nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS Brabantnet - Stand van zaken drie tramlijnen

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 419 van KATIA SEGERS datum: 15 december 2016 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Brabantnet - Stand van zaken drie tramlijnen Het Brabantnet bestaat uit de volgende drie tramlijnen: de tramverbinding Willebroek - Brussel-Noord, de tramverbinding Jette - Vilvoorde - Brussels Airport en de tramverbinding Brussel-Noord - Brussels Airport. In de gedachtewisseling over mobiliteit van 15 maar 2016 met minister Weyts in de commissie Vlaamse Rand zei de minister volgende zaken over Brabantnet. De minister schat de totale investeringskost op ongeveer 500 miljoen euro, zonder onteigeningen. Er wordt hierover beslist in Er zal dan ook bekeken worden of de werken al dan niet gefaseerd aangepakt moeten worden. In 2016 wordt voor Willebroek-Brussel de GRUP-procedure gestart, vervolgens het project-mer. Voor dit tracé is er interferentie met knooppunten op de A12(Meise- Westrode (of Londerzeel-Zuid)). Ook voor Jette-luchthaven wordt de GRUP-procedure (waar nodig) gestart en vervolgens het project-mer. Voor de luchthaventram wordt dit jaar ook het project-mer opgemaakt. Voor de luchthaventram is er bovendien een akkoord met Brussel nodig. Die besprekingen lopen in het kader van het Memorandum of Understanding (MOU). De minister denkt dat de laatste knopen op het politieke niveau doorgehakt zullen worden in een rechtstreeks gesprek tussen de Vlaamse en Brusselse minister-presidenten en de ministers van Mobiliteit. Om sneller hoogwaardig openbaar vervoer op het tracé Willebroek-Brussel te organiseren werd in een maatschappelijke kosten-baten analyse onderzocht of op dit tracé de trambus een mogelijk alternatief is. Uit de MKBA bleek echter dat een trambus op het tracé naast de A12 geen volwaardig alternatief bleek. De minister stelde als antwoord op een schriftelijke vraag van 4 oktober dat er onderzocht moet worden of er met een gelede bus op een aparte busbaan (pechstrook A12) kan gewerkt worden. Deze vaststellingen nopen mij tot een aantal vragen. 1. Wat is de huidige stand van zaken van de tramverbindingen Willebroek-Brussel en Jette-Zaventem? 2. Wat betreft de tramverbinding Willebroek-Brussel: a) Wat is de kostprijs van deze tramverbinding?

2 b) Welke stappen dienen er op dit moment nog te worden gezet om de tramverbinding te realiseren? Wat is de timing van deze stappen? Wat is de kostprijs van elke stap? c) Wanneer zal de tram effectief op dit tracé rijden? d) Hoeveel mensen zal de tram vervoeren per rit? e) Welke frequentie zal de tram op dit tracé hebben binnen en buiten de spits? f) Welke stappen zullen er worden gezet om sneller tot hoogwaardig openbaar vervoer te komen op dit tracé? g) Welke vorm van openbaar vervoer zal dit worden? En hoe zal de minister dit realiseren? h) Wat is het verschil tussen het voorkeurstracé van de tram en het tracé van het alternatief voor hoogwaardig openbaar vervoer? i) Wat is de kostprijs om dit hoogwaardig openbaar vervoer te realiseren? j) Hoeveel passagiers zal dit openbaar hoogwaardig vervoer kunnen vervoeren per rit? k) Wat zal de frequentie zijn van dit hoogwaardig openbaar vervoer binnen en buiten de spits? l) Wanneer zal dit hoogwaardig openbaar vervoer operationeel zijn? 3. Wat betreft de tramverbinding Jette-Zaventem: a) Wat is de kostprijs van deze tramverbinding? b) Welke stappen dienen er op dit moment nog te worden gezet om de tramverbinding te realiseren? Wat is de timing van deze stappen? Wat is de kostprijs van elke stap? c) Wanneer zal de tram effectief op dit tracé rijden? d) Hoeveel mensen zal de tram vervoeren per rit? e) Welke frequentie zal de tram op dit tracé hebben binnen en buiten de spits? f) Zal de minister voor de realisatie ven de tramverbinding al in hoogwaardig openbaar vervoer voorzien op dit tracé? g) Welke stappen zullen er worden gezet om sneller tot hoogwaardig openbaar vervoer te komen op dit tracé? h) Welke vorm van openbaar vervoer zal dit worden? En hoe zal de minister dit realiseren? i) Wat is het verschil tussen het voorkeurstracé van de tram en het tracé van het alternatief voor hoogwaardig openbaar vervoer? j) Wat is de kostprijs om dit hoogwaardig openbaar vervoer te realiseren? k) Hoeveel passagiers zal dit openbaar hoogwaardig vervoer kunnen vervoeren per rit? l) Wat zal de frequentie zijn van dit hoogwaardig openbaar vervoer binnen en buiten de spits? m) Wanneer zal dit hoogwaardig openbaar vervoer operationeel zijn?

3 BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN ANTWOORD op vraag nr. 419 van 15 december 2016 van KATIA SEGERS 1. Voor de tramverbinding Willebroek-Brussel werd reeds het ontwerp-grup opgesteld. Het ontwerp-grup wordt nu op voordracht van collega minister Schauvliege zo spoedig mogelijk aan de Vlaamse Regering overgemaakt met het oog op de voorlopige vaststelling ervan. Daarna kan het openbaar onderzoek worden georganiseerd met het oog op de definitieve vaststelling van het GRUP. Zowel de voorlopige als de definitieve vaststelling van het GRUP zijn voorzien in Voor de tramverbinding Jette-Zaventem besliste de Vlaamse Regering op mijn voordracht op 25 november 2016 om in 2019 met trambussen te starten als opstap naar de tramverbinding. Onderzoek wees immers uit dat de optie van een trambus met gerichte doorstromingsmaatregelen een hogere MKBA-score haalde dan de initiële tram. In 2017 en 2018 wordt binnen de MOW-middelen in totaal alvast 90 miljoen euro uitgetrokken voor de realisatie van deze doorstromingsmaatregelen, de aankoop van de voertuigen en het voorzien in een gepaste stelplaats. 2. a) De investering voor de infrastructuur voor de tramverbinding Willebroek-Brussel wordt geraamd op 265,6 miljoen euro. b) De voorlopige en definitieve vaststelling van het GRUP is voorzien in Het verdere tijdspad om de sneltram te realiseren is afhankelijk van verschillende factoren, zoals (lokale) vergunningen, inpassing van de werkzaamheden in overleg met de lokale besturen,... c) Zie antwoord 2. b) d) De aantrekkelijkheid van een sneltram in volledig vrije bedding tussen Willebroek en Brussel wordt geraamd op reizigers per uur in de spits. e) In de spits zou de sneltram een frequentie hebben van zes ritten per uur per richting (elke 10 minuten) en in de daluren een frequentie van vier ritten per uur per richting (elke 15 minuten). f) In afwachting van de tram wordt binnen de Task Force doorstroming momenteel onderzocht met welke ingrepen de huidige bussen op de as Willebroek-Brussel kunnen genieten van een hogere doorstroomsnelheid. De as is binnen deze Task Force doorstroming immers naar voor geschoven als 1 van de 6 prioritaire assen om op te waarderen tot hoogwaardig openbaar vervoer teneinde de verbinding nog sneller nog aantrekkelijker te maken. g) Dergelijk hoogwaardig openbaar vervoer biedt met comfortabele voertuigen snelle verbindingen met een voldoende hoge frequentie aan. Onderzoek gaf aan dat de huidige generatie trambussen nog niet de noodzakelijke snelheid haalt op deze as. Voor de opwaardering tot een HOV-verbinding wordt dus in de eerste

4 plaats naar specifieke doorstromingsmaatregelen gekeken om de verbinding sneller te maken en daardoor de commerciële snelheid t.o.v. de wagen en dus ook de aantrekkelijkheid te verhogen. h) In de Alternatieven-studie HOV Willebroek-Brussel 1 werden de zes onderstaande tracés onderzocht: i) De kosten verbonden aan het snel kunnen opwaarderen van de betreffende as tot HOV zullen binnen de Task Force doorstroming verder in kaart worden gebracht. j) Dat zal afhangen van de specifieke maatregelen die weerhouden worden. k) Op dit ogenblik rijden er snelbussen op de lijnen 460 en 461 tussen Boom en Brussel. Afhankelijk van de hertekening van het bestaande aanbod naar een transparant gelaagd netwerk conform de conceptnota basisbereikbaarheid kan de uitkomst zijn dat als onderdeel van het kernnet de frequentie van dergelijke lijn wijzigt. l) Ook dit zal afhangen van de weerhouden maatregelen. Net zoals dat bij de ringtrambus het geval is, is het een pluspunt dat bij een snelle opwaardering tot een HOV-verbinding deze verbinding optimaal mee kan dienen als een minder hinder maatregel wanneer de werken aan de ring rond Brussel R0 plaatsvinden. 3. a) De aanleg van de infrastructuur voor een volwaardige tramverbinding wordt geraamd op 169,8 miljoen euro. b) De eerste stappen die nu worden gezet naar de tramverbinding, is het inzetten van trambussen als opstap naar de tram. Daar waar de Ringtrambus het traject van de Ringtram zal volgen, zal de trambus in eigen bedding rijden; dit zijn segmenten 1, 2, 5 en 7. Daar waar de Ringtrambus het traject van de Ringtram niet volgt, zullen de 1 Alternatieven-studie HOV Willebroek-Brussel te raadplegen op: BROEK-BXL_ _tcm pdf

5 infrastructuuraanpassingen beperkter zijn en zal de trambus niet volledig in eigen bedding rijden; dit zijn segmenten 3, 4, 6 en 8. Voor segmenten 3, 4, 6 en 8, waar de tram zou afwijken van de bestaande wegen (en waar vaak grote infrastructuur-kunstwerken, zoals tunnels, noodzakelijk zijn), is een RUP noodzakelijk. c) De focus ligt nu op de snelle realisatie van deze HOV-verbinding aan de hand van trambussen. d) De aantrekkelijkheid van een tram in volledige vrije bedding wordt geraamd op reizigers per uur in de spits. Dit is een gemiddelde van 321 reizigers per rit in de spits. e) In de spits zou de Ringtram een frequentie hebben van zes ritten per uur per richting (elke 10 minuten), in de daluren een frequentie van vier ritten per uur per richting (elke 15 minuten). f) De eerste stappen die nu worden gezet naar de tramverbinding, is het inzetten van trambussen als opstap naar de tram. g) 1. Infrastructuurwerken: heraanleg van de wegen om de doorstroming van de Ringtrambus te garanderen: 2. Trambus-voertuigen: bestek en aanbesteding in 2017, constructie voertuigen in 2018, levering in Stelplaats: keuze en aanschaffen terrein in 2017, bouw stelplaats in 2018, operationeel in Exploitatie: Aanwerven chauffeurs, proefrijden en marketing voor de Ringtram met het oog op een exploitatie in 2019.

6 h) Het HOV zal aangeboden worden aan de hand van hybride trambussen die maximaal in eigen bedding rijden. i) Daar waar de Ringtrambus het traject van de Ringtram zal volgen, zal de trambus in eigen bedding rijden; dit zijn segmenten 1, 2, 5 en 7. Daar waar de Ringtrambus het traject van de Ringtram niet volgt, zullen de infrastructuuraanpassingen beperkter zijn en zal de trambus niet volledig in eigen bedding rijden; dit zijn segmenten 3, 4, 6 en 8. j) De investeringen voor de Ringtrambus worden geraamd op in totaal 90 miljoen euro: - 59,2 miljoen euro voor infrastructuurwerken voor de (tram-)busbanen; - 14,8 miljoen euro voor een stelplaats voor (tram-)bussen; - 15 miljoen eurovoor de aankoop van 15 trambusvoertuigen.

7 k) De aantrekkelijkheid van Ringtrambus tussen de Heizel en Brussels Airport wordt geraamd op reizigers per uur in de spits. l) Spitsuurfrequentie: acht ritten per uur per richting (elke 7,5 minuten) Daluurfrequentie: vier ritten per uur per richting (elke 15 minuten). m)het is de ambitie om de Ringtrambus operationeel te hebben in 2019 als Minder- Hindermaatregel voor de werken aan de Ring rond Brussel (R0).