Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen
|
|
- Bertha van der Berg
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni ,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden alle zijden met hetzelfde getal vermenigvuldigd. Je noemt dat getal de factor. Bij vergroten of verkleinen blijft de vorm van de figuur hetzelfde. De hoeken veranderen dus niet van grootte. Bij een vergroting of verkleining kun je een verhoudingstabel en een rekenpijl gebruiken. In de rekenpijl staat de factor waarmee je vermenigvuldigt. Deze rekenpijl kun je gebruiken om lengten te berekenen. Bij een vergroting is de factor groter dan 1. Bij een verkleining is de factor een getal tussen 0 en 1. Hoe bereken je lengten bij een vergroting of verkleining? 1. maak een tabel en zet de bekende afmetingen in de tabel. Zet lengten die bij elkaar horen onder elkaar in de tabel. 2. Bereken bij de tabel of met een rekenpijl de factor. 3. Bereken met behulp van de factor de gevraagde lengten. Een figuur en zijn vergroting of verkleining daarvan heten gelijkvormige figuren. Overeenkomstige zijden horen bij elkaar alleen dan vergroot of verkleint. Overeenkomstige hoeken horen bij elkaar alleen dan vergroot of verkleint. Hoe kun je nagaan of twee figuren gelijkvormig zijn? 1. Ga na of de overeenkomstige hoeken gelijk zijn. Zo niet, dan zijn de figuren zeker niet gelijkvormig. 2. Ga na of de overeenkomstige zijden met dezelfde factor vermenigvuldigd zijn. Zo niet, dan zijn de figuren niet gelijkvormig. 3. Is aan beide voorwaarden wel voldaan, dan zijn de figuren gelijkvormig Twee figuren zijn gelijkvormig als aan twee voorwaarden word voldaan. Bij driehoeken is 1 voorwaarde al genoeg. Twee driehoeken zijn al gelijkvormig als de overeenkomstige hoeken gelijk zijn, of als de zijden met dezelfde factor vermenigvuldigd zijn. Pagina 1 van 7
2 Bij een vergroting met factor 3 worden de afmetingen van alle zijden 3 x zo groot. De omtrek wordt dan ook 3 x zo groot. Maar bij een vergroting met factor 3 wordt de oppervlakte 3 x 3 = 9 keer zo groot. Lineaire formules Hoe teken je een grafiek bij een formule 1. Maak een tabel bij de formule 2. Teken een assenstelsel en deel de assen goed in. Kijk in de tabel welke stapgrootte geschikt is voor de assen. 3. Teken met behulp van de getallen uit de tabel punten in je assenstelsel. 4. Teken een grafiek door die punten Bij formules kun je soms ook negatieve getallen invullen. Wanneer de toename steeds hetzelfde is, dan is de bijbehorende grafiek een rechte lijn. Zo n grafiek heet een lineaire grafiek. Een formule waarvan de grafiek een rechte lijn is, noem je een lineaire formule. Bij de lineaire formule kun je een tabel maken met in de bovenste rij opeenvolgende gehele getallen en in de onderste rij getallen met steeds dezelfde toename. Deze vaste toename noem je het hellingsgetal van de lineaire formule. Het getal waar de grafiek op de verticale as begint heet het startgetal. Bij een positief hellingsgetal in een lineaire formule komt er in de tabel steeds hetzelfde getal bij. De grafiek is een stijgende rechte lijn. Is het hellingsgetal negatief, dan gaat er in de tabel steeds hetzelfde getal af. De grafiek is dan een dalende rechte lijn. Is het hellingsgetal gelijk aan 0, dan is de grafiek een horizontale lijn. Hoe maak je een formule bij een lineaire grafiek die het verband geeft tussen A en B? 1. Schrijf de formule bij de lineaire grafiek in de vorm: A = startgetal + hellingsgetal x B 2. lees het startgetal op de verticale as af. 3. Bereken het hellingsgetal. 4. Vul het startgetal en het hellingsgetal in de formule in. Getallen Bij vermenigvuldigen en delen met je rekenen in de volgorde van links naar rechts. Maar je moet eerst vermenigvuldigen en delen voordat je gaat optellen en aftrekken. Vd gaat voor Oa Hoe is de volgorde waarin je berekeningen moet uitvoeren? Pagina 2 van 7
3 1. Reken eerst uit, wat tussen haakjes staat. 2. Ga van links naar rechts vermenigvuldigen en delen. 3. Ga van links naar rechts optellen en aftrekken. Bij het vermenigvuldigen van een getal met zichzelf ontstaat een kwadraat. Zo is 49 het kwadraat van 7, want 7 x 7 = 49. In plaats van 7 x 7 kun je ook schrijven 7² Je spreekt dat uit als: 7 in het kwadraat. Op de meeste rekenmachines zit een toets x² waarmee je kwadraten direct kunt uitrekenen. Je noemt dit kwadrateren. Hoe bereken je een onbekende waarde in een formule met kwadraten? 1. schrijf de formule uit. 2. Vul de bekende waarde in de formule in. 3. bereken de onbekende waarde. Een vierkant met oppervlatkte 64 cm² heeft zijden van 8 cm, want het kwadraat van 8 is 64. Je zegt dan: de wortel uit 64 is 8. Op je rekenmachine kun je meestal wortels direct berekenen met een worteltoest. Het berekenen van wortels noem je worteltrekken. Soms levert worteltrekken een geheel getal op. Bij sommige niet. Je berekent die wortel met je rekenmachine en rondt daarna af. De wortel van een negatief getal bestaat niet. In plaats van 2 x 2 x 2 kun je 2³ schrijven. Bij 2³ heet de 2 het grondtal en 3 de exponent. Bij vermenigvuldigen van machten met gelijk grondtal kun je de exponenten bij elkaar optellen. 2³ + 2² = 2 (5) Een groot getal kun je schrijven als een vermingvuldiging van een tetal met een macht van 10. Als het voorste getal tussen de 1 en 10 ligt noem je deze vorm de standaardvorm. Grote getallen zoals passen niet op het vernster van je rekenmachine. Je ziet dan op het venster 3.2 (11) Dat betekend 3.2 x 10 (11) Je moet dan de komaa van 3.2 elf plaatsen naar rechts verschuiven, op de open plaatsen zet je nullen. De stelling van Pythagoras In een rechthoekige driehoek heten de zijden die aan de rechte hoek liggende rechthoekzijden. De zijde die tegenover de rechte hoek ligt, is altijd de langste zijde. Driehoek ABC --» ABC Pagina 3 van 7
4 De zijde van een vierkant kun je vinden door terugrekenen met de rekenpijl hiernaast. Bij het terugrekenen moet je worteltrekken op de rekenmachine gebruik je daarvoor de toets: x Bij elke rechthoekige driehoek zijn de oppervlakten van de twee vierkanten op de rechthoekszijden samen even groot als de oppervlakte van het vierkant op de langste zijde. Noem je rechthoekzijden van de driehoek a en b en de langste zijde c, dan geldt dus: A² + B² = C² Dit wordt de stelling van Pythagoras genoemd. Pythagoras was een Griekse wijsgeer die leefde tussen 580 en 500 voor Christus. De stelling van Pythagoras kun je schematisch opschrijven. Als van een rechthoekige driehoek de rechthoekzijden weet. Dan kun je met dat schema de langste zijde berekenen. Langste zijde staat onderaan. Als je van een rechthoekige driehoek twee zijden weet, dan kun je met de stelling van Pythagoras berekenen hoe lang de andere zijd is. Als er geen tekening gegeven is, maak je altijd eerst een schets en zet je de maten erbij. Hoe kun je de stelling van Pythagoras toepassen? 1. Zoek een rechthoekige driehoek op, maar er een schets van en zet de maten erbij. 2. Maak bij de driehoek een schema en vul de bekende maten in. 3. Bereken de onbekende zijde. Als je een ruimtelijk figuur recht doorsnijdt, krijg je een plat snijvlak. Zo snijvlak noem je een doorsnede. Hoe bereken je de lengte van een lijnstuk in een ruimtelijk figuur? 1. Zoek een doorsnede waarin het lijnstuk ligt. 2. Schets die doorsnede en zet de letters en de bekende afmetingen erbij. 3. Bereken het gevraagde lijnstuk. Net als in een kubus en in een balk kun je in de piramide met de stelling van Pythagoras de lente van een lijnstuk berekenen. Je moet dan een doorsnede kiezen waar dat lijnstuk in ligt. Haakjes Bij het uitvoeren van berekeningen is een rekenmachine vaak gemakkelijk. Maar dikwijls kun je het antwoord ook vinden door handig te rekenen. Formules bestaan vaak uit meer stukjes met een plus of een min ertussen. Zulke stukjes heten termen. Een letter of woord waarvan je de waarde kunt veranderen heet veranderlijke of variabele. Bij een vermenigvuldiging zoals 3 x 8 heten 3 en 8 de factoren. In de formule l = 4a + 2a zijn 4a en 2a gelijksoortige termen. Gelijksoortige termen kun je samennemen. Je krijgt dan l = 6a. In de formule v = 2p + 4q zijn 2p en 4q geen gelijksoortige termen. Deze formule kun je Pagina 4 van 7
5 daarom niet korter schrijven. De formule l = 3t -2t kun je korter schrijven als l = 1t maar kun je ook schrijven als l = t. Net zo schrijf je g = -1p meestal als: g = -p. Bij het zonder haakjes schrijven van formules waarin negatieve getallen voorkomen, is het niet altijd mogelijk een rechthoek te tekenen. Maar met behulp van een vermenigvuldigtabel kun je deze formules wel zonder haakjes schrijven. Hoe schrijf je een ingewikkelde formule korter? 1. Bedenk dat haakjes voorrang hebben. Schrijf de formule dus eerst zonder haakjes. Gebruik daarbij eventueel een vermenigvuldigtabel. 2. Neem in de formule die je dan krijgt de gelijksoortige termen samen. Ontbinden in factoren heet ook wel buiten haakjes halen. Hoe ontbind je in factoren? 1. Zoek de grootste factor waar je beide termen door kunt delen. 2. maak een vermenigvuldigtabel en vul de gevonden factor en de gegeven formule in. 3. Vul de ontbrekende factoren in. 4. schrijf de formule met haakjes. Kijk op kans Als er een baby geboren wordt, dan is de kans op een jongen even groot dan een meisje, Je kunt ook zeggen dan de kans op een jongen 50% is en de kans op een meisje 50 % is. Door goed te tellen zie je dat er in een kaartspel 52 kaarten zitten. Daar zijn 4 azen bij. Je kunt zeggen dat bij het trekken van één kaart de kans op een aas 4 op de 52 is. Bij het opgooien van een geldstuk zijn de kansen op kop en munt even groot. Als je 20 keer met een geldstuk gooit, krijg je lang niet altijd precies 10 keer kop en 10 keer munt. Je kunt voorspellen dat je ongeveer 10 keer kop krijgt en 10 keer munt zult krijgen. Het hangt van het toeval af of je iets vaker kop of juist iets vaker munt krijgt. Het komt bij het opgooien van een geldstuk wel eens voor dat je heel vaak achter elkaar kop krijgt. Veel mensen denken dat dan de kans om daarna munt te gooien steeds groter wordt. Dat is niet zo. Een geldstuk heeft geen geheugen. De kansen op kop en munt blijven 50%. Om alle mogelijke volgordes bij het gooien met twee geldstukken te laten zien, kun je een boomdiagram gebruiken. Pagina 5 van 7
6 Het is erg veel werk een volledig boomdiagram te tekenen dat past bij het gooien met twee dobbelstenen. In plaats daarvan kun je ook een klein stukje van het boomdiagram tekenen. Daaraan kun je zien dat het boomdiagram bij de eerste dobbelsteen met 6 takken begint. Aan elk van deze 6 takken zitten weer 6 nieuwe takken. Met twee dobbelstenen zijn dus in totaal 6 x 6 = 6 (2) = 36 volgordes mogelijk Bij veel telproblemen hoort een boomdiagram waarbij uit elk punt evenveel takken vertrekken. Elke keer moet een keuze gemaakt worden uit dezelfde mogelijkheid. Het aantal volgordes kun je dan met een macht berekenen. Je kunt op twee verschillende manieren ballen uit een vaas met blauwe en gele ballen pakken. 1. Je pakt een bal, schrijft op welke kleur hij heeft en doet de bal terug in de vaas. De kans op een blauwe bal biljft dan steeds hetzelfde. 2. Je pakt een bal schrijft op welke kleur hij heeft en legt hem apart. De kans op een blauwe bal en de kans op een gele bal veranderen dan. Als je uit de vaas hiernaast één blauwe bal pakt en die apart legt, wordt de kans dat de volgende bal blauw is 7 op de 19 en dat is ongeveer 37 % Oppervlakte en inhoud Van een parallellogram kun je een rechthoekige driehoek afknippen. Als je die driehoek verplaatst, kun je een rechthoek krijgen. Voor de oppervlakte van een parallellogram geldt: oppervlakte = basis x hoogte. Of korter oppervlakte = b x h Als je een parallellogram draait verandert de oppervlakte niet. Je kunt de basis zelf kiezen, de hoogte moet wel loodrecht op de basis staan. Je mag de hoogte ook buiten het parallellogram kiezen. Elke driehoek kun je zien als de helft van een parallellogram. Voor de oppervlakte van een driehoek geldt: Oppervlakte = basis x hoogte : 2 Bij een driehoek mag je net als bij een parallellogram de basis en de hoogte zelf kiezen. De hoogte moet wel loodrecht op de basis staan. De omtrek van een cirkel hangt af van de lengte van de straal. Je kunt ook zeggen dat de omtrek van een cirkel afhangt van de lengte van de middellijn. Dat is een rechte lijn die een cirkel in twee gelijke stukken verdeeld. De lengte van de middellijn heet de diameter van de cirkel. De oppervlakte van een cirkel kun je berekenen met de volgende formule: Oppervlakte = straal x straal x π Het Latijnse woord voor straal is radius. Daarom wordt voor straal ook vaak de letter r gebruikt. Vandaar de formule: oppervlakte = πr(2) Pagina 6 van 7
7 Als je van een balk de oppervlakte van de bodem en de hoogte kent, kun je de inhoud berekenen. Voor de inhoud van een balk geld de formule: Inhoud is oppervlakte grondvlak x hoogte. In een prisma heeft de doorsnede op iedere hoogte dezelfde vorm als het grondvlak. Als een prisma op z n kant ligt, neem je het zijvlak als grondvlak. Voor de inhoud van een cilinder en voor de inhoud van een prisma geldt de formule: Inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte. Breuken en procenten In een verhoudingstabel zijn de kruisproducten altijd gelijk. Met behulp van een kruisproduct kun je ook ontbrekende getallen in een verhoudingstabel berekenen. Hoe verander je een breuk in een percentage? 1. schrijf de breuk als een decimaal getal. 2. rond het getal af op twee decimalen. 3. schrijf het percentage op. 4. Als je het percentage nauwkeuriger wilt berekenen rond dan op meer decimalen af. Hoe reken je van aantallen naar procenten? 1. Maak een verhoudingstabel met aantallen en procenten 2. Vul de aantallen in en zet 100% op de juiste plek. 3. Bereken, bijvoorbeeld met kruisproducten het ontbrekende percentage. Hoe reken je van procenten naar aantallen? 1. Maak een verhoudingstabel met procenten en aantallen. 2. Vul de percentages in en zet het gegeven aantal op de juiste plaats. 3. Bereken het ontbrekende aantal. Prijzen van goederen in de winkel zijn meestal inclusief 17,5% BTW de BTW is een belasting, die door de consument betaald wordt. De winkelier geeft dit geld door aan de belastingdienst. Let er op dan de consumentenprijs dus 117,5% is. Als je het percentage van een hoeveelheid moet berekenen, kun je vaak handiger rekenen met een factor. Bij 12% hoort de factor 0,12. Hoe bereken je procenten van procenten? 1. schrijf de procenten als factor. 2. vermenigvuldig de factoren met elkaar. Pagina 7 van 7
7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte
1 Tekenen in roosters Kern 1 Tegelvloeren Kern 2 Oppervlakte Kern 3 Het assenstelsel Kern 4 Rechthoeken 2 Rekenen Kern 1 De rekenmachine Kern 2 Voorrangsregels Kern 3 Afronden Kern 4 Afronden 3 Grafieken
Nadere informatieHoofdstuk 4: Meetkunde
Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair
Nadere informatie6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:
6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER
Nadere informatieInhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100
1 BK deel 1 Voorkennis 1 Aan de slag met wiskunde 6 1 Ruimtefiguren 8 1.1 Wiskundige ruimte guren 10 1.2 Vlakken, ribben en hoekpunten 14 1.3 Kubus en vierkant 17 1.4 Balk en rechthoek 24 1.5 Cilinder
Nadere informatie6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:
6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER
Nadere informatieSamenvatting Moderne wiskunde - editie 8
Samenvatting door een scholier 2288 woorden 16 mei 2010 5.7 213 keer beoordeeld Vak Wiskunde Samenvatting Moderne wiskunde - editie 8 4 vmbo gemengd theoretisch H1 Grafieken en vergelijkingen Verbanden
Nadere informatieWillem van Ravenstein
Willem van Ravenstein 1. Variabelen Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen machtsverheffen en worteltrekken.
Nadere informatie1.1 Rekenen met letters [1]
1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren
Nadere informatie1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1
Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen
Nadere informatieHoofdstuk 2: Grafieken en formules
Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde
Nadere informatieFactor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.
Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet
Nadere informatieklas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf
Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de
Nadere informatieTussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken
Nadere informatie1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.
Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn
Nadere informatieDomein A: Inzicht en handelen
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het
Nadere informatie3 Pythagoras 90. 4 Statistiek 128
2BK1 2KGT1 Voorkennis 1 Meetkunde 6 1 Vlakke figuren 8 1.1 Namen van vlakke figuren 10 1.2 Driehoeken 15 1.3 Driehoeken tekenen 19 1.4 Vierhoeken 24 1.5 Hoeken berekenen in een vierhoek 30 1.6 Gemengde
Nadere informatieHoofdstuk 1: Basisvaardigheden
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen
Nadere informatieNiveau 2F Lesinhouden Rekenen
Niveau 2F Lesinhouden Rekenen LES 1 Begintest LES 2 Getallen Handig optellen en aftrekken Handig vermenigvuldigen en delen Schattend rekenen Negatieve getallen optellen en aftrekken Decimale getallen vermenigvuldigen
Nadere informatieBij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo
Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,
Nadere informatie6.1 Rechthoekige driehoeken [1]
6.1 Rechthoekige driehoeken [1] In het plaatje hiernaast is een rechthoekige driehoek getekend. Aan elke zijde van deze driehoek ligt een vierkant. Het gele vierkant heeft een oppervlakte van 9 hokjes;
Nadere informatie4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]
4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats
Nadere informatie5 keer beoordeeld 4 maart Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting
4,4 Samenvatting door Syb 954 woorden 5 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Wiskunde Methode Getal en Ruimte Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting HOOFDSTUK 6 Procenten, Diagrammen en Kansrekening (10 en 100 zijn
Nadere informatieSamenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van
Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =
Nadere informatie8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde
8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde Optellen: 5a + 3b + 2a + 6b = 7a + 9b 1) Alleen gelijksoortige
Nadere informatieBasisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag
Basisvaardigheden algebra Willem van Ravenstein 2012 Den Haag 1. Variabelen Rekenenis het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken
Nadere informatieklas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf
Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de
Nadere informatieKennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar Proefwerk 60 min 3 Ja Schriftelijk.
Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar 2017 2018 Wiskunde 3 Basis Periode Wat moet je kennen en kunnen? (deel)taken Toets-vorm Duur Weging Herkan sing Wijze van
Nadere informatieBij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten.
Theorie lineair verband Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten. In het dagelijks leven wordt vaak gebruik gemaakt van
Nadere informatieOppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren
4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren BALK EN KUBUS hoogte Figuur lengte reedte In figuur is een alk getekend. Bij een alk zijn steeds de twee tegenover elkaar liggende vlakken gelijk. Alle vlakken
Nadere informatieNovum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en):
Wiskunde, LTP leerjaar 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert
Nadere informatieOefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje
Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje Indien van toepassing: schrijf je berekening op. Tekening altijd met geodriehoek en potlood. Omtrek rechthoek
Nadere informatieCorrectievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatie8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde
8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde Optellen: 5a + 3b + 2a + 6b = 7a + 9b 1) Alleen gelijksoortige
Nadere informatieDeel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB
Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a De formules a = en s= t 8 zijn lineaire formules. Bij tael A hoort een lineair verand omdat de toename in de onderste rij steeds + is. Bij tael B hoort geen
Nadere informatieUitwerkingen Rekenen met cijfers en letters
Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................
Nadere informatie3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]
3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5-3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 3 = -15 Voorbeeld 4: -5 3 9 2
Nadere informatieDocentenhandleiding havo vwo deel 2
Deel 2 hv De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof door te werken, eventueel met de verkorte route. Veranderingen ten
Nadere informatieChecklist Wiskunde B HAVO HML
Checklist Wiskunde B HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Lineaire vergelijkingen en lineaire ongelijkheden oplossen. Wanneer klapt het teken om? Haakjes en breuken wegwerken. Ontbinden in factoren: x buiten
Nadere informatie20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen
Onderwerp: Kwadraten en Wortels H1 19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.
Nadere informatieOefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen
Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur
Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 7 punten
Nadere informatieLeerstofplanning. 3 vmbo-k
Leerstofplanning 3 vmbo-k Inhoud 3 vmbo-k deel 1 1 Kijken in ruimtefiguren Bij kaart: schaal, hemelsbreed en werkelijke afstand(vuistregels), hoogtelijnen op kaart, verticale doorsnede bij hoogtekaart,
Nadere informatieInstructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE
Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.
Nadere informatieTussendoelen in MathPlus
MALMBERG UITGEVERIJ B.V. Tussendoelen in MathPlus Versie 1 Inhoud Tussendoelen onderbouw in MathPlus... 2 Tabel tussendoelen... 2 1HVG... 7 Domein Rekenen... 7 Domein Meten en tekenen... 9 Domein Grafieken
Nadere informatieDe 10 e editie havo-vwo OB
De 10 e editie havo-vwo OB Presentatie havo/vwo onderbouw 10 e editie 1 HAVO/VWO 1 VWO 2 HAVO 2 HAVO/VWO 2 VWO De delen 10 e editie onderbouw 3 HAVO deel 1 3 HAVO deel 2 3 VWO deel 1 3 VWO deel 2 Presentatie
Nadere informatieDeze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.
Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de
Nadere informatieSamenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde
Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde Getal & Ruimte editie 11 Goniometrie in rechthoekige driehoeken Stap 1: Zoek de rechthoekige driehoeken Figuur 1: Ga na dat in dit voorbeeld alleen ADC en DBC
Nadere informatieWortels en kwadraten
Blok. Wortels en kwadraten kwadrateren en worteltrekken. Reken uit. a Met tegels van 0 cm bij 0 cm wil je een vierkant terras leggen van 0 cm bij 0 cm. Hoeveel tegels heb je nodig?... b Je legt met tegels
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur
Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatie2.1 Gelijkvormige driehoeken[1]
2.1 Gelijkvormige driehoeken[1] 5 25 50 100 25 125 250 x Hierboven staat een verhoudingstabel. Kruiselings vermenigvuldigen van de getallen geeft: 5 x 125 = 25 x 25 (= 625) 5 x 250 = 25 x 50 (= 1250) 25
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 = e 5,00 e 3,70 e,58 = e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 + e 3,9) = e 5,00 3 e 5, = e 5,00 e 0,8 = e,7 V-a 3 = 3 9 = 7 b 9 (5 ) = 9 (5 ) = 9 = c 0 3 = 000 3 =
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VMBO-GL en TL 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift
Nadere informatie2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN
2A LEERLIJN leerjaar 1. 1. tellen 1.1 Tellen in groepjes 1.2 Vooruittellen en terugtellen 7. optellen en aftrekken 7.1 Optellen 7.2 Aftrekken 2. GROEPEREN 2.1 Groeperen en inwisselen 2.2 Springen met grotere
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten
Nadere informatieGoniometrische verhoudingen
Samenvatting 7.1 en 7.2 e onderstaande driehoek heeft een rechte hoek in punt. kan berekend worden als 2 zijden gegeven zijn: r geldt: o (overstaande zijde) tan = overstaande zijde aanliggende zijde =
Nadere informatieP is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).
Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten
Nadere informatieDocentenhandleiding vwo deel 2
Deel 2 vwo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof door te werken, eventueel met de verkorte route. Veranderingen
Nadere informatieMETA-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen
META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen In welke volgorde moet ik uitwerken? */@ Welke (reken)regels moet ik hier gebruiken? */@ Welke algemene vorm hoort erbij? ** Hoe ziet de bijbehorende grafiek
Nadere informatie3.1 Haakjes wegwerken [1]
3.1 Haakjes wegwerken [1] Oppervlakte rechthoek (Manier 1): Opp. = l b = (a + b) c = (a + b)c Oppervlakte rechthoek (Manier 2): Opp. = Opp. Groen + Opp. Rood = l b + l b = a c + b c = ac + bc We hebben
Nadere informatieEindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte
Nadere informatieModerne wiskunde. Docentenhandleiding bij: Klas 2 Deel 2 gemengd theoretisch / havo
Moderne wiskunde Docentenhandleiding bij: Klas 2 Deel 2 gemengd theoretisch / havo inhoudelijke structuur dakpanconstructie planning beschrijving per hoofdstuk Moderne Wiskunde, docentenhandleiding - klas
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 5 e 5,00 e 3,70 e 6,58 5 e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 e 3,9) 5 e 5,00 3 e 5, 5 e 5,00 e 0,8 5 e,7 V-a 6 3 5 36 9 5 7 b 9 (5 ) 5 9 (5 ) 5 9 5 c 0 3 6 5 000
Nadere informatieGehele getallen: machtsverheffing en vierkantsworteltrekking
4 Gehele getallen: machtsverheffing en vierkantsworteltrekking Dit kun je al gehele getallen vermenigvuldigen 2 afspraken i.v.m. de volgorde van de bewerkingen toepassen 3 regelmaat en patronen ontdekken
Nadere informatieEindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieextra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4
extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 1. a. Teken in één assenstelsel de grafieken bij de formules y = 4x - 3 en y = 7 - x b. Bereken de coördinaten van het snijpunt c. Teken in hetzelfde assenstelsel de
Nadere informatieOefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen
Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-1a 4 8 + 4 1,80 + 4 0,60 = 32 + 7,20 + 2,40 = 41,60. Ze is 41,60 kwijt. 4 (8 + 1,80 + 0,60) = 4 10,40 = 41,60. Ze krijgt hetzelfde edrag. c 8 + 1,80 + 0,60 4 = 8 + 1,80 + 2,40 = 12,20. Je
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatieRekenen aan wortels Werkblad =
Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel VMBO GL/TL 2008-I Vraag Antwoord Scores Golfbaan maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatie8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]
8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande
Nadere informatieKennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar Proefwerk 60 min 3 Ja Schriftelijk.
Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar 2017 2018 Wiskunde 4 Basis Periode Wat moet je kennen en kunnen? (deel)taken Toets-vorm Duur Weging Herkan sing Wijze van
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
6 Etra oefening - Basis B-a 0 y 9 8 8 9 b y = + y 8 0 6 8 0 6 O 8 c Zie de tekening hierboven. De symmetrieas is de y-as. d De coördinaten van de top zijn (0, ). B-a r = ( s+ )( s + ) e h= ( + i)( i +
Nadere informatiePTA WI leerjaar 4 Leerweg: KB Schooljaar Cohort Herkansing Weging. Boek/methode: Getal en Ruimte 10 e Editie (deel 1, 4VMBO K)
PTA WI leerjaar 4 Leerweg: KB Schooljaar 209 2020 Cohort 209 2020 Herkansing Weging Periode Eindtermen: wat moet je kennen en kunnen? Inhoud onderwijsprogramma; wat ga je hiervoor doen? Toetsvorm/duur/
Nadere informatieNiveauproef wiskunde voor AAV
Niveauproef wiskunde voor AAV Waarom? Voor wiskunde zijn er in AAV 3 modules: je legt een niveauproef af, zodat je op het juiste niveau kan starten. Er is de basismodule voor wie de rekenvaardigheden moet
Nadere informatieE = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²
E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 1 maandag 21 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Extra oefening - Basis B-a 5x + 6 7x + e 4x + 6 x + 6 x + 3x + 6 4 x 3x 5 x 4 : dus x x 5 : 3 dus x 5 b 9x + 0 34 + x f 8x + 5x + 38 8x + 0 34 3x + 38 8x 4 3x 6 x 4 : 8 dus x 3 x 6 : 3 dus x c 4x + 9 7x
Nadere informatiePARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...
PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...
Nadere informatiewizprof 2013 21 maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan
www.zwijsen.nl www.e-nemo.nl 21 maart 2013 www.education.ti.com Veel succes en vooral veel plezier.!! Stichting Wiskunde Kangoeroe www.smart.be www.rekenzeker.nl www.sanderspuzzelboeken.nl www.schoolsupport.nl
Nadere informatie5.1 Lineaire formules [1]
5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire
Nadere informatieVerkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE
Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen
Nadere informatieStelling van Pythagoras
H3 Stelling van Pythagoras 2 BBL 3.1 Kwadraten en wortels 1. Vul het rijtje in. 1² =. 6² =. 2² =. 7² =. 3² =. 8² =. 4² =. 9² =. 5² =. 10² =. 2. Leer de ingevulde rijtjes van opdracht 1 uit je hoofd! 3.
Nadere informatieRekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )
Tussendoelen Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal wiskunde Vaktaal wiskunde gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan
Nadere informatieHoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen
Kern Prisma en cilinder a De inhoud is G h=,5 = 4,5cm. b Die inhoud is even groot. a De inhoud is G h= ( 4) 8 = 64 cm b Op iedere hoogte geldt dat de doorsnede van het rechte prisma dezelfde oppervlakte
Nadere informatieklas 3 vwo Checklist VWO klas 3.pdf
Checklist 3 VWO wiskunde klas 3 vwo Checklist VWO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de grafiek
Nadere informatie1 Rekenen met gehele getallen
1 Inhoudsopgave 1 Rekenen met gehele getallen... 1.1 De gehele getallen... 1. Optellen... 1. Opgaven... 1. Aftrekken... 1. Opgaven... 1. Vermenigvuldigen... 1. Opgaven... 1.8 Delen... 9 1.9 Opgaven...9
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2016 tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatie2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45
15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een
Nadere informatieVAKJARGON wiskunde. Bewerking Symbool Voorbeeld Benaming 2 7 = 14. kwadratering... 3: grondtal 2: exponent 9: kwadraat
VAKJARGON wiskunde GETALLENLEER Bewerking Symbool Voorbeeld Benaming 1+ 7 = 8 optelling + 1 en 7: term 8: som 7 1= 6 aftrekking 1 en 7: term 6: verschil 2 7 = 14 vermenigvuldiging 2 en 7: factor 14: product
Nadere informatiedochandl4vmbo_kader_netwerk3e.doc Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Wolters-Noordhoff bv
Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Hoofdstuk 1 Rekenen Hoofdstuk 2 Lineaire verbanden Hoofdstuk 3 Vlakke meetkunde Hoofdstuk 4 Machtsverbanden Hoofdstuk 5 Statistiek Hoofdstuk 6 Ruimtemeetkunde Hoofdstuk
Nadere informatie4.1 Rekenen met wortels [1]
4.1 Rekenen met wortels [1] Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B 3) A 2 A Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.1 Rekenen met wortels [1] Voorbeeld 3:
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatie