Woonwensen middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Woonwensen middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen"

Transcriptie

1 Woonwensen middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen Rapport 16 november 2011

2 Woonwensen middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van: QuaWonen Auteurs: Dr. J.S.C.M. Hoekstra 16 november 2011 Onderzoeksinstituut OTB Technische Universiteit Delft Jaffalaan 9, 2628 BX Delft Tel. (015) Fax (015) Copyright 2011 by OTB Research Institute for the Built Environment No part of this report may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means, without written permission from the copyright holder.

3 Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding voor het onderzoek Onderzoeksopzet Een kwantitatieve analyse van de middeninkomensgroepen in het werkgebied van QuaWonen: omvang en kenmerken Een woonwensenonderzoek op basis van de website Conclusies en aanbevelingen... 3 Middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen: omvang en kenmerken Inleiding Basiskenmerken van de middeninkomensgroepen Verdeling middeninkomensgroep over eigendomssectoren en prijsklassen Woonlasten Telefonisch veldwerk: respons en kenmerken van huishoudens Inleiding Respons van het telefonisch veldwerk Kenmerken van de respondenten Huidige woonsituatie van de huishoudens Inleiding Eigendomsverhouding van de woning Woningtype Woonlasten Verhuisredenen Inleiding Verhuisgeneigdheid Verhuisredenen Woonwensen Inleiding Gewenste eigendomsverhouding Gewenste woning Gewenste woonlasten Inleiding Gewenste woonlasten van huishoudens die willen huren Gewenste woonlasten van huishoudens die willen kopen Gewenste woonlasten van huishoudens die een KoopGarant woning willen kopen Gewenste woonlasten van huishoudens zonder specifieke voorkeur voor huren of kopen Samenvatting en conclusies Inleiding Samenvatting van de onderzoeksresultaten Aanbevelingen van de ondervraagde huishoudens Aanbevelingen... 43

4 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek Per 1 januari 2011 is er nieuwe regelgeving van kracht op de Nederlandse huurmarkt. Deze regelgeving bepaalt dat 90% van de vrijkomende corporatiehuurwoningen met een huurprijs onder de liberaliseringsgrens ( 652,52 per 1 juli 2011) moet worden toegewezen aan huishoudens met een verzamelinkomen onder de Daarnaast is in het regeerakkoord overeengekomen dat huurders van een niet-geliberaliseerde huurwoning met een verzamelinkomen boven de een huurverhoging van inflatie + 5% mogen krijgen (deze maatregel is echter nog niet geëffectueerd). De genoemde regelgeving zal naar verwachting grote invloed hebben op de woningmarktpositie van middeninkomensgroepen in het werkgebied van QuaWonen. Middeninkomensgroepen worden in dit verband gedefinieerd als huishoudens met een verzamelinkomen tussen en Van oudsher maken deze huishoudens deel uit van de doelgroep waar QuaWonen zich op richt. QuaWonen verwacht dat een deel van de middeninkomensgroepen door de nieuwe regelgeving lastig aan een andere woning zal kunnen komen. Om meer inzicht te krijgen in de omvang van dit probleem heeft QuaWonen in april 2011 de website geopend. Op deze website konden middeninkomensgroepen die verwachten door de nieuwe regels in de knel te komen zich melden. Begin september hadden ruim 400 mensen zich via de genoemde website gemeld. Van deze 400 mensen is ruim 90% van plan binnen drie jaar te verhuizen. QuaWonen wilde deze verhuisgeneigde huishoudens graag verder bevragen over hun woonwensen door middel van een telefonische enquête. Deze telefonische enquête is tussen 10 en 15 oktober 2011 door het Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft afgenomen. In dit rapport worden de belangrijkste resultaten van het telefonisch veldwerk, aangevuld met extra woningmarktinformatie uit het WoON 2009, beschreven. 1.2 Onderzoeksopzet Het onderzoek wordt opgesplitst in de volgende drie modules: 1. Een kwantitatieve analyse van het WoOn 2009; 2. Een kwantitatieve analyse van de resultaten van het telefonisch veldwerk; 3. Een samenvattend hoofdstuk met daarin opgenomen een kort beleidsadvies voor QuaWonen. Hieronder wordt nader ingegaan op elk van deze drie modules Een kwantitatieve analyse van de middeninkomensgroepen in het werkgebied van QuaWonen: omvang en kenmerken Het bestand met huishoudens die zich hebben gemeld via de Internetpagina vormt een goed startpunt voor het verrichten van een onderzoek naar de meest actuele woonwensen van de middeninkomensgroepen die in het werkgebied van QuaWonen woonachtig zijn. Voor het verkrijgen van inzicht in de totale omvang van de middeninkomensgroep is dit bestand echter niet geschikt. Om hier toch iets over te kunnen zeggen hebben we een korte analyse op het WoON 2009 uitgevoerd. Deze analyse heeft betrekking op de twee COROP-regio s waarin QuaWonen actief is: Oost- Zuid Holland en Groot-Rijnmond. Voor elk van deze twee COROP-regio s zijn de volgende tabellen uitgedraaid:

5 Leeftijd, huishoudenssamenstelling en opleidingsniveau per inkomensgroep; Verdeling van de inkomensgroepen over eigendomssectoren en prijsklassen; Huur- en woonquotes van huurders, uitgesplitst naar huurprijsklasse en inkomensgroep. Feitelijk gaat het hierbij om een reproductie op COROP-niveau van de tabellen 1 t/m 7 uit het analysedeel van het advies Open deuren, dichte deuren. Middeninkomensgroepen op de woningmarkt (Raden voor de leefomgeving en infrastructuur, 2011). Een beschrijving van de genoemde tabellen is te vinden in hoofdstuk 2 van dit rapport Een woonwensenonderzoek op basis van de website Onder de verhuisgeneigde huishoudens die zich hebben aangemeld via de website is een telefonisch woonwensenonderzoek afgenomen. De belangrijkste resultaten van dit onderzoek worden gerapporteerd in de hoofdstukken 3 t/m 7. Hierbij komen de volgende aspecten aan de orde: De respons van het onderzoek en de kenmerken van de huishoudens (hoofdstuk 3) De huidige woonsituatie van de huishoudens (hoofdstuk 4) De verhuisgeneigdheid en de verhuisredenen van de huishoudens (hoofdstuk 5) De woonwensen van de verhuisgeneigde huishoudens (hoofdstuk 6) De gewenste kosten van het wonen (hoofdstuk 7) Conclusies en aanbevelingen In hoofdstuk 8 van dit rapport worden de resultaten van de modules 1 en 2 samengevat en worden er enkele aanbevelingen voor QuaWonen geformuleerd (hoofdstuk 8).

6 2 Middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen: omvang en kenmerken 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de kenmerken van de middeninkomensgroepen en de wijze waarop deze verspreid zijn over de verschillende eigendomssectoren. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van informatie uit het landelijke woningbehoefteonderzoek WoON In de analyses wordt onderscheid gemaakt naar de twee COROP-regio s waarin QuaWonen actief is: Oost-Zuid Holland en Groot-Rijnmond. Voor wat betreft de afbakening van de middeninkomensgroep wordt aangesloten bij de definities zoals die worden gebruikt in het advies Open deuren, dichte deuren. Middeninkomensgroepen op de woningmarkt (Raden voor de leefomgeving, 2011). Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het WoON 2009 een steekproefbestand is en de in dit hoofdstuk gepresenteerde bevindingen daarom omgeven zijn door een zekere mate van statistische (on)betrouwbaarheid. Hoe groot deze (on)betrouwbaarheid is, hangt af van de omvang van de steekproef. Voor de COROP-regio Groot-Rijnmond is de steekproef een stuk groter (8.606 huishoudens) dan voor de COROP-regio Oost-Zuid Holland (1.393 huishoudens), en zijn de onderzoeksresultaten dus ook betrouwbaarder. Daarnaast neemt de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten af naarmate de tabellen meer uitsplitsingen bevatten Basiskenmerken van de middeninkomensgroepen De tabellen 2.1 en 2.2 geven inzicht in de basiskenmerken van de middeninkomensgroepen, waarbij onderscheid gemaakt wordt naar Oost-Zuid Holland en Groot-Rijnmond. Op basis van de tabellen 2.1 en 2.2 kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Huishoudens in de middeninkomensgroepen (verzamelinkomens tussen en of tussen en 2 x modaal) zijn gemiddeld genomen iets jonger dan huishoudens die tot de nieuwe doelgroep van de woningcorporaties behoren (verzamelinkomen < ). Zowel in de nieuwe doelgroep voor de woningcorporaties als ook de in lagere middeninkomensgroep (verzamelinkomen tussen en ) komen relatief veel alleenstaanden voor. Er bestaat een vrij sterke relatie tussen inkomen en opleidingsniveau; hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger het inkomen. In Oost-Zuid Holland bestaat de nieuwe doelgroep voor de woningcorporaties uit huishoudens, hetgeen overeenkomt met 31,5% van alle huishoudens in dit gebied. In Groot-Rijnmond bestaat de nieuwe doelgroep voor de woningcorporaties uit huishoudens, hetgeen overeenkomt met 41.1% van alle huishoudens in dit gebied. In Nederland als geheel behoort 39,4% van alle huishoudens tot de nieuwe doelgroep van de woningcorporaties.

7 Tabel 2.1 Kenmerken van de middeninkomensgroepen, Oost-Zuid-Holland (rijpercentages voor het aantal huishoudens, verder kolompercentages) < x modaal > 2x modaal Totaal Aantal huishoudens % 31,5 13,5 23,0 32,1 100,0 Gemiddelde leeftijd hoofd huishouden Leeftijd hoofd huishouden < 34 15,7 30,1 21,3 11,8 17, ,8 16,3 22,5 29,5 20, ,8 29,9 43,7 52,2 38, ,6 23,7 12,5 6,4 22,8 Totaal Samenstelling huishouden Eenpersoonshuishouden 58,7 41,4 20,7 6,5 30,9 Paar 25,0 34,8 34,2 34,3 31,4 Paar met kinderen 6,5 16,4 41,4 55,3 31,5 1-ouder gezin 9,0 6,5 3,0 3,3 5,4 Niet-gezinshuishouden,8,9,7,6,7 Totaal Hoogst voltooide opleiding VMBO 58,3 40,7 28,9 20,8 37,2 Havo/MBO/VWO 28,8 36,4 42,3 35,7 35,1 HBO/universitair 12,9 22,9 28,8 43,4 27,7 Totaal Bron: WoON, 2009

8 Tabel 2.2 Kenmerken van de middeninkomensgroepen, Groot-Rijnmond (rijpercentages voor het aantal huishoudens, verder kolompercentages) < x modaal > 2x modaal Totaal Aantal huishoudens % 41,1 12,6 21,4 24,9 100,0 Gemiddelde leeftijd hoofd huishouden Leeftijd hoofd huishouden < 34 20,2 21,3 19,8 12,5 18, ,2 23,4 23,2 24,9 20, ,6 33,2 43,3 56,4 37, ,1 22,1 13,7 6,1 23,3 Totaal Samenstelling huishouden Eenpersoonshuishouden 58,1 45,0 22,7 5,3 35,7 Paar 19,0 25,9 34,0 35,5 27,2 Paar met kinderen 9,4 18,6 34,8 55,2 27,4 1-ouder gezin 12,2 9,7 7,3 3,0 8,5 Niet-gezinshuishouden 1,3,8 1,2 1,0 1,2 Totaal Hoogst voltooide opleiding VMBO 59,0 43,6 32,5 19,8 41,6 Havo/MBO/VWO 26,8 31,0 38,6 38,1 32,6 HBO/universitair 14,3 25,5 28,9 42,2 25,8 Totaal Bron: WoON, Verdeling middeninkomensgroep over eigendomssectoren en prijsklassen Tabel 2.3 laat zien dat er in Oost-Zuid Holland bijna hurende huishoudens met een middeninkomen zijn (16.923) die niet tot de nieuwe EC-doelgroep behoren (zie de groen gearceerde cellen). Voor de COROP-regio Groot-Rijnmond bedraagt dit aantal Vooral voor deze groep, en voor de starters op de woningmarkt, is de nieuwe regelgeving relevant. Hurende huishoudens met een middeninkomen zullen immers minder eenvoudig toegang krijgen tot een niet-geliberaliseerde sociale huurwoning als ze willen doorverhuizen, terwijl ze de kans lopen op een extra hoge huurverhoging als hun verzamelinkomen boven de ligt.

9 Tabel 2.3 Verdeling van de verschillende inkomensgroepen over de eigendomssectoren, Oost-Zuid Holland, absolute aantallen en rijpercentages Inkomensgroep Huursector Koopsector Totaal < (67,2%) (32,8%) (100%) (43,0%) (57,0%) (100%) x modaal (20,5%) (79,5%) (100%) < 2x modaal (8,1%) (91,9%) (100%) Totaal (34,3%) (65,7%) (100%) Bron: WoON, 2009 Tabel 2.4 Verdeling van de verschillende inkomensgroepen over de eigendomssectoren, Groot-Rijnmond, absolute aantallen en rijpercentages Inkomensgroep Huursector Koopsector Totaal < (82,6%) (17,4%) (100%) (49,3%) (50,7%) (100%) x modaal (37,0%) (63,0%) (100%) < 2x modaal (14,1%) (85,9%) (100%) Totaal (51,5%) (48,5%) (100%) Bron: WoON, 2009 De tabellen 2.5 tot en met 2.8 zoomen verder in op de huishoudens die in een huurwoning wonen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de sociale huursector en de particuliere huursector. De huishoudens die uitgaande van het regeerakkoord te maken kunnen krijgen met een huurverhoging van inflatie + 5% zijn in deze tabellen rood gearceerd: In Oost-Zuid Holland betreft dit huishoudens, oftewel ruim 18% van alle huurders. Van deze huishoudens wonen er (88%) in de sociale huursector en 955 (12%) in de particuliere huursector. In Groot-Rijnmond betreft dit huishoudens, oftewel eveneens ruim 18% van alle huurders. Van deze huishoudens wonen er (86%) in de sociale huursector en (14%) in de particuliere huursector.

10 Tabel 2.5 Verdeling van de inkomensgroepen over de huurprijsklassen, sociale huursector, Oost-Zuid Holland, absolute aantallen en kolompercentages < x modaal > 2x modaal Totaal < kortingsgrens ( 361,66) (29%) 565 (9%) 856 (18%) 329 (12%) (23%) Kortingsgrens -aftoppingsgrens ( 361,66-554,76) Aftoppingsgrens - maximale huur-grens ( 554,76-652,52) Maximale huurgrens ( 652,52-878) (52%) (67%) (57%) (51%) (55%) (15%) 893 (15%) (25%) 698 (25%) (17%) 960 (4%) 518 (9%) 0 (0%) 329 (12%) (4%) > (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) Totaal (100%) Bron: WoON, (100%) (100%) (100%) (100%) Tabel 2.6 Verdeling van de inkomensgroepen over de huurprijsklassen, particuliere huursector, Oost-Zuid Holland, absolute aantallen en kolompercentages < x modaal > 2x modaal Totaal < kortingsgrens ( 361,66) (29%) 97 (9%) (18%) Kortingsgrens -aftoppingsgrens ( 361,66-554,76) 951 (24%) 445 (43%) 258 (21%) 22 (3%) (24%) Aftoppingsgrens - maximale huur-grens ( 554,76-652,52) 743 (19%) 122 (12%) 417 (34%) 258 (30%) (22%) Maximale huurgrens ( 652,52-878) (28%) 379 (36%) 558 (45%) 532 (61%) (36%) > (7%) 61 (1%) Totaal (100%) Bron: WoON, (100%) (100%) 873 (100%) (100%)

11 Tabel 2.7 Verdeling van de inkomensgroepen over de huurprijsklassen, sociale huursector, Groot-Rijnmond, absolute aantallen en kolompercentages < x modaal > 2x modaal Totaal < kortingsgrens ( 361,66) (29%) (24%) (18%) (6%) (25%) Kortingsgrens -aftoppingsgrens ( 361,66-554,76) (55%) (52%) (54%) (50%) (54%) Aftoppingsgrens - maximale huur-grens ( 554,76-652,52) (13%) (20%) (22%) (22%) (16%) Maximale huurgrens ( 652,52-878) (2%) (4%) (6%) (16%) (4%) > (05) 238 (1%) 257 (1%) 786 (5%) (1%) Totaal (100%) Bron: WoON, (100%) (100%) (100%) (100%) Tabel 2.8 Verdeling van de inkomensgroepen over de huurprijsklassen, particuliere huursector, Groot-Rijnmond, absolute aantallen en kolompercentages < x modaal < kortingsgrens ( 361,66) (33%) (17%) (16%) Kortingsgrens-aftoppingsgrens ( 361,66-554,76) (32%) (29%) (34%) Aftoppingsgrens - maximale huur-grens ( 554,76 - (16%) (29%) (16%) 652,52) Maximale huurgrens ( 652,52-878) (14%) (22%) (22%) > (5%) 195 (3%) (13%) Totaal (100%) (100%) (100%) Bron: WoON, 2009 >2x Totaal modaal (30%) (27%) 486 (10%) (30%) 506 (10%) (17%) (30%) (19%) 945 (20%) (8%) (100%) (100%)

12 2.1.3 Woonlasten In deze paragraaf kijken we naar de woonlasten van de huishoudens in de geselecteerde COROPregio s. De tabellen 2.9 en 2.10 geven inzicht in de netto huurquote (netto maandelijkse kale huur als percentage van het maandelijks besteedbare inkomen) en de netto woonquote (netto totale woonuitgaven als percentage van het maandelijks besteedbare inkomen) van de huurders, uitgesplitst naar inkomensgroep en huurprijsklasse. Omdat deze quotes voor sommige cellen betrekking hebben op een zeer beperkt aantal waarnemingen, dienen de gepresenteerde cijfers louter als indicatief beschouwd te worden. De tabellen laat duidelijk zien dat de huur- en woonquotes lager worden naarmate het inkomen hoger wordt. Van grote verschillen tussen Oost-Zuid Holland en Groot-Rijnmond is wat dit betreft geen sprake. Tabel 2.9 Netto huurquote en netto woonquote (%) van huurders, uitgesplitst naar inkomensgroep en huurprijsklasse, Oost-Zuid Holland Huurprijsklasse Inkomensgroep Netto Netto woonquote huurquote < Kortingsgrens ( 361,66) < ,8 36, ,6 21, x modaal 10,1 17,8 > 2x modaal 6,7 12,7 Totaal 18,0 33,1 Kortingsgrens - aftoppingsgrens < ,8 40,1 ( 361,66-554,76) ,0 30, x modaal 14,8 22,5 > 2x modaal 10,8 17,6 Totaal 21,5 34,1 Aftoppingsgrens maximale < ,3 47,5 huurgrens ( 554,76-652,52) ,3 31, x modaal 21,2 29,2 > 2x modaal 14,9 21,5 Totaal 27,2 38,4 Maximale huurgrens 878 < ,3 58,7 ( 652,52-878) ,4 42, x modaal 23,8 31,3 > 2x modaal 10,9 15,3 Totaal 34,8 45,6 > 878 < x modaal - - > 2x modaal 25,2 35,0 Totaal 25,2 35,0 Bron: WoON, 2009

13 Tabel 2.10 Netto huurquote en netto woonquote (%) van huurders, uitgesplitst naar inkomensgroep en huurprijsklasse, Groot-Rijnmond Huurprijsklasse Inkomensgroep Netto Netto woonquote huurquote < Kortingsgrens ( 361,66) < ,0 35, ,6 23, x modaal 10,2 17,6 > 2x modaal 6,6 11,7 Totaal 17,2 31,7 Kortingsgrens - aftoppingsgrens < ,9 40,7 ( 361,66-554,76) ,1 29, x modaal 15,3 23,3 > 2x modaal 10,7 16,6 Totaal 22,8 35,4 Aftoppingsgrens maximale < ,0 48,4 huurgrens ( 554,76-652,52) ,1 34, x modaal 19,1 27,1 > 2x modaal 13,1 18,7 Totaal 27,3 39,5 Maximale huurgrens 878 < ,9 61,6 ( 652,52-878) ,1 41, x modaal 24,4 32,1 > 2x modaal 16,8 22,7 Totaal 33,0 43,7 > 878 < ,0 44, x modaal 40,4 48,7 > 2x modaal 21,2 26,1 Totaal 47,6 53,4 Bron: WoON, 2009

14 3 Telefonisch veldwerk: respons en kenmerken van huishoudens 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de respons van het telefonisch veldwerk en de kenmerken van de ondervraagde huishoudens. 3.2 Respons van het telefonisch veldwerk Na opschoning van het internetbestand en selectie van alleen verhuisgeneigde huishoudens resteerde een bestand van 369 personen. Hieronder wordt beschreven hoe de respons van het telefonisch veldwerk is uitgevallen: 369 potentiële respondenten; 78 niet bereikt, ondanks herhaaldelijk bellen; 291 bereikt; 235 geslaagde enquêtes; 32 personen wilden niet meewerken; 6 personen met onjuist telefoonnummer; 18 personen: anders: hierbij kunnen verschillende redenen een rol spelen. Het responspercentage is 235/291= 81% (uitgaande van de bereikte personen). Op basis van het totale bestand bedraagt het responspercentage 235/369=64% 3.3 Kenmerken van de respondenten Deze paragraaf behandelt de belangrijkste kenmerken van de respondenten. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de huishoudenssamenstelling, de leeftijdsopbouw, het inkomen en de woonduur. Huishoudenssamenstelling Tabel 3.1 geeft inzicht in de huishoudenssamenstelling van de ondervraagde huishoudens. Hierbij worden inwonende kinderen die de vragenlijst hebben beantwoord (7 gevallen) gezien als alleenstaanden (indien ze geen partner hebben: 6 gevallen) of tweepersoonshuishoudens (indien ze een partner hebben: 1 geval). Dit is immers de huishoudenssamenstelling die na de geplande verhuizing van toepassing is. Duidelijk is dat de categorie paar zonder kinderen de meest voorkomende groep is.

15 Tabel 3.1 Huishoudenssamenstelling van de respondenten, absolute aantallen en kolompercentages Type huishouden N % Alleenstaand 44 18,7 Paar zonder kinderen ,9 Paar met kinderen 44 18,7 Eenoudergezin 11 4,7 Totaal ,0 Leeftijd De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 54,6 jaar. De jongste respondent is 20 jaar, de oudste 88. Tabel 3.2 geeft een meer gedetailleerd overzicht van de leeftijdsopbouw. Duidelijk is dat er relatief veel respondenten zijn met een leeftijd tussen de 60 en de 70 jaar. Tabel 3.2 Leeftijd van de respondenten (hoofdbewoner), absolute aantallen en kolompercentages Leeftijdscategorie N % <30 jaar 23 9,8 30 t/m 44 jaar 44 18,7 45 t/m 59 jaar 58 24,7 60 t/m 69 jaar 71 30,2 70 jaar en ouder 39 16,6 Totaal ,0 In tabel 3.3 wordt de leeftijd van de respondenten afgezet tegen de huishoudensamenstelling. Duidelijk is dat de meeste respondenten te vinden zijn in de categorie paar zonder kinderen van 60 tot en met 69 jaar en de categorie paar zonder kinderen van 70 jaar en ouder. Tabel 3.3 Kruistabel van leeftijd en huishoudenstype (absolute aantallen) Leeftijdscategorie Alleenstaand Paar zonder Paar met kinderen Eenoudergezin kinderen <30 jaar t/m 44 jaar t/m 59 jaar t/m 69 jaar jaar en ouder Totaal Inkomen Tabel 3.4 geeft inzicht in de inkomensverdeling van de ondervraagde huishoudenstypen. Hierbij hebben we ons gebaseerd op de belastbare inkomens die de respondenten hebben doorgegeven via de website Duidelijk wordt dat de respondenten relatief evenwichtig verspreid zijn over de verschillende onderscheiden inkomenscategorieën. Wel verschilt de inkomensverdeling per huishoudenstype; alleenstaanden behoren duidelijk vaker tot de laagste van de drie onderscheiden inkomenscategorieën dan de overige huishoudenstypen (zie tabel 3.5).

16 Tabel 3.4 Belastbaar inkomen van de respondenten (huishoudensniveau), absolute aantallen en kolompercentages Inkomen N % tussen en ,6 tussen en ,2 tussen en ,4 Weet niet / wil niet zeggen 2,9 Totaal Tabel 3.5 Kruistabel van inkomen en huishoudenstype (kolompercentages) Inkomen Alleenstaand Paar zonder Paar met kinderen Eenoudergezin kinderen tussen en tussen en tussen en Weet niet / wil niet zeggen Totaal 100 (n=44) 100 (n=136) 100 (n=44) 100 (n=11) Woonduur Tabel 3.6 geeft inzicht in de woonduur van de respondenten, uitgesplitst naar leeftijdscategorie. Deze tabel laat zien dat twee op de drie (66%) respondenten al langer dan tien jaar in hun huidige woning wonen. Ook bestaat er een duidelijk positief verband tussen de leeftijd van de hoofdbewoner en de woonduur. Tabel 3.6 Woonduur van de respondenten, uitgesplitst naar leeftijd (kolompercentages) Woonduur <30 jaar 30 t/m 44 jaar 45 t/m 59 jaar 60 t/m 69 jaar 70 jaar en ouder Korter dan 5 jaar tot 10 jaar Langer dan 10 jaar Totaal 100 (n=23) 100 (n=44) 100 (n=58) 100 (n=71) 100 (n=39)

17 4 Huidige woonsituatie van de huishoudens 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de huidige woonsituatie van de ondervraagde huishoudens. Achtereenvolgens besteden we aandacht aan de eigendomsverhouding, het woningtype en de woonlasten. 4.2 Eigendomsverhouding van de woning Tabel 4.1 geeft inzicht in de eigendomsverhouding van de huidige woning van de respondenten. Duidelijk is dat de meerderheid van de respondenten een sociale huurwoning bewoont. Waarschijnlijk gaat het hier voor een belangrijk deel om huurders van QuaWonen. Tabel 4.1 Eigendomsverhouding (huidige woning)van de respondenten, absolute aantallen en kolompercentages Eigendomsverhouding N % Koopwoning Huurwoning van woningcorporatie ,6 Huurwoning van particuliere verhuurder 20 8,5 Inwonend 2 0,9 Totaal Tabel 4.2 geeft weer hoe de huur-koopverhoudingen liggen onder de verschillende inkomensgroepen, huishoudenstypen en leeftijdscategorieën. Over het algemeen blijken de verschillen tussen de diverse categorieën betrekkelijk beperkt te zijn. Wel valt op dat oudere huishoudens met een middeninkomen vaker in een koopwoning wonen dan jongere huishoudens met een middeninkomen.

18 Tabel 4.2 Huur-koopverhouding, uitgesplitst naar type huishouden, inkomen en leeftijdscategorie (rijpercentages) Koop Huur Totaal Type huishouden Alleenstaand Paar zonder kinderen Paar met kinderen Eenoudergezin Totaal Inkomen tussen en tussen en tussen en Totaal Leeftijdscategorie <30 jaar t/m 44 jaar t/m 59 jaar t/m 69 jaar jaar en ouder Totaal Woningtype Tabel 4.3 geeft inzicht in het woningtype van de huidige woning van de respondenten. Duidelijk wordt dat verreweg de meeste respondenten een eengezinswoning bewonen. Tabel 4.4. geeft inzicht in de relatie tussen woningtype en eigendomsverhouding. De tabel laat zien dat de kleine meergezinswoningen zich relatief vaak in de huursector bevinden, terwijl de grotere eengezinswoningen relatief vaak koopwoningen zijn. Tabel 4.3 Woningtype van de respondenten (huidige woning), absolute aantallen en kolompercentages Woningtype N % Meergezinswoning (flat, appartement, bovenwoning), maximaal ,8 kamers (woon- en slaapkamers) Meergezinswoning (flat, appartement, bovenwoning), 4 of meer 12 5,1 kamers (woon- en slaapkamers) Eengezinswoning, maximaal 4 kamers (woon- en slaapkamers) ,5 Eengezinswoning, 5 of meer kamers (woon- en slaapkamers) 61 26,0 Specifieke ouderenwoning 1 0,4 Inwonend of woningtype niet bekend 3 1,3 Totaal

19 Tabel 4.4 Woningtype van de respondenten, uitgesplitst naar eigendomsverhouding (rijpercentages) Woningtype Koop Huur Totaal Meergezinswoning (flat, appartement, bovenwoning), maximaal kamers (woon- en slaapkamers) Meergezinswoning (flat, appartement, bovenwoning), 4 of meer kamers (woon- en slaapkamers) Eengezinswoning, maximaal 4 kamers (woon- en slaapkamers) Eengezinswoning, 5 of meer kamers (woon- en slaapkamers) Specifieke ouderenwoning Woonlasten Deze paragraaf gaat in op de huidige woonlasten van de respondenten, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen huurders en eigenaar-bewoners. Woonlasten in de huursector Tabel 4.5 geef inzicht in de kale huurprijs (huurprijs zonder servicekosten en zonder kosten voor gas/licht en water) die de hurende respondenten maandelijks betalen. Het merendeel van de genoemde respondenten betaalt een kale huurprijs die ligt tussen de 362 en de 518. In totaal 14% van de hurende huishoudens met een middeninkomen betaalt een kale huurprijs die ligt boven de liberaliseringsgrens van 653. Tabel 4.5 Maandelijkse kale huurprijs van de hurende respondenten, absolute aantallen en kolompercentages Kale huurprijs N % minder dan 362 Euro 6 4% 362 Euro Euro 95 62% 519 Euro Euro 27 18% 654 Euro Euro 9 6% meer dan 750 Euro 12 8% Weet niet / wil niet zeggen/onbekend 4 3% Totaal % In tabel 4.6 wordt de maandelijkse kale huurprijs die hurende respondenten betalen uitgesplitst naar inkomenscategorie. De tabel laat zien dat er geen duidelijke relatie bestaat tussen de kale huurprijs enerzijds, en het inkomen van het huishouden anderzijds.

20 Tabel 4.6 Maandelijkse kale huurprijs van de hurende respondenten, uitgesplitst naar inkomenscategorie, absolute aantallen en kolompercentages Kale huurprijs minder dan 362 Euro 3 (5%) 1 (2%) 2 (5%) 362 Euro Euro 44 (70%) 28 (60%) 23 (59%) 519 Euro Euro 8 (13%) 10 (21%) 9 (23%) 654 Euro Euro 3 (5%) 3 (6%) 3 (8%) meer dan 750 Euro 5 (8%) 5 (11%) 2 (5%) Totaal 63 (100%) 47 (100%) 39 (100%) Tabel 4.7 geeft aan hoeveel de hurende respondenten maandelijks kwijt zijn aan gas, water en licht. De grootste groep hurende respondenten (44%) spendeert hier per maand minder dan 150 Euro aan. Een kwart van de hurende respondenten is maandelijks tussen de 150 en de 184 Euro aan gas, water en licht kwijt. Tabel 4.7 Maandelijkse uitgaven aan gas, water en licht van de hurende respondenten Maandelijkse uitgaven aan GWL N % minder dan 150 Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro of meer 3 2 Weet niet / wil niet zeggen/onbekend Totaal In tabel 4.8 worden de resultaten van tabel 4.7 uitgesplitst naar woningtype. Om voldoende celvulling te krijgen, wordt er hierbij alleen onderscheid gemaakt naar eengezinswoningen en meergezinswoningen. De tabel laat zien dat de uitgaven aan gas, water en licht gemiddeld genomen wat hoger liggen in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen. Dit is overigens niet verwonderlijk omdat eengezinswoningen over het algemeen ook groter zijn. Tabel 4.8 Maandelijkse uitgaven aan gas, water en licht van de hurende respondenten, uitgesplitst naar woningtype, absolute aantallen en kolompercentages Maandelijkse uitgaven aan GWL Meergezinswoningen Eengezinswoningen minder dan 150 Euro 18 (67%) 49 (45%) 150 Euro Euro 7 (26%) 32 (29%) 185 Euro Euro 1 (4%) 12 (11%) 220 Euro Euro 1 (4%) 13 (12%) 265 Euro of meer 0 (0%) 3 (3%) Totaal 27 (100%) 109 (100%)

21 Woonlasten in de koopsector De woonlasten voor de koopsector bestaan uit de hypotheekrentekosten en de eventuele aflossingsen premiekosten van de hypotheek, verminderd met de hypotheekrenteaftrek. Tabel 4.9 geeft inzicht in deze kosten. In totaal 55% van de huishoudens in een koopwoning blijkt maandelijkse netto hypotheeklasten van minder dan 400 Euro te hebben. Maandelijkse netto hypotheeklasten van meer dan 800 Euro komen voor bij 10% van de huishoudens in een koopwoning. In tabel 4.10 wordt voor elk van de categorieën uit tabel 4.9 de gemiddelde leeftijd van het hoofd van het huishouden weergegeven. Er blijkt een duidelijke relatie bestaan tussen de leeftijd van het hoofd van het huishouden enerzijds, en de maandelijkse netto hypotheeklast anderzijds. Huishoudens met geen hypotheeklasten (hetgeen waarschijnlijk betekent dat de hypotheek al is afgelost) of lage hypotheeklasten, zijn gemiddeld genomen duidelijk ouder dan huishoudens met hogere hypotheeklasten. Tabel 4.9 Maandelijkse netto hypotheeklasten van respondenten met een koopwoning, absolute aantallen en kolompercentages Netto hypotheeklasten N % Geen hypotheeklasten Tussen 1 en 400 Euro Euro 10 12, Euro 10 12,5 Meer dan 800 Euro 8 10 Weet niet 8 10 Totaal Tabel 4.10 Maandelijkse netto hypotheeklasten van respondenten met een koopwoning: gemiddelde leeftijd van het hoofd van het huishouden per categorie Netto hypotheeklasten Gemiddelde leeftijd hoofd huishouden Geen hypotheeklasten 68 Tussen 1 en 400 Euro Euro Euro 49 Meer dan 800 Euro. 48 Weet niet 54 Waarde van koopwoningen De woonlasten van respondenten die in een koopwoning wonen zijn niet alleen afhankelijk van de hypotheeklasten maar ook van de waarde van de woning (via het eigenwoningforfait en de lokale belastingen). Tabel 4.11 geeft inzicht in deze woningwaarde. Bij het leeuwendeel van de respondenten met een koopwoning blijkt de WOZ-waarde tussen de Euro en de Euro te liggen. In tabel 4.12 wordt weergegeven in welke mate de gemiddelde WOZ-waarde differentieert naar leeftijd, inkomen en woningtype. Deze tabel laat zien dat met name eigenaar-bewoners met een leeftijd boven de 70 jaar relatief dure woningen bezitten.

22 Tabel 4.11 WOZ-waarde woning respondenten met een koopwoning, absolute aantallen en kolompercentages WOZ-waarde N % < , , ,3 Meer dan ,0 Weet niet 5 6,3 Totaal Tabel 4.12 Gemiddelde WOZ-waarde van de woning van respondenten met een koopwoning, uitgesplitst naar leeftijd, inkomen en woningtype Leeftijd Gemiddelde WOZ-waarde <30 jaar (n=4) 30 t/m 44 jaar (n=8) 45 t/m 59 jaar (n=15) 60 t/m 69 jaar (n=27) 70 jaar en ouder (n=21) Inkomen Tussen en Tussen en Tussen en Woningtype Meergezinswoning, maximaal 3 kamers Meergezinswoning, 4 of meer kamers (woonen slaapkamers) Eengezinswoning, maximaal 4 kamers Eengezinswoning, 5 of meer kamers (n=25) (n=28) (n=21) (n=5) (n=5) (n=39) (n=26) Tabel 4.13 Maandelijkse uitgaven aan gas, water en licht van de respondenten met een koopwoning, absolute aantallen en kolompercentages Maandelijkse uitgaven aan GWL N % minder dan 150 Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro of meer 5 6 Weet niet / wil niet zeggen/onbekend Totaal

23 Tabel 4.14 Maandelijkse uitgaven aan gas, water en licht van de respondenten met een koopwoning uitgesplitst naar woningtype, absolute aantallen en kolompercentages Maandelijkse uitgaven aan GWL Meergezinswoningen Eengezinswoningen Minder dan 150 Euro 9 (82%) 13 (22%) 150 Euro Euro 0 (0%) 19 (32%) 185 Euro Euro 2 (18%) 15 (25%) 220 Euro Euro 0 (0%) 7 (12%) 265 Euro of meer 0 (0%) 5 (9%) Totaal 11 (100%) 59 (100%) Tenslotte is ook voor de respondenten met een koopwoning gekeken naar de kosten van gas, water en licht (tabellen 4.13 en 4.14). Wanneer we de resultaten van de tabellen 4.7 en 4.13 met elkaar vergelijken, dan wordt duidelijk dat respondenten met een koopwoning door de bank genomen iets meer uitgeven aan gas, water en licht dan respondenten met een huurwoning. Ook in de koopsector liggen de uitgaven aan gas, water en licht hoger bij bewoners van een eengezinswoning dan bij bewoners van een meergezinswoning (tabel 4.14).

24 5 Verhuisredenen 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt nagegaan of, en zo ja op welke termijn, de ondervraagde huishoudens met een middeninkomen willen verhuizen, waarom ze willen verhuizen en hoe snel ze denken een passende woning te kunnen vinden. 5.2 Verhuisgeneigdheid Bij het telefonische veldwerk zijn alleen huishoudens benaderd die op de website hebben aangegeven zeker of misschien binnen een termijn van drie jaar te willen verhuizen. Met behulp van de telefonische vragenlijst is vervolgens nagegaan welk deel van deze huishoudens binnen 1 jaar wenst te verhuizen (zie tabel 5.1). Tabel 5.1 laat zien dat meer dan de helft van de respondenten (52%) simpelweg niet weet of ze al dan niet binnen één jaar zullen verhuizen. Waarschijnlijk speelt onzekerheid over de woningmarktpositie hierbij een rol; men wil wel verhuizen maar weet niet of het ook zal lukken om binnen het jaar een geschikte woning te vinden. Tabel 5.1 Van plan om binnen één jaar te verhuizen, absolute aantallen en kolompercentages? Verhuizen binnen 1 jaar? N % Ja Nee Misschien Totaal Aan de huishoudens die niet of misschien van plan zijn om binnen één jaar te verhuizen is vervolgens gevraagd of ze van plan zijn om binnen drie jaar te verhuizen (tabel 5.2). In totaal 48% van de respondenten is er behoorlijk zeker van binnen drie jaar te verhuizen. Nog eens 34% geeft aan misschien in de komende drie jaar te willen verhuizen. Tot slot blijkt 18% van de respondenten niet verhuisgeneigd te zijn (het gaat hier om 42 huishoudens: 28 huurders en 14 eigenaar-bewoners). Dit is opvallend omdat er voor het telefonisch veldwerk in principe alleen huishoudens zijn geselecteerd die zeker of misschien willen verhuizen. Er zijn twee verklaringen voor dit fenomeen: 1. Een deel van de huishoudens is verhuisd tussen het moment dat ze de website hebben ingevuld, en het moment dat het telefonisch veldwerk is afgenomen. Omdat ze net in een nieuwe woning wonen, zullen deze huishoudens in de regel niet meer verhuisgeneigd zijn. 2. Een deel van de huishoudens is van gedachte veranderd met betrekking tot de voorgenomen verhuizing. Uiteindelijk resteren er 192 huishoudens die (misschien) van plan zijn om binnen drie jaar te verhuizen. In de rest van dit rapport wordt steeds gewerkt met dit aantal van 192 verhuisgeneigde huishoudens. Tabel 5.3 geeft weer hoe verhuisgeneigdheid verdeeld is naar huishoudenstype, inkomen en leeftijdscategorie. Uit de tabel blijkt dat er geen al te grote verschillen tussen de verschillende categorieën be-

25 staan. Dit betekent dat de gegevens zoals die gepresenteerd zijn in de hoofdstukken 3 en 4 ook representatief zijn voor de verhuisgeneigde huishoudens. Tabel 5.2 Van plan om binnen drie jaar te verhuizen, absolute aantallen en kolompercentages? Verhuizen binnen 3 jaar? N % Ja, wil binnen 1 jaar verhuizen Ja, wil binnen 1 tot 3 jaar verhuizen Misschien Nee Totaal Tabel 5.3 Verhuisgeneigdheid, uitgesplitst naar type huishouden, inkomen en leeftijdscategorie (rijpercentages) Verhuisgeneigd Niet verhuisgeneigd Totaal Type huishouden Alleenstaand Paar zonder kinderen Paar met kinderen Eenoudergezin Totaal Inkomen tussen en tussen en tussen en Totaal Leeftijdscategorie <30 jaar t/m 44 jaar t/m 59 jaar t/m 69 jaar jaar en ouder Totaal Verhuisredenen Tabel 5.4 geeft inzicht in de redenen die de 192 verhuisgeneigde huishoudens hebben om te willen verhuizen. De redenen gezondheid of hogere leeftijd en de wens voor een kleinere woning blijken de belangrijkste verhuismotieven te zijn. Dit hangt uiteraard samen met de gemiddeld hoge leeftijd van de respondenten. Daarnaast zijn er ook opvallend veel respondenten die aangeven te willen huren i.p.v. te kopen.

26 Tabel 5.4 Verhuisredenen van verhuisgeneigde respondenten (rijpercentages) Verhuismotief Wel een reden Geen reden Totaal Verandering in werk of studie 15,6 84,4 100 Zelfstandig gaan wonen 7,3 92,3 100 Veranderingen in de huishoudenssamenstelling (samenwonen, 23,4 76,6 100 kindje op komst) Gezondheid of hogere leeftijd 47,9 42,1 100 De wens om te willen kopen i.p.v. huren 15,6 1 84,4 100 De wens om te willen huren i.p.v. kopen 29,7 2 70,3 100 Goedkoper willen wonen 21,9 82,1 100 Te verwachten extra sterke jaarlijkse huurverhoging 11,0 89,0 100 voor huishoudens in sociale huurwoning met een hoger inkomen De wens voor betere woning 30,2 69,8 100 De wens voor een grotere woning 20,3 79,7 100 De wens voor een kleinere woning ,9 100 De wens voor een woning met (meer) tuin of balkon 18,8 81,8 100 Ontevredenheid met de huidige buurt 14,1 85,9 100 Andere verhuisredenen Van de 192 verhuisgeneigde respondenten gaven er 91 aan nog een reden te hebben om te verhuizen die niet in tabel 5.4 wordt genoemd. Hierbij werd een groot aantal verschillende redenen genoemd, veelal in de persoonlijke sfeer. Snel een andere woning gevonden? Tabel 5.5 geeft inzicht in de mate waarin de verhuisgeneigde respondenten snel een andere, passende woning denken te vinden. De tabel laat duidelijk zien dat de meeste respondenten wat dit betreft niet erg optimistisch zijn. Tabel 5.5 Denkt snel een andere, passende woning te vinden, absolute aantallen en kolompercentages Denkt snel een passende woning te vinden? N % Ja Misschien Nee Weet niet 4 2 Totaal Aan de 118 verhuisgeneigde respondenten die verwachten problemen te ondervinden bij het vinden van het passende woning, is gevraagd naar de achtergrond van deze problemen (tabel 5.6). Er zijn twee redenen die door een grote meerderheid van de respondenten worden genoemd: het gebrek aan passend woningaanbod en de nieuwe regels die de toegankelijkheid van de sociale huursector beperken. Redenen die betrekking hebben op de koopsector worden relatief weinig door de respondenten genoemd. 1 Dit percentage heeft betrekking op 26 huurders en 3 eigenaar-bewoners. 2 Dit percentage heeft betrekking op 47 eigenaar-bewoners en 9 huurders. 2 Dit percentage heeft betrekking op 47 eigenaar-bewoners en 9 huurders.

27 Tabel 5.6 Redenen waarom men verwacht niet snel een passende woning te kunnen vinden (rijpercentages) Reden Wel een reden Geen reden Totaal Er is te weinig passend woningaanbod De verwachting de huidige woning niet snel verkocht te krijgen De aanwezigheid van lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen Te hoge huurprijzen van particuliere huurwoningen De hoge prijzen van voor mij geschikte koopwoningen Mogelijke terughoudendheid van banken bij hypotheekverstrekking Nieuwe regels die de toegankelijkheid van de sociale huursector beperken

28 6 Woonwensen 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de woonwensen van de verhuisgeneigde huishoudens met een middeninkomen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de gewenste eigendomsverhouding, de gewenste woning en de gewenste kenmerken van de buurt. 6.2 Gewenste eigendomsverhouding Aan de 192 verhuisgeneigde respondenten is gevraagd wat de gewenste eigendomsverhouding is van de woning waarnaar ze op zoek zijn. Tabel 6.1 geeft de resultaten. Uit de tabel komt een overweldigende voorkeur voor het huren van een woning naar voren. Omdat er zo weinig respondenten kiezen voor een koopwoning of een KoopGarantwoning (waarbij het opvallend is dat de laatstgenoemde eigendomsvorm nog populairder is dan de eerste), zullen deze beide categorieën in het vervolg van de analyse bij elkaar worden gevoegd. Tabel 6.1 Gewenste eigendomsverhouding van de verhuisgeneigde respondenten, absolute aantallen en kolompercentages Gewenste eigendomsverhouding N % Huur Koop 13 7 KoopGarant 15 8 Weet niet / geen voorkeur Totaal Tabel 6.2 laat zien hoe de gewenste eigendomsverhouding verschilt naar huishoudenstype, inkomen, leeftijd en huidige eigendomsverhouding. Wat betreft huishoudenstype en inkomen zijn er geen spectaculaire verschillen tussen de diverse categorieën. Voor wat betreft leeftijd kan worden geconstateerd dat huishoudens onder de 45 jaar beduidend vaker willen kopen dan oudere huishoudens. Tot slot is het opvallend dat ook verhuisgeneigde huishoudens die nu nog in een koopwoning wonen in grote meerderheid een voorkeur hebben voor de huursector.

29 Tabel 6.2 Gewenste eigendomsverhouding, uitgesplitst naar type huishouden, inkomen, leeftijdscategorie en huidige eigendomsverhouding (rijpercentages) Huren Kopen/KoopGarant Totaal Type huishouden Alleenstaand Paar zonder kinderen Paar met kinderen Eenoudergezin Totaal Inkomen Tussen en Tussen en Tussen en Weet niet / wil niet zeggen Totaal Leeftijdscategorie <30 jaar t/m 44 jaar t/m 59 jaar t/m 69 jaar jaar en ouder Totaal Huidige eigendomsverhouding Huurwoning Koopwoning Totaal Gewenste woning In deze paragraaf gaan we in op de kenmerken van de gewenste woning, waarbij steeds een onderscheid wordt gemaakt tussen huishoudens die willen kopen en huishoudens die willen huren. Daarnaast wordt ook een onderscheid gemaakt naar leeftijd. Dit omdat verwacht kan worden dat er een sterke samenhang bestaat tussen leeftijd en woonvoorkeuren. Gewenst woningtype Tabel 6.3 geeft inzicht in het woningtype dat de verhuisgeneigde respondenten wensen. De tabel laat zien dat er een grote voorkeur bestaat voor het woningtype flat/appartement. Tabel 6.4 laat zien in hoeverre deze voorkeur verschilt naar gewenste eigendomsverhouding. Opvallend in deze tabel is dat de belangstellenden voor een eengezinswoning relatief vaak willen kopen, terwijl de belangstellenden voor een meergezinswoning in grote meerderheid kiezen voor een huurwoning. In tabel 6.5 wordt de informatie uit tabel 6.3 uitgesplitst naar leeftijd. In deze tabel valt op dat de eengezinswoningen eigenlijk alleen maar worden gevraagd door huishoudens onder de 60 jaar, terwijl de 60-plussers een overweldigende voorkeur hebben voor het woningtype flat/appartement. Tot slot geeft tabel 6.6 weer hoe het gewenste woningtype verschilt naar huishoudenstype. Deze tabel maakt duidelijk dat met name alleenstaanden en paren zonder kinderen een sterke voorkeur voor een flat/appartement hebben. Paren met kinderen en eenoudergezinnen kiezen daarentegen relatief vaak voor een rijtjeswoning.

30 Tabel 6.3 Gewenst woningtype van de verhuisgeneigde respondenten, absolute aantallen en kolompercentages Gewenste woningtype N % Woning in rijtje Hoekwoning onder-1 kap 2 1 Vrijstaande woning 1 1 Flat, appartement Benedenwoning 5 3 Iets anders 5 3 Weet niet 9 5 Totaal Tabel 6.4 Gewenst woningtype van de verhuisgeneigde respondenten, uitgesplitst naar gewenste eigendomsverhouding, absolute aantallen en kolompercentages Gewenst woningtype Wil huren Wil kopen / KoopGarant Woning in rijtje Hoekwoning onder-1 kap Vrijstaande woning - - Flat, appartement 93 7 Benedenwoning Iets anders Totaal Tabel 6.5 Gewenst woningtype van de verhuisgeneigde respondenten, uitgesplitst naar leeftijdscategorie, absolute aantallen en kolompercentages Gewenst woningtype < 30 jaar >69 jaar jaar jaar jaar Woning in rijtje 12 (60%) 15 (47%) 12 (27%) 3 (6%) 0 (0%) Hoekwoning 3 (15%) 8 (25%) 1 (2%) 0 (0%) 0 (0%) 2-onder-1 kap 0 (0%) 0 (0%) 2 (5%) 0 (0%) 0 (0%) Vrijstaande woning 0 (0%) 0 (0%) 1 (2%) 0 (0%) 0 (0%) Flat, appartement 4 (20%) 7 (22%) 27 (61%) 47 (96%) 31 (97%) Benedenwoning 1 (5%) 0 (0%) 1 (2%) 2 (4%) 1 (3%) Iets anders 0 (0%) 2 (6%) 0 (0%) 3 (6%) 0 (0%) Totaal 20 (100%) 32 (100%) 44 (100%) 55 (100%) 32 (100%)

31 Tabel 6.6 Gewenst woningtype van de verhuisgeneigde respondenten, uitgesplitst naar huishoudenstype, absolute aantallen en kolompercentages Gewenst woningtype Alleenstaand Paar zonder Paar met kinderen Eenoudergezin kinderen Woning in rijtje 8 (22%) 14 (13%) 15 (47%) 5 (50%) Hoekwoning 4 (11%) 3 (3%) 5 (16%) 0 (0%) 2-onder-1 kap 0 (0%) 1 (1%) 1 (3%) 0 (0%) Vrijstaande woning 0 (0%) 1 (1%) 0 (0%) 0 (0%) Flat, appartement 23 (64%) 80 (76%) 9 (28%) 4 (40%) Benedenwoning 1 (3%) 3 (3%) 0 (0%) 1 (10%) Iets anders 0 (0%) 3 (3%) 2 (6%) 0 (0%) Totaal 36 (100%) 105 (100%) 32 (100%) 10 (100%) Tuin of balkon? Tabel 6.7 laat zien in hoeverre de verhuisgeneigde respondenten een tuin of balkon wensen. In totaal 85% van de verhuisgeneigde respondenten kiest voor een dergelijke voorziening. Uiteraard zullen belangstellenden voor een eengezinswoning hierbij opteren voor een tuin, terwijl belangstellenden voor een appartement een balkon zullen wensen. Tabel 6.7 Mate waarin de verhuisgeneigde respondenten een tuin of balkon wensen, absolute aantallen en kolompercentages Tuin of balkon? N % Met tuin of balkon Zonder tuin of balkon 15 8 Maakt me niks uit 13 7 Totaal Aantal kamers De gewenste woning van de verhuisgeneigde respondenten moet gemiddeld 3,46 kamers bevatten. Tabel 6.8 geeft aan hoe het gemiddelde gewenste kamertal verschilt per woningtype. Duidelijk wordt dat de eengezinswoningen gemiddeld over ongeveer vier kamers moeten beschikken, terwijl voor de meergezinswoningen een gemiddeld kamertal van ruim drie volstaat. Tabel 6.8 Gemiddeld gewenst aantal kamers, uitgesplitst naar woningtype Gewenst woningtype Gemiddeld gewenst aantal kamers Woning in rijtje 3,9 Hoekwoning 4,1 2-onder-1 kap 4,5 Vrijstaande woning 4,0 Flat, appartement 3,2 Benedenwoning 3,2 Iets anders 3,8 Totaal 3,46

32 Oppervlakte woonkamer Tabel 6.9 geeft aan welke oppervlakte de woonkamer van de gewenste woning bij voorkeur moet hebben. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen eengezinswoningen (rijtjeswoning, twee-ondereen kapwoning of vrijstaande woning) en meergezinswoningen (flat, appartement, benedenwoning, bovenwoning/maisonette). De tabel laat zien dat de meeste verhuisgeneigden een behoorlijk grote woonkamer wensen; van de belangstellenden voor een meergezinswoning wil 44% een woonkamer met een oppervlakte van tenminste 35 vierkante meter. In tabel 6.10 wordt de informatie uit tabel 6.9 uitgesplitst naar huishoudenstype. Uit de tabel blijkt dat de verschillen tussen de diverse typen huishoudens relatief beperkt zijn. Tabel 6.9 Gewenste oppervlakte woonkamer, uitgesplitst naar gewenst woningtype, absolute aantallen en kolompercentages Gewenste oppervlakte Eengezinswoning Meergezinswoning Totaal Minder dan 20 vierkante meter 0 (0%) 1 (1%) 1 (1%) Tussen de 20 en 25 vierkante meter 9 (18%) 14 (14%) 23 (15%) Tussen de 25 en 35 vierkante meter 31 (63%) 43 (42%) 74 (49%) Meer dan 35 vierkante meter 9 (18%) 45 (44%) 54 (35%) Totaal 49 (100%) 103 (100%) (100%) Tabel 6.10 Gewenste oppervlakte woonkamer, uitgesplitst naar huishoudenstype, absolute aantallen en kolompercentages Gewenste oppervlakte Alleenstaand Paar zonder Paar met kinderen Eenoudergezin kinderen Minder dan 20 vierkante meter 0 (0%) 1 (1%) 0 (0%) 0 (0%) Tussen de 20 en 25 vierkante meter 5 (17%) 14 (14%) 4 (14%) 2 (33%) Tussen de 25 en 35 vierkante meter 18 (60%) 46 (46%) 17 (59%) 2 (33%) Meer dan 35 vierkante meter 7 (23%) 39 (39%) 8 (28%) 2 (33%) Totaal 30 (100%) 100 (100%) 29 (100%) 6 (100%) Oppervlakte woning Tabel 6.11 geeft inzicht in de totale woonoppervlakte die de gewenste woning bij voorkeur moet hebben. Wederom wordt er hierbij onderscheid gemaakt naar eengezinswoningen en meergezinswoningen. Duidelijk wordt dat meer dan de helft van de verhuisgeneigde respondenten (56%) opteert voor een woonoppervlak tussen de 80 en de 110 vierkante meter. In tabel 6.12 wordt de informatie uit tabel 6.11 uitgesplitst naar huishoudenstype. Deze tabel maakt duidelijk dat gezinnen met kinderen door de bank genomen meer woonoppervlak wensen dan de overige huishoudenstypen. 3 Dit totaal betreft slechts 152 waarnemingen omdat veel verhuisgeneigde respondenten de vraag naar de gewenste oppervlakte van de woonkamer hebben beantwoord met weet niet.

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam enquête wordt ingevuld door de hoofdbewoner of de partner van de hoofdbewoner. Algemeen 1. Woont u in een huur- of een koopwoning? huur, corporatie/woningstichting...

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 4. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA (6) en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017 Fact sheet Wonen in Gooise Meren 0 Gooise Meren in het kort In Gooise Meren wonen 6.000 huishoudens. De meeste () zijn alleenwonend, in Gooi en Vechtstreek is dat, in de is dat. De grootste groep is tussen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beemster 2017

Fact sheet Wonen in Beemster 2017 Fact sheet Wonen in Beemster 07 Beemster in het kort Er wonen.800 huishoudens in Beemster. In Beemster wonen iets meer gezinnen met kinderen dan gemiddeld, namelijk van de huishoudens is een stel met kinderen.

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid

Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid RAPPORT 03-06-2014 RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Laren 2017

Fact sheet Wonen in Laren 2017 Fact sheet Wonen in Laren 207 Laren in het kort Er wonen bijna 000 huishoudens in Laren. Ongeveer een derde (33) van de huishoudens is een stel zonder kinderen, in de metropoolregio Amsterdam (MRA) bedraagt

Nadere informatie

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 RAPPORTAGE WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008 2009 Uitgevoerd in opdracht van Parkstad Limburg Door: Datum: Ikwileenanderewoning.nl, 13 09 2009 Woonplein

Nadere informatie

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 Kaartje concentraties 75+ 1 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inleiding Op 23 maart 2015 startte het Woondebat met een open bijeenkomst. Doel

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Amstelveen Kerncijfers Amstelveen SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* totaal huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 42.33 43.2 4. 3.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 42.73 42.3 4.347 4. Aantal

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Fact sheet Wonen in Weesp 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen ruim 8.00 huishoudens in. De huishoudenssamenstelling wijkt nauwelijks af van die van Gooi en Vechtstreek. In is het aandeel alleenwonenden net wat hoger dan

Nadere informatie

Presentatie. Peter Boelhouwer (voorzitter werkgroep)

Presentatie. Peter Boelhouwer (voorzitter werkgroep) voorblad 1 Presentatie Peter Boelhouwer (voorzitter werkgroep) Open deuren, dichte deuren Woningmarkt zit vast Regelgeving Groepen op de markt Conclusie analyse Naar oplossingen 3 Markt zit vast gat tussen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gemeente Steenbergen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Noord-Veluwe, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Huizen 2017

Fact sheet Wonen in Huizen 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 8. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA () en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( ) Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Rivierenland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017 Fact sheet Wonen in Purmerend 0 Purmerend in het kort Purmerend telt.000 huishoudens in 0. Er wonen veel gezinnen ( stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. Ook

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt bijna 7000 huishoudens in 07. Er wonen veel stellen zonder kinderen (33 versus gemiddeld in de ) en stellen met kinderen ( versus gemiddeld). Huishoudens in zijn

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Stadsregio Arnhem/Nijmegen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens

Nadere informatie

Omnibusenquête Deelrapport wonen

Omnibusenquête Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 deelrapport wonen Zoetermeer, 17 mei 2017 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische Aangelegenheden & Bestuursondersteuning

Nadere informatie

Digitaal Panel Energiebesparing en betaalbaarheid

Digitaal Panel Energiebesparing en betaalbaarheid Digitaal Panel Energiebesparing en betaalbaarheid Huurdersplatform Palladion Gerard Jager Jurriën Schuurman Oktober 2014 1 Inhoudsopgave Achtergrond en doel onderzoek (3) Conclusies en aanbevelingen (4)

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Heemskerk in het kort Er wonen 17.300 huishoudens in Heemskerk. Heemskerk telt relatief veel stellen zonder kinderen, 31% van de huishoudens is een stel zonder kinderen.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Landsmeer 0 Landsmeer in het kort Er wonen.00 huishoudens in Landsmeer. Hier wonen iets meer gezinnen met kinderen (33) dan gemiddeld ( regio en 6 MRA) en ook meer stellen zonder kinderen

Nadere informatie

Factsheet wonen Harderwijk

Factsheet wonen Harderwijk Factsheet wonen Harderwijk Mei 2015 Domein Ruimte INHOUDSOPGAVE 1. Woningbehoefte 2 2. Woningvoorraad 4 3. Aandachtsgroepen 5 4. Woonlasten 7 5. Wonen en zorg 9 6. Leefbaarheid 11 7. Gerealiseerde verhuizingen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel Kerncijfers Ouder- Amstel SRA-Zuid SRA- Noord Amsterdam* totaal huishoudens (abs. bron: CBS/OIS).87 16.19 1.6 9.1 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS).781 16.7 1.9 17.9

Nadere informatie

2013D20434 LIJST VAN VRAGEN

2013D20434 LIJST VAN VRAGEN 2013D20434 LIJST VAN VRAGEN Nr. Vraag 1 In hoeverre komt het percentage van het aandeel sociale huurvoorraad met een huur tussen aftoppingsgrens en liberalisatiegrens overeen met het percentage van de

Nadere informatie

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst 27926 Huurbeleid Nr. 216 Herdruk 1 Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 maart 2014 Hierbij doe ik u het volgende toekomen:

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Beverwijk in het kort Er wonen 18.800 huishoudens in Beverwijk. Beverwijk telt vergeleken met de Metropoolregio Amsterdam (MRA) iets meer gezinnen met kinderen. Het aandeel

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad (2015) Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Zaanstad (2015) Kerncijfers Fact sheet Wonen in (5) Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS)) 67.56.62 6.59 9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 66.59 2.9 6.7 7.9 Aantal respondenten enquête.58

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Velsen in het kort Er wonen 30.400 huishoudens in Velsen. Velsen telt relatief weinig alleenwonenden, 31% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit op 33% in IJmond,

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere 2017

Fact sheet Wonen in Almere 2017 Fact sheet Wonen in Almere 2017 Almere in het kort Er wonen 84.000 huishoudens in Almere. Almere telt relatief veel gezinnen met kinderen, 33% van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf Onderzoek woningbehoefte Waarland 2015 25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf 1 Inleiding 1.1 Inleiding De gemeente Schagen wil haar toekomstig woningbouwprogramma inrichten

Nadere informatie

Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003

Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties 2 Inhoud Inleiding 5 Aanleiding 5 5 Leeswijzer 7 Deel 1 9 1. De vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt 9 1.1. Omvang van groep verhuisgeneigde huishoudens 9

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2013 Stadsdeelprofielen

Wonen in Amsterdam 2013 Stadsdeelprofielen Stadsdeelprofielen Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Colofon Uitgave Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Amsterdam Datum Juni 2014 Auteurs Kees Dignum en Hester Booi Grafische

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort In wonen.000 huishoudens. De meesten (7) zijn alleenwonend. Gemiddeld is het aandeel alleenwonenden in Gooi en Vechtstreek en 9 in de Metropoolregio Amsterdam (). De

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens (0)is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Bijna de helft van de huishoudens in is tussen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 07 Haarlemmerliede en Spaarnwoude in het kort Er wonen 00 huishoudens in Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Haarlemmerliede en Spaarnwoude telt relatief

Nadere informatie

Woonwensen 2011 Gemeente s-hertogenbosch

Woonwensen 2011 Gemeente s-hertogenbosch Woonwensen 2011 Gemeente s-hertogenbosch O&S december 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1. Doelgroep van beleid 7 2.2. Betaalbaarheid en scheefheid 9 2.3. Bouwwijze en

Nadere informatie

Samenvatting Marktconforme huren en woonuitgaven

Samenvatting Marktconforme huren en woonuitgaven Samenvatting Marktconforme huren en woonuitgaven De effecten van het huurbeleid uit het voorjaarsakkoord wonen en het regeerakkoord Rutte II op de ontwikkeling van de woonuitgaven P.J. Boelhouwer en C.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Lelystad in het kort Er wonen 33.400 huishoudens in Lelystad. Lelystad telt relatief veel stellen zonder kinderen (29%). Gemiddeld ligt dit op 26% in zowel Almere/Lelystad

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 926 Huurbeleid Nr. 216 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Woonwensen 2011 Gemeente Oss

Woonwensen 2011 Gemeente Oss Woonwensen 2011 Gemeente Oss O&S november 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1. Doelgroep van beleid 7 2.2. Betaalbaarheid en scheefheid 9 2.3. Bouwwijze en aantal kamers

Nadere informatie

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum De enquête geeft een goed beeld van de woonwensen van de bevolking, vanwege de grote respons en de goede verdeling over de verschillende leeftijden en type bewoners.

Nadere informatie

Woonwensen 2015 Gemeente s-hertogenbosch

Woonwensen 2015 Gemeente s-hertogenbosch Woonwensen 2015 Gemeente s-hertogenbosch Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek juni 2016 2 Inhoud 0. Samenvatting 5 0.1 Woonwensen van starters en doorstromers samengevat 7 1. Inleiding

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Aalsmeer 0 Aalsmeer in het kort Er wonen 3.000 huishoudens in Aalsmeer. Aalsmeer telt relatief veel gezinnen met kinderen, 3 van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

Cijfers over Wonen en Bouwen 2019

Cijfers over Wonen en Bouwen 2019 Cijfers over Wonen en Bouwen 2019 Cijfers over Wonen en Bouwen 2019 Inleiding De publicatie Cijfers over Wonen en Bouwen is een naslagwerk dat de meest recente gegevens over het brede domein van wonen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. telt zowel relatief veel stellen met kinderen (0) en stellen zonder kinderen (0). In Zuid-Kennemerland ligt dit op 8 voor beide gevallen en

Nadere informatie

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Onderzoek wonen: Best. Rapport Onderzoek wonen: Best 2015 Rapport Colofon Dit onderzoek naar verhuiswensen van 60 tot en met 75-jarigen in Best is uitgevoerd in november/december 2015 in opdracht van de gemeente Best door de GGD Brabant-Zuidoost.

Nadere informatie

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER 2015 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Cijferopbrengst woondebat 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2 2. Inleiding 5 3. Ontwikkeling bevolking en woningvoorraad

Nadere informatie

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

JONGERENPEILING WONEN IN EDE JONGERENPEILING WONEN IN EDE ACHTERGROND EN OPZET Eind 2015 is de Woonvisie Ede 2030 vastgesteld. Sindsdien heeft de gemeente Ede gewerkt aan de vertaling van de Woonvisie naar het woningbouwprogramma

Nadere informatie

Woonwensen 2011 O&S december 2011

Woonwensen 2011 O&S december 2011 Woonwensen 2011 O&S december 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1. Doelgroep van beleid 7 2.2. Betaalbaarheid en scheefheid 9 2.3. Bouwwijze en aantal kamers 12 2.4. Middeninkomens

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Wijdemeren 2017

Fact sheet Wonen in Wijdemeren 2017 Fact sheet Wonen in 21 in het kort In wonen ruim 1. huishoudens. Er wonen relatief veel stellen zonder kinderen (). In Gooi en Vechtstreek is gemiddeld 2 van de huishoudens een stel zonder kinderen en

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Wat betreft de leeftijdsopbouw lijkt sterk op Zuid-

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017 Fact sheet Wonen in Oostzaan Oostzaan in het kort Oostzaan telt ongeveer 000 huishoudens in. Er wonen veel stellen met kinderen ( versus gemiddeld in de ) en stellen zonder kinderen ( versus gemiddeld).

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Bloemendaal 2017

Fact sheet Wonen in Bloemendaal 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. telt relatief veel stellen met en zonder kinderen in vergelijking met de. Zo is in een stel zonder kinderen en 8 alleenwonend. Vaak gaat het

Nadere informatie

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden 1 Doelgroepbepaling Personen in de leeftijd van 25 tot 35 jaar Wens om in een verstedelijkt gebied (> 3. inwoners) te wonen Geen studenten

Nadere informatie

De rol van corporaties op de woningmarkt

De rol van corporaties op de woningmarkt De rol van corporaties op de woningmarkt WoON-congres 2016 7 april 2016 Onderwerpen Presentatie door Jeroen Lijzenga (Companen) - Woningvoorraad - Bewoners - Verhuiswensen en woonwensen - Woonuitgaven

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Uithoorn in het kort Er wonen 13.000 huishoudens in Uithoorn. Stellen met kinderen vormen de grootste groep, en hun aandeel ligt met 32% hoger dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

ONDERZOEK DOORSTROMING HUURDERS

ONDERZOEK DOORSTROMING HUURDERS 94178501 ONDERZOEK DOORSTROMING HUURDERS - Samenvatting belangrijkste uitkomsten - Uitgevoerd in opdracht van VOORWOORD Het doel van het onderzoek is om een beeld te krijgen van de bewoners van huurwoningen

Nadere informatie

WOONKOSTEN IN BEELD. Rapportage

WOONKOSTEN IN BEELD. Rapportage WOONKOSTEN IN BEELD Een onderzoek naar de woongerelateerde kosten van Eindhovense huishoudens in de betaalbare huur- en koopsector in 2012. Rapportage Opdrachtgevers: Opdrachtnemer: Domein Trudo Woonbedrijf

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Ouder-Amstel in het kort Er wonen 5.900 huishoudens in Ouder- Amstel. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (32%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Bureau Bestuursinformatie & Onderzoek Gemeente Eindhoven Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Juli 2006 Inhoud: Oirschot... 1 Inwoners

Nadere informatie

Woonwensen 2015 Gemeente Boxtel

Woonwensen 2015 Gemeente Boxtel Woonwensen 2015 Gemeente Boxtel O&S November 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1 Doelgroep van beleid 7 2.2 Betaalbaarheid en scheefheid 10 2.3 Bouwwijze en aantal kamers

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

1 Startersonderzoek Doesburg

1 Startersonderzoek Doesburg DATUM 16 juni 2017 PROJECTNUMMER 221.105 OPDRACHTGEVER Gemeente Doesburg en Stichting Woonservice IJsselland Uitkomst enquête starters 1 Startersonderzoek Doesburg In de gemeente Doesburg zijn in het kader

Nadere informatie

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens Wijk: Binnenstad Kaart Demografie absoluut % van totaal % van 55+ < 55 175 56% - Huishoudens 55-6 245 8% 18% alleenstaand: 375 6-65 26 8% 19% paar: 46 65-7 285 9% 21% gezin: 7 7-75 275 9% % 75-8 16 5%

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van vitale ouderen en scheefwoners Stadspeiling 2011

Verhuis- en woonwensen van vitale ouderen en scheefwoners Stadspeiling 2011 Verhuis- en woonwensen van vitale ouderen en scheefwoners Stadspeiling 2011 Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Dymphna Meijneken Uitgave en rapportage in opdracht

Nadere informatie

Middeninkomens tussen wal en schip

Middeninkomens tussen wal en schip Middeninkomens tussen wal en schip Middagsessie 1 Wooncongres 2018 Peter Boelhouwer en Harry Boumeester (OTB Research for the Built Environment / Faculteit Bouwkunde / TU Delft) Rene Goorden (BNG Bank)

Nadere informatie

Woonwensenenquête Drijber

Woonwensenenquête Drijber Woonwensenenquête Drijber Woningbehoefte en verhuiswensen van inwoners Enquêteresultaten Gemeente Midden-Drenthe Afdeling Bouwen en Wonen Na 2010 Inleiding In het na van 2010 is er een woonwensenenquête

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

Woonwensen 2015 Gemeente Oss

Woonwensen 2015 Gemeente Oss Woonwensen 2015 Gemeente Oss O&S December 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Huishoudens en hun woonsituatie 7 2.1 Doelgroep van beleid 7 2.2 Betaalbaarheid en scheefheid 10 2.3 Bouwwijze en aantal kamers

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen De laagste inkomens in de huursector 18 maart 2014 DATUM 18 maart 2014 TITEL De laagste inkomens in de huursector ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Directoraat-Generaal Wonen

Nadere informatie

Voorwoord. Bleskensgraaf Februari 2016. Jan de Wit Klankbordgroep

Voorwoord. Bleskensgraaf Februari 2016. Jan de Wit Klankbordgroep Voorwoord De inwoners van Bleskensgraaf hebben in de dorpsagenda wonen benoemd als één van de belangrijkste speerpunten. Om erachter te komen hoe de inwoners het wonen in hun dorp nu ervaren en hoe ze

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Edam-Volendam 2017

Fact sheet Wonen in Edam-Volendam 2017 Fact sheet Wonen in Edam-Volendam 0 Edam-Volendam in het kort Er wonen.600 huishoudens in Edam- Volendam. Hier wonen meer gezinnen met kinderen (6) dan gemiddeld (0 regio en 6 MRA) en ook meer stellen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Amstelveen in het kort Er wonen 4.000 huishoudens in Amstelveen. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Uitkomsten enquête woonwensen jongeren Midden-Delfland

Uitkomsten enquête woonwensen jongeren Midden-Delfland Uitkomsten enquête woonwensen jongeren Midden-Delfland De gemeente Midden-Delfland heeft in het voorjaar van 2017 een enquête gehouden om inzicht te krijgen in de woonwensen van jongeren tussen de 18 en

Nadere informatie

Analyse Scheefwonen. Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB. W. Philipsen en B. Blijie. Juni 2013 r bb WON

Analyse Scheefwonen. Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB. W. Philipsen en B. Blijie. Juni 2013 r bb WON Analyse Scheefwonen Analyse Scheefwonen Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB W. Philipsen en B. Blijie Juni 2013 r2013-0014bb 12269-WON ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27

Nadere informatie