3.5. Cluster Mobiliteit

Transcriptie

1 3.5. Cluster Mobiliteit Het mobiliteitsconvenant is een (vrijwillige) overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest -bij delegatiebesluit de minister bevoegd voor mobiliteit-, de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, de gemeente en eventuele derden zoals scholen, bedrijven, organisaties,. De samenwerking tussen deze actoren blijkt immers een kritieke succesfactor voor de realisatie van een toekomstgericht mobiliteitsbeleid met aandacht voor ecologische (wat direct een link legt met het milieubeleid), economische en sociale aspecten. Een mobiliteitsconvenant bevat een moederconvenant, waarin algemene doelstellingen en uitgangspunten worden geformuleerd en waarmee de gemeenten zich verbinden binnen maximaal twee jaar een mobiliteitsplan op te stellen. Naast het moederconvenant kunnen modules ondertekend worden. Een drietal modules zijn in het bijzonder aan milieuaspecten gelinkt: - module 5: geluidswerende maatregelen - module 6: netheid van de wegen - module 15: Deze module regelt de subsidiëring van flankerende maatregelen op gemeentelijk niveau ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid. Onder flankerende maatregelen worden maatregelen verstaan met als doel de ondersteuning van een duurzame mobiliteit via niet-(weg)infrastructuurgebonden activiteiten of projecten (en die niet onder een andere module van het mobiliteitsconvenant vallen). Volgende maatregelen kunnen via deze module worden gerealiseerd: - activiteiten of projecten die tot doel hebben de publieke betrokkenheid van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid en het gemeentelijk mobiliteitsplan te verhogen - activiteiten of projecten die tot doel hebben een duurzaam verplaatsingsgedrag te stimuleren - activiteiten die tot doel hebben een duurzaam parkeerbeleid te voeren en die het stand-still-principe handhaven - activiteiten die een planmatige aanpak ondersteunen voor het wegwerken van mobiliteitseffecten veroorzaakt door mobiliteitsgenererende actoren (vb. vervoersplannen, ) - activiteiten die de druk op het milieu (luchtverontreiniging, effecten op natuur, groenstructuren, hinder (geluid, licht, geur) en waterverontreiniging) uitgeoefend door verkeer en vervoer en de bijhorende infrastructuren verminderen Informatie over het mobiliteitsconvenant vindt u op de website: of in het mobiliteitshandboek en de mobiliteitsbrieven op (Voorbeeldenbrochure module 15 kan op deze website gevonden worden.) Het evaluatieconcept van het mobiliteitsconvenant bestaat enerzijds uit een jaarlijkse voortgangsrapportering over het mobiliteitsplan binnen de gemeentelijke begeleidingscommissie en anderzijds uit een vijfjaarlijkse evaluatie van het mobiliteitsplan binnen de provinciale auditcommissie en de gemeentelijke begeleidingscommissie. De gemeente heeft in 2004 ingetekend op niveau

2 a. Inleiding Verscheidene gewestwegen kruisen elkaar op het grondgebied van de gemeente Malle. Zowel de kern van Westmalle als van Oostmalle wordt doorkruist door noordzuidelijke verbindingen die in noordelijke richting aansluiten op de E 19, en in de zuidelijke richting op de E 34. Verkeersontsluiting op regionaal niveau De gemeente Malle ligt op het kruispunt van verschillende gewestwegen. Zowel de kern van Westmalle als Oostmalle wordt doorkruist door noord-zuid verbindingen die in noordelijke richting aansluiten op de E19 (Nederland Antwerpen Brussel), en in zuidelijk richting op de E34 (Ranst Turnhout Eindhoven) en de E313 (Antwerpen Limburg Nederland). De verschillende gewestwegen geven een verbinding met de buurgemeenten van Malle. De N14 (Hoogstraten - E34 via Oostmalle) en N133 (Westmalle-E19) worden in het RSPA geselecteerd als secundaire wegen type II. De hoofdfunctie is verzamelen op bovenlokaal niveau, de nevenfunctie is verbinden. De buslijn 41 Antwerpen Turnhout behoort tot de best bezette lijn van Vlaanderen. Oostmalle wordt geselecteerd als een multimodaal knooppunt van interregionaal niveau in het RSPA. De structurerende rol van het busstation zou moeten verhogen. De verbinding Antwerpen Malle via de N12 wordt geselecteerd als stamlijn. De progressieve vervanging van de drukst bereden baanvakken door tramlijnen wordt voorzien. Verkeersontsluiting op gemeentelijke niveau De gewestweg N12 is een belangrijke verbindingsweg tussen Antwerpen en Turnhout, die het centrum van Westmalle en Oostmalle doorkruist. Op grondgebied van Malle vormt deze gewestweg tevens de belangrijkste verbinding tussen Westmalle en Oostmalle. Deze weg heeft dan ook zowel een doorgaande als een lokale functie. Deze gewestweg heeft tevens een belangrijke ontsluitingsfunctie voor het centraal gelegen industriegebied van Malle, de Schaaf Delften. Dit industriegebied wordt ook ontsloten via de Zoerselbaan (N179). Het industrieterrein Delften De Schaaf en de twee kernen zelf zijn de belangrijkste verkeersgenerende structuren in Malle. De N12 wordt in het RSPA gecategoriseerd als secundaire weg type III. De hoofdfunctie van de weg is verbinden en/of verzamelen op (boven)lokaal niveau. De toeganggevend functie is echter dermate bepalend dat de verkeersfunctie van de weg niet kan worden gerealiseerd zonder de leefbaarheid van de omgeving in het gedrang te brengen. De weg zal als een drager van belangrijke fiets- en openbaar vervoerverbindingen, zowel lokaal als bovenlokaal, worden uitgebouwd. Op het gewestplan is een tracé voorzien voor een ring rond Zoersel, welke voortgezet zou kunnen worden in Malle. In de mobiliteitsstudie worden twee scenario s voorgesteld voor een omleidingsweg in Malle. Scenario 1 wordt opgebouwd rond de zuidelijke ontsluiting van het industriegebied, aansluitend op de omleidingweg rond Zoersel. Het industriegebied behoudt de ingang langs de N12 als tweede ontsluiting. Scenario 2 gaat uit van een volledige uitbouw van de omleidingweg van de Lierselei tot aan de Hoogstraatsebaan. In de beleidsnota wordt geopteerd voor scenario

3 Kaart: Verkeersinfrastructuur Bovenlokaal fietsroutenetwerk Binnen een overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en de Vlaamse provincies werd een bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk opgebouwd. Doel is dit netwerk te realiseren middels de samenwerking tussen het Vlaams Gewest, de provincies, de gemeentebesturen en andere belanghebbenden. Het fietsroutenetwerk werd opgesteld voor het woon-werk, woon-school en woonwinkelverkeer met een recreatief medegebruik waarbij woonkernen, industrieterreinen, scholen en andere attractiepolen via de kortst mogelijke route met elkaar worden verbonden. Het resultaat is een lijnenbestand waarin men onderscheid heeft gemaakt tussen 3 soorten fietsroutes: non-stop hoofdroutes, bovenlokale routes en alternatieve routes. De non-stop hoofdroutes vormen een soort fietssnelwegen, vooral gelegen langs spoorwegen, kanalen en waterwegen. De bovenlokale routes vormen de verbinding tussen de verschillende aantrekkingspolen en de alternatieve routes vormen een alternatief van de bovenlokale routes. Deze zijn meestal gelegen langs rustige wegen

4 b. Stand van zaken De gemeente Malle beschikt sinds 2001 over een conform verklaard mobiliteitsplan. Het doel van het mobiliteitsplan is een bijdrage te leveren aan de verhoging van de verkeersveiligheid, de verbetering van de verkeersleefbaarheid en beheersing van de vervoersvraag. Bij de uitvoering van de acties uit het mobiliteitsplan wordt er telkens rekening gehouden met milieuaspecten en mogelijke implementatie van milieuvriendelijke infrastructuren Milieutoetsing Mobiliteitsplan Een mobiliteitsplan is het resultaat van een convenant tussen de gemeente, de Vlaamse overheid en de openbare vervoersmaatschappij. Beide laatste partners worden ingevuld door de Administratie Wegen en Verkeer en De Lijn. De moederconvenant en bijakte 1 werden door de minister ondertekend op 20 november Het mobiliteitsplan beoogt een gemeentelijke visie met betrekking tot mobiliteit en verkeersstructuren op haar grondgebied. Ook relaties met andere gemeenten of hogere overheden worden nader bekeken. Het te volgen proces is voor geheel Vlaanderen eenduidig vastgelegd. De provinciale auditcommissie begeleidt en beoordeelt de opgemaakte plannen. Deze planopmaak gebeurt in drie fasen. De eerste fase behelst een oriëntatienota waarin vooral inventarisatie van bestaande gegevens in wordt verwerkt tezamen met de visies van verschillende beleids- en belangenactoren. De tweede fase omvat bijkomend onderzoek en de opmaak van een aantal scenario s. Er wordt een trendscenario en één of meerdere varianten van een duurzaam scenario voorgesteld. In de derde fase worden beleidsmaatregelen voorgesteld om het gekozen scenario duurzame mobiliteit uit te werken. De maatregelen worden ingedeeld per project met aanduiding van prioriteit, uitvoeringspartner en kostenraming. In opdracht van de gemeente werd door IRIS Consulting een mobiliteitsstudie uitgevoerd voor het hele grondgebied van de gemeente. Het doel van de mobiliteitsstudie was de verkeersveiligheid verhogen, de verkeersleefbaarheid verbeteren en de vervoersvraag beheersen. Het mobiliteitsplan bestaat uit drie delen: ten eerste een oriëntatiefase, vervolgens een opbouw van het plan en tot slot een beleidsplan. In de mobiliteitsstudie werden twee scenario s voorgesteld voor een omleidingsweg in Malle. Scenario 1 bestaat uit een zuidelijke ontsluiting van het industriegebied, aansluitend op de omleidingweg rond Zoersel. Het industriegebied behoudt de ingang langs de N12 als tweede ontsluiting. De twee ingangen aan de Zoerselbaan worden afgesloten. Het doorgaand noord-zuid verkeer blijft in dit geval de kern van Oostmalle belasten. Daarom is het noodzakelijk de kern in te richten als doortocht en voldoende alternatieven uit te bouwen voor het autoverkeer (fietsroutenetwerk en openbaar vervoer). Scenario 2 gaat uit van een volledige uitbouw van de omleidingweg van de Lierselei tot aan de Hoogstraatsebaan. Het industriegebied krijgt een aparte aftakking op de omleidingweg. Al de andere toegangen worden afgesloten, deze via de N12 inbegrepen. In het beleidsplan wordt gekozen voor het eerste scenario, Malle zuidelijk ontsloten. Het beleidsplan werd in augustus 2001 goedgekeurd door de gemeenteraad. Er werd geopteerd voor scenario 1, Malle zuidelijk ontsloten en de aanleg van doortochten in de kern. Er wordt geen uitspraak gedaan over de categorisering van de lokale wegen. De milieutoetsing gebeurt automatisch door jaarlijkse evaluatie van het mobiliteitsplan. Jaarlijks wordt er een voortgangsverslag opgemaakt

5 Uitvoeren van acties Een mobiliteitsambtenaar en een startbaner verkeer werken aan de acties uit het mobiliteitsplan. Zoals de convenant voorziet, wordt er om de zoveel tijd, in samenwerking met de gemeentelijke begeleidingscommissie, een evaluatie gemaakt over de uitgevoerde acties Eigen voertuigen In 2003 werd er een nieuwe wagen aangekocht voor de administratie van het gemeentehuis, een Peugeot Partner met een LPG-tank. Bij vervanging of aankoop van nieuwe wagens kiest de gemeente Malle steeds voor milieuvriendelijke voertuigen Bevorderen fietsgebruik Aanleg van fietspaden De Brechtsesteenweg en de Hoogstraatsebaan worden voorzien van een fietspad. Deze wegen zijn belangrijke verbindingswegen. De Brechtsesteenweg vormt een verbinding tussen Brecht en het centrum van Westmalle en de Hoogstraatsebaan wordt voornamelijk gebruikt door leerlingen van het Immaculata Instituut, Maris Stella en het Koninklijk Atheneum. In gebieden waar de toegelaten snelheid 70 km/u overschrijdt, worden er groenbermen tussen het fietspad en de autoweg voorzien. In de bebouwde kom worden de groenbermen beplant met doorlevende planten. Heraanleg van de kruispunten en aanpassingen van bestaande woonstraten Het gemeentelijk mobiliteitsplan, door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 25 juni 2001, stelt dat in woongebieden de verblijfsfunctie primeert boven de verkeersfunctie. Doorgaand verkeer dient bijgevolg te worden geweerd uit de woonwijken. De verkeersleefbaarheid binnen een woonwijk staat voorop. Uitgangspunt is, daar waar mogelijk, de straat te beschouwen als een openbare ruimte die naast een verkeersfunctie tevens gebruikt wordt als ontmoetingsruimte voor buurtbewoners en zelfs speelruimte voor kinderen. Alle nieuwe verkavelingsaanvragen worden momenteel door het gemeentebestuur getoetst aan deze principes. Fietsenstalling Bij de sporthal werd een grote nieuwe fietsenstalling geïnstalleerd. Dit kaderde in het totaalproject van de heraanleg van site-west. De fietsenstalling voor het personeel van het gemeentehuis werd gerealiseerd. Registratie van fietsen De registratie schrikt eventuele fietsdieven af en maakt de aankoop van een tweewieler aantrekkelijker. Fietsvergoeding De gemeente kent een fietsvergoeding toe aan het personeel. Dienstfietsen In de garage aan het gemeentehuis en in het magazijn staan dienstfietsen ter beschikking van de werknemers

6 Bevorderen openbaar vervoer Belbus tussen Zandhoven, Zoersel en Oostmalle. De belbus speelt in op de lokale verplaatsingsbehoeften van de bewoners van landelijke gebieden. Hier rijden de normale buslijnen op een lagere frequentie.een belbus heeft geen vaste route of dienstregeling en rijdt alleen op aanvraag. Maar opgelet: de belbus is geen taxi! Het busje stopt alleen aan de haltes van De Lijn binnen het belbusgebied. Bovendien moet je ze op voorhand bestellen bij de belbuscentrale. Voor onze gemeente wordt het belbusgebied aan noordelijke zijde begrensd door de gewestwegen N12 (Antwerpsesteenweg) en aan oostelijke zijde door de gewestweg N14 (Lierselei).Voor een rit met de belbus betaal je dezelfde tarieven als die op de gewone lijnen gelden. De 65+ers rijden dus gratis met de belbus. Op een belbus zijn een 15 à 20-tal plaatsen beschikbaar. Je kan maximaal reserveren voor een groep van 9 personen. Elke belbus is voorzien van een platform waardoor ook personen met een beperkte mobiliteit de belbus kunnen nemen. Dankzij het invoeren van deze belbus krijgen de Mallenaren extra mogelijkheden om zich zonder auto te verplaatsen doorheen een aanzienlijk gebied. Om de belbus zoveel mogelijk te promoten zal De Lijn in samenwerking met de gemeentebesturen een grote communicatiecampagne opstarten. Hiervoor voorziet De Lijn zelfs een huis-aan-huis infobrochure binnen het belbusgebied. Er zal bovendien een speciale infolijn komen. Gratis abonnement DE LIJN De gemeente kent een gratis abonnement van de DE LIJN toe aan het personeel Impact van wegverlichting op inwoners en natuurgebieden De verouderde straatlampen werden verder vervangen zodat de verlichting efficiënter werd. De handelszaken voldoen aan de bepalingen van Vlarem-II aangaande verlichting Sensibilisatie Publicaties in het gemeentelijk informatieblad In het gemeentelijk informatieblad van januari-februari 2004 werd er een artikel gepubliceerd over de stand van zaken betreffende de actie uit het mobiliteitsplan. Verkeerspark / verkeersweek Deze actie gebeurt in samenwerking met de lokale politie. In januari 2004 werd er opnieuw een verkeerspark geïnstalleerd

7 Scholenvervoersplan Scholenvervoersplan (= Module 10 van de mobiliteitsconvenant) In Malle komen er dagelijks leerlingen vanuit eigen en omliggende gemeenten naar de verschillende scholen die in onze gemeente gevestigd zijn. Dit maakt dat Malle een zeer specifieke verkeerssituatie heeft waarbij er rekening moet gehouden worden met de verplaatsingen van deze zwakke weggebruikers. Daarom is het opstellen van de scholenvervoersplan met daaraan gekoppeld herinrichtingsplannen van de schoolomgevingen een noodzaak voor onze gemeente. In 2003 werkte de startbaner verkeerveiligheid een enquête uit over hoe men zich naar school begeeft. Er werd een studiebureau aangesteld om de schoolvervoersplannen op te stellen. In 2004 werd het bundel van de schoolvervoersplannen en de herinrichting van de schoolomgevingen opgemaakt. Deze werden nog niet goedgekeurd door PAC (Provinciale Audit Commissie). De plannen dienen nog verder bijgewerkt te worden alvorens er goedkeuring zal verkregen worden. In 2005 worden er individuele gesprekken met de scholen gevoerd over hun specifieke wensen naar de inrichting van de schoolomgeving toe. In 2006 zal er een ontwerper aangesteld worden voor de opmaak van de herinrichtingsplannen van de verschillende schoolomgevingen. c. Visie (= toetsing beleidsplan) Eigen voertuigen Opteren voor LPG als brandstof bij de aanschaf van nieuwe wagens. De stilste voertuigen aankopen voor het eigen wagenpark (hoewel alle wagens aan dezelfde normen moeten beantwoorden, zijn er toch grote verschillen qua geluidsvolume). Inventaris wagenpark Aan de hand van het softwareprogramma dat beschikbaar is op de website van de Samenwerkingsovereenkomst, zou de milieuvriendelijkheid van het wagenpark opnieuw bekeken kunnen worden. Niettemin is het zinvoller de nadruk te leggen om de aanschaf van milieuvriendelijke voertuigen. Gratis abonnement DE LIJN De omruiling auto-inschrijvingsbewijs gratis abonnement DE LIJN blijven promoten. d. Aandachtspunten/knelpunten Schoolvervoersplannen en de herinrichting van de schoolomgevingen. e. Acties Het gemeentebestuur zal: 1. Een regelmatige milieutoetsing van het mobiliteitsplan uitvoeren 2. Het gebruik van alternatieve vervoersmiddelen binnen de gemeente promoten en stimuleren (fietspremie) 3. Zelf het goede voorbeeld geven (o.a. gebruik van dienstfietsen) 4. Een aantal ecologische criteria opleggen bij de aankoop van dienstvoertuigen. 5. Detailinventaris van de buurtwegen mét knelpuntenoverzicht, juridisch statuut en mogelijke oplossingen laten opmaken. 6. Burgers regelmatig informeren over mobiliteit. 7. Het plaatsen van fietsstallingen aan bushaltes