Doorrekeningen Mobiliteitsstudie PlanMER R0-Vak Zaventem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doorrekeningen Mobiliteitsstudie PlanMER R0-Vak Zaventem"

Transcriptie

1 Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Vuurkruisenplein ANTWERPEN Doorrekeningen Mobiliteitsstudie PlanMER R0-Vak Zaventem Juli 2010 v1.3 MINT nv Hendrik Consciencestraat 1b 2800 Mechelen

2 INHOUDSTAFEL 0. INLEIDING 2 1. PROVINCIAAL VERKEERSMODEL MODEL VLAAMS-BRABANT OPBOUW PROVINCIAAL VERKEERSMODEL VLAAMS-BRABANT MODELSTRUCTUUR DATA EN INVOERGEGEVENS REKENINGRIJDEN OPBOUW SCENARIO BAU ALGEMEEN AANVULLINGEN PROJECTEN BHG AANVULLINGEN OV BHG VERGELIJKING BASISGEGEVENS IRIS2-VERKEERSMODEL PROVINCIAAL VERKEERSMODEL VLAAMS-BRABANT ZONERING SOCIO-DEMOGRAFISCHE/ECONOMISCHE GEGEVENS BEVOLKING EN TEWERKSTELLING PER ZONE VERGELIJKING RESULTATEN VRAAGMODELLERING IRIS2-VERKEERSMODEL PROVINCIAAL VERKEERSMODEL VLAAMS-BRABANT RESULTATEN PERIODE 6U TOT 10U RESULTATEN SPITSPERIODES (8U TOT 9U EN 17U TOT 18U) CONCLUSIE RESULTATEN VAN DE DOORREKENINGEN BASISVARIANTEN ANALYSE STUDIEGEBIED START 2 VS. START SCENARIO S VANUIT DE AANGEPASTE RICHTLIJNENNOTA BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE SCENARIO S RESULTATEN 41 BIJLAGEN 58 Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 1

3 0. INLEIDING Deze nota bespreekt de resultaten van de doorrekeningen in het kader van de Mobiliteitsstudie voorafgaandelijk aan de PlanMER R0 Vak Zaventem. Het doel van deze studie die in nauw overleg met de bevoegde diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerd wordt is de verschillende alternatieven die vermeld staan in de richtlijnennota van de PlanMER een eerste keer te toetsen op mobiliteitsvlak. Hiervoor wordt in een aantal gevallen netwerkscenario s doorgerekend met het provinciaal verkeersmodel Vlaams-Brabant (Versie 3.5). Een aantal andere alternatieven worden geëvalueerd aan de hand van gerichte evaluaties met het provinciaal verkeersmodel Vlaams-Brabant. Voorafgaand aan de uitvoering van de analyses heeft er een gestructureerd en samenhangend overleg plaats gevonden tussen de Vlaamse overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij nagegaan is op welke manier de door beide overheden gebruikte verkeersmodellen van mekaar verschillen en op welke manier het provinciaal verkeersmodel Vlaams-Brabant binnen de door de Vlaamse overheid gehanteerde visie hieromtrent zo goed mogelijk bijgestuurd kon worden aan de Brusselse context en zo goed mogelijk rekening kon houden met bepaalde inzichten aangebracht door de Brusselse modelexperten. Omtrent de eigenlijke doorrekeningen is er logischerwijze ook enkele malen gestructureerd overleg geweest. In het eerste hoofdstuk van deze nota wordt dieper ingegaan op de structuur van het provinciaal verkeersmodel Vlaams-Brabant. Hierbij komt niet alleen de structuur van het verkeersmodel aan bod, maar ook wordt beschreven welke Socio-demografische Gegevens gebruikt zijn en welke enquêtes of onderzoeken gebruikt zijn voor de parametrisatie van het verkeersmodel. Ook wordt de opbouw van het toekomstscenario Business-as-Usual 2020 in het kort beschreven. Vervolgens wordt het provinciaal verkeersmodel Vlaams-Brabant vergeleken met het Iris-2-Verkeersmodel qua basisgegevens en structuur. Ook is opgesomd op welke manier er nog wijzigingen aangebracht zijn op het grondgebied van het BHG voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en het aanbod openbaar vervoer. Het tweede hoofdstuk bevat de evaluatie van de alternatieven. Hierbij komen dus de resultaten van de doorrekeningen aan bod, alsook de gerichte analyses voor de alternatieven waarbij er geen doorrekeningen gebeurd zijn. Tenslotte zijn er nog een viertal bijlagen toegevoegd: Bijlage 1: Vergelijking Iris2 MM Vlaams-Brabant, Bijlage 2: Opmaak BAU 2020, Bijlage 3: Resultaten basisvarianten, Bijlage 4: Resultaten scenario s. Bijlage 5 : Overzicht aanpassingen scenario 12 (Wensnet De Lijn) Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 2

4 1. PROVINCIAAL VERKEERSMODEL MODEL VLAAMS- BRABANT De simulaties voor de planmer van de R0-noord zijn uitgevoerd met het provinciaal verkeersmodel van Vlaams-Brabant. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de opbouw van dit verkeersmodel, de opbouw van het toekomstscenario, de vergelijking van de basisdata van het verkeersmodel van Vlaams-Brabant met het Iris2-verkeersmodel van het Brussels Hoofdstedelijk gewest en tot slot een vergelijking van de resultaten van de vraagmodellering van de twee modellen. De vergelijking van het provinciaal verkeersmodel van Vlaams-Brabant (MMVLB) en het Iris2- verkeersmodel heeft vooral als bedoeling om na te gaan of de gegevens in het provinciaal verkeersmodel van Vlaams-Brabant overeen stemmen met deze van het Iris2-verkeersmodel, zodat de simulaties niet steeds met beide modellen uitgevoerd worden. Deze vergelijking is in nauw overleg uitgevoerd met de bevoegde diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en heeft er o.a. voor gezorgd dat het verkeersmodel van Vlaams-Brabant is bijgestuurd kunnen worden met recente informatie betreffende netwerken en ontwikkelingen in het Brussels Hoofdstedelijk gewest OPBOUW PROVINCIAAL VERKEERSMODEL VLAAMS-BRABANT MODELSTRUCTUUR Nota 48.0, en meer in detail nota s 24.4 en 26.0, zet de structuur van MMVLB uiteen. Uit gesprekken met BHG wordt een bijkomend eerste inzicht in de opbouw van het IRIS-2- Verkeersmodel verzameld, volgende paragrafen trachten deze bevindingen summier bij elkaar te brengen ALGEMENE KENMERKEN Beide modelinstrumenten volgen een zonale geaggregeerde werking met aandacht voor opdeling in homogene groepen op basis van motief en gezins- of persoonskenmerken. Multimodaliteit wordt ingevoerd door opdeling naar verschillende vervoerwijzen: MMVLB neemt 5 vervoerwijzen op voor personenvervoer, het IRIS-2-Verkeersmodel combineert deze op een ander niveau. De berekende periode kan in beperkte mate gekozen worden, MMVLB werkt standaard op uurbasis, en de gebruiker kan indien gewenst selecteren uit alle uren van de gemiddelde werkweekdag, in praktijk worden de modeluren 8 tot 9 en 17 tot 18 meestal gebruikt. Het IRIS-2-Verkeersmodel voert de berekeningen uit over de ochtendspits, waarbij 4 uren onderverdeeld worden of indien gewenst gecombineerd. Basisjaar voor MMVLB is ondertussen 2007 en daarnaast is er ook één algemeen scenario voor 2020 Bussiness-As-Usual uitgewerkt. Het IRIS-2-Verkeersmodel hanteert als basisjaar 2001 en heeft een set scenario s voor 2015, die over het algemeen enkel onderscheiden naar maatregelpakketten op vlak van mobiliteit en verkeer. Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 3

5 De zonering van het IRIS-2-Verkeersmodel is sterk geconcentreerd op BHG, waarbij de zonestructuur in de omgeving van en buiten de R0 snel zeer ruw wordt: een groot deel van het GEN-gebied wordt enkel op gemeentelijk niveau voorgesteld. Daarbuiten wordt snel abstractie gemaakt van geografisch homogene opdeling. Het MMVLB volgt voor de provincie Vlaams-Brabant, de arrondissementen Aalst en Mechelen én het BHG een sterk verfijnde zonering, die op veel plaatsen direct aansluit bij de, herziene, indeling in statistische sectoren. Het invloedsgebied van MMVLB blijft deze verfijning volgen, de rest van Vlaanderen wordt in gemeentes op arrondissementen opgedeeld. In Wallonië wordt een ruwere zonering overgenomen. In het algemeen wordt MMVLB geparametriseerd op basis van zowel SEE2001 en de Vlaamse OVG s, waarbij gemiddelde parameters voor het keuzegedrag van de Vlaming worden opgenomen. Het IRIS-2-Verkeersmodel baseert zich deels op de patronen uit de volkstelling 1991 maar voert een set keuzeparameters in op basis van een speciaal toegespitste enquête in het Brusselse VRAAGMODEL Beide modelinstrumenten zetten een groot deel van het vraagmodel in een aparte module waaruit de gewenste vraagmatrices per motief resulteren. Voor zover de inzichten in het IRIS- 2-Verkeersmodel reiken, volgen beide structuren een vergelijkbaar traject van ritgeneratie en bestemmingskeuze, waarbij een combinatie gemaakt wordt van patroondoortrekking en synthetische zwaartekrachtmodellen. Klassiek worden een set formules direct afgeleid van lokaal bruikbaar geachte mobiliteitsonderzoeken waaruit lineaire kencijfers komen voor motieven en persoons- of gezinskenmerken. Beide modelstructuren volgen een beperkt dynamisch tijdstipkeuzemodel: MMVLB neemt geobserveerde dagverdelingen uit de OVG s over, en heeft in haar operationele vorm geen tijdstipverschuiving en keuzemodel opgenomen. Het IRIS-2-Verkeersmodel kan door haar gecombineerde spitsmodellering over 4 uur deze keuze minder relevant stellen, maar ontbreekt structureel ook een tijdstipkeuzemodel. Beide instrumenten zijn dan ook niet perfect uitgerust voor scenario s die een sterke sturing in tijdstip beogen. Beide modelinstrumenten leggen een sterke nadruk bij degelijk onderbouwde vervoerwijzekeuzemodellering. De verschillende alternatieve modi worden in detail in hun kostcomponenten beschreven en geparametriseerd. Door systeemafhankelijke kleuring van meting van deze componenten, en kleine verschillen in hun respectievelijke opbouw, is een directe vergelijking van de keuzeparameters niet relevant. Wel illustreren de onderlinge afweegverhoudingen tussen componenten binnen elk model dat de keuzefactoren in dezelfde richting liggen. Wel duidelijk te zien is de kleuring van de parameters van het IRIS-2- Verkeersmodel naar een stedelijke modelvoering, waar de parameters van MMVLB wat vlakker zijn. Ook opvallend is de sterkere nadruk op de financiële component in het IRIS-2-Verkeersmodel, waar ze explicieter worden opgenomen. MMVLB hecht in de meer korte-termijn keuzemodellen minder belang aan deze factoren en neemt ze via correlatie in de afstandsmaat op. Op basis van huidig beschikbare inzichten wenst MMVLB dan ook geen volledig uitgekristalliseerde uitspraken te doen over scenario s waarbinnen vervoerskosten expliciet variabel worden ingebracht, aangezien voorhanden datasets onvoldoende tot geen variatie hebben in deze component. Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 4

6 KOSTENBEREKENING EN TOEDELING MODI De modi auto en OV krijgen in beide verkeersmodellen de grootste aandacht, en de samenstelling van hun kostcomponenten is dan ook het meest uitgebreid. De opmaak van trajecten en toedeling van het OV loopt ongeveer gelijk: indien het IRIS-2-Verkeersmodel de volledige tijdsmodellering van OV opneemt, is deze techniek correcter wat betreft de modellering van overstappen, hoewel deze meerwaarde in een stedelijke omgeving met traditioneel hogere frequenties minder uitgesproken is. De autotoedeling van MMVLB volgt een statisch proces waarbij via multiclass evenwichtstoedeling met inbegrip van volledige kruispuntmodellering en een verticale wachtrijtheorie zo ver mogelijk wordt gegaan om de kosten zo betrouwbaar mogelijk te berekenen. Door haar kleinere omvang, én de focus op de verstedelijkte omgeving, kan het IRIS-2-Verkeersmodel een dynamische toedelingstechniek inschakelen, die minder rekenefficiënt is maar wel een correctere voorstelling geeft van de dynamiek in de spits en de blokkeereffecten van bottlenecks. De modi voor langzaam verkeer worden in geen van beide verkeersmodellen specifiek toegedeeld, maar verrekenen wel naar kosten voor het vervoerwijzekeuzemodel. Hier moet opgemerkt dat MMVLB door het volgen van de gemiddelde Vlaamse werkwijze moeilijk omgaat met de onaantrekkelijkheid van fiets in BHG ten gevolge van ontbreken van voorzieningen, hoge mate van hinderlijke congestie en moeilijk fietsterrein. Gegeven de ervaring opgebouwd met fietsmodellering in andere gemeentelijke modellen, waar fiets wel duidelijk in beeld komt, is het aangewezen om deze onaantrekkelijkheid correct te zetten in het Brusselse, zonder het vervoerwijzekeuzemodel zelf specifiek te kleuren CONCLUSIES De modelstructuren van MMVLB en het IRIS-2-Verkeersmodel verschillen op enkele duidelijke punten, maar vertonen op basis van de gevolgde en geselecteerde keuzeprocessen toch grote gelijkenissen, inherent aan implementatie en exploitatie van strategische verkeersmodellen. Relevant zijn wel de afgelijnde focussen die specifiek gelegd worden, zo verdiept het IRIS-2- Verkeersmodel duidelijk de keuzeprocessen die relevant zijn in dense stedelijke omgevingen, en baseert MMVLB zich in sterke mate op een Vlaams keuzegedrag DATA EN INVOERGEGEVENS Dit thema wordt in meer detail uitgewerkt in nota SOCIO-DEMOGRAFISCHE GEGEVENS Zowel in de basisjaren als de prognosejaren ontlopen MMVLB en het IRIS-2-Verkeersmodel elkaar in grote mate, waarbij ze als het ware tussen elkaar gaan zitten. Daarbij komt dat de dataverzameling deels op verschillende manieren en andere bronnen baseert: een set gegevens in de Vlaamse SDG-databank wordt afgeleid van adressmatching van de vkbo-dataset (verrijkte Kruispuntbank van Belgische Ondernemingen), die nog maar recent beschikbaar kwam. Door de verbetering in zowel kwaliteit als beschikbaarheid van databronnen kan MMVLB terugvallen op een bredere, meer recente en nauwkeurige dataset Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 5

7 voor het Vlaamse en Brusselse grondgebied. Het IRIS-2-Verkeersmodel haalt wel voordeel uit het beperktere studiegebied, waardoor data vanuit BHG zelf in meer detail kan aangereikt worden. Toch wordt vastgesteld dat de data van de huidige situatie van beide verkeersmodellen op bepaalde vlakken verschillen en dit meer dan de offset in basisjaar doet verwachten. In bepaalde gevallen kan dit liggen aan micro-verschillen in zonale toewijzing, waarbij bepaalde activiteiten in locatie verschuiven, in andere gevallen gaat het om andere interpretaties of lacunes in de datasets. De Vlaamse SDG-dataset behandelt BHG op dezelfde wijze als de rest van België, daarom is de specifieke kennis rond locatie van activiteiten in BHG in detail nog nagekeken en indien nodig aangepast. Grotere verschilpunten treden op bij de gevolgde toekomstprognoses voor beide modelinstrumenten: MMVLB kon voor de opmaak van het BAU2020-scenario in laatste instantie terugvallen op uitgekomen groeicijfers van het Federale Planbureau, waarbinnen voor 2020 aanzienlijk hogere prognoses op verschillende thema s werden opgelijst dan voorheen gebruikelijk. De prognoses 2015 vanuit het IRIS-2-Verkeersmodel zijn dan ook uitdrukkelijk voorzichtiger, en de verschilpunten tussen MMVLB en het IRIS-2-Verkeersmodel worden dan ook meer uitgesproken én structureel van aard voor de toekomstscenario s. Hierbij moet opgemerkt dat door de specifieke werkwijze van MMVLB waarbij enerzijds gekende projecten en anderzijds algemene tendensen in economische activiteiten worden gecombineerd, een goede onderbouwing volgen binnen het Vlaamse Gewest waar voldoende en inzichtelijke cijfers rond beslist beleid konden verzameld worden. In BHG werden voor de huidige versie van MMVLB aanvankelijk geen specifieke projecten meegenomen en werd daarom teruggevallen op algemene groeicijfers, waardoor de gerichte locatiedefiniëring in Brussel niet aanwezig was. Vanuit het BHG is er recent specifieke detaildata overgemaakt die gebruikt is om de prognoses voor 2020 binnen het BHG te verfijnen AANBODSNETWERKEN De netwerken voor auto en OV volgen voor de huidige situatie in beide modelinstrumenten getrouw het aanbod, met opname van het nodige detail van de infrastructuur en de ritschema s van MIVB, De Lijn, NMBS en TEC. De enige relevante verschillen tussen beide netwerken volgen dan ook enkel uit het andere basisjaar én uit de zonale aggregatie en verfijning die aan afwijkende graad van detaillering van het netwerk vereist. Het IRIS-2-Verkeersmdoel biedt verschillende aanbodsscenario s voor 2015, waar MM VLB enkel een beslist-beleid scenario 2020 aanreikt. Door de focus is het mogelijk dat beide verkeersmodellen andere projecten inzake schaal en locatie opnemen als scenariowijzigingen. Bovendien geldt ook hier de offset in tijd op twee vlakken: MMVLB geeft een netwerk voor 2020 dat verder in de toekomst ligt en om die reden verdere inrichtingen opneemt. Ten tweede wordt het netwerk 2020 voor MMVLB samengesteld op basis van kennis en verwachtingen anno 2008, wat leidt tot bijvoorbeeld een andere visie op het GEN. Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 6

8 CONCLUSIES Op vlak van gegevens en invoerdata lijken de verschillen tussen het IRIS-2-Verkeersmodel en MM VLB meer significant te zijn. Het is logisch dat de vertrekdata dezelfde generieke lijnen volgen, maar detailinvulling lijkt toch wezenlijk te verschillen, en vooral de gevolgde uitgangspunten voor 2015 en 2020 lopen dusdanig uit elkaar dat het een aandachtspunt moet zijn bij vergelijking van evaluatie-resultaten tussen beide verkeersmodellen. Om die reden is het aangewezen om bijvoorbeeld een generiek beeld van pendel tussen gewesten en gebieden als toetsing mee op te nemen bij de evaluatie van scenario s als verkenning van de marges van de conclusies REKENINGRIJDEN Een bijkomende module rond rekeningrijden wordt aan de bestaande modelstructuur 3.5 toegevoegd om een inschatting te maken van de impact van verschillende concepten van beprijzing te waarderen. Een recent door de Vlaamse Overheid, Verkeerscentrum, uitgevoerd grootschalig Stated-Preference-onderzoek (SP-onderzoek) richtte zich op het verwerven van inzichten in de gevoeligheden rond rekeningrijden gerelateerd aan persoons- en gezinskenmerken, en dit in de context van keuzegedrag rond modale verdeling en tijdstipverschuiving. Op basis van dit onderzoek wordt gewerkt aan een prototype gedesaggregeerd Mixed Logit-model dat de basis zal vormen voor een volgende generatie Vlaamse strategische modellen. Op operationele termijn echter worden de geaggregeerde elasticiteiten van dit SP-onderzoek ingeschakeld als pivotmodel in de voormelde module rekeningrijden. In de modelstructuur worden belangrijke technische aanpassingen uitgevoerd om op voldoende nauwkeurige en gefundeerde manier een uitspraak te doen over de voorgestelde scenario s rond rekeningrijden: In het bestaande absolute logit vervoerwijzekeuzemodel wordt de component rekeningrijden ingevoegd, met bijzondere aandacht voor de doorverekening van deze kosten naar de mode passagier; Het mechanisme rond vraag-aanbod-evenwicht wordt verfijnd met een verbeterde weging van iteraties, en voor de doorrekeningen rond rekeningrijden worden de evenwichtscriteria aanzienlijk scherper gezet om een stabilisatie van resultaten te garanderen; Sequentieel wordt een incrementeel tijdstipverschuivingsmodel uitgevoerd op de resulterende auto-verplaatsingen: gebaseerd op de onderzochte elasticiteiten per motief: de kostcomponenten van zowel de periode voor als na de onderzochte spits worden opgemeten en een intern evenwicht tussen de elasticiteiten rond tol, autokosten en reistijd enerzijds en de motiefafhankelijke flexibiliteit tot tijdstipverschuiving anderzijds wordt berekend. Een resulterende fractie van spitsmijdend autoverkeer wordt verrekend met de resultaten uit het vervoerwijzekeuzemodel; De gecombineerde verplaatsingsmatrices worden vervolgens op de netwerken toegedeeld en een brede rapportage wordt uitgevoerd. Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 7

9 Deze voorgestelde methodiek omvat een uitbreidende module, en voert momenteel geen volledig gecombineerd tijdstip-vervoerwijzekeuzemodel uit. In voorliggend kader voldoet ze echter aan de noodzaak tot verkenning van de effecten van rekeningrijden op verplaatsingsvolumes en modale aandelen. Bovendien sluit ze naadloos aan bij de robuuste en vertrouwde modelstructuur waardoor op korte termijn in de modelsystemen kan beschikbaar gemaakt worden. Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 8

10 1.2. OPBOUW SCENARIO BAU ALGEMEEN In de loop van 2007 heeft de Vlaamse overheid een toekomstscenario opgesteld voor de provinciale verkeersmodellen. Dit hield zowel een update in van de socio-economische en -demografische gegevens als een update van de verschillende netwerken (weg, OV). In eerste instantie is er contact opgenomen met beleidsinstanties om een gefundeerd toekomstbeeld te kunnen vormen wat betreft de tewerkstellings- en bevolkingsevoluties in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De belangrijkste bronnen voor de algemene prognoses van de sociodemografische en economische gegevens waren het Federaal Planbureau en de Studiedienst van de Vlaamse regering. Anderzijds is er een uitgebreide bevraging georganiseerd per provincie waarbij aan verschillende actoren is gevraagd wat er in hun deelgebied volgens hen in de toekomstscenario s opgenomen moest worden. De belangrijkste partijen die hierbij betrokken zijn, zijn de verschillende provinciale afdelingen van BMV, De Lijn, De Provinciale ontwikkelingsmaatschappijen (POM s), de NMBS en verschillende intercommunales. De gegevens die van hen verkregen werden zijn vervolgens aangevuld met andere gegevens vanuit eerder gesimuleerde projecten. Bij de opbouw van de toekomstscenario s (met 2020 als referentiejaar), is er uitgegaan van het principe van beslist beleid ( Bussiness-As-Usual ; BAU). Dit houdt in dat enkel projecten (ontwikkelingen, OV-lijnen, ) opgenomen zijn die zeker of zo goed als zeker verwezenlijkt zullen worden. Verder is het ook zo dat de toekomstscenario s vraagvolgend zijn en niet vraagsturend. Dit betekent bijvoorbeeld dat de parameters van het keuzemodel hetzelfde blijven (zelfde voorkeur voor auto of OV), en een modale shift enkel gerealiseerd kan worden door de aanleg van nieuwe infrastructuur of het invoeren van nieuwe OV-lijnen. Het realiseren van een modale shift op zich is dus geen doel op zich in het model. Voor een gedetailleerde beschrijving van de opbouw van het BAU-2020 scenario wordt verwezen naar Bijlage 2 (Nota 38). In aanvulling van het BAU-2020 scenario zijn op aangeven van het BHG nog een aantal aanpassingen uitgevoerd naar de toekomstige ontwikkelingsprojecten en het openbaar vervoer binnen het BHG. Deze zullen hieronder overlopen worden AANVULLINGEN PROJECTEN BHG Tabel 1 geeft een overzicht van de extra ontwikkelingen die opgenomen zijn en de bijhorende aantallen van nieuwe gezinnen en tewerkstelling per tewerkstellingscategorie. Voor de ontwikkelingen in het Brussels Hoofdstedelijk gewest (BHG) is uitgegaan van een lijst welke aangeleverd is vanuit het BHG. In totaal zijn er in de verschillende tewerkstellingscategorieën meer dan tewerkstellingsplaatsen toegevoegd, en bijna 8800 gezinnen. De figuren 1 en 2 geven een algemeen overzicht van de locaties waar er extra tewerkstelling of woningen bijkomen (enkel BHG). Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 9

11 Bij deze projectenlijst dient opgemerkt te worden dat deze tewerkstellingsplaatsen en de nieuwe gezinnen niet bovenop de bestaande gegevens worden toegevoegd. Indien er een project toegevoegd wordt, worden er elders binnen het BHG (evenredig verdeeld) eenzelfde aantal tewerkstellingsplaatsen of gezinnen weggenomen. Voor de totale stijging van het aantal tewerkstellingsplaatsen of van de bevolking wordt niet afgeweken van de prognoses van het federaal planbureau. Deze methodiek wordt voor alle projecten toegepast, ook deze in Vlaanderen. De enige uitzondering op deze regel is het project van de NAVO waarvoor er lokaal tewerkstelling is weggehaald op de bestaande site van de NAVO. Nr Naam Gezinnen Diensten 1 Adm. Centrum Kruidtuinwijk A3MJ 2 Administratieve zone Zuid B23-3 Administratieve zone Zuid B241 4 Chaudron B17-5 Delta A39-6 Europese wijk B10-_2 7 Europese wijk B112 8 Europese wijk B13-9 Europese wijk B1MJ 10 Gaucheret A43-11 Heizel E8MJ_1 12 Héliport D610_1 13 Josaphat A Nieuwe NAVO-site[1] G3NJ 15 Oostendse poort A0AJ 16 Project Equilis (Vroegmarkt MABRU) D6MJ 17 Reyers A77-18 Thurn & Taxis D6NJ 19 Weststation A2MJ 20 Willebroeck D62- TABEL 1 : OVERZICHT EXTRA ONTWIKKELINGEN DIE TOEGEVOEGD ZIJN IN HET BHG Handel Industrie Adm. Gezondh. Onderwijs Sectornr Sectorcode Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 10

12 N58.0 Doorrekeningen Mobiliteitsstudie PlanMER R0 Vak Zaventem - Juni 2010 v1.2 FIGUUR 1 : OVERZICHT LOCATIE DE EXTRA TEWERKSTELLINGSPLAATSEN DIE TOEGEVOEGD ZIJN IN HET BHG FIGUUR 2 : OVERZICHT LOCATIE VAN DE EXTRA WOONONTWIKKELINGEN (GEZINNEN) DIE TOEGEVOEGD ZIJN IN HET BHG Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 11

13 AANVULLINGEN OV BHG Eveneens op aangeven van het BHG en op basis van verschillende documenten (C480.Iris2.PVI.RapportFinal_cartes.pdf, iris2-plan-proj-nl.pdf en iris2-plan-bijlagen-nl.pdf) zijn er nog aanpassingen uitgevoerd aan het OV-net in Brussel. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste aanpassingen. Bij het bekijken van de figuren dient men er steeds rekening mee te houden dat de lijnen er naar traject niet tot in het kleinste detail in zitten aangezien het nog niet voor alle lijnen geweten is hoe ze exact zullen lopen. Kleine afwijkingen in de trajecten kunnen lokaal in het OV-gebruik wel verschillen veroorzaken, maar naar het totale OV-gebruik in het BHG en de intensiteiten op de R0, zullen de kleine afwijkingen weinig tot geen impact hebben. Op basis van de beschikbare documenten, is een aanvullende analyse uitgevoerd van het OV in Brussel met betrekking tot het Iris2-plan. De laatst beschikbare documenten betroffen C480.Iris2.PVI.RapportFinal_cartes.pdf, iris2-plan-proj-nl.pdf en iris2-plan-bijlagen-nl.pdf. Voordat het BHG aan heeft gegeven wat de beste versie van het plan was, waren er al een aantal aanpassingen uitgevoerd, maar deze zijn gewijzigd in functie van de meest recente plannen. Frequentieverhoging bestaande metrolijnen Alle metrolijnen zijn voorzien van een verhoogde frequentie ten gevolge van de automatisatie van de metrostellen. Hierbij is uitgegaan van een frequentie van 16 metro s per uur, per lijn en per richting. Op gemeenschappelijke stukken spoor komt men aldus uit op 32 voertuigen per uur. FIGUUR 3 : METRONET BHG Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 12

14 Metro Noord-Zuid metro + verkorting trams op Noord-Zuid verbinding De noord-zuid metro loopt van halte Bordet tot halte Albert. Aangezien er nog geen extra ontwikkelingen zijn opgenomen in Schaarbeek-vorming, is ervoor gekozen de lijn te laten stoppen aan Bordet en ze niet door te trekken naar het huidige Schaarbeek-vorming. FIGUUR 4: NOOD-ZUID METRO In aanvulling op de aanleg van de Noord-Zuid metro zijn de bestaande tramlijnen op de bovengrondse noord-zuid verbinding verkort tot aan Brussel-Noord vanuit het noorden en tot aan Albert vanuit het zuiden. FIGUREN 5 EN 6: INKORTINGEN BESTAANDE LIJNEN IN FUNCTIE VAN AANLEG NOORD-ZUID-METRO Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 13

15 Tram van UZ-Jette - Diegem De tram van UZ-Jette naar Diegem stopt onder meer aan Tour & Taxis en Brussel-Noord. De gehanteerde frequentie is 10 trams per uur. Bij de aanleg van deze nieuwe lijn is uitgegaan van een commerciële snelheid van 20 km/u. FIGUUR 7: TRAJECT TRAM UZ-JETTE - DIEGEM Tramverbinding Louiza-Herman-Debroux-Roodebeek en Roodebeek-Bordet De verbinding van Louiza naar Bordet is ingebracht als twee aparte lijnen waarbij de eerste lijn loopt van Louiza tot Roodebeek en de tweede van Roodebeek tot Bordet. De frequentie van de trams bedraagt 5 trams per uur per richting. FIGUUR 8: TRAJECT TRAM LOUIZA-HERMAN-DEBROUX-ROODEBEEK Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 14

16 FIGUUR 9: TRAJECT TRAM ROODEBEEK-BORDET Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 15

17 1.3. VERGELIJKING BASISGEGEVENS IRIS2-VERKEERSMODEL PROVINCIAAL VERKEERSMODEL VLAAMS-BRABANT ZONERING Binnen Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is het duidelijk dat de zoneringen van de twee verkeersmodellen van dezelfde basiszonering afstammen. 130 zones zijn identiek in beide modellen voor het Brussels hoofdstedelijk gewest. In het provinciaal verkeersmodel Vlaams- Brabant (MMVLB) is de zonering in de loop der tijd nog verder verfijnd, zodat er binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nu 212 zones zijn tegenover 183 in het Iris2 Verkeersmodel. Tabel 2 geeft een overzicht van het aantal zones per deelgebied. Buiten het Brussel Gewest neemt het aantal zones in het Iris2-Verkeersmodel snel af. Dit valt natuurlijk grotendeels te verklaren door het feit dat dit een verkeersmodel voor Brussel is, maar dit betekent wel dat de zonering in de omgeving van de R0 al snel redelijk grof wordt. De figuren 10 en 11 geven een overzicht van de zonering van de 2 verkeersmodellen in de verschillende deelgebieden. Om het verkeer op de R0 correct te simuleren is niet enkel een gedetailleerde zonering rond de R0 van belang maar ook nog op de invalswegen van de R0 en Brussel in het algemeen. In deze is de zonering van het Iris2-verkeersmodel veel te grofmazig. Iris2-Verkeersmodel MM VLB BHG Vijfhoek Rest BHG Provincie Vlaams-Brabant Arr. Halle-Vilvoorde Arr. Leuven stad Leuven 2 80 Rest Arr. Leuven Provincie Waals-Brabant Waver 3 20 Rest Prov. Waals-Brabant Rest België Totaal TABEL 2 : OVERZICHT AANTAL ZONES PER DEELGEBIED Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 16

18 FIGUUR 10 : ZONERING MMVLB MET APARTE KLEURCODERING VOOR HET BHG, DE VIJFHOEK, HET ARRONDISSEMENT HALLE-VILVOORDE, HET ARRONDISSEMENT LEUVEN, DE STAD LEUVEN, WAALS-BRABANT EN WAVER FIGUUR 11 : ZONERING IRIS2-VERKEERSMODEL MET APARTE KLEURCODERING VOOR HET BHG, DE VIJFHOEK, HET ARRONDISSEMENT HALLE-VILVOORDE, HET ARRONDISSEMENT LEUVEN, DE STAD LEUVEN, WAALS-BRABANT EN WAVER Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 17

19 SOCIO-DEMOGRAFISCHE/ECONOMISCHE GEGEVENS In grote lijnen werken het MMLVB en het Iris2-Verkeersmodel met gelijkaardige sociodemografische en economische gegevens. Hieronder wordt eerst een algemeen overzicht gegeven van de socio-demografische en economische gegevens, waarna nog even dieper ingegaan wordt op bevolking, schoolgaanden, schoolbevolking, actieven en tewerkstelling Een belangrijke extra gegevensbron die gebruikt wordt door het MMVLB zijn de gezinnen, welke niet terug te vinden zijn in de gegevens van het Iris2-Verkeersmodel. Bij de bevolkingsgegevens (leeftijdscategorieën en school) is het zo dat het MMVLB ook telkens met een meer gedetailleerde indeling werkt (zie tabel 3). Iris2-verkeersmodel Bevolking 0 tot 4 0 tot 5 5 tot 17 6 tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot MM VLB Gezinnen Niet aanwezig 1 gezinslid 2 gezinsleden 3 gezinsleden 4 gezinsleden 5+ gezinsleden Schoolgaanden Primair Kleuter 1 Secundair Hoger Primair Secundair Hoger onderwijs Universiteit kotstudenten - Ja (herlokalisatie van thuisadres naar kotadres) Schoolbevolking Primair Primair Secundair Secundair Hoger Hoger onderwijs Universiteit TABEL 3 : STRUCTUUR BEVOLKINGSGEGEVENS IRIS 2-VERKEERSMODEL EN MMVLB Bij de tewerkstellingsgegevens wordt in MMVLB met een heel aantal categorieën extra gewerkt (zie tabel 4). Tegenover de 3 tewerkstellingscategorieën bij het Iris2-Verkeersmodel zijn er 9 tewerkstellingscategorieën bij MMVLB (zie tabel 2). Voor het berekenen van de actieven per zone, wordt bij MMVLB bovendien gewerkt met leeftijdscategorieën. 1 De categorie Kleuter zit wel in de dataset, maar wordt niet meegenomen in de vraagmodellering Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 18

20 Iris2-verkeersmodel MM VLB Actieven "Basse Qualification" % Administratie "Moyenne Qualification" % Bouw "Haute Qualification" % Diensten % Gezondheidszorg % Handel % Huishouden % Industrie % Landbouw % Onderwijs Werkzaamheidsgraad jaar jaar jaar Tewerkstelling "Basse Qualification" Administratie "Moyenne Qualification" Bouw "Haute Qualification" Diensten Gezondheidszorg Handel Huishouden Industrie Landbouw Opdeling tewerkstelling - Parkeerplaatsen Werknemers Parkeertijd (Privé, niet op straat) Bewoners Publieke Parking Parkeertarief ja ja Zelfstandigen en Werknemers Autobezit Totaal aantal gezinwagens gezinnen met 1wagen Gem. aantal wagens per gezin gezinnen met 2 wagens gezinnen met 3 wagens gezinnen met 4 wagens gezinnen met 5 wagens Leasewagens TABEL 4: TEWERKSTELLINGS-, PARKEER- EN AUTOGEGEVENS IRIS2 EN MMVLB. De parkeergegevens zijn in het Iris2-Verkeersmodel gedetailleerder dan in het MMVLB waar enkel rekening wordt gehouden met de parkeertarieven en een inschatting van de parkeertijd. In het Iris2-Verkeersmodel zijn het aantal parkeerplaatsen in verschillende categorieën opgenomen. Het autobezit tot slot is dan weer gedetailleerder in het MMVLB waar de relatie tussen gezinnen en het aantal wagens per gezin gelegd wordt en er met een aparte categorie van leasewagens gewerkt wordt.. Ondersteuning Vlaamse Verkeersmodellen 19

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten.

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten. STAP 1 (en tijdstip) Hoeveel mensen zullen er vertrekken en aankomen in een bepaalde periode (spitsuur) Aantal vertrekken (productie) = aantal aankomsten (attractie) per motief STAP 2 Bepalen van aantal

Nadere informatie

Aanpassingen Vlaams Goederenvrachtmodel

Aanpassingen Vlaams Goederenvrachtmodel Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Vuurkruisenplein 20 2020 ANTWERPEN Aanpassingen Vlaams Goederenvrachtmodel Model versie 1.5 en 1.5+ juni 2011 nv Hendrik Consciencestraat 1b 2800

Nadere informatie

Ontwikkeling modelversie 1.6: Aanpassingen t.o.v. modelversie 1.5

Ontwikkeling modelversie 1.6: Aanpassingen t.o.v. modelversie 1.5 Ontwikkeling modelversie 1.6: Aanpassingen t.o.v. modelversie 1.5 Ondersteuning en ontwikkeling strategisch vrachtmodel Vlaanderen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw

Nadere informatie

HANDLEIDING AANVRAAGFORMULIEREN STRATEGISCHE VERKEERSMODELLEN

HANDLEIDING AANVRAAGFORMULIEREN STRATEGISCHE VERKEERSMODELLEN HANDLEIDING AANVRAAGFORMULIEREN STRATEGISCHE VERKEERSMODELLEN 1 SOORTEN AANVRAAGFORMULIEREN De meest recente aanvraagformulieren zijn terug te vinden via de link: http://www.verkeerscentrum.be/extern/vlaamseverkeersmodellen/provincialeverkeersmodellen/aanvraagfor

Nadere informatie

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Inleiding De FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias-instituut hebben een grote enquête georganiseerd om de mobiliteitsgewoonten

Nadere informatie

Analyse omleidingsweg Anzegem

Analyse omleidingsweg Anzegem 5 december 2007 Analyse omleidingsweg Anzegem MINT nv Borchtstraat 28 2800 MECHELEN P1 Analyse omleidingsweg Anzegem MMM WVL MINT Mobiliteit in zicht 1. INLEIDING 1.1. ALGEMEEN In voorliggend rapport worden

Nadere informatie

DE VLAAMSE MODELSYSTEMATIEK. OmniTRANS Information Day november 2010

DE VLAAMSE MODELSYSTEMATIEK. OmniTRANS Information Day november 2010 DE VLAAMSE MODELSYSTEMATIEK OmniTRANS Information Day 2010 11 november 2010 MINT NV JANUARI 2011 De Vlaamse modelsystematiek Algemeen modelkader in Vlaanderen Afgeleide mesomodellen in OmniTRANS Specifieke

Nadere informatie

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd)

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3.1 Algemeen Het gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag bedraagt anno 2008 41,6 km 1. Ook voor deze indicator beschikken

Nadere informatie

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder en Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit

Nadere informatie

II. In Groeimat groeit de SDG databank verder naar een databank voor 2020.

II. In Groeimat groeit de SDG databank verder naar een databank voor 2020. 0. CONTEXT In het kader van het modelontwikkelingswerk uitgevoerd voor het Verkeerscentrum evolueren de modellen voortdurend. Deze nota lijst de aanpassingen op die gebeurd zijn in BASMAT en GROEIMAT 3.6.

Nadere informatie

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 2: Resultaten nulscenario s (NUL0.0.0 en NUL1.00)

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 2: Resultaten nulscenario s (NUL0.0.0 en NUL1.00) Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 2: Resultaten nulscenario s (NUL0.0.0 en NUL1.00) Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange

Nadere informatie

KURT VERLINDEN WAT BETEKENT EEN MULTIMODAAL MODEL OP LOKAAL NIVEAU? Verkeersdata en -software Mobiliteitsacademie 2 juni 2014

KURT VERLINDEN WAT BETEKENT EEN MULTIMODAAL MODEL OP LOKAAL NIVEAU? Verkeersdata en -software Mobiliteitsacademie 2 juni 2014 KURT VERLINDEN WAT BETEKENT EEN MULTIMODAAL MODEL OP LOKAAL NIVEAU? Verkeersdata en -software Mobiliteitsacademie 2 juni 2014 MINT NV MEI 2014 Een multimodaal model op lokaal niveau Wat is een verkeersmodel?

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 7: Resultaten modelscenario REF4.3.0

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 7: Resultaten modelscenario REF4.3.0 Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 7: Resultaten modelscenario REF4.3.0 Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het

Nadere informatie

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 ANNEX 4 MACRO-ECONOMISCHE ONDERBOUWING VAN HET BAU-SCENARIO Auteur: J. Duerinck INHOUD 1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 1.1 Analyse trendmatige evoluties toegevoegde waarde 2 1.2 Methode voor

Nadere informatie

AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND audit RVMK Holland Rijnland

AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND audit RVMK Holland Rijnland AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND 1 INHOUD Aanleiding Stap 1 input Check zonedata op gemeenteniveau Check netwerken (oude en nieuwe model) Check wegvakken telgegevens Opdrachtgever Holland Rijnland

Nadere informatie

Uitgangspunten Verkeersmodel N34

Uitgangspunten Verkeersmodel N34 N34 provinciale weg gedeelte Witte Paal grens Drenthe Uitgangspunten Verkeersmodel N34 Planstudie ombouw provinciale weg N34 deelplan B wegvak J.C. Kellerlaan Krimweg (N377) naar een veilige regionale

Nadere informatie

Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014

Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014 Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014 Platos Colloquium - Jan Gerrit Tuinenga Antonin ANTONIN = ANalyse des Transports et de l Organisation des Nouvelles INfrastructures Multimodaal verkeersmodel

Nadere informatie

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 15: Resultaten modelscenario REF3.2.1

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 15: Resultaten modelscenario REF3.2.1 Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 15: Resultaten modelscenario REF3.2.1 Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat

Nadere informatie

Studie. 2 september In augustus beduidend minder faillissementen

Studie. 2 september In augustus beduidend minder faillissementen Studie 2 september 2013 In augustus beduidend minder faillissementen Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

HAVENMODEL ANTWERPEN. Hybride aanpak tussen modellen en kencijfers. Gitte Van Den Bergh

HAVENMODEL ANTWERPEN. Hybride aanpak tussen modellen en kencijfers. Gitte Van Den Bergh HAVENMODEL ANTWERPEN Hybride aanpak tussen modellen en kencijfers Gitte Van Den Bergh INHOUD Probleemstelling Modeloplossing Spreadsheet Verkeersmodel 24/04/2012 Havenmodel Antwerpen 2 PROBLEEMSTELLING

Nadere informatie

Schatting verliestijden op trajecten. Sven Maerivoet 3 februari 2011

Schatting verliestijden op trajecten. Sven Maerivoet 3 februari 2011 Schatting verliestijden op trajecten 3 februari 2011 Overzicht Achtergrond van de studie. Bespreking berekeningsmethode. (Oostende Brussel)... 2 Achtergrond van de studie Bespreking berekeningsmethode

Nadere informatie

Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel

Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Wat is een verkeersmodel? Een verkeersmodel is een model dat inzicht geeft in huidige en/of toekomstige verkeersen vervoerstromen. Een verkeersmodel wordt

Nadere informatie

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Beeld plaatsen ter grootte van dit kader Niels van Oort Ties Brands Erik de Romph 2 Uitdagingen in het OV Kosten staan onder druk: lijnen schrappen, frequenties verlagen?

Nadere informatie

Fast Strategic Model 14 maart 2012. Rik van Grol

Fast Strategic Model 14 maart 2012. Rik van Grol Fast Strategic Model 14 maart 2012 Rik van Grol Fast Strategic Model Wat is dat? Een Fast Strategic Model is een model waarmee je snel een beleidsoptie voor een scenario kunt doorrekenen Beleidsopties

Nadere informatie

Toelichting team Verkeersmodellen waardensessie 12 oktober René Grispen Coördinator team Verkeersmodellen departement MOW

Toelichting team Verkeersmodellen waardensessie 12 oktober René Grispen Coördinator team Verkeersmodellen departement MOW Toelichting team Verkeersmodellen waardensessie 12 oktober 2017 René Grispen Coördinator team Verkeersmodellen departement MOW 1 1. Team verkeersmodellen 2. Soorten verkeersmodellen 3. Nieuwe generatie

Nadere informatie

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan? NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES 2020 Deel 3: Waar komt de groei vandaan? Uitgebracht aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Limburg Uitgevoerd door: NEA Transportonderzoek

Nadere informatie

STEDELIJKE EN GEMEENTELIJKE VERKEERSMODELLEN STUDIEDAG VSV. Pieter Van Houwe MINT nv 24 april 2012

STEDELIJKE EN GEMEENTELIJKE VERKEERSMODELLEN STUDIEDAG VSV. Pieter Van Houwe MINT nv 24 april 2012 STEDELIJKE EN GEMEENTELIJKE VERKEERSMODELLEN STUDIEDAG VSV Pieter Van Houwe MINT nv 24 april 2012 1 Inhoud Wat en waarom van gemeentelijke modellen Voorbeelden Typisch gemeentelijke modellen Bijzonderheden

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus STUDIE Faillissementen Maanden juli en augustus 4 september 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Henk Tromp Hans Voerknecht Dirk Bussche (Henk Tromp en Dirk Bussche zijn werkzaam bij Goudappel Coffeng,

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 december Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 december Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg Notitie Datum Kenmerk 10 december 2013 332356 Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg In 2012 hebben Provinciale Staten het Uitvoeringsprogramma Visie OV 2020 vastgesteld. Een van de deelprogramma s is het

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/

1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/ Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Plan-MER Oosterweelverbinding

Plan-MER Oosterweelverbinding Plan-MER Oosterweelverbinding Infovergadering 26 juni 2013 FASE 3 - VERKEERSKUNDIGE ANALYSE TUSSENTIJDSE CONCLUSIES Dirk Engels MER-Deskundige Mens-Mobiliteit Agenda 1. Doel tussentijdse evaluatie mobiliteit

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018 Graydon studie Faillissementen Eerste semester 2018 2 juli 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN 25 oktober 2013

PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN 25 oktober 2013 PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN 25 oktober 2013 Herinrichting ring rond Brussel: toename verkeersveiligheid, afname files Keuze

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN 2015-2030 Doel van de presentatie 1. Voorstellen van de eerste resultaten uit de bevolkingsprojecties voor Vlaamse steden

Nadere informatie

Prikkels om te Ondernemen West-Vlaanderen Werkt 4, 2010

Prikkels om te Ondernemen West-Vlaanderen Werkt 4, 2010 Hoe groot is de ondernemingslust in West-Vlaanderen? Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES Startende ondernemingen zijn voor een regio van enorm groot belang. Ze houden de economische dynamiek

Nadere informatie

R1 Antwerpen-West Microsimulatie belijningsmaatregelen

R1 Antwerpen-West Microsimulatie belijningsmaatregelen Doorstromingsstudie R1 Antwerpen-West Microsimulatie belijningsmaatregelen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 40 2018 Antwerpen COLOFON

Nadere informatie

Toelichting verkeersmodellen

Toelichting verkeersmodellen Toelichting verkeersmodellen Juni 2012 Carlo Bernards Toelichting verkeersmodellen 2 Vanavond een toelichting op: Waarom een verkeersmodel? Hoe werkt een verkeersmodel? Kenmerken model Noordoostcorridor

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten.

Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten. 21 november 2018 agendapunt 4.4. Onderwerp: Vaststelling Verkeersmodel MRDH 2.0. Portefeuille: Datum: Integraliteit van beleid 25 september 2018 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445 233

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030

Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030 Voorstelling van de nieuwe transportvooruitzichten voor België tegen 23 18 September 212 Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 23 Marie Vandresse, Energie-Transport Team, Federaal Planbureau

Nadere informatie

Nota MORA-secretariaat

Nota MORA-secretariaat Nota MORA-secretariaat Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest over de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woon-werkverkeer van loontrekkenden uit de privésector Aanvullende nota van het MORA-secretariaat

Nadere informatie

Klankbordgroep. Inhoud. Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid

Klankbordgroep. Inhoud. Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid Klankbordgroep Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid Amersfoort 10 januari 2012 Albert Nauta, Chantal van der Krogt Inhoud 1. Doel verkeersstudie 2.

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse

Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse Samenvatting van de masterthesis van Toon Bormans met als promotor Prof.Dr.S.Proost- KUL. Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse NB: lightrail = sneltram Inleiding : 1. Kosten/

Nadere informatie

Ruimteconferentie 2011 Bijdrage parkeerbeleid aan duurzame mobiliteit

Ruimteconferentie 2011 Bijdrage parkeerbeleid aan duurzame mobiliteit Ruimteconferentie 2011 Bijdrage parkeerbeleid aan duurzame mobiliteit Bram van Luipen Hans Voerknecht Ons beeld van parkeren 2 3 Rol parkeerbeleid - Instrument om keuzes te beïnvloeden - Essentieel onderdeel

Nadere informatie

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen mei 2016

STUDIE Faillissementen mei 2016 STUDIE Faillissementen mei 2016 Maand mei: faillissementen stijgen +4,1%. Stijging vooral binnen de horeca Cumul 2016: -12,3% Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon

Nadere informatie

Doorstromingsstudie: Spitsstrook E19 Noord richting Antwerpen

Doorstromingsstudie: Spitsstrook E19 Noord richting Antwerpen Doorstromingsstudie: Spitsstrook E19 Noord richting Antwerpen Studierapport Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 40 2018 Antwerpen COLOFON

Nadere informatie

Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel

Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel Door: Rik Froma, onderzoeker verkeer en vervoer bij cluster ruimtelijke ontwikkeling Datum: 29 april 2014 0 Inhoudsopgave GEBRUIKT

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Geslacht sexe Frequency mannelijk vrouwelijk

Geslacht sexe Frequency mannelijk vrouwelijk 3.2 Gaakpppd en socio-economische kenmerken Tabel 13: Gaakpppd volgens geslacht Geslacht sexe mannelijk 49.29611 vrouwelijk 34.28252 Opvallend is het grote verschil in de gemiddelde afgelegde afstand dag

Nadere informatie

10 SAMENVATTING 23. 10.1 Schets van de steekproef. 10.2 Kencijfers huishoudens. 10.3 Kencijfers personen

10 SAMENVATTING 23. 10.1 Schets van de steekproef. 10.2 Kencijfers huishoudens. 10.3 Kencijfers personen 10 SAMENVATTING 23 10.1 Schets van de steekproef Van december 2000 tot december 2001 werd er in Vlaams-Brabant een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag uitgevoerd. Het onderzoeksgebied Vlaams-Brabant

Nadere informatie

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017 ... Graydon studie Faillissementen November 2017 1 december 2017 [Typ hier] [Typ hier] [Typ hier] Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? De annual air quality kaarten tonen het resultaat van een koppeling van twee gegevensbronnen: de interpolatie van luchtkwaliteitsmetingen (RIO-interpolatiemodel)

Nadere informatie

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

Zalmhaventoren. Technische. informatiebijeenkomst. verkeer en parkeren. Roel van Rijthoven Verkeersmodelspecialist Verkeer en Vervoer

Zalmhaventoren. Technische. informatiebijeenkomst. verkeer en parkeren. Roel van Rijthoven Verkeersmodelspecialist Verkeer en Vervoer Technische informatiebijeenkomst Zalmhaventoren verkeer en parkeren Roel van Rijthoven Verkeersmodelspecialist Verkeer en Vervoer 23-6-2016 Index Verkeersstromen en verkeersafwikkeling - Inleiding verkeersmodel

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Beeld plaatsen ter grootte van dit kader Niels van Oort Ties Brands Erik de Romph 2 Uitdagingen in het OV Kosten staan onder druk: lijnen schrappen, frequenties verlagen?

Nadere informatie

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Brussel, 21 juni 2017 Nieuwe thema-analyse van Belfius Research Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Het is voldoende bekend dat de vergrijzing een grote

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen (2016-2017) Analyserapport 1 INLEIDING Sinds 1994 voert de Vlaamse Overheid onderzoek uit naar het verplaatsingsgedrag van Vlamingen. Dit onderzoek wordt het Onderzoek

Nadere informatie

Analyse verkeerseffecten variant 2.1

Analyse verkeerseffecten variant 2.1 Analyse verkeerseffecten variant 2.1 s-gravendijkwal - Henegouwerlaan Januari 2010 Januari 2010 2 1. Inleiding Ten behoeve van de uitwerkingsfase van variant 2.1c uit de Planstudie s-gravendijkwal - Henegouwerlaan

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting... Treingebruik gaat stijgen Het treingebruik groeit in de periode 2000-2020 met gemiddeld 0,9 tot 1,5% per jaar. Deze verwachte groei is hoger dan de groei die tussen 1991 en 2006 daadwerkelijk

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Bijlage. 3 Verkeer. Verkeersmodel

Bijlage. 3 Verkeer. Verkeersmodel Bijlage 3 Verkeer Verkeersmodel Inleiding Teneinde de effecten (van de varianten) van de parallelstructuur is gebruik gemaakt van een verkeersmodel. Het verkeersmodel dat voor deze studie is gebruikt

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

MODÈLE MULTIMODAL STRATÉGIQUE DE DÉPLACEMENT POUR IRIS (MUSTI) : DESCRIPTION ET ENJEUX

MODÈLE MULTIMODAL STRATÉGIQUE DE DÉPLACEMENT POUR IRIS (MUSTI) : DESCRIPTION ET ENJEUX MODÈLE MULTIMODAL STRATÉGIQUE DE DÉPLACEMENT POUR IRIS (MUSTI) : DESCRIPTION ET ENJEUX MULTIMODAAL STRATEGISCH VERPLAATSINGMODEL VAN HET BHG (MUSTI) : BESCHRIJVING EN UITDAGINGEN 13 novembre 2018 Journée

Nadere informatie

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen (2015-2016) Analyserapport 1 INLEIDING Sinds 1994 voert de Vlaamse Overheid onderzoek uit naar het verplaatsingsgedrag van Vlamingen. Dit onderzoek wordt het Onderzoek

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen januari 2017

STUDIE. Faillissementen januari 2017 STUDIE Faillissementen januari 2017 01/02/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS Brabantnet - Stand van zaken drie tramlijnen

nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS Brabantnet - Stand van zaken drie tramlijnen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Brabantnet - Stand van zaken

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid

Nadere informatie

Project plan-mer. Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe) A1/E19 (Machelen) Advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

Project plan-mer. Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe) A1/E19 (Machelen) Advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DE GEWESTELIJKE ONTWIKKELINGSCOMMISSIE REGION DE BRUXELLES-CAPITALE LA COMMISSION REGIONALE DE DEVELOPPEMENT Project plan-mer Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe)

Nadere informatie

Documentair onderzoek naar proefprojecten in het kader van de kilometerheffing

Documentair onderzoek naar proefprojecten in het kader van de kilometerheffing Documentair onderzoek naar proefprojecten in het kader van de kilometerheffing Dr. Inge Mayeres en Dr. Carolien Beckx VITO 13/09/2013 Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de wetenschappelijke

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie