GEMEENTERAADVANBERGEN TIENDE VERGADERING

Transcriptie

1 RNO GEMEENTERAADVANBERGEN TIENDE VERGADERING Q P z P <y$^ergadfrln G d.d. 18 OKI 2007 te* Donderdag 13 September 2007, des namiddags om uur. VOORZITTER: burgemeester drs. J.M.M. Polman AANWEZIG: de dames: J.G.M. de Koning-van de Casteel, M.J.P. van Kemboade, YJyJiiM.Kammeijer- Luycks. de heren: A.J. van Es, F.M.J. Hagens, LC.J. Wijten, G.J.F. Akkermans, G.M.P.M. Nefs, R. Ravensteijn, R. Tepper, C.A. van Pul, A.J. van derwegen, Ph.A. Aertssen, P.M.I.van den Kieboom, B. Sabudak, J.A.S.H. Verbeem, mr. E.W.C.M. Rampaart, P.M.M. Roosendaal, L.A.M. van Loon, W.C.E. Musters, F.A.C. Mouws, P.J.W.J. Slijpen, J.G. Huismans, A.J.M. Coppens, A. Van Dijk, W.P. Huijgens, A. Harijgens, L.H. van der Kallen. WETHOUDERS: de dames: A.J.P.M. Veraart de heren: A.J.F.M. Linssen, drs. A.F.M. Siebelink, A.J. Hagenaars, M.J.P. van Eekelen AFWEZIG: de dames: A.J.A. Nuijten-van Aard de heren: J.P. Gabriels, P.A.M. van der Velden, L.C.A. Withagen, E.C.A. van den Eijnden GRIFFIER: de heer F.P. de Vos. Na het uitspreken van het openingswoord gaat de voorzitter verder als volgt. 1. Opening. De VOORZITTER: Wij zijn gekomen bij de opening van onze vergadering. Ik heet u alien zeer van harte welkom, leden van de raad, college, ambtenaren publieke tribune, overige belangstellenden, gasten van de raad, wij hebben twee speciale gasten van de raad vanavond, en niet in de laatste plaats ook de luisteraars van de BRTO thuis. Wij hebben bericht van verhindering ontvangen van mevrouw Nuijten, de heren Van der Velden, Withagen, Gabriels en Van den Eijnden. Het is goed om te weten dat namens raad en college een boeket bloemen is bezorgd bij ons geach raadslid de heer Withagen vanwege zijn thuiskomst uit het ziekenhuis, We wensen hem alle beterschap toe. Het is misschien ook goed, voordat we tot vaststelling van de agenda overgaan, hier op deze plek te zeggen dat in navolging van ons moment van stilte afgelopen maandag vandaag op een hele waardige, ook eervolle manier afscheid is genomen van Thijs Geers. Eerst in de Goddelijke Voorzienigheid kerk, parallel daaraan konden mensen dat volgen in Sporthal Gageldonk, waar ook daar op de parkeerplaats buiten ook nog honderden mensen via een geluidsinstallatie de dienst hebben kunnen volgen. Na afloop van de dienst is een erehaag gevormd aan de Gagelboslaan, waar zeker meer dan duizend mensen hebben geapplaudisseerd voor Thijs Geers. Het is goed om dit op deze plek te zeggen, omdat ik namens de familie ontzettend dank wil zeggen aan alle medewerkers van de gemeente. Ambtenaren hebben zich de afgelopen dagen onvoorstelbaar ingezet om ook bij te bijdrage aan allerlei organisatorische voorzieningen die nodig waren en ook politie en brandweer hebben zich onvoorstelbaar goed ingezet. Vanaf deze plek ook dank voor die ondersteuning, vooral ook mede namens de familie. 2. Vaststelling agenda. De VOORZITTER: Wij zijn dan gekomen bij de vaststelling van onze agenda. Daar zijn al wat wijzigingen vooruitgesneld. Ik heb begrepen dat er in ieder geval een ordevoorstel is om een punt van de agenda te halen vanuit de GBWPfractie. Ik geef de heer Van Loon daartoe graag het woord.

2 De heer VAN LOON: GBWP en Lijst Linssen willen graag het onderwerp dat vanavond aan de orde zou zijn gekomen wat betrefl de Zeeland, vaststelling van de randvoorwaarden, uitstellen en verzoeken dat eerst te behandelen in de commissie ad hoc en daarna in de reguliere raadsvergadering van oktober. De reden daarvoor is dat we met zijn alien zorgvuldig de nieuwe stukken die zijn binnengekomen kunnen bekijken, van gedachten kunnen wisselen in de vergadering van de commissie ad hoc om zo zorgvuldig een besluit te kunnen nemen voor dit project. De VOORZITTER: Dank u wel. Kunt u daar alien mee instemmen? Dat is het geval? De heer VAN DER KALLEN: Ik vind het wat merkwaardig gekozen, want als je zegt zorgvuldig dan zou dat de suggestie in zich hebben dat als je tot behandeling vanavond zou komen bijvoorbeeld van het voorgaande voorstel, dat dat niet zorgvuldig zou zijn. Ik heb me toch wel een beetje afgevraagd de afgelopen dagen wat nu eigenlijk de bedoeling is van het geheel. Ik heb me erover verbaasd dat een aantal fracties middels het verlangen van een spoeddebat in feite de eventuele opposanten van de gemeente als het ware munitie hebben verschaft voor een procedure. De VOORZITTER: Ik moet u heel even onderbreken. Het gaat nu even om de vraag of u het ermee eens bent dat het voorstel zoals dat nu op de agenda staat van de agenda wordt afgevoerd. De heer VAN DER KALLEN: Ik ga in, voorzitter, op de motivatie die gebruikt is. De VOORZITTER: Kunt u dat kort houden, ik zou niet een inhoudelijke discussie over dat onderwerp willen, daar waar het nu om een ordevoorstel gaat om dat onderwerp van de agenda te halen. De heer VAN DER KALLEN: Voor mij is dit niet een inhoudelijke discussie, ik ga in op de motivatie. Ik vind die motivatie jammer, want die zegt voor een deel dat het voorbereidende traject klaarblijkelijk niet zorgvuldig genoeg was. Ik heb daar moeite mee. Ik kan me derhalve wel vinden in het voorstel als zodanig, als ook maar een fractie uitstel vraagt om na te denken dat ben ik gewend dat goed te keuren, maar voor mij had het niet gehoeven. De heer LOON: Bij interruptie naar de heer Van der Kallen toe. Het is zeker niet dat het niet zorgvuldig is behandeld hiervoor. Misschien dat mijn woordkeuze tout is geweest of anders had gemoeten. Het is met de beste bedoelingen gedaan om te zorgen dat ook dit voorstel op de juiste manier wordt bekeken. De VOORZITTER: Ik wil eerst even een rondje langs de raadsleden maken. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik wou graag een opmerking maken ten aanzien van het ordevoorstel. Wat ons betreft, dat is onze eerste spontane reactie, ligt er een prima voorstel en wij hadden best tot behandeling over willen gaan, maar we snappen ook wel dat er fracties zijn die het voorstel zorgvuldig willen bespreken. We stemmen dus in met het ordevoorstel. Wel wil ik toch even van deze gelegenheid gebruikmaken om de raad dan maar gelijk mee te delen dat de WD-fractie vindt dat de ad hoc commissie in het nieuwe voorstel van het college, zoals dat voor ons ligt, er weer toe doet en weer een serieuze rol speelt. Om die reden zullen wij dan ook weer graag deel uitmaken van die commissie. Mevrouw KAMMEIJER: In uw aanbiedingsbrief bij het raadsvoorstel zegt u het in wezen zelf al, u kunt zich voorstellen dat de raad vanavond niet tot besluitvorming kan komen. Het lijkt mij eerlijk gezegd een understatement. Wij waren enigszins verbaasd dat er een nieuw raadsvoorstel werd aangeboden, terwijl u eigenlijk de schriftelijke beantwoording van uw juridische adviseurs nog niet binnen had. Inmiddels is denk ik wel gebleken dat bij dit proces zorgvuldigheid het wint van snelheid. Wij zullen instemmen met het voorstel en ook met het idee met de commissie ad hoc eerst bij elkaar te komen, waarbij ik ook hoop en wil voorstellen om met de commissie ook als raad eens goed inhoudelijk te kijken hoe wij als raad, vanuit onze raadsverantwoordelijkheid, het hele proces moeten gaan insteken, hoe wij onze eigen verantwoordelijkheid daarin kunnen opnemen. De heer HARIJGENS: Toch een beetje met gemengde gevoelens. Het verstand zegt, ja je moet hier nog eens een keer zorgvuldig naar kijken. Anderzijds zit in het preadvies, zoals mevrouw Kammeijer ook al aangaf, een verkapt gebrek aan zelfvertrouwen ten aanzien van het huidige voorstel. Als je er van overtuigd bent dat het huidige voorstel voldragen is dan kun je dat in feite, met de wetenschap die we nu hebben, behandelen. Daar wordt niet voor gekozen. Ik denk op zich, nogmaals redenerend vanuit het verstand, dat het goed is om er nog eens naar te kijken. Ik sluit niet uit

3 dat er tussentijds nog een keer een gewijzigd voorstel komt. In ieder geval de suggestie die mevrouw Kammeijer doet om in die ronde de ad hoc commissie nog eens een keer naar de expertise en inhoudelijke ondersteuning te kijken deel ik van ganser harte. De heer VAN DER WEGEN: Wij zullen het ordevoorstel ook steunen. Ik heb dit al eerder namens mijn fractie de griffie laten weten en voorgesteld om inderdaad nu het college de randvoorwaarden in een gewijzigd voorstel wenst aan te scherpen de commissie ad hoc ook opnieuw de positie te geven om advies te vragen. Dus in twee stappen zorgvuldigheid inderdaad en in een reactie op de inbreng van Groen Links, het lijkt mij te alien tijde de voorkeur hebben om het verstand te laten prevaleren als we hiertot besluitvorming komen. De heer VAN ES: Ik sluit me heel graag bij de woorden van de vorige spreker aan. Met daarbij namens Lijst Linssen nog een opmerking. Ook wij vinden dat zorgvuldigheid in dit zeer ingewikkelde dossier natuurlijk voorop staat, dus wat dat betreft geen enkele moeite om de zaak nog eens goed door te nemen, goed te bestuderen. We hebben tenslotte zelfs van vandaag nog extra informatie gekregen. Wat dat betreft zorgvuldigheid. Het houdt voor Lijst Linssen niet in dat we de zaak onnodig moeten gaan vertragen, dus op het moment dat wij vender kunnen graag de ad hoc commissie bij elkaar. Als het betekent dat we, gezien de snelheid die velen van ons willen, een keer extra bij elkaar moeten komen als raad dan moet dat maar zo zijn. Wij hebben daar in ieder geval geen moeite mee. De heer MOUWS: Een simpel antwoord op een simpele vraag. Wij ondersteunen het gevraagde. De heer HUIJGENS: Ik had ook al richting de griffie aangegeven dat ik conform de reactie van de heer Van der Wegen ook voor uitstel ben. De heer VAN DIJK: Ik denk dat ik me bij de vorige sprekers allemaal aan kan sluiten. Het is inderdaad nog een beetje koffiedik kijken wat het allemaal inhoudt. De VOORZITTER: Andere leden van de raad nog? Dat is niet het geval. Ik hoorde net vanuit het college een mogelijke inbreng. U bent niet akkoord met uitstel van dit agendapunt? De heer LINSSEN, wethouder: Het college wilde zeggen, dat zijn de woorden eigenlijk die de fractievoorzitter van Lijst Linssen heeft gebruikt, dat het uiterlijk in de raad van oktober behandeld zal moeten worden als het aan het college ligt en zo mogelijk, na voldoende bestudering door iedereen, eventueel eerder. De VOORZITTER: Ik stel ten aanzien van het laatste punt voor dat in het presidium even de precieze planning wordt besproken van de commissie ad hoc en als u dat wenst in de raad. Dan concludeer is dat agendapunt 7 e, projectontwikkeling Zeelandcomplex, van de agenda is afgevoerd. Ik heb begrepen van de CDA-fractie dat men ten aanzien van agendapunt 8b er voorkeur aan geeft om het toch eerst in de commissie Bestuur & Veiligheid te bespreken. Dat betekent dat ook agendapunt 8b met uw goedvinden nu van de agenda is afgevoerd. Dat is akkoord? Een opmerking daarover van de heer Harijgens. De heer HARIJGENS: Niet ten aanzien van dit maar ten aanzien van een ander agendapunt, agendapunt 6b. In de commissie is dat verworden tot A-stuk en ik denk dat de nieuwe feiten die tot ons alien zijn gekomen aanleiding vormen om over de waterlinie toch als een B-stuk te spreken. De VOORZITTER: Ik begrijp dat u punt 6b. Voorbereidingsbesluit Westbrabantse Waterlinie dat u dat van de agenda af wilt hebben? De heer HARIJGENS: Nee, ik stel voorom dat te behandelen als B-stuk. De VOORZITTER: Behandelen als B-stuk. Daar verschillen de meningen over, begrijp ik. Het voorstel van de heer Harijgens is om van agendapunt 6b daar geen hamerstuk te maken maar dit op de bespreeklijst te zetten. Wie over dat voorstel? Mevrouw KAMMEIJER: Ik zou eigenlijk willen voorstellen om datzelfde agendapunt door te schuiven naar volgende maand. Klaarblijkelijk is een aantal belanghebbenden niet tijdig gemformeerd over het feit dat wij daar in de commissie "GRIFFIE 3 Berge

4 Ruimtelijke Ordening over gesproken hebben. Er waren geen zienswijzen, die zijn alsnog gekomen. We hebben pas vanmiddag een reactie van net college gekregen waaruit blijkt dat in ieder geval een van de briefschrijvers terecht bezwaar heeft gemaakt of een zienswijze heeft ingediend. Er is een fout gemaakt met een kaart. De andere briefschrijvers zouden heel graag gebruik maken van de mogelijkheid om in de commissie RO volgende maand hun brief toe te lichten. Mijn voorstel zou zijn dit door te schuiven naar de volgende maand. De heer HUISMANS: Ik ondersteun in ieder geval het ordevoorstel van mevrouw Kammeijer. De VOORZITTER: Dat is mooi. De heer HUISMANS: Temeer daar wij nog niet zo lang geleden een behoorlijke discussie hebben gehad in de commissie ROUB over de kracht van voorbereidingsbesluiten. Ik denk dat het recht doet aan de betrokkenen om die toch gelegenheid te geven in te spreken in de commissie. De heer VAN DER KALLEN: Ik stel dan wel voor, als we het uitstellen, dat er wordt gecommuniceerd met de subsidienten, want een daarvan, het Waterschap Brabantse Delta komt op 3 oktober bij elkaar en daar staat de subsidie voor dit op de agenda. Ik geef dat toch maar aan als een element. Voor de rest heb ik geen problemen met het uitstel. De VOORZITTER: We zullen straks het college nog even vragen of uitstel ook geen verdere problemen geeft. De heer ROOSENDAAL: GBWP had dinsdagavond een mailtje gestuurd naar de griffie dat wij als partij een ordevoorstel wilden doen. Voor alle zuiverheid hebben wij toen contact opgenomen de andere morgen telefonisch met de griffie en hebben gevraagd; willen jullie eens voor ons uitzoeken hoe de vork nu echt in de steel zit. Er komen twee, toen was het er nog maar een, vertrouwelijke brieven naar ons toe. Hoe moet je daarmee omgaan? De VOORZITTER: Dus in die zin pleit u ook voor uitstel van behandeling. De heer ROOSENDAAL: Die brieven pleiten er wel voor. Ik heb dus de griffie verzocht om dit verder uit te gaan zoeken. Wij waren toen bezig voor alle zuiverheid om uit te zoeken hoe precies de vork in de steel zit. Was met deze mensen niet gecommuniceerd of wel. De VOORZITTER: Met permissie, ik begrijp uw punt. U heeft nadere vragen naar aanleiding van de brief. De heer ROOSENDAAL: Het ging over de zuiverheid. Er was niet met die mensen gecommuniceerd. Wij wilden dus hebben dat gecommuniceerd was. Nu hebben wij dus van de dienst SROB, bestuuiiijke juridische zaken, een brief gekregen en wij vinden dat deze brief helder doorgeeft dat er goed gehandeld is bij dit raadsvoorstel. De VOORZITTER: U maakt dan een inhoudelijke opmerking. U zegt dus we kunnen gewoon een besluit nemen vanavond. De heer ROOSENDAAL: We kunnen gewoon vanavond een helder besluit nemen. De heer VAN ES: Heel kort. Gezien de beantwoording van het college die we vandaag tot ons hebben kunnen nemen hoeft het niet uitgesteld te worden. De heer AERTSSEN: Twee vertrouwelijke brieven, waar ik dus ook niet op in kan gaan, maken het lastig. De VOORZITTER: U hoeft alleen maar te concluderen of u vindt dat het uitgesteld zou moeten worden of dat het vanavond kan worden behandeld. De heer AERTSSEN: Ik concludeer op basis van de procedures die we nog hebben te gaan in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dat de belangen van die mensen, die volgens hun in het gedrang dreigen te komen, niet in het gedrang komen en wij kunnen vanavond dus gewoon een voorbereidingsbesluit nemen omdat het eerder bescherming biedt dan dat het een bedreiging is voor de mensen die daar wonen. GRIFFIE 4 Bergen op Zoom V\A4(&, J

5 De heer MOUWS: Wij ondersteunen, gezien zorgvuldige behandeling, het voorstel tot uitstel. De VOORZITTER: Nog andere leden van de raad hierover? Dat is niet het geval. Dan vraag ik even, met uw goedvinden, een reactie van het college of eventueel uitstel op onoverkomelijke bezwaren zou stuiten. De heer HAGENAARS, wethouder: Het college zou graag dit voorstel vanavond behandeld willen zien, ook in verband met de subsidies die aan dit project verbonden zijn. De eerlijkheid gebied te zeggen dat er geen strikte bezwaren zijn tegen uitstel, maar we moeten ook duidelijk voor ons hebben dat het hier gaat om een voorbereidingsbesluit waarbij, als we dat besluit nemen, briefschrijver nummer 1 het inrichtingsplan nog nadrukkelijk kan bespreken met het college, wat mij betreft ook daarover kan inspreken in de commissie ROUB van oktober. We kunnen gezamenlijk mogelijk maken dat dat gebeurt. Briefschrijver nummer 2 is eigenlijk al op zijn wenken bediend, er is een fout gemaakt en de bij het voorbereidingsbesluit behorende tekening is daartoe gewijzigd. De heer MOUWS: Bij wijze van interruptie. Is dit geen reden genoeg om het uit te stellen? De heer HAGENAARS, wethouder: U heeft de gewijzigde tekening op uw bankjes gekregen. Daarbij wordt het besluit aangepast. U neemt vanavond, als u het besluit neemt, een aangepast besluit. De VOORZITTER: Als we een besluit nemen moeten we het nadere schrijven van het college bij de besluitvorming betrekken. Dat is het punt. De heer HUISMANS: Begrijp ik het dan toch goed dat het weliswaar een voorbereidingsbesluit is, maar volgens de uitleg van het college er toch duidelijk staat dat onverlet laat dat het bestemmingsplan een natuurlijke bestemming aan die gronden geeft en dat de persoon in kwestie dan met overgangsrecht te maken krijgt. Dat stelt hem in een heel andere planologische positie. Daar mag je, denk ik, niet omwille van een subsidiesnelheid zeggen laten we dit vanavond er maar even doorheen halen. De VOORZITTER: Dit was een interruptie, Misschien goed dat wethouder Hagenaars hier even op reageert. De heer HAGENAARS, wethouder: De heer Huismans heeft het terecht over het overgangsrecht. Dat houdt in dat als het voorbereidingsbesluit wordt genomen en het bestemmingsplan kort daarna hopelijk ook door uw raad wordt aanvaard, dat het overgangsrecht geldt ten aanzien van het gebruik van de gronden van briefschrijver nr. 1 en dat hij die gronden dienovereenkomstig mag blijven gebruiken in de huidige vorm. De heer HARIJGENS: Ik had aanvankelijk voorgesteld om vanavond te behandelen. Ik hoor dat er nu toch ook een aantal fracties vraagt om uitstel om hun moverende redenen. Ik heb daarvoor maar een vraag eigenlijk aan het college en dan kan ik daar mijn gedachte op bepalen. De vraag is heel simpel. Klaarblijkelijk valt een van de briefschrijvers volledig buiten het plangebied en heeft niets met dit besluit te maken, als ik het goed begrijp. Ik vraag dat andermaal. De tweede briefschrijver, of beter gezegd de eerste briefschrijver, daar geldt dat niet voor en zal naar alle waarschijnlijkheid het een en ander moeten worden onderzocht. Kunt u garanderen dat dat allemaal binnen het nu vast te stellen voorbereidingsbesluit valt en ten tweede, kunt u garanderen dat het niet tot gevolg heeft dat de uiteindelijke ontwikkeling duurder zal worden dan voorzien? De heer HAGENAARS, wethouder: Ten aanzien van het gestelde betreffende brief 2, wat u als eerste stelde, kan ik u in het gelijk stellen. Dat is gewoon zo. Ten aanzien van briefschrijver 1 zullen wij gewoon nader in overleg moeten ten aanzien van het gebruik van de gronden. Daar waar de briefschrijver zegt de gronden te willen gebruiken conform het huidige gebruik en wij komen niet overeen om dat te wijzigen, dan zullen we dat buiten het plangebied moeten houden vooralsnog. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik stel voor dat we gewoon in stemming brengen het ordevoorstel. U heeft denk ik een duidelijke reactie gehad van het college. Ik breng dus in stemming het ordevoorstel dat inhoudt om agendapunt 6b. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ten behoeve van herstel zuidelijk deel Westbrabanse Waterlinie uit te stellen tot de volgende keer. Wie is voor uitstel? GRIFFIE 5 Bergen op Zoom

6 Voor uitstel zijn de fracties van WD, D66, SP, Groepering Leefbaarheid, BSD en CDA. 11 stemmen voor en 17 tegen, waarmee het ordevoorstel is verworpen. Dat betekent dus dat agendapunt 6b gehandhaafd blijft. Dan was er om de complexiteit nog iets te vergroten nog het voorstel om het als B-stuk te behandelen. Ik heb de indruk dat naar aanleiding van het eerste ordevoorstel u zegt het zou als een A-stuk kunnen worden gehandhaafd? Dat is niet het geval. U wenst behandeling? Dan behandelen we het als een B-stuk. Ik had de indruk dat er al zoveel inhoudelijk was gezegd bij het ordevoorstel, maar u vraagt en wij draaien, als ik het zo mag zeggen. Dat betekent dat agendapunt 6b. gewoon 6b blijft, maar dat we het op die plek, na vaststelling van 6a, gewoon als bespreekstuk behandelen. Akkoord? Dan heb ik begrepen dat de WD-fractie nog een motie vreemd aan de orde van de dag wenst in te dienen. Ik wil ze daar graag even het woord over geven. Het onderwerp betreft de zogenoemde Bosbelasting en dat gaat niet over bomen. De heer HUISMANS: Wij willen graag na een discussie in de commissie ROUB middels een motie een krachtig signaal afgeven dat we in de plannen van het kabinet om woningcorporaties en ook de locale woningcorporaties tot een afroming te laten komen van reserves voor Bergen op Zoom en de woningcorporaties en de ISV-plannen die we hebben wel eens desastreuze gevolgen zou kunnen hebben en middels deze motie een krachtig appel doen op het Kabinet en Tweede Kamer en een draagvlak zoeken via de VNG en andere gemeenten om in ieder geval te laten horen dat dit voor ons niet acceptabel is. De VOORZITTER: Het is een motie die volgens mij inmiddels ook al verspreid is. Ik stel voor dat toe te voegen onder agendapunt 9 en het wordt dan agendapunt 9b. Is dat akkoord wat u betreft? Dan is daartoe besloten. Recapitulerend, want wij hebben een aantal wijzigingen in de bestaande agenda, is punt 7 e over de Zeeland van de agenda afgevoerd. Het betekent ook dat we over de Westbrabantse Waterlinie, punt 6b. wel een bespreking hebben, dat als punt 9b is toegevoegd de motie van de WD over de zogenoemde Bosbelasting en dat agendapunt 8b als het gaat over raadsvoorstellen van de agenda is afgevoerd en in de eerstvolgende commissie Bestuur & Veiligheid aan de orde komt. Ik had zelf nog een indruk die ik even aan u voor wil leggen. Het gaat over bespreekstuk 7d. exploitatie Noordland fase I t/m IV. Ik heb signalen gekregen dat ook de CDA-fractie inmiddels akkoord is en het stuk een A-stuk zou kunnen worden. Dat is het geval? Dan stel ik voor ertoe te besluiten dat aan de A-lijst toe te voegen. De A-lijst wordt dus 6a en daaraan voegen we toe 7d. exploitatie Noordland. Dan is er misschien nog een opmerking voor een wijziging van de heer Van Dijk van de SP-fractie. De heer VAN DIJK: Het is geen wijziging, maar wij hebben ook een motie ingediend. De VOORZITTER: Dat klopt. Die is, heb ik begrepen door u gemaakt en die kan worden ingediend bij agendapunt 7a. want ik heb begrepen dat die gaat over burgerparticipatie en de Wmo. 7b? Dat is interessant. U kunt dan die motie gewoon indienen bij agendapunt 7b. Dank u wel. Prettig dat u het heeft kenbaar gemaakt, dan kunnen we het alvast verspreiden. Dan is er over de agenda toch nog een opmerking. De heer WIJTEN: Volgens mij hebben wij in juni besloten dat de herstructurering leningen voor de verenigde wijkcentra in September op de agenda zou staan. Ik wil graag van het college vernemen waarom het er niet op staat. De VOORZITTER: Die vraag kunt u wel stellen aan het college, maar de agenda maken we zelf als raad, daar gaat het college niet over. In die zin weet ik niet of het college hier iets over kan zeggen of het een stuk is of in de maak is. Heel kort wethouder Hagenaars. De heer HAGENAARS, wethouder: Het stuk is inmiddels aangepast en aangeboden aan het college. Het wordt in ieder geval de maand oktober dat het behandeld gaat worden. Ik stel voor dat het dan ook in de functionele commissie behandeld wordt. De VOORZITTER: Dank u wel. Het komt er dus aan. Kunnen we hiermee de agenda vaststellen of is er nog een opmerking? GRIFFIE 6 Bergen, op Zoom

7 De heer VAN DER WEGEN: Ik trek het mezelf aan als Presidiumlid en ik zou graag de heer Wijten willen verzoeken om voor de Presidiumvergadering die oplettendheidrichtinghet Presidium te ventileren, dan kunnen we daar de zaken tackelen. Maar excuses en goed dat hij heeft opgelet. De heer MUSTERS: Agendapunt 7b hebben wij ook door laten leiden als een B-stuk. We hebben de financiele informatie in Middelen gekregen, dus wat ons betreft kan het een A-stuk worden, maar gezien de motie van de SP zal het dus nu een B-stuk blijven. De VOORZITTER: Dank u wel. Dat betekent dat 7b toch blijft gehandhaafd als bespreekstuk. Zijn er verder nog opmerkingen bij de agenda? Echt niet? Ik zal het niet uitlokken. Met al deze opmerkingen is de agenda in aangepaste vorm door u vastgesteld. Dank u zeer. 3. Raadnotulen d.d. 28 iuni 2007 De VOORZITTER: We hebben geen opmerkingen ontvangen en kunnen ervan uitgaan dat u akkoord bent. Dat is het geval. Dan is conform besloten en vastgesteld. 4. Besluitenlijst raadsverqaderinq d.d. 28 iuni De VOORZITTER: Geldt dat ook voor de besluitenlijst? Dat is het geval en is ook de besluitenlijst vastgesteld. 5. Alqemeen. De VOORZITTER: Dat is een wel heel algemeen agendapunt. 6. A-stukken. a. Beschikbaar stellen van een krediet i.v.m. de aanschaf van een woonwaqen aan de Eikenlaan 6 te Halsteren. RVB De VOORZITTER: Akkoord? Dan is daartoe conform besloten. b. Voorstel tot het nemen van een voorbereidinqsbesluit ten behoeve van herstel zuidelijk deel Westbrabantse Wateriinie. SROB/07/035 De VOORZITTER: Dit punt is een bespreekpunt geworden. Het is misschien, voordat u tot bespreking overgaat, goed om te zeggen dat de laatste brief van het college over dit onderwerp ook onderdeel van de beraadslagingen vormt. De heer HUISMANS: Het is eigenlijk een opmerking die ik wil maken in politieke zin. Zoals ik daarstraks al zei hebben we nog maar een paar maanden geleden, ik meen bij het onderwerp Thomas Mavo, geconstateerd dat voorbereidingsbesluiten toch een bijzondere kracht hebben. Wanneer je dan vanavond in de reactie van het college ook leest dat de betrokkene Rommens, om het maar even bij naam te noemen, toch geconfronteerd wordt met een verandering van bestemming en dan weliswaar mag blijven doen wat hij doet, toch een verandering van een bestemming in overgangsrecht mag afwachten en betrokkene geeft dan aan dat hij daar indringend nog even met de commissie over wil spreken, dan heb ik menige fractie in deze raad wel eens horen zeggen, als een burger wil inspreken moet een burger inspreken. Dat principe wordt vanavond dus blijkbaar losgelaten. Dat doet me pijn, temeer daar we die constatering enkele maanden geleden hebben gemaakt van bij een voorbereidingsbesluit moetje je als raad aan de voorkant teweerstellen of in ieder geval burgers de kans geven om te reageren en niet met het mes op de keel een bestemmingsplanwijziging opleggen en dan zeggen u heeft toch allerlei mogelijkheden tot procedures en u kunt planschade krijgen. Ik denk dat dit een uitstekend moment was geweest om recht te doen aan het democratisch recht van deze belanghebbende. De VOORZITTER: Er is behoefte aan interruptie. Ik zag eerst de heer Van Es van Lijst Linssen en dan de heer Roosendaal van GBWP. GRIFFIE 7 Bergen op Zpom

8 De heer VAN ES: Ik wilde toch de WD-afgevaardigde vragen of hij de brief gelezen heeft die het college geschreven heeft, waarin staat dat de heer Rommens persoonlijk uitgenodigd geweest is op 26 juni 2007, daar geen gevolg aan heeft gegeven en omdat de ligging van de eigendommen betrokken is bij de plannen ook al eerder bij de planvorming betrokken is. U doet nu net of de gemeente maar weer zijn gang gaat. Deze man is uitgenodigd en is niet gekomen. De heer HUISMANS: Ik kan u daar wel op antwoorden. Mij is bekend dat de bijeenkomst een informeel karakter had en dat in ieder geval de indruk is gewekt bij belanghebbende dat er nog een vervolgtraject aan gegeven zou worden. Dat was ook de reden dat hij de interpretatie maakt dan kan ik daar later nog op terugkomen. Dat laat onverlet dat nu hij dit signaal geeft dat het voor burgers lastig is om, als deze dingen op je dak komen, je even teweer te stellen en de dingen juist in te schatten. We hebben daar zelf nog wel eens moeite mee. Ik ga mijn standpunt niet herhalen. Ik vind dit bijzonder jammer. De heer ROOSENDAAL: De heer Rommens is persoonlijk uitgenodigd voor die informatiebijeenkomst van 26 juli en daar hadden ze dus gegarandeerd gezegd u kunt inspreken op de SROB-vergadering. Hij had dus gewoon in kunnen spreken op de reguliere vergadering. De VOORZITTER: Er zijn nu ongeveer vier mensen die de heer Huismans willen interrumperen. Misschien is het goed dat u allemaal, een voor een, uw opmerking maakt en dat vervolgens de heer Huismans gelegenheid heeft te reageren. Wie wil de heer Huismans interrumperen? Het viertal is gereduceerd tot een, alleen de heer Aertssen. De heer AERTSSEN: Ik kan me voorstellen dat de WD nog last heeft van de trauma's rond de Thomas Mavo, maar de concrete vraag die ik de heer Huismans wil stellen is eigenlijk, kan hij deze gemeenteraad uitleggen wat nu precies de overeenkomsten zijn tussen de situatie bij de Thomas Mavo en bij dit voorbereidingsbesluit. De heer HUISMANS: Nee mijnheer Aertssen, dat kan ik niet. U moet zo vaak dubbele uitleg achteraf hebben. Ik ga dit niet meer doen. U weet best waar het over gaat. De VOORZITTER: Dan geef ik gelegenheid aan andere fracties om in eerste termijn hun opmerkingen te maken. Mevrouw KAMMEIJER: Ik kan me aansluiten bij het punt dat de heer Huismans maakt als het gaat over de zorgvuldigheid van communicatie. Wij hebben zo uitgebreid en bij zoveel gelegenheden gesproken over hoe belangrijk het is, met name in dit soort RO-procedures, om burgers tijdig bij ontwikkelingen te betrekken. Dit juist omdat het vaak een heel lastige materie is. Die mijnheer is klaarblijkelijk wel uitgenodigd op een informatieavond 26 juni en kon om hem moverende redenen daar niet bij aanwezig zijn. Dat neemt niet weg dat de belanghebbenden in ieder geval uitgenodigd hadden kunnen worden voor de commissievergadering van afgelopen maand, want het enige dat men vraagt en dat is waar wij met zijn alien steeds van zeggen dat het zo belangrijk is, om te mogen toelichten wat de zienswijze daarop is. Ik vind het buitengewoon spijtig dat de meerderheid in deze commissie hem dat recht ontneemt. De heer VAN ES: Ik wil eigenlijk de term clientisme niet gebruiken, maar als we nu iedere keer bij dit soort onderwerpen, als er iemand een brief schrijft, deze discussies krijgen, dan moeten we denk ik als raad eens achter onze oren krabben en misschien wel eens gaan nadenken over een procedurewijziging. Als mevrouw Kammeijer vindt dat wij betrokkenen bij een wijziging van een bestemmingsplan of bij een voorbereidingsbesluit of welke ruimtelijke procedure dan ook moeten uitnodigen bij een commissievergadering, standaard, dat moet ze daar maar een procedurevoorstel voor indienen. Ik ga niet te pas en te onpas mensen wel of niet uitnodigen. Als je dit wilt doen moet je een lijn trekken voor iedereen. Nu wordt iedereen via de gemeentelijke infobode geinformeerd over op handen zijnde plannen. Als wij als gemeenteraad vinden dat dat anders moet, dan moeten we ook het lef hebben om daar met zijn alien in te duiken en het te veranderen. Gezien mijn interruptie op de inspreker van de WD denk ik dat de inbreng van Lijst Linssen verder duidelijk is. Mevrouw KAMMEIJER: Bij interruptie. Ik vind het toch heel apart om dit allemaal uit uw mond te horen, mijnheer Van Es, clientisme en dergelijke zaken. Ik begrijp dat u er niet toe bereid bent, maar ik denk dat een zorgvuldige communicatie en het uitnodigen van mensen die daar in het buitengebied wonen op zich wel een goede zaak is. Ook bij commissievergaderingen. Ik zal over uw suggestie in ieder geval serieus nadenken. GRIFFIE Bergen op Zc

9 De heer HARIJGENS: Voorzitter, excuseer, ik ben aan het einde van de week niet zo heel erg scherp meer, maar ik dacht dat we bezig waren met de inhoudelijke behandeling van het voorstel en ik heb het gevoel dat we nog in het proceduredebatje van zo-even zitten. Maar in ieder geval heb ik toch wat vragen als je kijkt hoe dit gelopen is. Een deel van de collega's uit de raad hoor ik zeggen er is een brief gekomen vanmiddag, ik heb die overigens nog niet gezien, maar daar zal overigens onomwonden en duidelijk in gesteld staan De heer VAN ES: Bij interruptie. De VOORZITTER: Eerst de zin van de heer Harijgens afhoren. De heer HARIJGENS: Ik weet al wat de heer Van Es wil gaan zeggen, namelijk hij ligt voor je op tafel, maar er ligt zoveel dat ik dat allemaal nog niet tot me heb kunnen nemen. Wat hier speelt is het woord van de individuele burger ten opzichte van de gemeente. Wij zijn er niet bij geweest. We moeten maar aannemen dat een van de twee gelijk heeft. Dat betekent automatisch dat de ander ongelijk heeft. Mijn vraag die ik daar overheen zet is eigenlijk heel simpel. Wat is er nu op tegen als je in de ambtelijke voorbereiding op weg bent naar het opstellen van een raadsbesluit zoals we dat vanavond geacht worden te nemen, om dan die zienswijze al mee te nemen in dat voorstel. De heer VAN ES: Toch heel even nog ingaand op het betoog van de heer Harijgens. Als je nu een betoog begint met ik heb de brief niet gelezen maar... Dit is de tweede of derde keer van de week dat ik hoor dat de heer Harijgens ergens niet is maar er dan toch volop een mening over heeft. Ik vind het onderhand niet meer kunnen. De heer HARIJGENS: Gelukkig leven we in een vrij land en mag u dat vinden, dus daar komt u mee weg. Daar waar u pleit voor een heel strenge procedure en daaraan vasthouden herken ik daarin Lijst Linssen niet meer, want volgens mij is Lijst Linssen groot geworden van clientalisme of miszeg ik daar iets aan? De heer VAN DER WEGEN: Ik vraag de heer Harijgens of hij dan ook overweegt onze procedures bij te stellen. Dat is de plaats en we moeten niet hier te elfder ure als er een uitnodiging is geweest en gelegenheid tot inspreken in de reguliere commissie, publicaties zoals we afgesproken hebben, mee komen. We volgen gewoon de lijnen zoals die er zijn. U kunt vanavond vinden wat u vindt van het voorstel en het terugwijzen, maar u moet niet beweren dat burgers tekort gedaan zijn en geen kans hebben gehad om voor hun belangen op te komen. Overigens krijgen ze die kans ook in de toekomst nog volop. Dan moet u een procedurevoorstel doen en het aanpakken. De heer HARIJGENS: Ik was de eerste vanavond die voorstelde om het voorstel in behandeling te nemen. Het gaat er mij nog niet eens zozeer om of de burger wel voldoende mogelijkheden heeft gehad om in te spreken of wat dan ook... De heer VAN DER WEGEN: Daar gaf u wel een opvatting over. De heer HARIJGENS: Het gaat er mij om, ik zal nog een keer duidelijk uitleggen waar het wel om ging, dat als kennelijk de voorbereiding van het maken van zo'n voorstel aan de orde is geweest, dat het dan een kleine moeite is om dat in elke zinnen te verwerken in het onderhavige raadsvoorstel. Het is juist daar, op dat stukje procedure, waar we misschien met elkaar nog eens over na moeten denken of dat niet heel veel van dit soort situaties tot het verleden kan doen behoren.het is maar een suggestie, doe ermee wat u wilt. Misschien is het ook wel goed dat we heel even inhoudelijk kijken naar wat ik althans in mijn beleving daarover heb aangetroffen. Er wordt vanavond wel door de portefeuillehouder gezegd tijdens het ordedebat dat mocht het zo zijn dat we er in goed overleg niet uitkomen dat ook deze potentiele bezwaarmaker, officieel is dat nog niet zo als ik kijk naar de procedure, buiten het plangebied komt te vallen. Dan zijn er denk ik alsnog een aantal zaken waar we op voorhand even zekerheid over moeten hebben. Ik meen dat de heer Rommens, de naam is toch al gevallen, ook zoiets gezegd heeft als het waterpeil dat in dat plangebied verandert en wat relatie heeft met de gronden De heer VAN ES: Bij interruptie. Die beantwoording staat ook in de brief. De heer HARIJGENS: Ik wil toch andermaal die vraag nog een keer gesteld hebben, ik heb dat impliciet gedaan, of daarmee gehandhaafd kan worden wat de portefeuillehouder toezegde in het ordedebat. Ik denk als die vragen beantwoord zijn dat we dan, wat mij betreft, in ieder geval moeten waarborgen dat er weer een mogelijkheid is, daar was u allemaal wel voor, om in oktober de belanghebbenden in te kunnen laten spreken in de commissie. Daar moet volgens 9 GRIFFIE Semen op Zoom 1

10 mij nog wel iets voor geregeld worden in de agenda, maar dat is al toegezegd. Dat zou ik toch graag nog even horen voordat ik daar definitief een besluit over kan nemen. De heer MOUWS: Ik dacht dat we goed begonnen en enig begrip voor elkaar probeerden op te brengen. Het schijnt echter dat het toch moeilijk blijft. Wij vonden het begin van het betoog van de heer Huismans goed toen hij even refereerde aan het voorbereidingsbesluit over de MAVO in Halsteren. De heer Hagenaars ging daar, vond ik, ook goed op in. Dus helemaal mee eens. Volgende keer krijgen ze wel een kans om alsnog in die commissie ROUB te komen. Ik denk dat het ook zinvol is, niet alleen eens een keer bij een raadsvergadering wat gasten voor ons uit te nodigen op vrijwillige basis en mensen die specifiek bij iets betrokken zijn met alle egards te behandelen. Het woord clientisme zou ik niet graag in de mond willen nemen naar wie dan ook, maar heel kwalijk dat het geuit wordt. Wij hebben in de commissie gevraagd, een van onze leden, wat de gemeentelijke bijdrage was. In tweede instantie nemen wij aan dat het bedrag van de gemeente komt uit de opbrengst van Rood voor Groen maar daar hebben wij nog geen definitief antwoord op. Wij zouden dat graag willen weten. De heer HUIJGENS: In tegenstelling tot de heer Van Es ben ik van mening dat de vraag van Groen Links niet beantwoord wordt in de brief, want ik vraag me ten enenmale of hoe het mogelijk is om enkele percelen uit de grondwaterstandverhoging te laten vallen, tenzij daar financiele voorzieningen voor zijn opgenomen. De heer AERTSSEN: Er is al veel gezegd, ik voeg daar niet veel meer aan toe. Wat mij stoort, er stoort mij meer, maar wat mij ook stoort is dat er hier gesproken wordt over vertrouwelijke brieven waar we niet uit kunnen citeren. Dat is heel vervelend als je deze kwestie in alle openheid wil bespreken. Wat mij ook stoort is dat de brieven als zienswijzen zijn aangemerkt. Dat mag maar dat heeft op dit moment geen enkele status. Zienswijzen dien je pas in in een procedure die gestart is nadat bijvoorbeeld een voorbereidingsbesluit is genomen. Die brieven liggen er, we kunnen er niet omheen. We zullen die brieven dan ook in de komende vergadering van ROUB zeker behandelen, waarbij de mensen die het aangaat ook de gelegenheid krijgen om hun zienswijze, wat het dan geworden is waarschijnlijk, toe te lichten. Ik hecht eraan op te merken dat juist dit voorbereidingsbesluit bescherming gaat bieden tegen ongewenste ontwikkelingen. Het is niet zo dat men het als een bedreiging moet zien doch eerder als een kans en bescherming van ontwikkelingen die wellicht gaan plaatsvinden. Dat proces moet nog volgen. De Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt deze mensen ook volop bescherming tegen ongewenste ontwikkelingen, eventueel zelfs het vergoeden van planschade. Ik heb vanmiddag ook nog even gebeld met de voorzitter van de Westbrabantse Waterlinie, want het gaat natuurlijk om een plan dat we daar willen uitvoeren, de heer Van der Kallen wees er ook al op, het gaat ook over subsidies die verstrekt gaan worden. Het plan, heb ik begrepen, zit al een beetje in de knel. Er zijn al subsidies toegekend maar subsidieverstrekking vereist een goedgekeurd bestemmingsplan. In die zin is er dus ook een zekere spanning op het project. Een maand zou wel eens een keer kunnen betekenen dat subsidies worden misgelopen. Ik heb daar geen harde aanwijzingen voor, maar het is wel zo dat subsidieverstrekking afhankelijk is van de tijd waarop het bestemmingsplan wordt vastgesteld. De heer MOUWS: Interruptie. Het is niet te hopen dat ze moeten wachten op een vastgesteld bestemmingsplan want dan kunnen we nog enige tijd wachten. Het gaat nu om een voorbereidingsbesluit. De heer AERTSSEN: Dat weet ik. Mevrouw KAMMEIJER: Als ik daarop mag aansluiten. De VOORZITTER: U sluit zich daarbij aan? Mevrouw KAMMEIJER: Op het bestemmingsplan is door Gedeputeerde Staten op onderdelen goedkeuring onthouden. Er zullen dus eerst nog hele reparatieplannen gemaakt moeten worden en vervolgens het inrichtingsplan. Het kan dus inderdaad nog even duren. De heer AERTSSEN: Ik kan dat dus niet inschatten, maar de eerste stap is een voorbereidingsbesluit en die stap moet je eerst zetten en zo snel mogelijk. Dat doen wij dus vanavond. Althans dat willen wij. De Partij van de Arbeidfractie wil dat zeker. L. GRIFFIE Bergen op zuom

11 Tot slot nog een opmerking richting de WD. Ik vind het een beetje vervelend dat u steeds komt met de Thomas Mavo want dan komen we echt in de problemen als we in de toekomst steeds weer moeten gaan zeggen we kunnen geen voorbereidingsbesluit nemen want we hebben iets gehoord. Ik denk dat we dan in de toekomst vaak gaan vastlopen met voorbereidingsbesluiten. Ik wil een zuivere afweging maken en in dit geval gaat het niet om eenzelfde situatie als bij de Thomas Mavo. De heer HUISMANS: Ik wil toch graag reageren, want ik denk dat als er een fractie is die alle voorbereidingsbesluiten per definitie zou ik willen zeggen steunt, dan is het de WD-fractie. Het ging er mij om dat bij ons de ogen ook wel een beetje open zijn gegaan mede door de discussie die het CDA heeft opgeworpen in de commissie ROUB, meerdere fracties hebben daar eigenlijk een instemmend gevoel bij gehad, dat er een grotere kracht zit achter voorbereidingsbesluiten dan je wel eens denkt. Wij hebben per definitie niet zoveel tegen voorbereidingsbesluiten. De heer AERTSSEN: Daar ben ik het mee eens. Aan de andere kant heb je als raadslid zelf ook de taak om te kijken hoe je dat moet inschatten en moet je zelf ook afwegingen maken en eventueel informatie inwinnen om te kijken hoe zwaar je dat moet wegen. Ik denk dat als je dat hier doet dat je zult zien dat het een andere kwestie is als bij de Thomas Mavo en dat we hier dus, met het grootste gemak zou ik bijna zeggen, een voorbereidingsbesluit kunnen nemen. De heer VAN DER KALLEN: Vroeger was het heel gewoon als het over een voorbereidingsbesluit ging dat ik altijd het woord voerde, meestal om te zeggen dat ik tegenstemde. Ik heb heel lang tegengestemd omdat voorbereidingsbesluiten in deze raad lichtvaardig werden genomen en met verkeerde argumenten en een verkeerd vervolg kregen. Ik ben daar van afgestapt, simpelweg omdat het college, ook het voorgaande college reeds, zich verbeterde en voorbereidingsbesluiten aanzienlijk serieuzer nam en ook de raad nam voorbereidingsbesluiten serieuzer. Dus voorbereidingsbesluiten hebben wat mijn fractie betreft hele grate waarde gehad en een groot belang. Wat ik ook jammer vond en de heer Aertssen heeft het er ook al over gehad, is de vertrouwelijkheid van de brief, want dan is het moeilijk ermee om te gaan. Het college heeft een poging gedaan om, ondanks die vertrouwelijkheid die er klaarblijkelijk om wat voor moverende redenen van de schrijvers was, daar om een bepaalde manier toch inhoudelijk mee om te gaan. Zienswijzen, zoals geformuleerd, hebben slechts een status in een bepaalde procedure. Daarvoor kunnen wel zienswijzen worden ingediend alleen de status is een volstrekt andere. Ik beschouw de brieven die ik heb mogen ontvangen, via de oorspronkelijk, wel degelijk als een soort zienswijzen op een besluit dat de raad staat te nemen. Als ik dan kijk naar het stuk dat het college heeft geproduceerd, dan is dat op zich een inhoudelijk stuk, maar ook een stuk waarvan ik zeg is dat nu wel goed. Er wordt verwezen bijvoorbeeld naar het feit dat de heer Rommens persoonlijk is uitgenodigd, maar er waren twee andere ondertekenaars van die brief. Nergens zie je dat die ook waren uitgenodigd. Dat vind ik toch een beetje van zet je de raad nu niet op een verkeerd been. Wat ik zelf in de zogenaamde vertrouwelijke brieven heel pijnlijk vond, is dat er werd verwezen naar een gemaakte afspraak met twee ambtenaren die volgens de drie briefschrijvers niet zou zijn nagekomen. Ik vind dat wel degelijk een punt dat op zijn minst in de ambtelijke organisatie een afweging verdient van zijn we daar wel juist mee omgegaan, stel dat het juist is. Als het gaat over de hydrologische situatie, peilbesluiten worden niet hier genomen, die worden op een andere plaats genomen en dan ligt ook de eventuele compensatie voor veiiiezen, schade's aan die andere organisatie. Als het gaat over de beoogde snelheid.. De VOORZITTER: Een interruptie van de heer Harijgens, kan dat mijnheer Van der Kallen. De heer HARIJGENS: Dat lijkt heel geruststellend en ik meen ook nog wel iets te weten van die peilbesluiten en compensatie, maar als dat betekent dat je daardoor laten we zeggen wat misschien wel gezien mag worden als een levenswerk, voor een deel teloor ziet gaan, dan komt dat anders te liggen. Dan past daar niet eens zozeer het aspect compensatie bij, maar dan is dat dus voorgoed verloren. Het is de vraag als wij hiermee instemmen of die hydrologische mutaties niet dusdanig van aard zijn dat er een onomkeerbaarheid ontstaat. Daarop heb ik geprobeerd antwoord op te krijgen. Ik hoop dat daar nog een antwoord op komt. De heer VAN DER KALLEN: Het voorbereidingsbesluit gaat niet over peilbesluiten, dat gebeurt echt in een ander orgaan met een andere, algemene afweging. Daar wilde ik me wel degelijk op richten. Kijkend naar dit plan dan is dat wel degelijk van groot belang. Ik vroeg niet voor niets informeer even het Waterschap met betrekking tot een substantiate subsidie. Subsidies worden meestal onder voorwaarde verstrekt en die voorwaarden betreffen niet alleen een goedgekeurd bestemmingsplan, maar ook een bepaalde realiseringstermijn. Ben je te laat dan valt die subsidie niet meer in het budgetjaar waarin het beoogd is, maar misschien wel daarna en zijn allerlei nieu- ] GRiFFIE I Bergen on

12 we besluiten nodig en krijg je weer nieuwe afwegingen. In die zin vraag ik aandacht voor het democratische gehalte, want inherent aan ruimtelijke ordeningsprocedures, soms leg je iets ter inzage, wel of geen bezwaren, je gaat er iets aan wijzigen en dan kan weer een ander benadeeld worden en er zitten wel degelijk hiaten in laat ik maar zeggen de democratische mogelijkheden van een inspreker. Mijn fractie is gewend daar zo coulant mogelijk mee om te gaan. Wij weten in deze zaal meestal heel goed hoe de procedures in elkaar steken, maar onze burgers weten dat heel vaak niet. Onze burgers zijn de echte belanghebbenden. Wij wegen en pogen tot een oordeel te komen in het algemeen belang, maar onze burgers kunnen direct in hun privaatbelang getroffen worden en het vergt van ons dat wij die burger daar zoveel mogelijk recht doen als maar enigszins mogelijk is. Dus op dat punt ondersteun ik nadrukkelijk het betoog van de heer Huismans. Resumerend, ik ben niet tegen het voorstel als zodanig, want inhoudelijk vind ik het een voorstel waar we als gemeente Bergen op Zoom, want wij zijn hier de trekker van, trots op mogen zijn. Er zijn niet heel veel gemeentes die van een dergelijk project trekker willen zijn. Het zit natuurlijk in de voorgeschiedenis van een zeer te respecteren inzet van een oud-wethouder van Halsteren en er is een ook te respecteren inzet van een oudburgemeester van Bergen op Zoom en dat maakt het natuurlijk tot een prachtig project als je kijkt hoe je cultuur en militaire traditie van deze streek weer tot stand kan brengen en tegelijkertijd belangrijke ecologische en hydrologische doelen kunt nastreven. Allemaal argumenten om voor te zijn en tempo te maken, maar tracht in het tempo maken de belangen van de burger zo zorgvuldig mogelijk te wegen. De VOORZITTER: Nog andere leden van de raad op dit punt? Dat is niet het geval. Dan is het woord aan wethouder Hagenaars. De heer HAGENAARS, wethouder: De heer Huismans van de WD heeft het gehad over de kracht van een voorbereidingsbesluit en eigenlijk is het antwoord al gegeven door mevrouw Kammeijer ook. Het betreft hier een voorbereidingsbesluit dat vervolgd wordt door een bestemmingsplanprocedure. Dat houdt in de bestemmingswijziging op zich en een aantal reparatieplannen zoals die ons voorgeschreven zijn. Mevrouw Kammeijer heeft ook gesproken over de zorgvuldige communicatie. Die zorgvuldigheid hebben we tot nu toe ook proberen te betrachten. Briefschrijver 1 is echter op dit moment moeilijk bereikbaar en in de brief die u heeft gekregen van het college is dat ook geduid. Wat wel is gebeurd is dat briefschrijver 1 het rapport van de Grontmij heeft gekregen waarin het inrichtingsplan is toegelicht. Hij heeft dat dus in zijn bezit. Het merendeel van zijn zienswijze verwijst eigenlijk naar dat inrichtingsplan. In feite, dat is door leden van de raad al aangegeven, is een zienswijze tegen een voorbereidingsbesluit op zich geen in behandeling te nemen zienswijze. Bovendien is die grotendeels tegen het inrichtingsplan. Om de communicatie ook voor u inzichtelijk te maken en daarin te kunnen participeren, denk ik dat u het recht zelf in handen kunt nemen door bij de agendering van de commissie ROUB in oktober de brieven te agenderen, waarbij briefschrijver 1 gewoon kan worden uitgenodigd om zijn belangen te verdedigen en duidelijk te maken ten opzichte van de commissie. Ik denk ten aanzien van briefschrijver 2 dat de zaak is opgelost en dat wij actief zullen communiceren met de briefschrijver en die persoon ook vragen of hiermee zijn zienswijze kan worden beschouwd als afgedaan. Ik heb eigenlijk op de heer Van der Kallen van de BSD al in eerste termijn gereageerd. Ik heb vooral gevraagd om het vandaag te behandelen om de procedures inzake subsidies verder een vervolg te kunnen geven. De heer Van der Kallen had het er ook over dat de brief nr. 1 ondertekend was door 3 personen en dat eigenlijk alleen de naam is gevallen van de eerste ondertekenaar. De twee andere ondertekenaars zijn direct aan hem gerelateerd, dus die hebben daar ongetwijfeld ook kennis van kunnen nemen of zullen daar kennis van kunnen nemen. Het CDA heeft het gehad over rood voor groen dat hier zou spelen. Dat is echter niet het geval. Groen Links had het over het waterpeil. Ik denk dat dat allemaal inhoudelijke zaken zijn die al of niet zijdelings bij het de bestemmingsplanprocedure betrokken zullen worden. Ik denk dat ik daarmee de vragen tot zover beantwoord heb. De VOORZITTER: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn of zegt u we hebben voldoende antwoorden en we kunnen stemmen? Wel behoefte aan een tweede termijn? De heer HUISMANS: Voorzitter, u volgt ook het nieuws en ook deze fractie is verdeeld, was verscheurd. Het heeft alleen niet geleid tot het verwijderen van een van de fractieleden uit de fractie, maar gelukkig is in Bergen op Zoom nog overeenstemming gekomen. Ik wil eigenlijk toch even aansluiten bij de woorden van de heer Van der Kallen. Onze fractie is er ook helemaal van overtuigd dat we ook wel eens mogen zeggen dat hier een prachtige ontwikkeling staat te gebeuren en dat zouden we in al dit procedurele bijna even zijn vergeten. De kanttekening heb ik gemaakt en wij zullen vanwege het grote belang wel voor dit voorbereidingsbesluit stemmen. ""' GRIFFIE Bergen op Zoom - -jngx^ 12 j