antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

Transcriptie

1 jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok januari februari maart juli augustus april mei juni oktober november Transportbedrijf De Haas vervoert elke dag. werkboek september december In welke maanden worden de minste vervoerd? Reken ongeveer.

2 Les Overal getallen Ongeveer hoeveel komen er in de haven aan? Spreek de getallen uit, maak daarna mooie getallen. april. mei. Hoeveel staan er ongeveer bij de haven? Er staan.. Dat is ongeveer juni. juli. Steeds minder. Maak sprongen van, of. sprongen van sprongen van.. sprongen van Kijk bij opdracht. Hoeveel ongeveer samen? april. juni.... mei. juli. samen. samen. Maak sprongen. Maak eerst de getallen van opdracht vast aan de getallenlijn. Vul daarna de getallenkaarten in Welk getal kan er op de kaartjes staan? Vul in. TD TD TD TD

3 Les Handig rekenen Hoeveel staan er op het parkeerterrein? Reken ongeveer en precies. -tallen en -tallen. Maak sommen met mooie getallen. vak A Hoeveel staan er in vak A? = vak B Hoeveel staan er in vak B? Hoeveel samen? Maak het juiste kaartje vast. Hoe weet je dat? = Hoeveel staan er samen in vak A en vak B? = Kijk bij opdracht. Wat is het juiste antwoord? Hoe weet je dat? Maak vast. Hoeveel blauwe zijn er? En hoeveel gele en hoeveel groene? Hoeveel samen? Hoe kun je dat handig uitrekenen? Vertel en schrijf. samen samen

4 Les Samen en alleen In de vakantie gaan Pinar en Ivo elke dag naar het zwembad. Een kaartje voor de fietsenstalling kost cent. Op ieder los kaartje staat een nummer met een letter ervoor. De eerste rol kaartjes begint met A, de tweede rol met B, enzovoort. Op elke rol zitten kaartjes. Je kunt ook een strippenkaart kopen met strippen. Die kost,. Hoeveel euro wisselgeld heeft de bewaker vanochtend in het geldkistje gedaan? Vandaag zijn er losse kaartjes en strippenkaarten verkocht. In het geldkistje zit,. wisselgeld Wie heeft na keer zwemmen het meest betaald voor de fietsenstalling? Hoeveel meer? Ivo koopt een strippenkaart. Pinar koopt telkens een kaartje. Hoeveel fietsen samen in week en? Hoeveel fietsen meer in week? Reken ongeveer en precies. week fietsen Ivo Pinar Hoeveel losse kaartjes zijn er deze maand al verkocht? Vandaag begin ik aan de vijfde rol. Pinar heeft, meer betaald. maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag totaal week fietsen maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag totaal = samen samen = meer in week meer in week kaartjes Kijk bij opdracht. Op het eerste kaartje in week staat C. Welk nummer heeft de laatste fiets in week? Kruis aan. Hoeveel kaartjes zijn er over? Er zijn rollen met kaartjes. mensen kopen een kaartje. kaartjes over

5 Les Meten met maten Hoeveel kinderen passen op een vierkante meter? Dit is de woonkamer van vader, moeder, Ans en Bart. Hoeveel vierkante meter ruimte heeft ieder? TRR m kinderen m Ieder heeft vierkante meter. Hoeveel kinderen passen op, en vierkante meter? Er zijn kippen. Hoeveel vierkante meter ruimte heeft elke kip? m kinderen kinderen kinderen Teken de vloer van het klaslokaal. Schrijf de maten erbij. Hoeveel vierkante meters passen op de vloer? Hoeveel kinderen passen in het lokaal? Vertel. m Elke kip heeft Een auto heeft een parkeerplaats van ongeveer vierkante meter nodig. Hoeveel kunnen parkeren op deze parkeerplaats? vierkante meter. [invulhokje] m Op de vloer passen vierkante meters. m

6 Les Meten in de ruimte Welke vormen zie je? Teken en schrijf de namen eronder. Je ziet hier een toren van dozen. Elke doos is een kubus. Teken de bouwplaat van de middelste kubus. Schrijf de maten bij de kleine en de grote kubus. cm x cm x cm cm x cm x cm cirkel bol driehoek piramide rechthoek balk vierkant kubus cm Kijk bij opdracht. Welke bouwplaten passen bij de vorm van het pakje thee? Kruis aan. cm Maak een zelfde figuur als in het voorbeeld hieronder. Gebruik de bouwplaat van opdracht. Teken de bouwplaat van de gele doos. Hieronder zie je verschillende kanten van één kubus. Hoe ziet de bouwplaat eruit? Teken. cm cm

7 Les Handig rekenen Hoeveel tegels worden er gelegd? Reken eerst ongeveer. Reken daarna precies op verschillende manieren. Bedenk verschillende sommen. Ik heb tegels gelegd. Ik heb twee keer zo veel tegels gelegd. Dat zijn tegels. Ik leg een nieuwe vloer in de garage. Ik leg rijen van tegels. Reken handig uit. Schrijf en vertel hoe je rekent. = tegels = tegels = = = = = = Teken en reken uit. D H T E D H T E x

8 Les Handig rekenen Hoeveel parkeerbonnetjes zijn er ongeveer per dag verkocht in week en? Hoeveel parkeerbonnetjes kunnen er ongeveer per week verkocht zijn? En per dag? In week zijn parkeer bonnetjes verkocht. In week is de helft van dat verkocht. week week per dag per dag In weken zijn er parkeerbonnetjes verkocht. per week per dag Kijk bij opdracht. Hoeveel zijn er precies verkocht? Hoeveel parkeerbonnetjes per week? Maak de sommen. week week In weken bonnetjes. In weken bonnetjes. In weken bonnetjes. Reken uit. Wat gebeurt er? Vertel. Maak de deelsommen. Wat gebeurt er?

9 Les Samen en alleen De tegelzetters Welke kinderen hebben samen precies hele vloer gelegd? Teken of schrijf en kruis aan. Tegelzetters betegelen vloeren, muren en nog veel meer. Meestal zijn ze niet in één dag klaar. Ik heb deel gelegd. Ik heb deel gelegd. Ik heb deel gelegd. De vloeren zijn even groot. Wie is het verst klaar? Teken en kruis aan. Ik heb deel gelegd. Ik heb deel gelegd. Ik heb deel gelegd. Ik heb deel klaar. Ik heb deel klaar. Achmed Hans Teken zelf twee vloeren die even groot zijn. Wie is het verst klaar? Kruis aan. Vloeren van tegels. Hoeveel blauwe en gele tegels in elke vloer? Vul de tabellen in. Ik heb deel klaar. Jan Ik heb deel klaar. Loes vloer A deel tegels vloer B vloer C deel deel tegels tegels vloer D vloer E vloer F deel tegels deel tegels deel tegels Kijk bij opdracht. Hoe groot is het deel van de vloer dat nog niet klaar is? Achmed heeft deel klaar. Nog niet klaar is deel. Hans heeft deel klaar. Nog niet klaar is deel. Jan heeft deel klaar. Nog niet klaar is deel. Loes heeft deel klaar. Nog niet klaar is deel. Samen. Geef telkens twee rondjes dezelfde kleur.

10 Les Meten met maten Er zijn verschillende tegelzetters aan het werk. Hoeveel tegels zijn er nog nodig? De weg van huis naar school is kilometer. Hoe ver is het nog naar school? TRR deel van de muur is betegeld. Er zijn nog tegels nodig. km km Joris heeft km gelopen. Nu nog km of m. Stijn heeft km gelopen. Nu nog km of m. Anne heeft km gelopen. Nu nog km of m. Esma heeft km gelopen. Nu nog km of m. Vul de maatbekers. Kleur. Hoeveel zit er nog in de fles? deel van de muur is betegeld. l l l cl liter cl liter cl liter Er zijn nog tegels nodig. l l l In de fles nog In de fles nog In de fles nog, l, l, l deel van de muur is betegeld. cl cl cl Er zijn nog tegels nodig. Vul in. km =, km m =, m l =, l deel van de muur is betegeld. Er zijn nog tegels nodig., km, m, l,,, m, m, l, l km km,,,,, km km km km km,,,,, m m m m m, l, l, l,, l l Wat is juist? Kruis aan. m =, m km =, km l =, l deel van de muur is betegeld. l =, l m =, m km =, km Er zijn nog tegels nodig. km =, km l =, l m =, m

11 Les Meten in de ruimte Teken de routes van de. Kleur het parkeervak van elke auto. Kijk bij opdracht. Teken de parkeerplaats tussen winkelcentrum Zuid en de kinderopvang groter na. Geef met pijlen de route aan. Naar winkelcentrum Noord. Naar de kinderopvang. Naar het politiebureau. Naar basisschool Slingerbos. Op deze parkeerplaats ontbreken de pijlen. Teken hoe de over de parkeerplaats moeten rijden. Gebruik een spiegel. Welke woorden zie je? Schrijf op. Maak zelf ook woorden in spiegelbeeld. Hoeveel kunnen hier parkeren? brandweer stop ambulance politie

12 Les Handig rekenen In welke maanden worden de meeste vervoerd? Reken ongeveer en kruis aan. Hoeveel worden met de trein vervoerd? Vul de tabel in. Transportbedrijf De Haas vervoert elke dag. Op één trein. januari februari maart juli augustus september april mei juni oktober november december Kijk bij opdracht. Hoeveel zijn er vervoerd? Reken precies. januari / februari maart / april mei / juni Kijk bij opdracht. Reken ongeveer en precies. Vul de tabel in. = D maandag treinen dinsdag treinen woensdag treinen H T E Hoeveel samen op maandag, dinsdag en woensdag? Hoeveel in de rest van de week? In totaal worden vervoerd. = D H T E

13 Les Handig rekenen Hoeveel kunnen er samen in de vakken staan? Reken ongeveer en precies. Hoeveel rijen zijn er nodig voor? Het parkeerterrein bij het stadion heeft vakken. In vak kunnen staan. Er komen nog vakken bij. D H T E in vakken In rij zijn parkeerplaatsen. in vakken = in vakken Kijk bij opdracht. Zijn er genoeg parkeerplaatsen? in vakken = Kijk bij opdracht. Hoeveel rijen van parkeerplaatsen kun je maken in vak? En hoeveel rijen van? En hoeveel rijen van? Wij verwachten nog. Er zijn nog rijen leeg. rijen van rijen van rijen van ja nee Vul in. Wat gebeurt er? Vul de tabellen in. Wat gebeurt er?

14 Les Samen en alleen Auto s sparen Onno en Lisa zijn verliefd op. Ze maken foto s en verzamelen speelgoed. Het liefst zouden ze echte in hun tuin verzamelen. Onno en Lisa zouden het liefst echte in hun tuin verzamelen. Hoe groot moet de tuin ongeveer zijn voor deze? Teken en schrijf. Onno en Lisa willen de foto s in de juiste volgorde op jaartal leggen. Gebruik de getallen tot en met. Vul de jaartallen van de in. Vul ook in hoe oud ze zijn. nummer jaartal hoe oud? Onno en Lisa hebben al gespaard. Elke auto kost ongeveer euro. Hoeveel kost de hele verzameling? De verzameling kost

15 Les Meten met maten Hoeveel kost het samen? Schrijf de bedragen in het schema en tel op. Vervoermiddelen door de jaren heen. Maak vast aan de tijdlijn., T E t h, totaal, Hoeveel kost het samen? Eerst schatten, dan precies. Kies telkens twee bedragen en vul de schema s in. Controleer met jouw rekenmachine.,,,, De eerste auto met benzinemotor.,,,,,, De eerste stoomtrein. De eerste raket. De eerste fiets. nu T E t h T E t h T E t h Het eerste vliegtuig. Hoe ziet jouw vervoermiddel voor de toekomst eruit? Teken. Schrijf erbij in welk jaar de mensen het kunnen gebruiken. vervoermiddelen nu In de toekomst ongeveer ongeveer ongeveer precies precies precies

16 Les Wizmix Getallenscrabble Je speelt het spel met spelers en dobbelstenen. Probeer een zo hoog e score te halen met het maken van getallen. De cijfers van een getal tel je op. De gekleurde vakken leveren de meeste punten op (zie puntentelling). Gooi om de beurt de dobbelstenen. Speler gooit. Je begint in het midden op het gele blokje. Je maakt een getal en schrijft het met potlood op het spelbord. Speler is aan de beurt. Je maakt een getal dat aansluit bij het getal op het bord. Als je getal past bij getallen (horizontaal en verticaal) verdien je meer punten. Wie heeft aan het einde van de les de meeste punten? puntentelling voorbeeld: Je gooit,, en. Je probeert met een hoog getal op een gekleurd blokje te komen. Dat kan bijvoorbeeld door aftrekken en vermenigvuldigen: = Het overgebleven getal erbij maakt. = punten of:, en = = punten

17 Nieuw in dit blok informatie voor ouders en verzorgers Getallen en bewerkingen Vermenigvuldigen en delen De kinderen leren samenhang zien tussen verschillende modellen voor vermenigvuldigen. Getallen en bewerkingen Handig rekenen De kinderen oefenen optellen en aftrekken met lastige getallen tot.. Zij maken gebruik van de eigen schappen van en de relatie tussen de getallen. Meten Oppervlakte en vierkante meter In dit blok maken de kinderen kennis met het bereke nen van oppervlakte in vierkante meters. Getallen en bewerkingen Breuken De leerlingen leren breuken aanvullen tot in de context van tegelvloeren. Meten Oppervlakte en breuken In dit blok leren de kinderen delen en gehelen van oppervlakten berekenen met breuken. Getallen en bewerkingen Verkennen van tellen in het getallengebied tot. De telrij binnen en rond -tallen in het getallengebied tot. wordt verkend. Meetkunde Kubussen en vierkanten De kinderen verkennen de relatie tussen een kubus en een vierkant.