Sharon Schiedon Iris Schuurs Lisa Spooren Yarah Winkelaar STAGEWERKPLAN

Transcriptie

1 Sharon Schiedon Iris Schuurs Lisa Spooren Yarah Winkelaar STAGEWERKPLAN

2 Sharon Schiedon Let op Dit is een groeidocument. Dat wil zeggen dat dit werkplan regelmatig bijgesteld zal moeten worden. Bekijk per competentie eerst waar je mee wilt beginnen. Vul nog niet meteen alles in. Zorg er voor dat je bijvoorbeeld in de komende twee weken ook echt aan enkele gedragsindicatoren kunt werken. Als je enkele weken aan het werk bent tijdens je stage, is het zaak om met je begeleiders een tussenstand op te maken om te beoordelen welke competenties nog onderbelicht zijn en dus in bijvoorbeeld de dan nog komende weken nadrukkelijker aan bod zullen moeten komen. Stel dus geregeld dit werkplan bij, teken af wat je verwerkt en bereikt hebt en neem dit document DIGITAAL op in je portfolio. Download het lege stagewerkplan en vul het in VOOR en TIJDENS en NA je stage Hieronder is aangegeven hoe je het stagewerkplan moet gebruiken. Competenties met bijbehorende gedragindicatoren (zie: competentiegids Overal Ramen) voorbeeld E Interpersoonlijk vermogen E2 communiceert door het hanteren van verbale en non-verbale technieken Overzicht van gedragsindicatoren waarin een keuze gemaakt kan worden. Deze indicatoren staan in de competentiegids Overal Ramen Maak zelf een keuze, Overleg met je begeleiders over voor jou belangrijke aandachtspunten Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Omschrijf in eigen bewoording wat voor jou de kern is van deze competentie: Kijk in de competentiegids voor ideeën als je zelf niet goed weet wat je kunt doen en hoe je dat moet aanpakken. Overleg ook met medestudenten. Zij kunnen jou (en omgekeerd) ook helpen bij het uitwerken van activiteiten. Elkaar feedback geven, observaties maken, informatie uitwisselen, etc. is belangrijk voor het verwerven van competenties Denk aan concrete, tastbare producten: Geschreven commentaar van SPD/OD/FCD of medestudenten, aangevuld met jouw reflectie. Zelf gemaakt werkbladen, proefwerken, lesvoorbereidingen,lesformulieren. Kopieën van producten van leerlingen. Videoopnames, Proefwerken met foutenanalyse. Door jou gemaakt observaties en verslagen van gesprekken enz... Tijdsp lanni ng

3 Sharon Schiedon

4 Sharon Schiedon B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling C.Pedagogisch competent 3. beroep verwoorden, en je hierin te ontwikkelen. Ik weet wat mijn visie is in les geven. En hoe ik hier mee om ga in de les. 4. goed beeld van sterke en zwakke punten. Door van iedere les een reflectie verslag te schrijven. Met Tips en Tops waarin ik mijn pedagogische en Didactische handelingen verantwoord. In het gesprek met Desiree Maas op 26 November Vooraf een SWOT analyse maken voor deze stage. Zodat ik kan laten zien wie ik ben en waar ik aan wil werken. Maar ook eventuele valkuilen. Dit doe ik mijn hele stage lang. En aan het einde geef ik een conclusie of mijn visie veranderd is na de ervaringen die ik heb op gedaan. Dit doe ik voorafgaand aan de stage. Zo kan ik zien waar ik aan kan werken en waar mijn zwakke punten zitten. Aan het einde van de stage doe ik er nog een. Zo kan ik zien waarin ik gegroeid ben en waar ik mijn volgende stage aan kan werken. De laatste doe ik in overleg met Desiree Maas. Je verantwoorden voor je pedagogische opvattingen: hoe je reageerd op opmerkingen uit de klas. Gedragsproblemen en ontwikkelingsproblemen herkennen. Als bijzonderheden zich voordoen er een notie van maken in het les verslag van die dag. Aparte notie maken bij observatie van studenten. En een reflectie verslag over hoe je een probleem als dat aan kan pakken. In de lesverslagen. In de observatieformulieren en lesverslagen. Hele stage lang Vooraf aan stage. En aan het einde van de stage. De hele stage lang Hele stage lang

5 D. Didactisch vermogen E. Interpersoonlijk vermogen F. Vermogen tot samenwerken Sharon Schiedon Zorgen voor betrouwbare evaluatie van een leerproces: goed in staat zijn een evaluatie/observatie verslag te schrijven. De verslagen laten lezen en goed naar de feedback handelen. Observatie formulieren. Betrokkenheid en enthousiasme voor het vak: Leerlingen corrigeren en gewenst gedrag belonen: zorgen dat er orde is en dat er veilig geleerd kan worden. In contact uren. Goed op tijd aanwezig zijn. Veel initiatief tonen. In de evaluatie gesprekken. Hele stage lang. Hier moet ik wat in groeien. Maar dit kan alleen geleerd worden door veel te oefenen. In de lesverslagen. Kritiek verwerken en er naar handelen. Goed luisteren naar de feedback en zorgen dat ik die goed begrijp en opschrijf. Dan verandering brengen in het geen wat fout ging of beter kan. Evaluatie gesprekken. Vooral begin fase. De hele stage lang

6 Sharon Schiedon 6. Omgevingsgerichtheid Werk en ideeën van actuele kunst uit andere culturen op de hoogte zijn: weten wat actueel is in de kunst en in de wereld. Je goed in lezen. Het nieuws volgen en kunstbladen/blogs/magazines lezen. In de navigatie verslagen met de leerlingen en de evaluatie gesprekken. Voorafgaa nd en tijdens de stage.

7 Lisa Spooren Stagewerkplan Lisa Spooren 2VTB B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wat is voor mij de kern van de competentie: Gedurende mijn stage zou ik graag vorm willen geven aan mijn beroepsmatige ontwikkeling en inzicht krijgen in een manier waarop ik kan verbeteren in mijn zwakke plekken. Je bent in staat om je opvattingen over beroep te verwoorden, en planmatig aan de gewenste beroepsmatige ontwikkeling te werken. Je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken. Het doen van onderzoek naar de verschillen in lesgeven tussen havo en vwo klassen, zodat ik in staat ben om de verschillen te kunnen benoemen. Lesvoorbereidingen maken, lessen voorbereiden en uitvoeren. Rekening houden met eventuele problemen die voor kunnen vallen en hiervoor een passende oplossing bedenken. Inzicht krijgen in mijn zwakke plekken door zelfstandig les te geven. Op die manier kan ik een goed beeld krijgen wat er mis gaat of zou kunnen gaan en waaraan ik moet werken. -Meer inzicht in het maken van een lesvoorbereiding, rekening houdend met eventuele problemen waar ik tegenaan zou kunnen lopen. - Lesvoorbereidingen, reflectieverslagen en eventueel ander lesmateriaal zoals een PowerPoint of Prezi. -Ik weet mijn zwakke plekken te benoemen en manieren waarop ik hieraan kan werken. - Feedback SPD/OD, misschien beeldmateriaal, reflectieverslagen. Wanneer klaar? Eind stage. Halverw ege stage/ eind stage. :

8 Lisa Spooren C.Pedagogisch competent (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Wat is voor mij de kern van de competentie: Ruimte geven aan de inbreng van een leerling zonder hem/haar te veel in een bepaalde richting te sturen. Het kunnen benoemen van een sociaal klimaat in een groep, conflicten en gedragsproblemen bij leerlingen aan zien komen en op correcte wijze handelen wanneer dit uit de hand dreigt te lopen. Je geeft ruimte aan de inbreng van leerlingen, en houdt rekening met de verschillen tussen leerlingen bij het samenstellen van je opdrachten; Leerlingen begeleiden in hun creatieve proces tijdens CKV en beeldende vorming. Goed luisteren naar wat een leerling zegt en weloverwogen/ objectieve feedback geven, zonder leerlingen te veel in een bepaalde richting te sturen. -Het maken van gedifferentieerde lesvoorbereidingen en leerlingen voorzien van objectieve feedback. - Reflectieverslagen, feedback SPD/OD en lesvoorbereidingen. Eind stage. Je onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat in de groep te verbeteren; - je creëert een veilige leeromgeving; Letten op conflicten tussen leerlingen en hoe sociale verhoudingen liggen in een klas, om op tijd problemen aan te zien komen en hier een passende oplossing op te vinden. -Eventuele problemen op tijd aan zien komen. - Reflectieverslagen, feedback SPD. Halverweg e stage. Je herkent en benoemt ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen Letten op conflicten tussen leerlingen. Opvallende gedragseigenschappen opmerken en deze benoemen. Vergaderingen bijwonen om hier meer inzicht in te krijgen buiten de lessen om. -Gedragsproblemen bij leerlingen kunnen herkennen en benoemen. - Reflectieverslagen, feedback SPD/OD. Lesvoorbereiding (gedifferentieerde lessen) Halverweg e stage.

9 D. Didactisch vermogen Lisa Spooren Wat is voor mij de kern van de competentie: (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Het ontwerpen van lesmateriaal dat aansluit bij de belevingswereld van leerlingen 4H/5V. Het kunnen benoemen van verschillen en overeenkomsten tussen deze twee leerniveaus en hier rekening mee houden in het samenstellen van lessen. Je ontwerpt lessen en lessenseries, en zorgt voor variatie en een heldere opbouw; - je kunt methodisch verantwoord lesmateriaal ontwerpen waaronder digitaal en kan dit materiaal in je lessen inzetten; - je bent in staat een vaklokaal stimulerend in te richten Het maken van lesvoorbereidingen en het voorbereiden van lessen aan de hand van een PowerPoint/Prezi. Voor het vak CKV ga ik een lessencyclus ontwerpen rondom het thema de stad. -Meer inzicht in het voorbereiden uit uitvoeren van lessen met voldoende variatie, een realistische planning. - Lesvoorbereidingen, planning en -PowerPoint/Prezi presentaties. Reflectieverslagen. Eind stage. je neemt de belevings- en ervaringswereld als uitgangspunten van je lessen beeldende vorming; - je bevordert de zelfstandigheid van leerlingen Het treffen van goede voorbereidingen door het maken van lesvoorbereidingen, PowerPoint presentaties en het oefenen van de voordracht. Manieren vinden waardoor ik leerlingen geboeid kan houden. Inspelen op belevingswereld, door bijv. te luisteren naar waar leerlingen over praten, wat hen bezig houdt. Koppeling maken naar kunst/cultuur en dit proberen te verwerken in de lessencyclus die ik voor CKV ga maken. -Uitvoeren van een goede presentatie. Meer verdieping in belevingswereld 4Havo/4Vwo en eersteklassen havo/vwo. - PowerPoints, reflectieverslagen, lesvoorbereidingen. Eind stage.

10 Lisa Spooren E. Interpersoonlijk vermogen (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Wat is voor mij de kern van de competentie: inzicht verwerven in buitenschoolse lesactiviteiten, omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen en dit op een correcte wijze corrigeren. Je toont betrokkenheid en enthousiasme op de ABV en in je stageschool; Bijwonen buitenschoolse activiteiten, open avond, excursies, initiatief tonen. -Meer inzicht in buitenschoolse lesactiviteiten/educatie. - Reflectieverslagen en foto s. Eind stage. F. Vermogen tot samenwerken Je corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag Zelfstandig leiding nemen over een groep. Leren door middel van ervaring opdoen in lessituaties hoe ik respect af kan dwingen en ongewenst gedrag op een correcte wijze moet corrigeren. -Meer inzicht in hoe ongewenst gedrag kan worden gecorrigeerd. - Reflectieverslagen, feedback SPD. (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wat is voor mij de kern van de competentie: Goed luisteren naar kritiek van mijn SPD, reflecteren op mijn eigen ervaringen, met als doel om mezelf te verbeteren als docent. Eind stage. Wanneer klaar?

11 Lisa Spooren Je levert een constructieve bijdrage aan een samenwerkingsproject en neemt daarbij verantwoordelijkheid voor een taak Bijwonen buitenschoolse activiteiten, initiatief tonen, afspraken maken en deze nakomen. -Nieuwe ervaring opgedaan in het buitenschools lesgeven. - Reflectieverslagen en logboek. Eind stage. Het kunnen verwerken van kritiek en daarnaar handelen. Open staan voor feedback van anderen. Wellicht stageklas om feedback vragen om te peilen wat ze vinden van mijn manier van lesgeven. Reflecteren op mijn eigen ervaringen om mezelf te kunnen verbeteren. Mezelf de vraag stellen: wat had ik anders/beter aan kunnen pakken? -Omgaan met feedback. Reflecteren op mezelf n.a.v. de mening van anderen. - Reflectieverslagen, feedback SPD. Halverweg e/eind stage.

12 Lisa Spooren G. Omgevingsgerichtheid (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wat is voor mij de kern van de competentie: Goed op de hoogte zijn van ontwikkelingen binnen de kunst en cultuur sector en deze kennis inzetten gedurende mijn stageperiode om leerlingen te begeleiden in een beeldend proces. Je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dat van leerlingen; Op de hoogte zijn van ontwikkelingen binnen de kunst en cultuur sector en dit inzetten om leerlingen te inspireren in hun beeldende proces. Goed in de gaten houden wat er speelt via internet/tijdschriften. -Leerlingen wijzen op ontwikkelingen binnen de kunst en cultuur sector, zodat zij dit wellicht kunnen gebruiken als inspiratie voor hun eigen beeldend werk. - Reflectieverslagen, foto s beeldend werk leerlingen, beeldmateriaal. Wanneer klaar? :

13 B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Iris Schuurs B.4 je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken. (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Wat is voor mij de kern van de competentie: : C. Pedagogisch competent Ik heb een SWOT analyse gemaakt en ben mij bewust van mijn leer en verbeterpunten. En wil deze stapsgewijs ontwikkelen tijdens de 8 weken stage periode. Ook neem ik eventuele feedback mee in deze leer en verbeterpunten. Aan de hand van deze punten ga ik proberen om elke week minimaal één nieuw verbeterpunt aanpakken om te ontwikkelen. Deze werk ik van te voren uit hoe ik deze in mijn les moet verwerken of aanpakken. Ik hou een overzicht bij in de feedback die ik ontvang en wanneer ik aan welke leerpunten ga werken en hoe ik dit wil doen. Reflecties en overzichten zijn compleet op 5 maart C.2 je geeft ruimte aan de inbreng van leerlingen, en houdt rekening met de verschillen tussen leerlingen bij het samenstellen van je opdrachten; C.3 je onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat in de groep te verbeteren; - je creëert een veilige leeromgeving; (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Wat is voor mij de kern van de competentie:

14 Iris Schuurs Ik moet te weten komen wat er in de klas en de leefomgeving gebeurt van de leerlingen wat spreekt ze aan en waar kan ik op inspelen met de actuele opdracht. De leerling moet zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband kunnen functioneren door de leeromgeving die ik creëer. Er is een groot streven naar een leeromgeving waar iedereen zich ontwikkelen. C.2.Wat vinden de leerlingen fijn in opbouw in lessen en hoe kan ik het beste afspraken met hun maken. Het voorbereiden van differentiatie lessen voor leerlingen met verschillende niveaus en eventuele aanpassingen aan de belevingswereld van de individuele leerling of de groep. C.3. Ik probeer een overzicht te krijgen in de klas over Welke groepen er zijn ontstaan en waar er eventueel wringing zit in de onderlinge omgang van de leerlingen. Ook moet ik een bepaald overzicht krijgen in hoe ik leerlingen kan stimuleren om goed aan de slag te kunnen en wat ze daarvoor nodig hebben. Goed gedrag behoort beloond te worden en wanneer nodig slechtgedrag bestraft. Deze vormen van belonen en straffen moeten natuurlijk wel aansluiten op de werkwijze van het Mill Hillcollege in Goirle. Dus zal ik eerst hun werkwijze en regels moeten leren om deze vervolgens te kunnen toepassen. C2. Door te observeren bij de lerares kan ik zien hoe de leerlingen gewend zijn om de les op te straten en de lesdoorlopen. Doormiddel van deze observaties en eventuele vragen die ik aan de leerlingen stel kan ik er achter komen hoe ze graag de les en aanvang van de les zouden willen zien. C3. Ik maak een klein verslagje met de klassen die ik les ga geven met globaal wat feiten en waarnemingen ook wil ik de leerlingen goed gemotiveerd aan het werken hebben en duidelijke afspraken met hen gemaakt hebben over eventuele consequenties. Deze zullen terug te zien zijn in mijn reflecties. De regels en werkwijze zal ik vastleggen aan de hand van een observatie forumlier die ik maak van een docent. C2. Word elke dag aangevuld tot en met 4 maart 2015 C.3. de observatie van de leraar zal 8 januari uiterlijk klaar zijn. Het kleine globale verslagje zal voor aanvang van de stage gemaakt zijn en aangevuld worden tot en met 4 maart. Ook de lesmaterialen en inspiratiebron nen zullen verzamelt worden tot en met 4 maart.

15 D. Didactisch vermogen E. Interpersoonlijk vermogen Iris Schuurs D.2 - je neemt de belevings- en ervaringswereld als uitgangspunten van je lessen beeldende vorming; - je bevordert de zelfstandigheid van leerlingen Wat is voor mij de kern van de competentie: De theorie en opdrachten zo aanleveren dat de leerling het kan koppelen aan zijn eigen kennis, vaardigheden en interesses. En dit op een zo n meest aantrekkelijk manier mogelijk voor de leerling. (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Doormiddel van voorbeelden of inspiratiebronnen te gebruiken tijdens de lessen en deze aan te passen op de doelgroep (klas, niveau, kleinere groepjes, individueel naar aanleiding van een gesprek met een leerling). Verder ga ik aan de hand van de voorbeelden vragen stellen aan de leerling zodat ze naar eigen inzicht moeten handelen wat zien ze en hoe is het gemaakt enz. Deze bronnen zal ik verzamelen bij mijn reflecties van de lessen. Wanneer klaar?

16 Iris Schuurs E.1 je toont betrokkenheid en enthousiasme in je stageschool; E.2 je communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non-verbaal E.3 je corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag; (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? Wat is voor mij de kern van de competentie: F. Vermogen tot samenwerken E.1. gemotiveerde houding en aanwezigheid je komt met positieve zin de school in gelopen klaar om te leren en les te geven. E.2. Ik spreek op een niveau zodat de leerlingen mij goed kunnen begrijpen ook ben ik duidelijk in eisen die ik stel en de taken die ze na de les ondernomen hebben. E.3. op het moment dat iemand een goed voorbeeld geeft of goed werk tijdens de les mag hier een positieve stimulansen voor gegeven worden op het moment echter dat iemand ongewenst gedrag vertoond zoals luidruchtig, onveilig en niet sociaal gedrag vertoond mag hiervoor een straf geven. Ik ga me gewoon houden aan deze competenties alsof het regels zijn. Ik plan mijn voorbereidingen van de lessen. Ik spreek op een niveau die goed te begrijpen is voor de leerlingen en zal proberen op de juiste manier te handelen met goed en slecht gedrag van een leerling. Deze resultaten kan u terug vinden onder de beoordelingen van mijn stagebegeleidster en feedback die ik krijg van de lessen zelf. Tot en met 4 maart maar er kunnen eventuele tussen momenten plaats vinden

17 Iris Schuurs F.1 je kunt kritiek verwerken en ernaar handelen (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wat is voor mij de kern van de competentie: Wanneer klaar? Je schrijft feedback op en maakt er een duidelijk overzicht van voor jezelf. Vervolgens ga je opzoek naar een oplossing. Ik zal om feedback vragen en deze opschrijven. Ook bij tips van andere docenten die ik zou kunnen opnemen zal ik deze noteren. Verder zal ik bij de verbeterpunten die ik wil behandelen een oplossing noteren en hoe ik deze wil verwerken in mijn les geef methode of voorbereiding. Ook ga ik deze feedback punten met mijn stagebegeleider af en stel vragen aan haar voor eventuele oplossingen of manieren van aanpak. Feedback zal terug te vinden zijn in de reflectie verslagen. Tot en met 4 maart maar er kunnen over eventuele tussen moment gesproken worden.

18 Iris Schuurs 6. Omgevingsgerichtheid G.2 je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dat van leerlingen; Wat is voor mij de kern van de competentie: (Hoe) ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks en welke producten heb ik voor mijn portfolio? Wanneer klaar? : G.2. je weet wat er op kunstgebied op dit moment gaande is en kan inspiratiebronnen aan de leerlingen geven wanneer dat nodig is. Ook heb je kennis van voorgaande kunstenaar die betrekking hebben op het onderwerp. En op het moment dat een leerling iets vraagt maar ik daar de kennis niet over beschik ga ik die kennis verwerven. Om inspirerende voorbeelden te kunnen geven aan een klas moet je ten eerste de opdracht goed kennen en hier kunstenaar op aan kunnen koppelen dus met andere woorden moet ik onderzoek doen naar de opdracht van leerlingen. Dit houdt in lezen in boeken informatie opzoeken op internet en eventueel tentoonstellingen bezoeken. Deze voorbereidingen en gebruikte inspiratiebronnen kunt u vinden in de lesvoorbereidingsformulieren en in de reflectie verslagen. Het vooronder zoek (wat is de opdracht en waar kan ik inspiratie uit halen) moet op 8 januari afgerond zijn. Verdere uitbreiding mag tot en met 4 maart.

19 B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Yarah Winkelaar De student kan het eigen beeldend handelen, het kunsttheoretisch handelen, het pedagogisch en didactisch handelen beoordelen, in onderling verband hanteren, en zo nodig verbeteren. Ik kan op een juiste manier reflecteren om zo mijn ontwikkeling groeiende te houden en kritisch naar mezelf kijken. B.3 Je bent in staat om je opvattingen over beroep te verwoorden, en planmatig aan de gewenste beroepsmatige ontwikkeling te werken. Door een planning per week te maken, waarin al mijn taken en afspraken in staan genoteerd. En een kort verslag over mijn visie over het onderwijs. Een uitgewerkte lessenreeks met lesvoorbereidingen en acht weekplanningen. Deze zijn te vinden in mijn stageportfolio. Maart 2016 B.4 je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken. Wekelijks om feedback vragen om er zo achter komen wat mijn sterke en zwakke kanten zijn. Aan de hand daarvan een conclusie schrijven hoe ik dit de volgende keer kan verbeteren. Naar aanleiding daarvan kijken of het een week later beter gaat. De feedback uitgeschreven met een korte reflectie/conclusie. Deze zijn te vinden in mijn stageportfolio. Maart 2016

20 Yarah Winkelaar C.Pedagogisch competent De student zet pedagogische kennis en ervaringen in met als doel een zingevend en veilig klimaat te creëren. Ik kan ervoor zorgen dat leerlingen zich op hun gemak bij mij voelen en hen inspiratie bieden voor het beeldende vak maar ook daar buiten. C.1 je verantwoordt je pedagogische opvattingen. C.2 je geeft ruimte aan de inbreng van leerlingen, en houdt rekening met de verschillen tussen leerlingen bij het samenstellen van je opdrachten. Door in mijn lessenreeks meerdere differentiaties te maken, waardoor er voor elke leerling een prettige manier om de opdracht te kunnen maken en iedereen uiteindelijk toch met hetzelfde resultaat eindigt. In mijn lessenreeks drie verschillende soorten differentiaties van een les. Deze zijn te vinden in mijn stageportfolio. Maart 2016 C.3 je onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat in de groep te verbeteren; - je creëert een veilige leeromgeving. Door goed contact met de leerlingen te hebben (interesse te tonen in hen) waardoor ze het gevoel hebben dat ze altijd naar mij toe kunnen komen wat er dan ook aan de hand is. Door goed te observeren. Door het begin en de eind situatie met elkaar te observeren en te vergelijken. Daarna een verslagje van de bevindingen te maken. Maart 2016 C.4 je herkent en benoemt ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen.

21 Yarah Winkelaar D. Didactisch vermogen De student zet didactische en vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en ervaringen op een methodische wijze in bij educatieve activiteiten, met als doel het beeldend vermogen van leerling of cursist te ontwikkelen. Ik kan op een juiste manier lessen ontwikkelen en ervoor zorgen dat deze didactisch ook gegrond zijn. Leerlingen moeten van mijn lessen kunnen leren en ontwikkelen. D.1 - je ontwerpt lessen en lessenseries, en zorgt voor variatie en een heldere opbouw; - je kunt methodisch verantwoord lesmateriaal ontwerpen waaronder digitaal en kan dit materiaal in je lessen inzetten; - je bent in staat een vaklokaal stimulerend in te richten. Door veel verschillende soorten lessen reeksen te maken en eventueel uit te voeren. Hierdoor leer je wat goed voor jou en de leerlingen werkt. Een aantal lessenseries, waar er bij de uitgevoerde lessen een korte reflectie wordt bijgevoegd. Eind derde jaar (één lessen cylcus in maart 2016) D.2 - je neemt de belevings- en ervaringswereld als uitgangspunten van je lessen beeldende vorming; - je bevordert de zelfstandigheid van leerlingen. Door de opdracht aan te laten sluiten op de doelgroep zelf en de interesses van deze groep. Je onderzoekt wat er in hun wereld speelt en probeert daarop in te spelen. Door de leerlingen niet altijd een volledige uitleg te geven, maar ze een aantal kernwoorden te geven en ze verder zelf aan de gang te laten gaan. In de lessenreeks is te zien dat de opdracht is gekoppeld aan de interesses van de leerlingen. Een korte lesbrief met een korte reflectie bijgevoegd.

22 Yarah Winkelaar D.3 - je constateert en analyseert leerproblemen; - je zorgt voor een betrouwbare evaluatie van leerproces en leerresultaat.

23 Yarah Winkelaar E. Interpersoonlijk vermogen De student functioneert open en oprecht in een sociaal verband en je communiceert daarbij effectief. Ik kan goed samenwerken en laat zien dat ik betrokken ben bij anderen zoals mijn leerlingen. E.1 je toont betrokkenheid en enthousiasme op de ABV en in je stageschool. Door goed contact met de leerlingen te hebben en soms individueel gesprekken met ze te voeren. Dit is te zien aan de feedback van de SPD. Korte aantekeningen over de gesprekken die ik met de leerlingen voer. Maart 2016 E.2 je communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non-verbaal. E.3 je corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag. Door aan het begin van de les/stage duidelijk te maken wat je verwacht van de leerlingen en wat niet gewenst is. Door proberen te werken met positieve en negatieve versterkers binnen de operante conditionering. Dit is te zien aan de feedback van de SPD. Maart 2016

24 Yarah Winkelaar F. Vermogen tot samenwerken De student is in staat een zelfstandige bijdrage te leveren aan een gezamenlijk proces of product, educatief en/of beeldend. Ik kan kritisch naar mezelf kijken en ook naar anderen en dit op een positieve manier verwerken en vermelden. F.1 je kunt kritiek verwerken en ernaar handelen. Korte evaluaties tijdens en na afloop van de te voeren met mijn SPD. Feedback op een positieve manier proberen te verwerken en weer toe te passen. Dit is te zien aan de feedback van de SPD en de korte reflecties die ik hierover schrijf. Maart 2016 F.2 je levert een constructieve bijdrage aan een samenwerkingsproject en neemt daarbij verantwoordelijkheid voor een taak. Tijdens excursies kan ik een begeleidende rol op me nemen waarbij ik mijn samenwerkende activiteiten verder kan gaan ontwikkelen. Leerlingen begeleiden tijdens een excursie en hier een korte reflectie over schrijven. Eind derde jaar

25 Yarah Winkelaar G. Omgevingsgerichtheid De student kan relevante omgevingsfactoren in de samenleving signaleren en deze integreren in zijn studie of onderzoek. Ik laat mijn inspireren door de dingen om mij heen en verdiep me in bepaalde aspecten binnen de kunsten. G.1 je neemt deel aan discussies over kunst en onderwijs; - je onderneemt zelfstandig activiteiten om inzicht in kunst en cultuur te vergroten. Door een interview te houden met verschillende kunst docenten over hun visie op kunst en onderwijs. Door minstens vier musea te bezoeken naar aanleiding van de stage. De interviews met een korte reflectie hierop. Een korte reflectie van mijn bevindingen in de musea Eind derde jaar G.2 je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dat van leerlingen. Door in de lessen reeksen een bepaalde stroming, stijl, kunstenaar naar voren te laten komen. Dit is te zien in de lessen reeksen en ook het eindwerk van de leerlingen. Eind derde jaar G.3 je kunt culturele evenementen selecteren op hun bruikbaarheid voor educatieve doeleinden; - je verzamelt en verwerkt informatie van de culturele infrastructuur van de stage-omgeving, en benut deze informatie actief.

26 Yarah Winkelaar A 1 en A2 en A3.Creërend vermogen