Analyse Aanhoudingen NL-schepen in het buitenland 2010

Transcriptie

1 Analyse Aanhoudingen NL-schepen in het buitenland 2010

2 Analyse Aanhoudingen NL-schepen in het buitenland 2010 Datum 25 mei 2011 Status Definitief

3 Colofon Uitgegeven door IVW/Scheepvaart Informatie Informatiecentrum Telefoon Fax Uitgevoerd door Handhaving Zeevaart Opmaak Datum 25 Mei 2011 Status Definitief Versienummer Versie 1 Pagina 3 van 32

4 Inhoud MANAGEMENT SAMENVATTING 5 1 INLEIDING 8 2 DOELSTELLING Afbakening Leeswijzer 9 3 ACHTERGROND MOU s (Memoranda of Understandings) en de US Coast Guard Paris MOU white, grey en black list 10 4 WERKWIJZE BIJ AANHOUDINGEN Melding en registratie van een aanhouding Informatie opvragen Beoordeling aanhouding Vervolgactie Bezwaar, beroep, klacht of review 13 5 ANALYSE VAN DE AANHOUDINGEN Aanhouding naar Internationale Conventies en Codes Aanhouding naar MOU regio en land Aanhouding naar tonnage 19 6 BEVINDINGEN Algemeen Indeling naar aanhoudingsgroepen uitgedrukt in percentages Onderverdeling naar MOU regio s Onderverdeling naar scheepstype Onderverdeling naar tonnage 28 7 ACTIES VAN DE INSPECTIE VERKEER EN WATERSTAAT Informeren rederijen Actieve inzet Inspectie Verkeer en Waterstaat Aanbeveling 29 BIJLAGE 1. Overzicht aanhoudingen Pagina 4 van 32

5 MANAGEMENT SAMENVATTING De schepen die varen onder Nederlandse vlag doen havens aan over de gehele wereld en zijn onderhevig aan inspecties. De inspecties worden uitgevoerd door Port State Control (PSC). Door middel van deze inspecties biedt PSC een vangnet voor vlaggenstaten 1 die onvoldoende toezicht houden op hun vloot, klassenbureaus die onvoldoende presteren en rederijen die de kwaliteit van hun schepen onvoldoende borgen. In het geval dat er tijdens een dergelijke inspectie tekortkomingen worden aangetroffen die de veiligheid van het schip of de bemanning in het geding kunnen brengen of milieuverontreiniging kunnen veroorzaken, kan een aanhouding van het schip volgen. De Inspectie Verkeer en Waterstaat/Scheepvaart (IVW/SV) onderzoekt deze aanhoudingen. Deze rapportage geeft de analyse weer van de gegevens met betrekking tot aanhoudingen van Nederlandse schepen in het buitenland over het jaar De doelstelling van deze analyseren is om deze informatie te gebruiken: Als input voor het Inspectieprogramma toezicht op de erkende klassenbureaus. Als input voor het Inspectieprogramma vlaggenstaat. Om deze rapportage te publiceren om zodoende bewust wording te creëren. Er wordt in dit rapport geen relatieve vergelijking gemaakt met o.a. andere landen of nalevingpercentages. Voor deze informatie dienen ander verslagen te worden geraadpleegd zoals het jaarverslag van de betreffende Memoranda of Understanding (MOU) regio. In 2010 zijn er in totaal 25 PSC aanhoudingen 2 van Nederlandse schepen in buitenlandse havens geregistreerd 3. Al deze 25 aanhoudingen zijn tot nu toe gegrond verklaard. Hierbij dient men in acht te nemen dat; Niet altijd inzichtelijk is geworden wat de uitkomst is van de appeals aangetekend door een rederij buiten de Paris Memoranda of Understanding (MOU) regio. Er nog steeds twee verzoeken tot heroverweging, ingediend door de IVW/SV binnen de Paris MOU, in behandeling zijn. Belangrijke bevindingen van de analyse zijn: In vergelijking met 2009 is er wederom een lichte afname in het aantal aanhoudingen wereldwijd, namelijk van 29 naar 25. En in de voor Nederland belangrijke Paris MOU regio is er een afname van het aantal aanhoudingen van 17 naar 15. Het totale aantal inspecties op Nederlandse schepen binnen de Paris MOU bedroeg 1413 over Het aantal security gerelateerde aanhoudingen is constant gebleven nl. één. In de tabellen op blz. 24 t/m 27 is opgenomen: de reden tot aanhouding, aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU, Top 5 landen met de meeste aanhoudingsgronden en de aanhoudingsgronden wereldwijd opgenomen. Uit deze overzichten kan het volgende geconcludeerd worden: o Dat kwaliteitsgerelateerde (ISM) tekortkomingen binnen de Paris MOU de top aanvoeren. o Dat tekortkomingen op het gebied van zowel scheepscertificatie als persoongebonden certificaten weer hoog scoren. 1 Onder vlaggenstaat verstaan we het land waaronder het betreffende schip is geregistreerd. 2 Zie blz. 17, tabel 3 3 Geregistreerd betekent officieel aan de IVW/SV gemeld. Uit (jaar)verslagen van MED MOU en Tokyo MOU blijkt dat niet alle aanhoudingen aan de IVW/SV worden gemeld, niet gemelde aanhoudingen zijn niet meegenomen in deze analyse. Pagina 5 van 32

6 o Dat als je beide groepen (ISM en Certificering) bij elkaar optelt dit 46% uitmaakt van alle aanhoudingsgronden. Tel je hierbij ook nog de SOLAS operationele zaken op, voornamelijk zaken gerelateerd aan bekendheid van de te gebruiken apparatuur, dan kom je over de 50% uit van reden tot aanhouding Er zijn geen zogenaamde zeegaande zeilschepen (bruine vloot) aangehouden. Er zijn geen safety en security gerelateerde aanhoudingen binnen de US Coast Guard (USCG) geweest. Door analyse van de PSC rapportages en raadpleging van de gegevens in de informatiesystemen van de door Nederland erkende klassenbureaus (Recognized Organizations RO s), kon worden gecontroleerd of er mogelijk sprake was van tekortkomingen door een RO. Er zijn geen concrete zaken geconstateerd waarbij er een gebrekkig toezicht door de RO s aan de aanhouding ten grondslag heeft gelegen. Belangrijke conclusies van IVW/SV zijn: Aangezien het aantal aanhoudingen in de Paris MOU regio is afgenomen, is de verwachting dat Nederland op de White list een gunstigere positie zal innemen. Dit hangt mede af van hoe andere landen in de Paris MOU regio hebben gescoord en van het totale aantal gecontroleerde Nederlandse schepen. Ten tijde van het opmaken van deze rapportage waren deze gegevens nog niet bekend. Het onderdeel ISM, en dan met name op het gebied van Resource en Personel (hulpbron en personeel) en Familarization (bekendheid) significant scoort als aanhoudingsgrond en extra aandacht behoeft. De softwarematige zaken hoger scoren als reden tot aanhouding dan de hardwarematige zaken. Belangrijke acties binnen IVW/SV zijn: De IVW/SV heeft de betrokken rederijen schriftelijk verzocht een toelichting op de geconstateerde gebreken te geven. Ook is hen verzocht om een opgave van de preventieve maatregelen, binnen hun kwaliteitssysteem (ISM systeem), te geven om herhaling te voorkomen. Na analyse van deze reacties: o Is er geen direct bezoek aan rederijkantoren gebracht. o Is er één (additionele) DOC audit bijgewoond en staat er in 2011 nog één op de nominatie ten gevolge van NL-aanhoudingen o Is er één (additionele) SMC audit bijgewoond aan boord van een schip. o Is er tweemaal verzocht om gerichte vlaggenstaat inspecties uit te voeren bij de onder de betreffende rederij varende schepen. Dit naar aanleiding van meerdere aanhoudingen en/of uitblijven van een concreet antwoord van deze rederij. De afdelingen welke belast zijn met het opstellen van de inspectie programma s voor het toezicht op de RO s en vlaggenstaat inspecties worden geïnformeerd opdat er een beter risico gericht programma kan worden opgesteld. De rederijen, via hun vertegenwoordigers, worden over deze analyse geïnformeerd opdat men zonodig maatregelen kan nemen binnen hun kwaliteitssysteem om soortgelijke aanhoudingen te voorkomen. De IVW/SV heet vier verzoeken tot heroverweging, bij de betrokken havenstaten 4 ingediend. Naast de nog twee lopende verzoeken is er van de twee andere verzoeken (Paris MOU en MED MOU) nooit formeel antwoord ontvangen. Dit ondanks herhaald verzoek bij zowel het Paris MOU secretariaat alsmede de havenstaat. Mochten de twee heroverwegingen toch resulteren in een positieve uitkomst dan zullen deze niet meer worden verwerkt in het jaarverslag van de Paris MOU. De sluitingsdatum voor het 4 Havenstaat is het land binnen de Memoranda of Understanding (MOU) waar de PSC inspectie wordt uigevoerd Pagina 6 van 32

7 vaststellen van de resultaten over het voorgaande jaar door Paris MOU is 1 maart van elk jaar. Pagina 7 van 32

8 1 INLEIDING De Nederlandse vloot is een internationaal georiënteerde vloot. De schepen die varen onder Nederlandse vlag doen havens aan over de gehele wereld en zijn onderhevig aan inspecties uitgevoerd door Port State Control (PSC). Door middel van deze inspecties biedt PSC een vangnet voor vlaggenstaten die onvoldoende toezicht houden op hun vloot, de klassenbureaus die onvoldoende presteren en voor rederijen die de kwaliteit van hun schepen onvoldoende borgen. In het geval dat er tijdens een dergelijke inspectie tekortkomingen worden aangetroffen die de veiligheid van een schip of de bemanning in het geding kunnen brengen of milieuverontreiniging kunnen veroorzaken, kan een aanhouding van het schip volgen. De Inspectie Verkeer en Waterstaat/Scheepvaart (IVW/SV) onderzoekt deze aanhoudingen. Primair zijn deze onderzoeken erop gericht om de kwaliteit van de Nederlandse vlag te waarborgen in het kader van de vlaggenstaat verplichting, eventuele verwijtbare betrokkenheid van de erkende klassenbureaus te onderzoeken en toezicht op de Nederlandse rederijen te houden. Tevens borgt de IVW/SV dat er geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot aanhouding en krijgt zij tevens een indicatie van de kwaliteit van buitenlandse inspecties. Een bijkomend voordeel van de registratie van alle aanhoudingen is dat er makkelijk overzichten kunnen worden gegenereerd waaruit opvallende zaken naar voren komen. Bijvoorbeeld of er regelmatig schepen op dezelfde items in dezelfde landen worden aangehouden. Dit kan een signaal zijn dat een bepaald land een andere interpretatie van de wetgeving heeft dan Nederland en via internationaal overleg kan hier dan op worden geanticipeerd. Aanleiding tot deze analyse Dit rapport maakt inzichtelijk waar verbeterpunten liggen voor de schepen varend onder Nederlandse vlag. Het betreft de analyse van aanhoudingen van Nederlandse schepen in het buitenland (door PSC in één van de MOU regio s) gedurende het jaar In dit jaar zijn 25 geregistreerde aanhoudingen onderzocht. Naar aanleiding van de verbetering van Nederland op de White List van Paris Memorandum of Understanding (Paris MOU) van de 16 e plaats (2006), naar de 12 e plaats (2007) naar de 12 e plaats (2008) en de 8 e plaats (2009) heeft de IVW/SV reden om aan te nemen dat de kwaliteit van de Nederlandse vlag in het jaar 2007, 2008 en 2009 is verbeterd ten opzichte van het jaar Een gunstiger ranking op de White List van het Paris MOU heeft mede tot gevolg dat er een minder hoge inspectiedruk door PSC voor de Nederlandse vloot kan ontstaan. Dit omdat er een verband is tussen positie als vlaggenstaat op de ranking lijst binnen o.a. de Paris MOU en uit te voeren inspecties op schepen varend onder de betreffende vlag. De IVW/SV neemt dit signaal serieus en onderzoekt daarom wat er ten grondslag ligt aan deze aanhoudingen om zo corrigerend te kunnen optreden opdat de kwaliteit verder verbeterd kan worden en zo de inspectiedruk wordt verminderd. Na inwerking treden van het nieuwe Paris MOU PSC inspectieregime (NIR) in 2011 zal de inspectiedruk voor de Nederlandse vloot nog uitdrukkelijker gekoppeld worden aan de kwaliteit van Nederland als zodanig. 2 DOELSTELLING Het analyseren van de gegevens met betrekking tot aanhoudingen van Nederlandse schepen in het buitenland in 2010 en deze informatie te gebruiken: Als input voor het Inspectieprogramma toezicht op de erkende klassenbureaus. Als input voor het Inspectieprogramma vlaggenstaat. Om deze rapportage te publiceren om zodoende bewust wording te creëren. Hierbij zal het uiteindelijke doel zijn om de kwaliteit en veiligheid van Nederlandse vloot te verbeteren. Pagina 8 van 32

9 2.1 Afbakening In deze analyse komen alleen de aanhoudingen van Nederlandse zeeschepen door buitenlandse PSC autoriteiten voor. Het betreft alleen aanhoudingen in het PSC verband in één van de 10 MOU s (zie hoofdstuk 3). Dit rapport behandelt alleen die aanhoudingen waarvan melding is gemaakt door betreffende havenstaat binnen de PSC regio en waarvan bewijs is ontvangen dat er daadwerkelijk een aanhouding heeft plaatsgevonden. Tevens woorden van zowel de Paris MOU als de USCG worden de databases actief door de IVW/SV doorzocht op eventuele niet gerapporteerde aanhoudingen. 2.2 Leeswijzer Hoofdstuk 3 beschrijft enkele achtergronden welke van belang zijn in het kader van de aanhoudingen. Er wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de verschillende PSC regio s en de methodiek die wordt gebruikt bij het bepalen van de ranking van een vlaggenstaat. Hoofdstuk 4 beschrijft hoe de onderzoeksmethodiek is opgezet. De verschillende stappen die worden doorlopen worden beschreven vanaf het moment dat een melding van een aanhouding bij de IVW/SV binnenkomt. Hoofdstuk 5 is de analyse. Op basis van gegevens uit de database worden verschillende overzichten gepresenteerd, bijvoorbeeld het aantal aanhoudingen naar regio en naar wetgeving. Tot slot worden in hoofdstuk 6 enkele verbanden gelegd met betrekking tot de gegevens in 2010 en tevens wordt er daar waar relevant een vergelijking gemaakt met voorgaande jaren. In bijlage 1 staat een geanonimiseerd overzicht van de aangehouden schepen. 3 ACHTERGROND 3.1 MOU s (Memoranda of Understandings) en de US Coast Guard De Nederlandse schepen zijn, afhankelijk van het gebied waarin zij varen, onderhevig aan inspecties door de PSC van een regio (de zogenaamde Memoranda of Understandings) of de US Coast Guard. Zodra zij een haven van een kuststaat aandoen (zie figuur 1), worden ze conform de criteria van PSC geselecteerd en volgt er een inspectie. Hieronder een illustratie van de wereldwijd bestaande MOU s en US Coast Guard. Paris MOU (Blauw), Tokyo MOU (Rood), Indian Ocean MOU (Groen), Mediterranean MOU (Donker Groen), Vina del Mar MOU (Geel), Caribbean MOU (Groen Bruin), West & Central Afrika MOU (Donker Rood), Black Sea MOU (Groen - Blauw), Riyadh MOU (Marine Blauw) en US Coast Guard (Is het grijze stuk in Noord-Amerika). Pagina 9 van 32

10 Figuur 1. MOU regio's Nederland is lid van het Paris MOU. Dit is gebaseerd op internationale afspraken door 27 landen die daarvoor een verdrag hebben ondertekend. De inspecties zijn gericht op veiligheid en milieu aspecten van het schip en de kwaliteit en de kwantiteit van de bemanning. Ook wordt gekeken naar de arbeids- en leefomstandigheden. De positie als vlaggenstaat op de lijst van de Paris MOU is belangrijk omdat dit mede bepalend is voor de inspectiedruk van de Paris MOU voor de schepen varend onder deze vlaggenstaat. Aangezien Nederland partij is in het Paris MOU, worden de resultaten van de inspecties uitgevoerd door mede-verdragsleden aan boord van de Nederlandse vloot nauwlettend in de gaten gehouden. Aangezien Nederland toegang heeft tot de systemen en data van het Paris MOU kan nauwkeurig worden nagegaan wat er geconstateerd is om hier conclusies aan te verbinden. Uitwisseling van data met andere MOU s is (nog) beperkt en voor deze aanhoudingen is het dan ook gecompliceerder om onderzoek te verrichten. De inspectie is hier meer aangewezen op gegevens aangeleverd door de havenstaat of rederij. 3.2 Paris MOU white, grey en black list De ranking van Paris MOU gebeurt op basis van gegevens afkomstig uit de inspectiedatabase van Paris MOU. Volgens een systematiek wordt aan de hand van inspectiegegevens, gemeten over 3 jaar, een score aan vlaggenstaten toegekend. Middels een formule worden aantallen tekortkomingen en aanhoudingen uitgezet tegen het totale aantal inspecties door PSC. Deze score wordt vervolgens tegen andere vlaggenstaten uitgezet en zo wordt een relatieve ranking van de vlaggenstaten verkregen. Deze lijst wordt vervolgens onderverdeeld in de zogenaamde white, grey en black list. Aangezien over drie jaar gemeten wordt, worden resultaten uitgemiddeld en worden excessen van een jaar afgevlakt. Tevens is de ranking sterk afhankelijk van de prestatie en inspecties van andere vlaggenstaten. De voorgaande jaren stond Nederland op achtereenvolgend de 16 e, 12 e, 12 e en 8 e plaats van de white list. Of de betere prestaties binnen het Paris MOU regio dit jaar zullen leiden tot een gunstigere positie is niet met zekerheid vast te stelen. De mindere resultaten van het jaar 2006 zullen voor 2010 in ieder geval niet meer meetellen wat van invloed is op de positie van Nederland op de white list. Alle gegevens omtrent de positie, landen, aantallen worden jaarlijks gepubliceerd door de Paris MOU en is te vinden op hun website. Pagina 10 van 32

11 Grafiek 1 Ranking of Paris MOU White list. 4 WERKWIJZE BIJ AANHOUDINGEN 4.1 Melding en registratie van een aanhouding De meldingen van aanhoudingen komen binnen bij IVW/SV en worden geregistreerd in een database. De desbetreffende melding wordt indien nodig doorgezet naar de relevante afdelingen binnen de IVW/SV. Uit de database zijn op verschillende manieren de gegevens op te vragen. Er kunnen overzichten worden gegenereerd naar aanhouding per vlaggenstaat, rederij of aanhoudingsgrond. De informatie uit deze database is de basis voor dit rapport. 4.2 Informatie opvragen Nadat een melding van een aanhouding is geregistreerd wordt er door een inspecteur van de IVW/SV een onderzoek opgestart naar de achtergrond en aanleiding. Op deze manier worden mogelijk trends of consistente gebreken boven water gehaald. Ook wordt onderzocht of de aanhoudingsgrond terecht was en in hoeverre er een mogelijkheid tot bezwaar door de rederij is. Alvorens de betrokken rederij wordt aangeschreven verzamelt een inspecteur zo veel mogelijk informatie: 1. Is het schip reeds eerder aangehouden? 2. Zijn er in het verleden andere schepen van de rederij aangehouden? 3. Zijn er klachten over het schip/rederij bekend? 4. Controle van de data op de certificaten. 5. Inspectierapporten. Pagina 11 van 32

12 In het eerste bericht naar de rederij wordt mogelijk een verwijzing naar deze informatie opgenomen. Tevens wordt beoordeeld of een eventuele betrokkenheid van een erkend klassenbureau (RO) reden is voor een aanvullend onderzoek naar de prestaties van dit klassenbureau. Dit gebeurt aan de hand van de PSC inspectierapporten en informatiesystemen van het betrokken klassenbureau. 4.3 Beoordeling aanhouding De aanhoudingsgronden worden beoordeeld aan de hand van de Internationale Conventies en bijbehorende resoluties en circulaires, Europese Richtlijnen en Verordeningen, de MOU s van de diverse regio s en in het bijzonder de IMO Resolutie A.787(19), zoals gewijzigd. Uit berichtgeving die van rederijen is ontvangen blijkt dat de meeste aanhoudingen op basis van gegronde redenen heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat de rederij maatregelen dient te nemen om herhaling te voorkomen. Veelal blijkt dat het kwaliteitsmanagementsysteem (ISM) beter had kunnen functioneren. Indien er door de inspecteur tekortkomingen worden geconstateerd waarbij de beoordeling uitwijst dat de genomen maatregelen niet voldoende zijn, kunnen er aanvullende maatregelen worden gevraagd/opgelegd. Pagina 12 van 32

13 4.4 Vervolgactie Afhankelijk van de aard en ernst van een aanhouding, maar ook ervaringen met de rederij, kunnen diverse acties worden ondernomen. Enkele voorbeelden van acties kunnen zijn: 1. Het schriftelijk navragen bij de rederij naar genomen maatregelen; 2. Opvragen van Non-Conformity verslagen (vanuit het ISM) opgesteld door de kapitein of rederij; 3. Een bezoek aan of gesprek met de rederij of het schip; 4. Aanvullende audit op het kantoor van de rederij of aan boord van het schip. Tevens is het mogelijk om conform de Schepenwet, hoofdstuk VI, 2, artikel 56 (met verwijzingen) een boete op te leggen (een aanzienlijk aantal aanhoudingsgronden gelden als overtredingen en zijn strafbaar gesteld). Ook zal er gekeken worden of er een duidelijke trend is, welke meegenomen kan worden naar het inspectieprogramma vlaggenstaat of het inspectieprogramma toezicht op de erkende klassenbureaus. 4.5 Bezwaar, beroep, klacht of review De mogelijkheid van bezwaar/beroep ligt in eerste instantie bij de rederij. De ervaring leert uit terugkoppeling van de rederijen dat rederijen hier niet altijd gebruik van maken omdat zij dit niet noodzakelijk vinden, het te veel energie en tijd vergt en/of wordt er gevreesd voor repercussies door de havenstaten. Om een aanhouding binnen het Paris MOU ongegrond te laten verklaren, kan de rederij de volgende stappen ondernemen: 1. Bezwaar aantekenen bij het van land van aanhouding. Hiervoor geldt dat dit binnen een bepaalde termijn na aanhouding dient plaats te vinden, dit verschilt per land van aanhouding. Voor exacte omschrijving van deze procedure dient de Paris MOU website te worden geraadpleegd. 2. De rederij kan afzien van een bezwaar bij het land van aanhouding en een verzoek tot heroverweging indienen bij de vlaggenstaat. Dit verzoek dient te zijn voorzien van alle relevante documenten alsook de argumenten waarom de aanhouding onterecht is geweest. Vervolgens kan de IVW/SV dan een verzoek tot heroverweging indienen bij het land van aanhouding. 3. De rederij kan bij een ongunstige uitslag van beide hierboven genoemde mogelijkheden een verzoek tot herziening (review case) indienen bij het Paris MOU Secretariaat in Den Haag. Voor een volledige omschrijving van deze procedures voor een bezwaar of verzoek tot herziening dient de website van het Paris MOU te worden geraadpleegd. Van niet alle overige MOU s is bekend hoe er bezwaar kan worden aangetekend. In veel gevallen staat het op het aanhoudingsformulier hoe voor de betreffende MOU bezwaar kan worden ingediend en met name de termijn waarin. De IVW/SV heeft dit jaar moeten constateren dat een havenstaat binnen zowel de MED MOU regio als Paris MOU regio niet bereikbaar was en niet reageerde op verzoeken tot appeal of heroverweging. Er is ook gebleken dat de Paris MOU website informatie alleen ter indicatie is. Indien er door de rederij appeal aantekenend wil worden dient men goed op de hoogte te zijn van de werkelijke nationaal geldende wetgeving ten aanzien van het aantekenen van een appeal. 5 ANALYSE VAN DE AANHOUDINGEN In het jaar 2010 zijn er 25 meldingen van schepen die aangehouden zijn in het buitenland, Pagina 13 van 32

14 geregistreerd 5. Naast deze aanhoudingen die zijn geregistreerd bleken er enkele aanhoudingen te zijn die het gevolg waren van grondingen of aanvaringen. Deze worden verder onderzocht door de afdeling binnen IVW/SV welke de afhandeling van ongevallen beheerst en vallen niet binnen de scope van deze analyse. Doordat sommige aanhoudingen als onterecht werden ervaren door zowel de eigenaar als door de IVW/SV zijn er vier verzoeken, van de totaal 25 aanhoudingen, tot heroverweging door de IVW/SV ingediend bij de betreffende havenstaat. Twee van deze verzoeken (België en Egypte) zijn nooit formeel beantwoord door de betreffende lidstaten en twee verzoeken lopen nog (Spanje en Italië). Zover bekend zijn er door vier rederijen zelf appeals aangetekend tegen een aanhouding te weten; 1x MED MOU (Egypte, status is niet bekend), 1x Caribbean MOU (Curaçao, status is niet bekend) en 2x Paris MOU (België, is combinatie met verzoek tot heroverweging met Nederland zie hierboven en Italië). De aanhouding door Italië staat na een jaar nog steeds als aanhouding geregistreerd binnen de Paris MOU en het is dus aannemelijk dat deze niet is gehonoreerd. Na iedere aanhouding wordt de rederij door de IVW/SV aangeschreven om een toelichting te geven omtrent de oorzaak van de aanhoudingsgronden en om opgave van de correctieve maatregelen die werden genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Er lopen geen zaken meer bij rederijen van de geregistreerde aanhoudingen met uitzondering dat op twee rederijen verzwaard toezicht heerst en er zijn twee lopende verzoeken tot heroverweging. Verzwaard toezicht houdt in dat wanneer de schepen een Nederlandse haven aandoen ze zullen worden geïnspecteerd door de IVW/SV. Ook zal getracht worden om een ISM DOC audit van de rederij bij te wonen. In dit hoofdstuk worden aan de hand van een aantal criteria de gegevens geanalyseerd en gerapporteerd over het totaaloverzicht van de aanhoudingen De gegevens zijn uitgesplitst naar aanhoudingsgrond (wetgeving), MOU, landen en tonnage. 5.1 Aanhouding naar Internationale Conventies en Codes Alle tekortkomingen, die aan boord geconstateerd worden door de PSC inspecteur, zijn afwijkingen die hun grondslag vinden in de internationale conventies en codes. Hieronder volgt een totaaloverzicht van de aanhoudingen van 2006 tot 2010 gerelateerd aan de internationale conventies. Daaronder volgt een overzicht van het jaar Vervolgens volgt een korte omschrijving van de inhoud van deze internationale conventies. Trend Aanhoudingsgronden Internationale Conventies & Codes Geregistreerd betekent officieel aan ons gemeld. Uit (jaar)verslagen van MED MOU en Tokyo MOU blijkt dat niet alle aanhoudingen aan ons worden gemeld. Niet gemelde aanhoudingen zijn niet meegenomen in deze analyse ILO ISM ISPS LL MARPOL SOLAS STC W Pagina 14 van 32

15 Grafiek 2 Indeling naar internationale Conventies en Codes Tekortkomingen in % STCW 8% ILO 3% ISM 24% SOLAS 47% ISPS 2% LL 10% MARPOL 6% Grafiek 3 Tekortkomingen naar internationale Conventies en Codes Safety Of Life At Sea (SOLAS) SOLAS is veruit de grootste en belangrijkste conventie van de International Maritime Organisation (IMO). SOLAS omschrijft de technische eisen voor zeegaande schepen, bijvoorbeeld op het gebied van constructie, brandbestrijding, reddingsmiddelen, radioapparatuur en navigatieapparatuur. Daarnaast regelt het SOLAS een aantal zaken zoals safety management en security, waarbij de details zijn uitgeschreven in aparte codes respectievelijk ISM en ISPS-code. Pagina 15 van 32

16 Het is niet altijd eenduidig of bepaalde tekortkomingen op het gebied van constructie vallen onder SOLAS of Load Line. In die gevallen is het dan onder SOLAS weggezet. Gezien het feit dat de SOLAS het grootste deel van het schip omschrijft, is het ook logisch dat de meeste tekortkomingen op dit gebied voorkomen. Van alle tekortkomingen zijn 47% SOLAS gerelateerd. International Convention for the Prevention of Pollution from Ships (MARPOL) Het MARPOL-verdrag is een internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen. MARPOL staat voor 'MARine POLlution' (zeevervuiling). Het verdrag bestaat uit zes bijlagen, die afzonderlijk door landen geratificeerd kunnen worden. Van de schepen die zijn aangehouden is 6% van het totale aantal geconstateerde tekortkomingen direct te relateren aan het MARPOL. Het betrof tekortkomingen aan de lenswater olie afscheider, onbekendheid bediening lenswater olie afscheider door bemanning, ontbrekende certificaten en wijzigingen goedgekeurde vuilwatersystemen. International Safety Management Code (ISM) De International Safety Management Code heeft als doel de veilige exploitatie van schepen en voorkoming van verontreiniging. De code is tien jaar geleden door de IMO aangenomen als blauwdruk voor de wijze waarop scheepvaartmaatschappijen hun vloot dienen te beheren en te exploiteren. Tevens dient de code ter bevordering van de ontwikkeling van een algemene veiligheidscultuur en milieubewustzijn in de scheepvaart. Sinds 1 juli 2002 geldt de code voor alle passagiersschepen en vrachtschepen groter dan 500 GT, die internationale reizen maken. De ISM Code maakt deel uit van het SOLAS verdrag. Het ISM vormt de kapstok van alle internationale verdragen die voor een schip gelden. Het is daarom dat indien hardwarematige gebreken of het niet hebben van de juiste scheepsdocumenten wordt geconstateerd, dit veelal is terug te voeren op het niet juist functioneren van dit management systeem. In totaal is 24% van de afwijkingen ISM gerelateerd. Load Line Convention (LL) Alle eisen ten aanzien van uitwatering (waterdichtheid) van een schip zijn geregeld in het Load Line Verdrag uit 1966 (gewijzigd door het 1988 protocol). Naast eisen over de constructie van het schip worden er allerlei regels voor het (over)beladen gesteld. Het is niet altijd eenduidig of bepaalde tekortkomingen op het gebied van constructie vallen onder SOLAS of Load Line. International Convention on Standard of Training, Certification and Watch keeping (STCW) STCW is een conventie die eisen stelt aan de ervaring en competenties van de bemanning. De doelen van STCW worden door IMO duidelijk gedefinieerd: Bevordering van de veiligheid van de mensen en van eigendom op zee en bescherming van maritieme milieu door het opzetten van internationale normen voor opleiding, brevettering en wachtdienst van zeevarende. Het aantal zaken waar een PSC Officier op let in het kader van STCW is relatief beperkt. Men kan dit dan ook indelen in certificering (geen geldig of toereikend vaarbevoegdheidsbewijs) en bekendheid met de systemen (competenties). In 8% van het totaal aantal tekortkomingen was er een afwijking van het STCW. International Ship and Port Facility Security Code (ISPS) De ISPS code en aanvullende beveiligingsvoorschriften van de IMO zijn vanaf 1 juli 2004 van Pagina 16 van 32

17 kracht. Ze zijn van toepassing op alle passagiersschepen, vrachtschepen groter dan 500 GT en Mobile Offshore Drilling Units die ingezet (kunnen) worden op internationale reizen, en op havenfaciliteiten die deze typen schepen ontvangen. De ISPS Code en overige IMO voorschriften vormen een onderdeel van de SOLAS en hebben betrekking op uitrusting, opleiding en een kwaliteit/zorgsysteem voor security. International Labour Organisation Convention (ILO) De ILO is de gespecialiseerde organisatie die werkt aan de bevordering van sociale rechtvaardigheid en de internationaal erkende mensen- en werknemersrechten. ILO formuleert internationale beleidslijnen en programma s om levens- en werkomstandigheden te verbeteren; ze stelt internationale arbeidsnormen op die dienen als richtlijnen voor nationale autoriteiten bij de implementatie van beleid in dezen. Voor de zeevaart zijn een aantal verschillende conventies van toepassing. In 2011 wordt een nieuwe super conventie van kracht met verregaande eisen. Het betreft gedetailleerde eisen aan de leefomstandigheden aan boord en controle op arbeidsovereenkomsten van de zeevarende. 5.2 Aanhouding naar MOU regio en land Zoals omschreven in hoofdstuk 2 zijn er verschillende Memoranda of Understandings. Om een goed beeld te krijgen van in welke regio s er de meeste aanhoudingen worden verricht, volgt onderstaand overzicht. Aanhoudingen NL schepen MOU Black Sea 1 Caribbean MOU 2 Indian Ocean MOU 1 2 Mediterranean MOU Tokyo MOU Paris MOU USA Coast Guard Vina Del Mar 1 1 Tabel 3: Aanhouding naar MOU regio Pagina 17 van 32

18 Grafiek 4 Aanhoudingen naar PSC regio s Vervolgens levert dit verder uitgesplitst naar land het volgende overzicht op Landen Aanhoudingen Australië 4 Polen 3 Spanje 3 Duitsland 3 Italië 2 Egypte 2 België 2 China 2 Curaçao 1 Honduras 1 Rusland 1 Denemarken 1 Totaal 25 Tabel 5: Landen met aantal aanhoudingen Pagina 18 van 32

19 Grafiek 6 Aanhouding naar land (afgeronde %) 5.3 Aanhouding naar tonnage Voor de IVW/SV kan het interessant zijn om te weten in welke tonnage categorieën schepen vaker zijn aangehouden. Op deze manier kan de IVW/SV haar toezicht beter afstemmen op de geconstateerde risicotonnages. Blijkt bij een bepaald tonnage vaker tekortkoming voor te komen, dan kan door middel van thematische vlaggenstaat inspecties extra aandacht worden besteed aan deze risicotonnages Tonnage Aantal Percentage Aantal Percentage Aantal Percentage < 500 GT 1 3% 2 7% 1 4% % 7 24% 8 32% % 10 34% 6 24% % 8 28% 6 24% => % 2 7% 4 16% Eindtotaal % % % Tabel 7: Aanhoudingen naar tonnage Pagina 19 van 32

20 Grafiek 8 Aangehouden schepen naar tonnage groepen Pagina 20 van 32

21 6 BEVINDINGEN 6.1 Algemeen In de volgende paragrafen wordt, mede aan de hand van de indeling van hoofdstuk 5, een nadere uitleg gegeven over de meest opvallende resultaten en daar waar relevant een vergelijking gemaakt met de voorgaande jaren. Doordat het niet altijd eenduidig is waaronder iets gecategoriseerd moet worden of omdat dit niet altijd geheel correct is gedaan door de betreffende PSC officier kunnen kleine afwijkingen in categoriseren ontstaan. Dit is zoveel mogelijk aangegeven. Onderstaande dient dan ook als indicatief gezien te worden. 6.2 Indeling naar aanhoudingsgroepen uitgedrukt in percentages Onderstaande grafiek 9 toont aan op basis van welke aanhoudingsgrond in 2010 de schepen zijn aangehouden. De gebruikte groepen komen voort uit de lijsten zoals die ook gebruikt worden bij diverse PSC regio s en welke gehanteerd worden door de PSC officieren bij het catalogiseren van hun bevindingen. De lijst geeft aan op hoeveel procent van de aangehouden schepen deze groep als aanhoudingsgrond voorkomt ISM related deficiencies 0100 Ship's certificates and documents 0200 Crew certificates 0700 Fire safety measures 0900 Structural safety 1200 Load lines 1500 Safety of navigation 0600 Life saving appliances 1400 Propulsion and auxiliary machinery 1600 Radio communications 2000 SOLAS related operational deficiencies *) 1700 MARPOL annex I 1100 Cargoes 1800 Gas and chemical carriers 2100 MARPOL related operational deficiencies *) 0% 5% 10% 15% 20% 25% Grafiek 9 Verdeling naar Aanhoudingsgroepen Pagina 21 van 32

22 ISM gerelateerde tekortkomingen (ISM related deficiencies) Er zijn twee aanhoudingen geweest louter alleen op ISM. In het nieuwe inspectie regime van de Paris MOU na 2010 zal dit niet meer mogelijk zijn. Er zal dan altijd een aanleiding genoemd moeten worden welke dan gekoppeld wordt aan het ISM systeem. Ook moet er dan per ISM subgroep meer geclusterd worden. Dus een ISM subgroep kan ook maar één keer uitgeschreven worden. Wel wordt deze subgroep zwaarder gewogen dan de niet ISM gerelateerde tekortkomingen. De weging betreft een factor vijf maal zwaarder. Hierdoor zullen de performances van zowel rederij als schip meer nadelig worden beïnvloed. Verder is te zien dat de groep ISM gerelateerde tekortkomingen de eerste plaats heeft ingenomen als groep van reden tot aanhouding. Ten opzichte van 2009 was dit een vierde plaats. Een mogelijke verklaring is dat men meer en meer in het geval van een tekortkoming, in een van de andere groepen deze gekoppeld heeft aan de groep ISM gerelateerd tekortkomingen. Men heeft dus deze tekortkoming gezien als gevolg van het falen van het ISM-systeem. Gesteld kan worden dat in bijna een kwart van de ISM gerelateerd tekortkomingen de subgroep Resource en Personel (hulpbronnen en personeel) werd gezien als aanleiding waardoor deze subgroep ook de eerste plaats binnen deze groep inneemt. Hierbij was uitsluitend een gebrek aan Familarization (bekendheid) de oorzaak. Een tweede plaats binnen de groep ISM gerelateerd tekortkomingen en goed voor één vijfde is Developments of plans for shipboard Operations. De redenen hierbij waren geen goede reis voorbereiding en lading behandeling. Scheepscertificaten en documenten (Ship s Certificates and Documents) Bij analyse van de aanhoudingsgroep Scheepscertificaten en Documenten blijkt dat alle drie schepen die in 2010 werden aangehouden vallend onder deze groep, niet over geëndosseerde of geldige statutaire certificaten te beschikken. Dit is ook goed voor een tweede plaats binnen de Paris MOU. Bemanningscertificaten (Crew Certificates) Terwijl over het jaar 2007 en 2008 nog gerapporteerd werd dat op het gebied van bemanningscertificaten relatief veel tekortkomingen waren geconstateerd, kon voor 2009 gesteld worden dat er twee schepen waren aangehouden vanwege het ontbreken van de vereiste bemanningscertificaten. Helaas moet voor 2010 weer geconstateerd worden dat voor vijf aanhoudingen het ontbreken van de juiste vaarbevoegdheidsbewijzen reden tot aanhouding was. Dit is ook goed voor een derde plaats binnen de Paris MOU. Brandveiligheidsmaatregelen (Fire Safety Measures) Fire Safety Measures neemt de vierde plaats in net als binnen de Parios MOU. Deze hoge notatie is voor een deel te verklaren omdat deze is onderverdeeld in een relatief groot aantal subgroepen (zoals brandkleppen, branddetectie, persoonlijke uitrusting, brandblus pompen, enz.). In 2010 kan gesteld worden dat er twee aanhoudingsredenen gerelateerd zijn aan branddetectie en twee aan defecte brandkleppen. Van de laatste is dit te wijten aan onderhoud en van de eerste is dit zowel van constructieve aard als ook operationele aard. De onderdelen binnen deze groep welke in 2009 een duidelijke uitzondering vormde, namelijk de (nood)brandblus pompen en hoge druk brandstof leidingen, hebben in 2010 geen aanleiding gegeven tot aanhouding. Voor het onderdeel hoge druk brandstof leidingen was deze in 2009 zelfs verantwoordelijk voor de helft van de tekortkomingen binnen de groep brandbeveiligingsmaatregelen Structurele veiligheid (Structural Safety) Het is gebleken dat er drie aanhoudingen gerelateerd aan deze groep zijn geweest. Het ging hier om defecten aan de noodgenerator of noodverlichting. Load Line Pagina 22 van 32

23 Van de zes aanhoudingen die plaatsvonden in 2010 op deze groep is er één te wijten aan overbelading. Twee waren het gevolg van onjuiste certificering. Deze zijn dan ook bij deze groep genoemd en de andere tekortkomingen aan tank ontluchtingen, luik en deurafsluitingsmiddelen. Safety of navigation Deze groep van aanhouding is binnen de analyse Nederlandse aanhoudingen ten opzichte van het jaar 2007 en 2008 nieuw. De groep bestaat voornamelijk uit tekortkomingscodes met betrekking tot verplichte apparatuur/uitrusting op de brug. Voor 2010 zijn er twee aanhoudingsgronden uit deze groep uitgeschreven op onbekendheid met de bediening van deze apparatuur en een keer vanwege onvoldoende reisvoorbereiding. De onbekendheid met bv. VDR, ECDIS en nautische publicaties is in tegenstelling tot 2009 geen reden geweest. Misschien heeft dit te maken doordat er inmiddels meer bekendheid is met deze (nieuwe) apparatuur. Voor 2010 waren er 3 maal aanhoudingstekortkomingen met betrekking tot VDR (verlopen jaarlijkse keuring, ontbreken certificaat als bewijs van type keuring {MED} en een foutmelding in het systeem). De ander tekortkoming was gerelateerd aan ontbreken juiste navigatie kaarten. International Ship and Port Facility Security (ISPS) Na een opvallende toename tot 10% van de aanhoudingen in 2007, was er een significante daling van het aantal security (ISPS) gerelateerde aanhoudingen tot nul in In 2009 is er één aanhouding gerelateerd aan de ISPS code gerapporteerd. In 2010 is er ook één aanhouding op ISPS gemeld dit was echter gerelateerd aan onjuiste certificering en niet aan operationele zaken. Dit is de reden waarom deze dus niet in grafiek 9 Verdeling naar Aanhoudingsgroepen voorkomt. Deze aanhouding is gecategoriseerd onder Ship s certificates and documents. International Labour Organisation Convention (ILO) Bij de aanhoudingen over 2010 waren er twee ILO gerelateerde aanhoudingen. Het betrof hier zaken gerelateerd aan het vastleggen van arbeid en rustijden overzichten. Net als bij ISPS is deze ILO groep niet onder ILO weggeschreven maar onder Crew certificates door de betreffende PSC officier. Overige onderverdelingen Deze zal niet verder worden omschreven omdat het hier nog uitsluitend gaat om minimale aantallen waaruit moeilijk een trend uit kan worden opgemaakt. 6.3 Onderverdeling naar MOU regio s Zoals reeds genoemd zijn er in de verschillende regio s in totaal 25 aanhoudingen gemeld. In de Paris MOU regio 6 is een afname van 2 aangehouden schepen te constateren. Dit is weliswaar een lichte daling maar gezien de constante trend van dalingen over de laatste jaren en vooral de grote daling in 2008 in de Paris MOU kan dit als zeer positief worden ervaren. In de USCG regio heeft er geen enkele aanhouding vanwege ISPS plaatsgevonden. Ook het aantal veiligheidsgerelateerde aanhoudingen is in deze regio gedaald van 2 naar 0. Dit is als zeer gunstig te ervaren omdat de Nederlandse vloot in het recente verleden veel inspectiedruk heeft ervaren vanwege negatieve behaalde resultaten op het gebeid van security. 6 T.o.v. andere MOU s komt het aantal geregistreerde aanhoudingen binnen Paris MOU overeen met hun database. Pagina 23 van 32

24 Nagenoeg 86% van alle gemelde aanhoudingen wereldwijd hebben plaatsgevonden in 2 MOU regio s, namelijk Paris MOU en het Tokio MOU. Een verklaring hiervoor is dat deze MOU s beter melden aan de vlaggenstaat en dat de IVW/SV binnen de Paris MOU actief nagaat of er gemiste aanhoudingen zijn. Aanhoudingen per Port State regio 2010 Paris MOU 60% Tokyo MOU 16% Indian Ocean MOU 8% Caribbean MOU 8% Mediterranean MOU 8% Figuur 11 Aangehouden schepen naar Port State Regio s Onderverdeling van aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU Opdeling naar aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU levert het volgende overzicht op. Dit geeft enigszins gelijke trend met de wereldwijde gemelde aanhoudingen. Meest voorkomende redenen tot aanhouding Paris MOU Omschrijving Aantal 2500 ISM related deficiencies Ship's certificates and documents Crew certificates Structural safety Propulsion and auxiliary machinery Safety of navigation SOLAS related operational deficiencies * 3 Tabel 12 Top redenen tot aanhouding binnen Paris MOU Pagina 24 van 32

25 Top 5 Landen met meeste aanhoudingen reden van aanhouding Port State Groepsomschrijving Totaal Spanje 0200 Crew certificates Structural safety SOLAS related operational deficiencies *) MARPOL related operational deficiencies *) ISM related deficiencies 8 Totaal Spanje 13 Polen 0200 Crew certificates Fire safety measures Structural safety Propulsion and auxiliary machinery Safety of navigation Radio communications MARPOL - annex I 1 Totaal Polen 10 België 0100 Ship's certificates and documents Life saving appliances 2 Pagina 25 van 32

26 0700 Fire safety measures Gas and chemical carriers ISM related deficiencies 3 Totaal België 9 Duitsland 0100 Ship's certificates and documents Crew certificates Load lines Propulsion and auxiliary machinery SOLAS related operational deficiencies *) 1 Totaal Duitsland 8 Australië 0700 Fire safety measures Cargoes Load lines ISM related deficiencies 1 Totaal Australië 5 China 0700 Fire safety measures Load lines Radio communications ISM related deficiencies 1 Totaal China 5 Egypte 0600 Life saving appliances Safety of navigation Radio communications 1 Totaal Egypte 3 Italië 1700 MARPOL - annex I SOLAS related operational deficiencies *) ISM related deficiencies 1 Totaal Italië 3 Eindtotaal 56 Overzicht 13 Top 5 Landen met de meeste aanhoudingen op reden van aanhouding Top 3 van meeste aanhoudingsgronden wereldwijd Onderstaande lijst geeft een overzicht van de top 3 van aanhoudinggronden in 2010 gemeten over alle regio s. Top 3 Aanhoudingsgronden wereldwijd 2010 Omschrijving Aantal 2530Resources and personnel Development of plans for shipboard operations Manning specified by the minimum safe manning doc Emergency lighting, batteries and switches Reports & analysis of NC's, accidents and hazardous occurences Maintenance of the ship and equipment Certification, verification and control Load lines (including Exemption) Fire detection Voyage Data Recorder (VDR) Propulsion main engine 2 Pagina 26 van 32

27 2050Operation of machinery 2 Totaal 29 Overzicht 14 Top 3 redenen tot aanhouding (Wereldwijd) Er kan geconstateerd worden dat indien de gegevens van de volgende tabellen: Top 3 van meeste aanhoudingsgronden wereldwijd, Onderverdeling van top 5 landen met meeste aanhoudingen naar meest voorkomende aanhoudingsgronden en Onderverdeling van aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU, met elkaar vergelijkt het moeilijk is om een duidelijke trend waar te nemen. Wel kan geconcludeerd worden dat het aantal aanhoudingen op het gebied van ISM significant is gestegen ten opzichte van de vorige jaren. Deze aanhoudingen hebben echter wel slechts in enkele landen plaatsgevonden. Toch is ook de conclusie dat het merendeel van de aanhoudingen, niet te wijten is aan hardwarematige zaken maar meer is in de trend van operationele zaken, zoals goede implementatie van en uitvoering van het kwaliteitssysteem en de kennis van de bemanning op bepaalde gebieden. Er kan gesteld worden dat als het ISM systeem beter geïmplementeerd cq. opgevolgd was dat een aantal aanhoudingen voorkomen had kunnen worden. Naast de corrigerende maatregelen die ter verbetering zijn aangedragen door de rederijen is het ook belangrijk, gezien de doelstelling van deze analyse, dit gegeven mee te nemen binnen het toezicht van IVW/SV in zijn totaliteit. Pagina 27 van 32

28 6.4 Onderverdeling naar scheepstype Bij nagenoeg alle aanhoudingen, met uitzondering van 6 schepen, betrof het droge lading schepen. Het type schip met de meeste aanhoudingen is het zogenoemde general cargo schip (19 schepen). Dit valt deels te verklaren doordat het de grootste groep schepen is binnen de Nederlandse vloot. Ondanks dat er een Concentrated Inspection Campaign (CIC) heeft plaatsgevonden binnen de Paris MOU, op het gebied van stabiliteit bij tankers, zijn er geen tankers (olie, gas of chemicaliën) aangehouden op dit thema. Wel zijn er twee chemicaliën tankers aangehouden binnen de Paris MOU. 6.5 Onderverdeling naar tonnage Met betrekking tot de verdeling aanhoudingen naar tonnage is te zien dat, met uitzondering van schepen < 500 GT, de groepen (500GT 3000GT), (3000GT (5999GT), 6000GT 8999GT) en (9000GT->) min of meer hetzelfde percentage van aanhoudingen heeft. Er kan echter geen conclusie aan dit percentage gesteld kan worden. 7 ACTIES VAN DE INSPECTIE VERKEER EN WATERSTAAT Pagina 28 van 32

29 7.1 Informeren rederijen Ondanks het feit dat er dit jaar geen (grote) groep is van aanhoudingen welke voorkomen had kunnen worden door vroegtijdig aanvraag van een ontheffing bij de IVW/SV of het klassenbureau, is de IVW/SV van mening om het tijdig aanvragen van een vrijstelling onder de aandacht te blijven brengen van de rederijen. Het blijft belangrijk, ter voorkoming van een aanhouding, om bij een defect aan apparatuur of schip welke niet op korte termijn kan worden verholpen het klassenbureau te informeren. 7.2 Actieve inzet Inspectie Verkeer en Waterstaat Dit jaar heeft de IVW/SV een ondersteunende rol gespeeld bij het aantekenen van een appeal door de reder of heeft de IVW/SV een actieve rol gespeeld bij het indienen van een verzoek tot heroverweging. Ook zal de IVW/SV een actieve rol spelen mochten de nog openstaande heroverwegingen worden omgezet naar een review case. Er is tijdens een verzoek tot heroverweging geconstateerd dat er een verschil van behandelen van appeals is binnen de diverse lidstaten van de Paris MOU. Dit is door de IVW/SV bij een internationaal overleg (MAB) aangekaart met als doel het (van hogerhand) beter te harmoniseren Naar aanleiding van aanhoudingen over het jaar 2010, waarbij door havenstaten of door klassenbureaus additionele SMC audits werden opgelegd, heeft de IVW/SV één van deze additionele SMC audits bijgewoond aan boord. In twee gevallen is, als gevolg van meerdere aanhoudingen van schepen vallend onder hetzelfde management, door de IVW/SV besloten om de jaarlijkse / additionele DOC audit bij te wonen in samenspraak met het betreffende klassenbureau. Naast de bijgewoonde DOC en SMC audits heeft de IVW/SV in drie gevallen van aanhoudingen aanvullende inspecties uitgevoerd aan boord zodra het schip een Nederlandse haven aandeed. Dit heeft niet geleid tot nieuwe aanhoudingen. In twee gevallen van aanhouding heeft de IVW/SV nader onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de door het klassenbureau uitgevoerde werkzaamheden. In één geval, welke ook als klasse gerelateerd was aangemerkt op het PSC inspectieformulier is het betreffende klassenbureau hiertegen in bezwaar gegaan. 7.3 Aanbeveling Gebaseerd op de gegevens uit deze analyse doet de IVW de volgende aanbevelingen: Omdat er wederom een stijging is van het aantaal aanhoudingen op het gebied van bemanningscertificaten is het belangrijk om: o de vaarbevoegdheidsbewijzen goed te regelen en te controleren; o en in noodgevallen een verzoek tot uitzondering aan vragen bij de IVW/SV. De stijging van aanhoudingen op het gebied van ISM meenemen in de inspectieprogramma s van de IVW/SV. Pagina 29 van 32

30 BIJLAGE 1. Overzicht aanhoudingen 2010 Detention date PSC region days of detent ion ship type GT total nr of def. grounds for detention Code groep Groeps omschrijving Code number Code Tekst Convention code 10/01/10 Mediterranean MOU 2 General car Life saving appliances 696 Maintenance and inspections SOLAS 16/01/10 Paris MOU 10 General car Propulsion and auxiliary machinery 1410 Propulsion main engine SOLAS 2000 SOLAS related operational 2000 deficiencies *) 2050 Operation of machinery SOLAS Propulsion and auxiliary machinery 1410 Propulsion main engine SOLAS Crew certificates Manning specified by the minimum safe 230 manning doc STCW 22/02/10 Paris MOU 3 General car SOLAS related operational 2000 deficiencies *) 2043 Monitoring of voyage or passage plan SOLAS ISM related deficiencies Development of plans for shipboard 2535 operations ISM 18/03/10 Paris MOU 2 General car Safety of navigation 1566 Voyage Data Recorder (VDR) SOLAS Safety of navigation 1566 Voyage Data Recorder (VDR) SOLAS Radio communications 1685 Operation/maintenance SOLAS Structural safety 945 Emergency lighting, batteries and switches SOLAS 22/03/10 Paris MOU 2 General car Structural safety 945 Emergency lighting, batteries and switches SOLAS Structural safety 950 Electric equipment in general SOLAS 15/03/10 Caribbean MOU 26 Dredger Crew certificates 222 Certificate for rating for watchkeeping STCW 25/03/10 Paris MOU 6 Olie Tanker ISM related deficiencies 2515 Company responsibility and authority ISM ISM related deficiencies 2525 Masters responsibility and authority ISM ISM related deficiencies 2530 Resources and personnel ISM ISM related deficiencies Development of plans for shipboard 2535 operations ISM ISM related deficiencies 2565 Certification, verification and control ISM 05/04/10 Paris MOU 9 Chemicaliën Fire safety measures 745 Ventilation SOLAS Gas and chemical carriers 1860 Personal protection SOLAS Life saving appliances 630 Launching arrangements for survival craft SOLAS ISM related deficiencies Reports & analysis of NC's, accidents and 2545 hazardous occurences ISM ISM related deficiencies 2550 Maintenance of the ship and equipment ISM 08/04/10 Paris MOU 2 General car ISM related deficiencies 2530 Resources and personnel ISM