoeld in de WMO Na het Uitvoeringplan tweede fase Meedoen naar Vermogen zullen later dit jaar nog de programmabegroting 2015 en de Verordening WMO 2015 in de Raad aan de orde komen. 1 In te stemmen met het Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen, met daarin een nadere uitwerking op specifieke onderdelen van de transformatie Meedoen naar Vermogen, de risicoanalyse en beheersmaatregelen en voortgangsinformatie over de

6 uitwerking van de drie sporen van het Utrechtse Model. 1.1 Het Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen vraagt op een aantal specifieke punten nadere uitwerking en besluitvorming. In dit tweede Uitvoeringsplan wordt nadere uitwerking gegeven aan: a. de visie op sturing; b. de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan de monitoringsaanpak in het verlengde van de sturingsvisie; c. voor de toegang tot maatwerkvoorzieningen geen separaat indicatieorgaan in te richten. Utrecht hanteert als uitgangspunt dat het ondersteuningsplan en/of de verwijzing van de bevoegde professional voldoende is; d. de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan Beschermd wonen in 2015, Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) en de participatie van sociaal kwetsbare inwoners in de vorm van sociale prestatie en dagondersteuning. 1.2 Het Uitvoeringsplan tweede fase beschrijft de actuele voortgang op het dossier Met dit plan wordt uitgebreide voortgangsinformatie gegeven over de uitwerking van de drie sporen van het Utrechtse Model en de te volgen communicatie- en participatieaanpak. Ook maakt een eerste risicoanalyse in combinatie met beheersmaatregelen onderdeel uit van het plan (twee maal per jaar te actualiseren via de planning &control cyclus) en hoe thema s als diversiteit en inzet ervaringsdeskundigheid verder invulling hebben gekregen. Kanttekeningen 1.1 Nog niet op alle onderdelen van de transformatie is besluitvorming mogelijk De transformatie Meedoen naar Vermogen verloopt via een meerjarig veranderingsproces. De inrichting van met name de Aanvullende Zorg (spoor 3) en de daarop gebaseerde sturing en inkoop vanaf 2016 vraagt nadere besluitvorming. 2 In te stemmen met de verwerking van het financiële kader uit het uitvoeringsplan in de programmabegroting Bij de raadsbehandeling van het Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen is toegezegd om bij dit plan met een eerste financiële raming van de baten en lasten te komen. In het financiële kader zijn de rijksbudgetten opgenomen die zijn gepresenteerd in de meicirculaire. De raad besluit bij de vaststelling van de programmabegroting over deze middelen. Door het financieel kader verwerken in de programmabegroting, ontstaat voor 2015 een realistisch beeld van inhoud en bijbehorende budgetten van het betreffende programma. Kanttekeningen 2.1 De meicirculaire wordt normaliter niet verwerkt in de programmabegroting De meicirculaire wordt normaliter verwerkt in aparte besluitvorming bij de 3e technische wijziging en niet in het boek van de programmabegroting. Dat zou in dit geval in het boek een onrealistisch beeld geven van inhoud en budget van het betreffende programma.

7 3 Het College van B&W de opdracht te geven om uiterlijk voor 1 juli 2015 een voorstel te doen voor de inrichting en sturing- en bekostiging van de aanvullende zorg vanaf 2016, inclusief inkoopkader. 3.1 De inrichting en daarop gebaseerde bekostiging van de Aanvullende Zorg vraagt nadere besluitvorming. In dit plan wordt (in vervolg op het Uitvoeringsplan eerste fase) de denkrichting voor Aanvullende Zorg in meerjarig perspectief verder uitgewerkt. In 2015 is de inrichting en bekostiging van de Aanvullende Zorg sterk verbonden aan de overgangsafspraken met bestaande aanbieders in het kader van de borging van continuïteit van zorg. Voor de periode vanaf 2016 worden in samenspraak met alle partijen voorstellen ontwikkeld die voor de zomer van 2015 aan de Raad zullen worden voorgelegd. Dit betreft zowel de inhoudelijke inrichting van de Aanvullende Zorg als de wijze van sturing en bekostiging. Zie ook de kanttekening bij het eerste beslispunt. 4 De door het college opgelegde geheimhouding op de bijlage risicoanalyse te bekrachtigen conform art. 25 lid 3 van de Gemeentewet. 4.1 De risicoanalyse bevat informatie die bij openbaarmaking de financiële positie van de gemeente Utrecht kan schaden. Daarom wordt onbeperkte geheimhouding opgelegd op grond van art. 10 lid 2 sub B van de WOB. 5 De Kadernota Meedoen naar Vermogen, het Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen en het Uitvoeringsplan tweede fase Meedoen naar Vermogen aan te merken als het WMO beleidsplan, zoals bedoeld in de WMO De wettelijke opdracht vraagt nadere uitwerking in het Uitvoeringsplan tweede fase Na vaststelling van het Uitvoeringsplan eerste fase Meedoen naar Vermogen in uw Raad heeft de behandeling van de WMO 2015 in het Parlement plaatsgevonden. Dat heeft geleid tot een aantal wijzigingen in de wet. In dit Uitvoeringsplan tweede fase zijn deze wijzigingen verwerkt. De Kadernota en beide uitvoeringsplannen geven tezamen invulling aan de wettelijke verplichting om een beleidsplan WMO vast te stellen.