MARAP II RAV BRABANT MWN januari tm augustus 2014 Toelichting Dagelijks Bestuur

Transcriptie

1 MARAP II RAV BRABANT MWN januari tm augustus 2014 Toelichting Dagelijks Bestuur 1.1 Afwijkingen productie en prestaties Productie: Na jaren van onafgebroken productiestijging lijkt het er op dat de productie zich dit jaar stabiliseert. Op de declarabele ritten (vervoer) liet Midden- en West- Brabant nog een lichte stijging zien, maar deed zich in Brabant-Noord een daling voor. De interklinische ritten (vervoer tussen ziekenhuizen) daalden in beide regio s. Dit wordt veroorzaakt door een aantal fusies en logistieke wijzigingen bij de ziekenhuizen waardoor het aantal vervoersbewegingen onderling is verminderd. Het aantal EHGV-ritten (eerste hulp, geen vervoer) steeg ten opzichte van de begroting. Dit is een gevolg van de invoer van het uitvraagsysteem ProQA op de meldkamers en de inzet van de rapid responder. Prestaties: De prestaties op het spoedvervoer met urgentie A1 is in 2014 sterk verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Hier zijn twee redenen voor: In november 2013 werd DIA (directe inzet ambulance) ingevoerd. Dit houdt in het kort in dat een ambulance bij spoedvervoer al door de meldkamer wordt uitgestuurd voordat de definitieve indicatiestelling A1 of A2 bekend is. Door deze manier van uitsturen werd, geheel volgens verwachting, een forse verbetering op de aanrijtijden A1 gerealiseerd. De meeste kinderziekten van het nieuw ontwikkelde back-office applicatie ten behoeve van de ritadministratie en facturatie zijn vorig jaar opgelost. Nu er weer betrouwbare managementinformatie kan worden gegenereerd, hebben de teammanagers weer handvatten voor dagelijkse monitoring en sturing op de prestaties. Zij hebben deze taak sinds 1 januari weer enthousiast opgepakt. Prestatieafspraken: Met de zorgverzekeraars zijn per RAV prestatieafspraken gemaakt op drie aspecten van de ambulancehulpverlening; responstijd A1, uitruktijd A1 en naleving ProQA. Aan het behalen van deze afspraken zijn boetebedragen gekoppeld. Responstijd A1: De RAV MWB was in 93,8% van de A1-ritten binnen 15 minuten ter plaatse en voldoet hiermee ruim aan de te behalen prestatieafspraak met de zorgverzekeraars van 93%. De RAV BN was in 94,7% van de gevallen binnen de norm ter plaatse. Ook hier werd ruim voldaan aan de prestatieafspraak van 94%. Uitruktijd A1: Beide regio s voldoen op dit moment nog niet aan de prestatieafspraak. MWB rukte in 85,8% binnen 1 minuut uit (doelstelling 90%). BN behaalde een percentage van 90,1% (doelstelling 91%). De resultaten van de laatste maanden laten een verbetering zien, waardoor de jaardoelstelling bij de RAV BN haalbaar lijkt. In MWB is de achterstand helaas dermate groot dat deze niet meer ingehaald kan worden. Onderzoek naar oorzaak van het achterblijven en verbetering van de uitruktijden is opgestart. Naleving ProQA: De meldkamer Brabant-Noord behaalde een score van 95% en voldoet daarbij aan de doelstelling (95%). De nalevingsscore van de MKA MWB (92,5%) voldoet nog niet

2 aan de doelstelling (94%). Echter, gezien de ontwikkelingen lijkt de afspraak voor de MKA MWB nog haalbaar. Aan het einde van deze tweede marapperiode is de prognose dat drie prestatieafspraken zeker behaald gaan worden. Twee afspraken kunnen nog behaald worden, en één (uitruktijd MWB) wordt zeker niet meer behaald. Dit betekent in het meest gunstige geval een boete van en in het meest ongunstige geval een boete van in totaal. 1.2 Afwijkingen exploitatie Algemeen De begrote en de geprognosticeerde resultaten zien er per afdeling in totaliteit als volgt uit: (in euro s) Begroting 2014 Verwachting 2014 MKA Brabant-Noord MKA Midden- en West-Brabant RAV Brabant-Noord RAV Midden- en West-Brabant Overige activiteiten Totaal De belangrijkste afwijkingen zijn hieronder beschreven. MKA Midden- en West-Brabant De inschatting is dat 2014 wordt afgesloten met een positief resultaat van Dit positieve resultaat wordt vooral veroorzaakt door lagere loonkosten en personeel derden dan begroot. Er is minder formatie ingezet en minder gebruik gemaakt van uitzendkrachten, dat mogelijk is vanwege een laag ziekteverzuim. RAV Brabant-Noord Er wordt voor 2014 een positief resultaat verwacht van Dit positieve verschil wordt grotendeels veroorzaakt door onderstaande afwijkingen: lagere loonkosten ad , vooral doordat er minder formatie ingezet wordt om de geplande paraatheid te realiseren. Een lagere formatie is mogelijk vanwege het lage ziekteverzuim en doordat de formatie te ruim was begroot. Verder zijn er minder FLO kosten (functioneel leeftijdsontslag) dan begroot en is er een lagere loonindex dan waar bij de begroting rekening mee gehouden is; een daling van de overige bedrijfskosten ad , doordat er minder communicatie- en automatiseringskosten zijn dan begroot; hogere overige personeelskosten ad vooral vanwege meer scholingskosten. RAV Midden- en West-Brabant Er wordt voor 2014 een positief resultaat verwacht van , dit wordt grotendeels veroorzaakt door: lagere loonkosten en personeel derden ad , vooral doordat er minder formatie wordt ingezet, omdat er minder paraatheiduitbreiding wordt gerealiseerd dan begroot. Verder is er een lagere loonindex dan begroot;

3 een lagere dotatie aan de voorziening personele knelpunten ad ; een afname van het NZa budget met Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat er minder paraatheiduitbreidingen wordt gerealiseerd dan begroot; een toename van de overige bedrijfskosten van , door een stijging van de energiekosten, vanwege hogere eindafrekeningen Verder zijn er kosten voor het aanpassen van het elektronisch planbord. 1.3 Ontwikkelingen en beleid Invoering Wet Ambulancezorg De RAV Brabant-Noord en de RAV Midden- en West Brabant zijn door de minister van VWS, met ingang van 1 januari 2013 voor de duur van vijf jaar aangewezen als Regionale Ambulancevoorziening in haar beide regio s. In deze periode van vijf jaar wil de minister haar definitieve standpunt ten aanzien van de organisatie van de ambulancezorg bepalen. Bij het bepalen van dit standpunt zal de minister de ontwikkelingen rondom de vorming en mogelijke opschaling van veiligheidsregio s en meldkamers evenals de ontwikkelingen binnen de acute zorg zwaar laten meewegen. Dit geldt ook voor de invoering van de landelijke benchmark en prestatiebekostiging. De nieuwe bekostiging- en financieringssystematiek, die is gebaseerd op het in 2013 geactualiseerde referentiekader, is op 1 januari 2014 in werking getreden. Uitvoeren paraatheidsplan conform referentiekader S&B Met de zorgverzekeraars is in maart overeenstemming bereikt over de inzet van de extra middelen. De RAV BN heeft zijn (bescheiden) paraatheidsuitbreiding al in 2014 gerealiseerd. Gezien de omvang van de uitbreiding in MWB (en de werving en opleiding van de daarvoor benodigde medewerkers) wordt deze pas in 2015 afgerond. Landelijke Meldkamer Organisatie In het kader van de landelijke opschaling van 25 naar 10 meldkamers is hiervoor door de minister van V&J opgerichte de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO), onder leiding van de begin 2014 benoemde Landelijke Kwartiermaker, gestart met een nulmeting van alle huidige 25 gemeenschappelijke meldkamers. Ook de beide meldkamers ambulancezorg van de RAV Brabant MWN in Tilburg en Den Bosch worden bij deze nulmeting betrokken. Doel van de nulmeting is, met het oog op de transitie van de meldkamers van de Veiligheidsregio s naar de LMO, inzicht verkrijgen in de technische en financiële staat van de meldkamers en de wijze waarop de governance is vormgegeven. 1.4 HRS Vanwege de geplande paraatheidsuitbreiding was de instroom van medewerkers in 2014 fors hoger dan de uitstroom. Er werden 26 nieuwe medewerkers aangenomen, en er stroomden 6 medewerkers uit. De RAV Brabant MWN kent al jaren een zeer laag ziekteverzuim: met 3,57% scoort men ruim onder de landelijke norm van 5%. Een enkele afdeling zit iets boven de norm vanwege een aantal langdurig zieken. Doelstellingen A3-jaarplan: de RI&E-cyclus is operationeel, en de 10 belangrijkste verbeterpunten uit de RI&E zijn uitgevoerd. De realisatie van een HR-beleidsplan is

4 uitgesteld naar 1 juli Ook het afronden van de acties omtrent actieve profilering toekomstige arbeidsmarkt is doorgeschoven naar Scholing en medisch stafbureau Er zijn in deze marapperiode 10 nieuwe medewerkers geslaagd voor de initiële opleiding, de overige 12 zullen de opleiding in de loop van 2014 afronden. Het landelijke assessment werd afgelegd door 60 personen, waarvan er 24 zonder meer competent werden verklaard. Er werden 34 medewerkers competent met aandachtspunten verklaard. Dit betekent dat zij op bepaalde aspecten extra geschoold gaan worden. Twee ambulanceverpleegkundigen werden niet competent verklaard. Deze medewerkers gaan een op maat gemaakt scholingstraject doorlopen, waarna hun bekwaamheid opnieuw wordt beoordeeld. Doelstellingen A3-jaarplan: Het meerjarenbeleid Scholing is inmiddels gereed, en zowel het bekwaamheids- als het meerjarenbeleid MSB (medisch stafbureau) zullen uiterlijk 31 december 2014 gereed zijn. Het project Patiëntveiligheid verloopt volgens schema, en zal in 2016 in zijn geheel zijn afgerond. 1.6 Kwaliteit Incidentmeldingen: De incidentmeldingen worden binnen de regio afgehandeld op een manier die veilig is voor de medewerker. Dit biedt een krachtige mogelijkheid voor verbetering, immers dichtbij de medewerkers. Als verbetering voor de hele RAV relevant is, zijn verbetervoorstellen opgesteld. Er zijn 96 incidenten gemeld in deze marapperiode. Hiervan zijn er inmiddels 79 afgehandeld en opgevolgd door verbeteracties. Meldingsformulieren: In de eerste acht maanden van 2014 werden er 67 meldingsformulieren ingediend, waarvan er nog 24 in behandeling zijn. Het overgrote deel (46) van de meldingen zijn ingediend in de vorm van een idee of voorstel. In 11 gevallen kwam de melding voort uit een incidentmelding, in 3 gevallen uit een klacht. Auditplanning: Er zijn in de eerste acht maanden van dit jaar nog geen audits uitgevoerd. Alle audits van 2014 worden in week 45 uitgevoerd. 1.7 Klachten Er kwamen 32 klachten binnen, die op één na allemaal binnen de afgesproken termijn van 6 weken werden afgehandeld. Het aantal klachten nam af ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, en de tijdige afhandeling verbeterde van 84% naar 97%. Het merendeel van de klachten werd afgehandeld via een persoonlijk gesprek met schriftelijke bevestiging achteraf. Het overgrote deel van de klachten betrof behandeling, bejegening of een combinatie van deze twee. Sinds kort is de klachtenafhandeling een onderdeel van de Toezichtcommissie zorg. In de Toezichtcommissie zorg worden de meldings- en evaluatieprocessen bewaakt en worden op basis van analyses verbetervoorstellen geformuleerd.

5 1.8 Communicatie Doelstellingen A3-jaarplan: Er is een start gemaakt met inventariseren van verhalen voor de RAV-weblog. De realisatie van de weblog zelf is doorgeschoven naar De acties omtrent eenduidige communicatie naar buiten toe en een uniforme uitstraling van huisvesting en middelen zijn eveneens doorgeschoven naar ICA Doelstellingen A3-jaarplan: Het informatiebeleid RAV is bijna afgerond en zal in november in het MT-RAV worden gepresenteerd. Daarnaast wordt er gewerkt aan een algemeen beveiligingsbeleid waarin ook specifieke aanbevelingen voor de RAV worden meegenomen.