Rapport Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

Transcriptie

1 Datum Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008 Inspectie Verkeer en Waterstaat Toezichteenheid Zeevaart Unit Vlaggenstaat

2 Datum Paginanummer 2 van 33 1 MANAGEMENT SAMENVATTING 3 2 DOELSTELLING Afbakening Leeswijzer 6 3 ACHTERGROND MOU s Paris MOU white en black list 8 4 WERKWIJZE BIJ AANHOUDINGEN Melding en registratie van een aanhouding Informatie opvragen Beoordeling aanhouding Vervolgactie Bezwaar, beroep, klacht of revieuw 10 5 ANALYSE VAN DE AANHOUDINGEN Aanhouding naar Internationale Conventies en -Codes Aanhouding naar MOU regio en land Aanhouding naar tonnage 16 6 BEVINDINGEN Algemeen Indeling naar aanhoudingsgroepen uitgedrukt in percentages Onderverdeling naar Internationale Conventies en Codes Onderverdeling naar MOU regio s Onderverdeling naar scheepstype: Onderverdeling naar tonnage: 25 7 VERVOLG Informeren Klassenbureau: Actieve inzet Inspectie Verkeer en Waterstaat: 26 BIJLAGE 1. Overzicht aanhoudingen Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

3 Datum Paginanummer 3 van 33 1 MANAGEMENT SAMENVATTING De schepen onder Nederlandse vlag doen havens aan over de gehele wereld en zijn onderhevig aan inspecties uitgevoerd door Port State Control (PSC). Door middel van deze inspecties biedt PSC een vangnet voor vlaggenstaten die onvoldoende toezicht houden op hun vloot, klassenbureaus die onvoldoende presteren en reders die de kwaliteit van hun schepen onvoldoende borgen. In het geval dat er tijdens een dergelijke inspectie tekortkomingen worden aangetroffen die de veiligheid van het schip of de bemanning in het geding kunnen brengen of milieuverontreiniging zouden kunnen veroorzaken, kan een aanhouding van het schip volgen. De Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezicht Eenheid Zeevaart onderzoekt deze aanhoudingen. Deze rapportage geeft de analyse van de gegevens met betrekking tot aanhoudingen van Nederlandse schepen in het buitenland over het jaar Op deze manier verkrijgt de Inspectie Verkeer en Waterstaat inzicht - naast de inspectieresultaten voortkomend uit de vlaggenstaat inspecties en ongevallenonderzoek - over de kwaliteit van de Nederlandse vloot en kan een verbetertraject inzetten. In 2008 zijn er in totaal 33 Port State Control aanhoudingen 1 van Nederlandse schepen in buitenlandse havens geregistreerd 2. Van deze 33 aanhoudingen zijn er inmiddels 30 gegrond verklaard en lopen er nog 3 verzoeken tot heroverweging de zogenaamde appeals. Alle drie de verzoeken tot heroverweging zijn ingediend in landen binnen de Paris MOU regio. Naast deze 33 aanhoudingen zijn er 2 aanhoudingen geweest welke zijn ingetrokken door de betreffende Havenstaat. Hiervan is één aanhouding ingetrokken na appeal van de reder en is er één aanhoudingen ingetrokken na een verzoek tot heroverweging door de Inspectie Verkeer en Waterstaat. In totaal zijn er 215 tekortkomingen aan boord van de aangehouden schepen geconstateerd. Hiervan waren 65 tekortkomingen reden tot aanhouding, in 2007 waren het er 98. In de Paris MOU regio is het aantal aanhoudingen van Nederlandse schepen gestegen van 18 naar 23. Aan elke tekortkoming die tot aanhouding heeft geleid, wordt een groepscode en groepsnaam toegekend. Internationaal is deze lijst min of meer gestandaardiseerd. In die gevallen waar er een andere groepscode wordt gehanteerd (US Coast Guard) is deze omgezet naar deze algemeen gebruikte lijst om analyse mogelijk te maken. De belangrijkste bevindingen zijn: 1. In vergelijking met 2007 is er een lichte afname te constateren in het aantal aanhoudingen wereldwijd, namelijk van 36 naar 33. In de voor de Nederlandse vloot belangrijke Paris MOU regio is een toename van het aantal aanhoudingen te constateren, namelijk van 18 naar Het aantal aanhoudingen in de Paris MOU regio is enigszins toegenomen, maar of Nederland op de White list zal dalen hangt mede af van hoe andere landen in de Paris MOU regio hebben gescoord en van het totale aantal gecontroleerde Nederlandse schepen. Ten tijde van het opmaken van deze rapportage waren deze gegevens nog niet bekend. 3. Het aantal Security gerelateerde aanhoudingsgronden is gedaald van 9 naar 0. 1 Zie blz. 14, tabel 3 2 Geregistreerd betekent officieel aan ons gemeld. Uit (jaar)verslagen van Mediterranen MOU en Tokyo MOU blijkt dat niet alle aanhoudingen aan ons worden gemeld, niet gemelde aanhoudingen zijn niet meegenomen in deze analyse. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

4 Datum Paginanummer 4 van De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft de betrokken rederijen schriftelijk verzocht om een toelichting op de geconstateerde gebreken te geven en opgave van de preventieve maatregelen binnen hun kwaliteitssysteem (ISM systeem) om herhaling te voorkomen. Na analyse van de reacties werd vijf maal een bezoek aan rederijkantoren gebracht, waarbij in enkele gevallen tekortkomingen op het kwaliteitssysteem werden uitgeschreven. 5. Door analyse van de Inspectie Verkeer en Waterstaat van de PSC rapportages en raadpleging van de gegevens in de informatiesystemen van de erkende klassenbureaus, kon worden gecontroleerd of er mogelijk sprake was van tekortkomingen door een klassenbureau. Diverse schriftelijke toelichting van de klassenbureaus leverde in twee gevallen een tekortkoming op van het betrokken klassenbureau, waarop er intern corrigerende maatregelen bij het betreffende klassenbureau zijn genomen. 6. In de tabellen op blz. 22 t/m 24 zijn: de reden tot aanhouding, Top 5 Landen met de meeste aanhoudingen op reden van aanhouding en de aanhoudingsgronden wereldwijd opgenomen. In de onderverdeling van aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU (blz.22) is te lezen dat de volgende twee aanhoudingsgronden: bemanningscertificaten en olie lens water afscheider het meest voorkomen. Hierbij zijn de ISM gerelateerde aanhoudingen 3 niet meegenomen omdat deze vaak gekoppeld zijn aan andere aanhoudinggronden. 3 Zie voor achtergrond blz. 19, ISM gerelateerde tekortkomingen Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

5 Datum Paginanummer 5 van 33 1 INLEIDING De Nederlandse vloot is een internationaal georiënteerde vloot. De schepen onder Nederlandse vlag doen havens aan over de gehele wereld en zijn onderhevig aan inspecties uitgevoerd door Port State Control (PSC). Door middel van deze inspecties biedt PSC een vangnet voor vlaggenstaten die onvoldoende toezicht houden op hun vloot, Klassenbureaus die onvoldoende presteren en voor reders die de kwaliteit van hun schepen onvoldoende borgen. In het geval dat er tijdens een dergelijke inspectie tekortkomingen worden aangetroffen die de veiligheid van het schip of de bemanning in het geding kunnen brengen of milieuverontreiniging zouden kunnen veroorzaken, kan er een aanhouding van het schip volgen. Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezicht Eenheid Zeevaart onderzoekt deze aanhoudingen. Primair zijn deze onderzoeken erop gericht om de kwaliteit van de Nederlandse vlag te waarborgen in het kader van de vlaggenstaat verplichting, eventuele verwijtbare betrokkenheid van de erkende klassenbureaus te onderzoeken en toezicht op de Nederlandse rederijen te houden. Tevens borgt Inspectie Verkeer en Waterstaat dat er geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot aanhouding en krijgt zij tevens een indicatie van de kwaliteit van buitenlandse inspecties. Een bijkomend voordeel van de registratie van alle aanhoudingen is dat er gemakkelijk overzichten kunnen worden gegenereerd waaruit opvallende zaken naar voren komen. Bijvoorbeeld of er regelmatig schepen op dezelfde items in dezelfde landen worden aangehouden. Dit kan een signaal zijn dat een bepaald land een andere interpretatie van de wetgeving heeft dan Nederland en via internationaal overleg kan hier dan op worden geanticipeerd. Aanleiding Naar aanleiding van een daling van Nederland op de White list van Paris MOU van de 7 e plaats (2005) naar de 16 e plaats (2006) en de 12 e plaats (2007) heeft Inspectie Verkeer en Waterstaat reden om aan te nemen dat de kwaliteit van de Nederlandse vlag in het jaar 2006 en 2007 is verminderd ten opzichte van het jaar Een lagere ranking heeft ook als gevolg dat er een verhoogde inspectiedruk door PSC voor de Nederlandse vloot kan ontstaat. Inspectie Verkeer en Waterstaat neemt dit signaal serieus en onderzoekt wat hieraan ten grondslag ligt om er zo voor te kunnen zorgen dat de kwaliteit van haar vlag verbetert. Een middel om inzichtelijk te maken waar de verbeterpunten liggen is deze rapportage. Het betreft de analyse van aanhoudingen van Nederlandse schepen in het buitenland (door Port State Control in één van de diverse MOU regio s). Het betreft het jaar 2008, in dit jaar zijn 35 aanhoudingen onderzocht. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

6 Datum Paginanummer 6 van 33 2 DOELSTELLING Het analyseren van de gegevens met betrekking tot aanhoudingen van Nederlandse schepen in het buitenland in 2008 en deze door middel van deze rapportage publiceren. 2.1 Afbakening Besproken wordt alleen de aanhoudingen van Nederlandse zeeschepen door buitenlandse Port State Control autoriteiten. Het betreft alleen aanhoudingen in het Port State Control verband (in één van de elf MOU s, zie hoofdstuk 3). Dit rapport behandelt alleen die aanhoudingen waarvan melding is gemaakt door betreffende Port State Control regio en waarvan bewijs is ontvangen dat er daadwerkelijk een aanhouding heeft plaatsgevonden. 2.2 Leeswijzer Hoofdstuk 3 beschrijft enkele achtergronden welke van belang zijn in het kader van de aanhoudingen. Er wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de verschillende PSC regio s en de methodiek die wordt gebruikt bij het bepalen van de ranking van een vlaggenstaat. Hoofdstuk 4 beschrijft hoe de onderzoeksmethodiek is opgezet. De verschillende stappen die worden doorlopen worden beschreven vanaf het moment dat een melding van een aanhouding bij Inspectie Verkeer en Waterstaat binnenkomt. Hoofdstuk 5 is de analyse. Op basis van gegevens uit de database worden verschillende overzichten gepresenteerd, bijvoorbeeld het aantal aanhoudingen naar regio en naar wetgeving. Tot slot worden in hoofdstuk 6 enkele verbanden gelegd met betrekking tot de gegevens in 2008 en tevens wordt er daar waar relevant een vergelijking gemaakt met het jaar In bijlage 1 staat een geanonimiseerd overzicht van de aangehouden schepen. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

7 Datum Paginanummer 7 van 33 3 ACHTERGROND 3.1 MOU s De Nederlandse schepen zijn afhankelijk van het gebied waarin zij varen onderhevig aan inspecties door Port State Control van een regio (de zogenaamde Memoranda of Understanding en US Coast Guard). Zodra zij een haven van een kuststaat aandoen (zie figuur 1) en ze worden conform de criteria van PSC geselecteerd, volgt er een inspectie. Naast de MOU s zoals aangegeven in figuur 1 zijn er nog twee kleinere MOU s namelijk Riyadh MOU en de Asian Pacific MOU. Figuur 1. MOU regio's Nederland is lid van het Paris Memorandum of Understanding (Paris MOU). Dit is gebaseerd op internationale afspraken door 27 landen die daarvoor een verdrag hebben ondertekend. De inspecties zijn gericht op veiligheid en milieu aspecten van het schip en de kwaliteit en de kwantiteit van de bemanning. Ook wordt gekeken naar de arbeids- en leefomstandigheden. Aangezien Nederland partij is in het Paris MOU worden de resultaten van de inspecties uitgevoerd door mede-verdragsleden aan boord van de Nederlandse vloot, nauwlettend in de gaten gehouden. Aangezien Nederland toegang heeft tot de systemen en data van het Paris MOU kan nauwkeurig worden nagegaan wat er geconstateerd is en hier conclusies aan verbinden. Uitwisseling van data met andere regio s is (nog) beperkt en voor deze aanhoudingen is het dan ook gecompliceerder om de aanhoudingen te onderzoeken. Tijdens de indeling naar MOU regio s is in één enkel gevallen de vrijheid genomen om een land in een bepaalde regio te groeperen ondanks dat het inspectierapport verwijzing had naar een van de twee kleinere deze MoU regio s. Echter het betreffende land valt ook binnen deze aangenomen MOU regio. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

8 3.2 Paris MOU white en black list Datum Paginanummer 8 van 33 De ranking van Paris MOU gebeurt op basis van gegevens afkomstig uit de inspectiedatabase van Paris MOU. Volgens een systematiek wordt aan de hand van inspectiegegevens, gemeten over 3 jaar, een score aan vlaggenstaten toegekend. Middels een formule worden aantallen tekortkomingen en aanhoudingen uitgezet tegen het totale aantal inspecties door PSC. Deze score wordt vervolgens tegen andere vlaggenstaten uitgezet en zo wordt een relatieve ranking van de vlaggenstaten gekregen. Deze lijst wordt vervolgens onderverdeeld in de zogenaamde white, grey en black list. Aangezien over drie jaar gemeten wordt, worden resultaten uitgemiddeld en worden excessen van een jaar afgevlakt. Tevens is de ranking sterk afhankelijk van de prestatie van andere vlaggenstaten. Presteert Nederland hetzelfde, maar doen andere vlaggenstaten het beter, dan zakt Nederland op de lijst. De voorgaande jaren stond Nederland op de 7 e,16 e en 12 e plaats van de white list. Of de mindere prestaties binnen het Paris MOU regio dit jaar zullen leiden tot een daling op deze lijst is niet met zekerheid vast te stelen. De mindere resultaten van het jaar 2006 zullen ook nog voor 2009 van invloed zijn op de positie van Nederland op de white list. Ranking op Paris MOU White list Positie mei-08 Jaar Grafiek 2 Ranking of Paris MOU White list Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

9 Datum Paginanummer 9 van 33 4 WERKWIJZE BIJ AANHOUDINGEN 4.1 Melding en registratie van een aanhouding De meldingen van aanhouding komen centraal binnen en worden geregistreerd in een database. De desbetreffende melding wordt doorgezet naar alle relevante partijen binnen de Toezichteenheid Zeevaart. Uit de database zijn op verschillende manieren de gegevens op te vragen. Er kunnen overzichten worden gegenereerd naar aanhouding per vlaggenstaat, rederij of aanhoudingsgrond. De informatie uit deze database is de basis voor dit rapport. 4.2 Informatie opvragen Nadat een melding van een aanhouding is geregistreerd wordt er door een inspecteur van de Toezichteenheid Zeevaart een onderzoek opgestart naar de achtergrond en aanleiding. Op deze manier worden mogelijk trends of consistente gebreken boven water gekregen. Zoals reeds eerder gemeld, wordt tevens onderzocht of de aanhoudingsgrond terecht was en in hoeverre er een mogelijkheid tot bezwaar door de reder is. Alvorens de reder wordt aangeschreven verzamelt de inspecteur zo veel mogelijk informatie: 1. Is het schip reeds eerder aangehouden; 2. Zijn er in het verleden andere schepen van de rederij aangehouden; 3. Zijn er klachten over het schip/rederij bekend; 4. Controle van de data op de certificaten; 5. Inspectie rapporten; 6. Etc. In het eerste bericht naar de reder wordt eventueel een verwijzing naar deze informatie opgenomen. Tevens wordt beoordeeld of een eventuele betrokkenheid van een erkend klassenbureau reden is voor een aanvullend onderzoek naar de prestaties van dit klassenbureau. Dit gebeurt aan de hand van de PSC inspectie rapporten en informatiesystemen van het betrokken klassenbureau. 4.3 Beoordeling aanhouding De aanhoudingsgronden worden beoordeeld aan de hand van de Internationale Conventies en bijbehorende resoluties en circulaires, Europese Richtlijnen en Verordeningen, de MOU s van de diverse regio s en in het bijzonder de IMO Resolutie 787 (zoals gewijzigd). Uit berichtgeving die van reders is ontvangen blijkt dat de meeste aanhoudingen op basis van gegronde redenen hebben plaatsgevonden. Dit betekent dat de reder maatregelen dient te nemen om herhaling te voorkomen. Veelal blijkt dat op een of andere wijze het kwaliteitsmanagement systeem (ISM) beter had kunnen functioneren. Indien er door de inspecteur tekortkomingen worden geconstateerd waarvan de beoordeling uitwijst dat de genomen maatregelen niet voldoende zijn, kunnen er aanvullende maatregelen worden gevraagd / opgelegd. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

10 Datum Paginanummer 10 van Vervolgactie Afhankelijk van de aard en ernst van de aanhouding, maar ook ervaringen met de rederij, kunnen diverse acties ondernomen worden. Enkele voorbeelden van genomen acties gedurende het afgelopen jaar zijn: 1. Het schriftelijk informeren bij de rederij naar genomen actie; 2. Opvragen van Non Conformity verslagen (vanuit het ISM) opgesteld door de kapitein of rederij; 3. Een bezoek aan of gesprek met de rederij of het schip; 4. Aanvullende audit op het kantoor van de rederij of aan boord van het schip. Tevens is het mogelijk om conform de Schepenwet, hoofdstuk VI, 2, artikel 56 (met verwijzingen) een boete op te leggen (een aanzienlijk aantal aanhoudingsgronden gelden als overtredingen en zijn strafbaar gesteld). 4.5 Bezwaar, beroep, klacht of revieuw De mogelijkheid van bezwaar/beroep ligt in eerste instantie bij de reder. De praktijk wijst uit dat reders hier geen gebruik van maken omdat zij dit niet noodzakelijk vinden, het vergt veel energie/tijd/geld en/of wordt er gevreesd voor repercussies. Om een aanhouding binnen het Paris MOU ongegrond te laten verklaren, kan de reder de volgende stappen ondernemen: 1. Bezwaar aantekenen bij het van land van aanhouding. Hiervoor geldt wel dat dit binnen een bepaalde termijn na aanhouding dient plaats te vinden, dit is afhankelijk van het land van aanhouding. Voor exacte omschrijving van deze procedure dient de Paris MOU website te worden geraadpleegd. 2. De reder kan afzien van een bezwaar bij het land van aanhouding en een verzoek tot herziening (revieuw) indienen bij de vlaggenstaat, dit verzoek dient te zijn voorzien van alle relevante documenten alsook de argumenten waarom de aanhouding onterecht is geweest. Vervolgens kan Inspectie Verkeer en Waterstaat dan een verzoek tot heroverweging indienen bij het van land van aanhouding. 3. De reder kan bij een ongunstige uitslag van het revieuw een verzoek tot herziening indien bij het Paris MOU Secretariaat in Den Haag. Voor een volledige omschrijving van deze procedures voor een bezwaar of verzoek tot herziening dient de website van het Paris MOU te worden geraadpleegd. Dit is te vinden onder Van niet alle overige MOU s is bekend hoe er bezwaar kan worden aangetekend. In veel gevallen staat op het aanhoudingsformulier hoe voor de betreffende MOU bezwaar kan worden ingediend. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

11 Datum Paginanummer 11 van 33 5 ANALYSE VAN DE AANHOUDINGEN In het jaar 2008 zijn er 35 meldingen, van schepen die aangehouden zijn in het buitenland, geregistreerd 4. Naast deze aanhoudingen die zijn geregistreerd bleken er enkele aanhoudingen te zijn die het gevolg waren van grondingen of aanvaringen. Deze worden verder onderzocht door de afdeling ongevallen en vallen niet binnen de scope van dit verslag. Deze aanhoudingen zijn op geen enkele wijze meer als getalwaarde meegenomen binnen deze rapportage. Dit omdat ze internationaal ook niet mee tellen in de bepaling van de ranking. Van drie van deze 35 aanhoudingen is één aanhouding na appeal van de rederij bij het land van aanhouding ingetrokken en is er één door tussenkomst van Inspectie Verkeer en Waterstaat doormiddel van een revieuw procedure ongedaan gemaakt. Naast deze twee gevallen is er een appeal welke door Inspectie Verkeer en Waterstaat was aangevraagd niet gehonoreerd. Verder lopen er ten tijde van het opmaken van deze rapportage nog 3 verzoeken tot heroverweging bij landen binnen de Paris MOU regio. Van alle aanhoudingen wordt de rederij door Inspectie Verkeer en Waterstaat aangeschreven om een toelichting te geven omtrent de oorzaak van de aanhoudingsgronden en om opgave van de correctieve maatregelen die werden genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Er lopen geen zaken meer bij rederijen van de geregistreerde aanhoudingen met uitzondering van de 3 appeals / verzoeken tot heroverweging. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van een aantal thema s geanalyseerd en gerapporteerd over het totaaloverzicht van de aanhoudingen Zo wordt er uitgesplitst naar aanhoudingsgrond (wetgeving), MOU, landen en tonnage. 5.1 Aanhouding naar Internationale Conventies en -Codes Alle tekortkomingen die aan boord geconstateerd worden door de Port State Control inspecteur, zijn afwijkingen die hun grondslag vinden in de internationale conventies en codes. Hieronder volgt een totaal overzicht van de aanhoudingen in 2008 gerelateerd aan de internationale conventies. Vervolgens volgt een korte omschrijving van de inhoud van deze internationale conventies inclusief een verbijzondering van de geconstateerde tekortkomingen. International Conventie & Code Aantal tekortkomingen Percentage Aantal tekortkomingen Percentage Aantal tekortkomingen Percentage ILO 1 1% 1 2% ISM 12 10% 12 12% 10 15% ISPS 6 5% 10 10% LL 9 8% 3 3% MARPOL 18 16% 13 13% 10 15% SOLAS 64 56% 49 50% 37 57% STCW 6 5% 10 10% 7 11% Eindtotaal % % % tabel 1 Aanhoudinggronden naar Internationale Conventies en codes 4 Geregistreerd betekent officieel aan ons gemeld. Uit (jaar)verslagen van Mediterranen MOU en Tokyo MOU blijkt dat niet alle aanhoudingen aan ons worden gemeld, niet gemelde aanhoudingen zijn niet meegenomen in deze analyse. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

12 Datum Paginanummer 12 van 33 Tekortkomingen aanhoudingsgronden Internationale Conventies & Codes STCW 11% ILO 2% ISM 15% ISPS 0% LL 0% MARPOL 15% SOLAS 57% Grafiek 2 Tekortkomingen naar internationale Conventies en Codes Safety Of Life At Sea (SOLAS) SOLAS is veruit de grootste en belangrijkste conventie van de IMO. SOLAS omschrijft de technische eisen voor zeegaande schepen, bijvoorbeeld op het gebied van constructie, brandbestrijding, reddingsmiddelen, radioapparatuur en navigatieapparatuur. Daarnaast regelt het SOLAS een aantal zaken zoals ladingvoorschriften, safety management en security, waarbij de details zijn uitgeschreven in aparte codes (zie ook ISM en ISPS). Het is niet altijd eenduidig of bepaalde tekortkomingen op het gebied van constructie vallen onder SOLAS of Load Line. In die gevallen is het dan onder SOLAS weggezet. Gezien het feit dat de SOLAS het grootste deel van het schip omschrijft, is het ook logisch dat de meeste deficiencies op dit gebied voorkomen. Van alle tekortkomingen zijn 57% SOLAS gerelateerd, dit is verklaarbaar gezien de focus van de instructies voor de Port State Control Officier op SOLAS. International Convention for the Prevention of Pollution from Ships (MARPOL) Het MARPOL-verdrag is een internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen. MARPOL staat voor 'MARine POLlution' (zeevervuiling). Het verdrag bestaat uit zes bijlagen, die afzonderlijk door landen geratificeerd kunnen worden (Nederland heeft alle bijlagen geratificeerd). Van de schepen die zijn aangehouden is 15% van het totale aantal geconstateerde tekortkomingen direct te relateren aan het MARPOL. Het betrof voornamelijk tekortkomingen aan de lenswater olie afscheider. Dit is het systeem om gecontroleerd, binnen toegestane limieten, oliedeeltjes bevattend watermengsel overboord te pompen. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

13 Datum Paginanummer 13 van 33 International Safety Management Code (ISM) De Internationale Safety Management code heeft als doel de veilige exploitatie van schepen en voorkoming van verontreiniging. De Code is tien jaar geleden door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) aangenomen als blauwdruk voor de wijze waarop scheepvaartmaatschappijen hun vloot dienen te beheren en te exploiteren. Tevens dient de Code ter bevordering van de ontwikkeling van een algemene veiligheidscultuur en milieubewustzijn in de scheepvaart. Sinds 1 juli 2002 geldt de Code voor alle passagiersschepen en vrachtschepen groter dan 500 GT, die internationale reizen maken. De ISM code maakt deel uit van het SOLAS verdrag. Het ISM vormt de kapstok van alle internationale verdragen die voor een schip gelden. Het is daarom dat indien hardware-matige gebreken of het niet hebben van de juiste scheepsdocumenten wordt geconstateerd, dit veelal is terug te voeren op het niet juist functioneren van dit management systeem. In totaal is 15% van de afwijkingen ISM gerelateerd. Load Line Convention Alle eisen ten aanzien van stabiliteit en uitwatering van een schip zijn geregeld in het Load Line verdrag uit 1966 (gewijzigd door het 1988 protocol). Naast eisen over de constructie van het schip worden er allerlei regels voor het (over)beladen gesteld. Het is niet altijd eenduidig of bepaalde tekortkomingen op het gebied van constructie vallen onder SOLAS of Load Line. In die gevallen is het dan onder SOLAS weggezet. Over 2008 zijn er geen tekortkomingen geregistreerd International Convention on Standard of Training, Certification and Watch keeping (STCW) STCW is een conventie die eisen stelt aan de ervaring en competenties van de bemanning. De doelen van STCW worden door IMO duidelijk gedefinieerd: bevordering van de veiligheid van de mensen en van eigendom op zee en bescherming van maritieme milieu door het opzetten van internationale normen voor opleiding, brevettering en wachtdienst van zeevarende. Het aantal zaken waar een PSC Officier op let in het kader van STCW is relatief beperkt. Men kan dit dan ook indelen in certificering (geen geldig of toerijkend vaarbevoegdheidsbewijs) en bekendheid met de systemen (competenties). In 11% van het totaal aantal tekortkomingen was er een afwijking van het STCW. Met de mogelijke komst van nieuwe instructies aan de Regonised Organisation s (RO s) of te wel erkende klassenbureaus hoopt men dit percentage naar beneden te brengen. Gedurende de jaarlijkse inspectie dient het klassenbureau straks ook de bemanningsdocumenten te controleren. International Ship and Port Facility Security Code (ISPS) De EU verordening 725/2004, de ISPS code en aanvullende beveiligingsvoorschriften van de IMO zijn vanaf 1 juli 2004 van kracht. Ze zijn van toepassing op alle passagiersschepen, vrachtschepen groter dan 500 GT en "Mobile Offshore Drilling Units" die ingezet (kunnen) worden op internationale reizen, en op havenfaciliteiten die deze typen schepen ontvangen. De ISPS Code en overige IMO voorschriften vormen een onderdeel van het veiligheidsverdrag (SOLAS) en hebben betrekking op uitrusting, opleiding en een kwaliteit/zorgsysteem voor security. Na een opvallende toename tot 10% van de aanhoudingen in 2007, was er een significante daling van het aantal security (ISPS) gerelateerde aanhoudingen tot nul in Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

14 Datum Paginanummer 14 van 33 International Labour Organisation Convention (ILO) De ILO beoogt door het aannemen van conventies en aanbevelingen de verschillende doelstellingen in bindende normen vast te leggen. Voordat conventies en aanbevelingen van de ILO bindend kunnen worden moeten deze wel door de lidstaten worden geratificeerd. Voor de zeevaart zijn een aantal verschillende conventies van toepassing. In 2010 (streefdatum) wordt een nieuwe super conventie van kracht met verregaande eisen. Het betreft gedetailleerde eisen aan de leefomstandigheden aan boord en controle op arbeidsovereenkomsten van de zeevarende. Bij de aanhoudingen over 2008 was er net zoals in 2007 één aanhoudingsredenen gerelateerd aan ILO. Het betrof arbeids- en rusttijden. 5.2 Aanhouding naar MOU regio en land Zoals omschreven in hoofdstuk 2 zijn er verschillende Memoranda of Understanding. Om een beter inzicht te krijgen in welke regio s er de meeste aanhoudingen worden verricht, volgt onderstaand een overzicht van deze gegevens. Aanhoudingen NL schepen MOU Regio Asian Pacific MOU Indian Ocean MOU 1 Mediterranean MOU Tokyo MOU Paris MOU USA Coast Guard Vina Del Mar Tabel 3: Aanhouding naar MOU regio Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

15 Datum Paginanummer 15 van 33 Aanhoudingen naar PSC regio Mediterranean MOU Paris MOU USA Coast Guard Tokyo MOU Overige MOU Tabel 4 Aanhoudingen naar PSC regio s Vervolgens levert dit verder uitgesplitst naar land het volgende overzicht op. Voor de duidelijkheid is ervoor gekozen om de top 4 van landen met het meest aantal aanhoudingen weer te geven. Alle andere landen zijn samengevoegd onder de noemer overige. De lege velden zijn van toepassing voor die landen die in dat betreffende jaar in Overige zijn ingedeeld Landen aantal Percentage USA (USCG) 6 18% Spanje (PMOU) 4 12% Denemarken (PMOU) 3 9% Engeland (PMOU) 3 9% Frankrijk (PMOU) 2 6% Polen (PMOU) 2 6% Portugal (PMOU) 2 6% Overig met 1 Aanh % Totaal % Tabel 5: top 4 van landen met het meest aantal aanhoudingen Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

16 Datum Paginanummer 16 van 33 Verhouding aangehouden schepen per land in procenten 2008 Overig met 1 Aanh. 34% USA (USCG) 18% Spanje (PMOU) 12% Portugal (PMOU) 6% Polen (PMOU) 6% Frankrijk (PMOU) 6% Engeland (PMOU) 9% Denemarken (PMOU) 9% Grafiek 6 Aanhouding naar land (afgeronde %) 5.3 Aanhouding naar tonnage Voor de Toezichteenheid Zeevaart is het interessant om te weten in welke tonnage categorieën schepen vaker zijn aangehouden. Op deze manier kan de Inspectie Verkeer en Waterstaat haar toezicht beter afstemmen op de geconstateerde risicotonnages. Blijkt bij een bepaald tonnage vaker tekortkoming voor te komen, dan kan door middel van thematische Vlaggenstaat inspecties extra aandacht worden besteed aan deze risicotonnages Tonnage Aantal Percentage Aantal Percentage Aantal Percentage < 500 GT 4 10% 1 3% 1 3% % 12 33% 13 39% % 12 33% 3 9% % 7 19% 10 30% => % 4 11% 6 18% Eindtotaal % % % Tabel 7: Aanhoudingen naar tonnage Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

17 Datum Paginanummer 17 van 33 Aangehouden Schepen naar Tonnage Groepen 2008 => % < 500 GT 3% % % % Grafiek 8 Aangehouden Schepen naar Tonnage Groepen Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

18 Datum Paginanummer 18 van 33 6 BEVINDINGEN 6.1 Algemeen In totaal zijn er 33 aanhoudingen in 2008 geweest. In totaal zijn er 215 tekortkomingen aan boord van de aangehouden schepen geconstateerd. Hiervan waren 65 tekortkomingen reden tot aanhouding (in vergelijking tot 98 in 2007). Dit betekent dat er gemiddeld 1,97 tekortkomingen (met een reden tot aanhouding; in vergelijking tot 2,72 in 2007) per aanhouding zijn geconstateerd. In de volgende paragrafen wordt, mede aan de hand van de indeling van hoofdstuk 5, een nadere uitleg gegeven over de meest opvallende resultaten en daar waar relevant een vergelijking gemaakt met de resultaten van 2006 en / of Indeling naar aanhoudingsgroepen uitgedrukt in percentages. Onderstaande grafiek (figuur 9) toont aan op basis van indeling naar groepen waarin 2008 de meeste schepen op zijn aangehouden. De gebruikte groepen komen voort uit de lijsten zoals die ook gebruikt wordt bij diverse PSC regio s en welke gehanteerd worden door de PSC officieren bij het catalogiseren van hun bevindingen. De lijst geeft aan op hoeveel % van de aangehouden schepen deze groep als aanhoudingsgrond voorkomt. Op x% van 33 Aangehouden schepen komt de volgende deficiëntie voor Fire safety measures ISM related deficiencies MARPOL - annex I Crew certificates Structural safety Life saving appliances Ship's certificates and documents Propulsion and auxiliary machinery Safety of navigation Radio communications SOLAS related operational deficiencies *) ILO 180 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20% Grafiek 9 Verdeling naar Aanhoudingsgroepen Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

19 Datum Paginanummer 19 van 33 Brandveiligheidsmaatregelen (Fire Safety Measures): Hoewel Fire Safety Measures een substantiële groep is waarop schepen zijn aangehouden, zal later bij een meer gedetailleerde omschrijving van de tekortkomingen welke hebben geleid tot een aanhouding blijken dat onderdelen van deze groep niet meer aan de top staan van aanhoudingen. De reden hiervoor is dat de groep Fire Safety Measures is onderverdeeld in een relatief groot aantal subgroepen (zoals brandkleppen, branddetectie, persoonlijke uitrusting, brandblus pompen, enz.) waarbij de verdeling van de aanhoudingsgronden over deze subgroepen erg gelijkmatig is geweest. Dit met uitzondering van een subcategorie namelijk de (nood)brandblus pompen. ISM gerelateerde tekortkomingen (ISM releated deficiencies): Eén van de aanhoudingen is een gevolg geweest van alleen een tekortkoming binnen deze groep. Hoewel de groep ISM gerelateerde tekortkomingen een tweede plaats inneemt heeft men in veel gevallen een tekortkoming in een van de andere groepen gekoppeld aan deze groep. Men heeft dus deze tekortkoming gezien als gevolg van falen van het Safety Management System (ISM-systeem). Een terugkomend feit is dat aanvaringen / grondingen niet altijd tijdig aan alle partijen worden gemeld met als resultaat een geregistreerde aanhouding op bv. ISM. Men had dit kunnen voorkomen indien men deze aanvaringen / grondingen tijdig had gemeld zodat die niet als geregistreerde aanhouding hadden kunnen worden aangemerkt. Ook een defect aan bijvoorbeeld een noodgenerator of noodbrandbluspomp wordt onvoldoende door middel van melding aan bv. het klassenbureau afgedekt. MARPOL annex I: In tegenstelling tot de groep brandveiligheidsmaatregelen (Fire Safety Measures) staat deze groep relatief lager in de grafiek. Echter bij gedetailleerde indeling binnen de subgroepen kan worden geconstateerd dat deze zich toespitst op voornamelijk één subgroep namelijk de lens water olie afscheider. Het is teleurstellend te moeten constateren dat ondanks het feit dat het algemeen bekend is dat er erg veel toezicht wordt gehouden op deze apparatuur deze toch relatief vaak in een substandaard conditie wordt aangetroffen of dat er onvoldoende bekendheid is met de werking van dit apparaat. Ook bij geconstateerde gebreken van het apparaat tijdens preventief onderhoud en de daarop volgende lange levertijd van onderdelen heeft men in enkele gevallen nagelaten om bij het klassenbureau een vrijstelling aan te vragen waarmee een aanhouding had kunnen worden voorkomen. Bemanningscertificaten (Crew Certificates): Terwijl over het jaar 2006 nog gerapporteerd kon worden dat op het gebied van bemanningscertificaten relatief weinig tekortkomingen werden geconstateerd, waren er in 2007 en 2008 respectievelijk op 8 en 6 schepen de bemanningscertificaten een reden tot aanhouding. Opvallend was dat er in 2008 bij alle gevallen sprake was van een ongeldige vaarbevoegdheid van een kapitein of officier. Aandacht wordt gevestigd op de noodzaak om middels het Kwaliteitssysteem van de rederij tijdige verlenging van verlopen vaarbevoegdheidsbewijzen goed te regelen of in noodgevallen een verzoek tot uitzondering aan te vragen. Structurele veiligheid (Structural Safety): Het is gebleken dat het grootste deel wat valt onder deze groep het gevolg is van aanvaringen welke niet zijn gerapporteerd aan alle betrokken partijen inclusief haven autoriteiten, havenstaten, klassenbureaus en vlaggenstaten. Dit leidt uiteindelijk tot een geregistreerde aanhouding terwijl als men dit tijdig aan alle bovengenoemde partijen had gemeld dit vermeden had kunnen worden. Zie ook onder ISM. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

20 Datum Paginanummer 20 van 33 Reddingsmiddelen uitrusting (Life Savingappliances): Hiervoor geldt hetzelfde als wat vermeld is onder brandveiligheidsmaatregelen (Fire safety measures). Scheepscertificaten en documenten (Ship s Certificates and Documents): Bij analyse van de aanhoudingsgroep Scheepscertificaten en Documenten (Ships Certificates and Documents) blijkt dat twee van de vier schepen, die in 2008 werden aangehouden vallend onder deze groep, daadwerkelijk niet beschikten over alle verplichte statutory certificaten. In geen van deze gevallen speelde trage verstrekking van Certificaten door de Nederlandse overheid of een erkende Klassenbureau een rol. Overige onderverdelingen: Deze zal niet verder worden omschreven. Voor een gedetailleerde indeling wordt verwezen naar bijlage 1 van dit rapport. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

21 Datum Paginanummer 21 van Onderverdeling naar Internationale Conventies en Codes Trend Aanhoudingsgronden Internationale Conventies & Codes ILO ISM ISPS LL MARPOL SOLAS STCW Grafiek 10 Indeling naar internationale Conventies en Codes In bovenstaande grafiek 10 is een indeling te zien naar internationale conventies & codes waar de oorsprong van de geconstateerde tekortkomingen, welke heeft geleid tot een aanhouding, ligt. Een verklaring voor het hoge getal onder SOLAS is toe te wijten aan het feit dat de PSC inspecties voornamelijk zich toespitsen op die gebieden waar de veiligheid van de opvarende als hoofddoel kan worden aangemerkt. Een toevoeging hieraan is dat het ontbreken van een Continuous Synopsis Record is weggeschreven onder ISPS code maar als tekortkoming is gezien als Ships Certificates and Documents. 6.4 Onderverdeling naar MOU regio s Zoals reeds genoemd zijn er in de verschillende regio s in totaal 33 aanhoudingen geweest. Ten opzichte van 2007 zijn dit er 3 minder. In de Paris MOU regio 5 is een aanzienlijke toename met 5 aangehouden schepen te constateren ondanks twee succesvolle verzoeken tot heroverweging van aanhoudingen binnen de Paris MOU door de rederij en Inspectie Verkeer en Waterstaat. Hoewel er een afname van het aantal aanhoudingen door de US Coast Guard is te zien van twee, zijn alle aanhoudingen gerelateerd aan veiligheid. In absolute zin kan gesteld worden dat het aantal aanhoudingen op veiligheid is toegenomen. Nagenoeg 85% van alle aanhoudingen wereldwijde hebben plaatsgevonden in respectievelijk 2 MOU regio s namelijk: Paris MOU en US Coast Guard. Voor een groot deel is dit te verklaren, omdat deze gebieden het drukst bevaren worden en er het meeste toezicht wordt gehouden. 5 T.o.v. andere MOU s komt het aantal geregistreerd aanhoudingen binnen Paris MOU overeen met hun database. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

22 Datum Paginanummer 22 van 33 Aangehouden schepen naar Port State Regio Tokyo MOU 9% Vina Del Mar 3% Mediterranean MOU 3% USA Coast Guard 18% Paris MOU 67% Figuur 11 Aangehouden schepen naar Port State Regio s Onderverdeling van aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU: Verdere opdeling naar aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU levert het volgende overzicht op. Meest voorkomende redenen tot aanhouding (PMOU) Aantal van Omschrijving PSC region Omschrijving Totaal Paris MOU Oil filtering equipment 4 Hull - cracking 3 Resources and personnel 3 Fire fighting equipment and appliances 3 Certificates for master and officers 2 Inflatable liferafts 2 Other (certificates) 2 Development of plans for shipboard operations 2 Emergency preparedness 2 Emergency fire pump 2 Fire detection 2 Eindtotaal 27 Overzicht 12 Top redenen tot aanhouding binnen Paris MOU Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

23 Datum Paginanummer 23 van 33 Onderverdeling van top 5 landen met meeste aanhoudingen naar meest voorkomende aanhoudingsgronden: Verder onderverdeling naar landen levert de volgende gegevens op. De meeste Nederlandse schepen zijn respectievelijk in de volgende landen aangehouden: USA, Spanje, Engeland, Denemarken, Frankrijk Polen en Portugal. Hierbij dient aangemerkt te worden dat Engeland, Denemarken, Frankrijk en Polen, Portugal een gedeelde plaats hebben. Zetten we dit naast de top 5 van landen met de meeste aanhoudingsredenen van 2007 dan is te zien we dat er een gezamenlijke factor is namelijk USA, Polen en Portugal. Hieronder volgt een overzicht van aanhoudingsgronden van de top 5 landen met de meeste aanhoudingen. Top 5 Landen met de meeste aanhoudingen op reden van aanhouding Gegevens Port State Omschrijving Aantal USA Fire pumps 3 Auxiliary engine 2 Oil filtering equipment 2 Certificates for master and officers 1 Control of discharge of oil 1 Oil record book 1 Lifeboats 1 Totaal USA 11 Spanje Oil filtering equipment 2 Inflatable liferafts 1 Development of plans for shipboard operations 1 Other (MARPOL - Annex 1) 1 Endorsement by flagstate 1 Totaal Spanje 6 Engeland Development of plans for shipboard operations 1 Resources and personnel 1 Emergency preparedness 2 Fire-dampers 1 Maintenance of the ship and equipment 1 Reports & analysis of NC's, accidents and hazardous occurences 1 Navigation bridge visibility 1 Totaal Engeland 8 Denemarken Fire fighting equipment and appliances 3 Emergency fire pump 1 Inflatable liferafts 1 Rescue boats 1 Other (certificates) 1 Totaal Denemarken 7 Frankrijk Auxiliary engine 1 Emergency fire pump 1 Hull - cracking 2 Company responsibility and authority 1 Steering gear 1 Totaal Frankrijk 6 Polen Oil filtering equipment 1 Certificates for master and officers 1 Cargo ship safety equipment (including exemption) 1 Other (certificates) 1 Launching arrangements for rescue boats 1 Satellite EPIRB 406MHz / 1.6 GHz 1 Muster list 1 Totaal Polen 7 Portugal Hull - cracking 1 Resources and personnel 1 Totaal Portugal 2 Eindtotaal 47 Overzicht 13 Top 5 Landen met de meeste aanhoudingen op reden van aanhouding Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

24 Datum Paginanummer 24 van 33 Top 5 van meeste aanhoudingsgronden wereldwijd: Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de top 5 van aanhoudingen gemeten over alle regio s. Top 5 Redenen tot aanhouding (Wereldwijd) Aantal Omschrijving Totaal In % vh Totaal 65 Oil filtering equipment 6 9% Certificates for master and officers 3 5% Fire pumps 3 5% Hull - cracking 3 5% Resources and personnel 3 5% Auxiliary engine 3 5% Fire fighting equipment and appliances 3 5% Eindtotaal 24 37% Overzicht 13 Top 5 redenen tot aanhouding (Wereldwijd) Er kan geconstateerd worden dat, indien men de gegevens van de volgende tabellen: Top 5 van meeste aanhoudingsgronden wereldwijd, Onderverdeling van top 5 landen met meeste aanhoudingen naar meest voorkomende aanhoudingsgronden:, Onderverdeling van aanhoudingsgronden binnen de Paris MOU met elkaar vergelijkt, de volgende aanhoudingsgronden als een rode draad binnen deze drie tabellen de top aanvoeren. Bemanningscertificaten, Olie lens water afscheider en Brandbluspompen. Hierbij zijn aanhoudingsgronden vallend onder ISM weggelaten omdat, met uitzondering van één geval, dit altijd wordt gerelateerd aan een van de bovengenoemde gronden. De Hull-cracking is een gevolg van het niet melden van opgelopen schade. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

25 6.5 Onderverdeling naar scheepstype: Datum Paginanummer 25 van 33 Bij alle aanhoudingen betrof het droge lading schepen. Het type schip met de meeste aanhoudingen is het zogenoemde general cargo schip (23 schepen). Dit valt deels te verklaren doordat het de grootste groep schepen is binnen de Nederlandse vloot. Een andere grote groep schepen is de containervaart. Dat er geen enkele tanker is aangehouden is een gevolg van de kleine groep tankers onder Nederlandse vlag. Tevens is dit type schip onderhevig aan diverse andere inspecties (bijvoorbeeld vetting inspecties) waardoor de kans op geconstateerde tekortkomingen tijdens een PSC inspectie afneemt. Net als in 2007 zijn er geen zeilende passagiersschepen aangehouden. Althans niet geregistreerd. Er zijn wel aanhoudingen geweest maar deze zijn door tussenkomst van de Inspectie Verkeer en Waterstaat omgezet in bv. Code 17 (oplossen voor vertrek). 6.6 Onderverdeling naar tonnage: Met betrekking tot de verdeling aanhoudingen naar tonnage is opvallend dat bijna twee derde van de aanhouding in het jaar 2007 in de categorie 500GT tot 6000GT vallen en in het jaar 2008 twee derde word gevormd door de categorie GT en GT. Dit zijn absolute waardes, zonder dat er gekeken is naar het percentage wat deze schepen van de totale Nederlandse vloot vertegenwoordigen. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

26 Datum Paginanummer 26 van 33 7 VERVOLG 7.1 Informeren Klassenbureau: Reeds in 2007 werd in dit onder de aandacht gebracht dat in een aantal gevallen een aanhouding voorkomen kunnen worden als de rederij het Klassenbureau tijdig had geïnformeerd met een verzoek tot afgifte van een tijdelijke vrijstelling. Het betrof hier defecte apparatuur, waarvoor meteen vervangende onderdelen waren besteld, die echter niet op korte termijn leverbaar bleken te zijn. In een aantal gevallen is dan, eventueel nadat aan boord aanvullende maatregelen zijn getroffen, afgifte van een tijdelijke vrijstelling door het Klassenbureau mogelijk. Pas nadat deze defecten tot een aanhouding hadden geleid werd het Klassenbureau door de rederij geïnformeerd en werd de aanhouding na afgifte van een vrijstelling opgeheven. Bij deze roept de Inspectie Verkeer en Waterstaat alle betrokken partijen (reders en belangenvereniging) nogmaals op om van bovengenoemde mogelijkheid gebruik te maken. 7.2 Actieve inzet Inspectie Verkeer en Waterstaat: Uit het aantal verzoeken tot heroverweging is op te maken dat Inspectie Verkeer en Waterstaat in 2008 een actievere rol heeft gespeeld dan in 2007 om eventuele onterechte aanhoudingen aan te vechten. Naar aanleiding van aanhoudingen over het jaar 2008, waarbij door havenstaten of door klassenbureaus additionele DOC audits werden opgelegd, heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat besloten deze audits bij te wonen om erop toe te zien dat die aspecten ter sprake kwamen waarop de aanhoudingsgronden zijn opgemaakt. In één geval is, als gevolg van twee aanhoudingen over een korte periode van schepen vallend onder hetzelfde management, door de Inspectie Verkeer en Waterstaat besloten zelf een additionele audit op te leggen in samenspraak met het klassenbureau. Naast de opgelegde audits door havenstaten of klassenbureaus heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat in één geval van aanhouding aanvullende maatregelen opgelegd. Het betreffende schip is onder extra toezicht geplaatst over een periode van 3 maal dat het schip een Nederlandse haven aandoet. Verder is de Inspectie Verkeer en Waterstaat voornemens de eerstvolgende DOC audit bij te wonen teneinde de correctieve maatregelen te bespreken en om verder informatie ten aanzien van de aanhouding te verkrijgen. De reden voor deze aanvullende maatregelen is dat de reder na herhaald verzoek in gebreke bleef om een reactie te geven op de gestelde vragen. In een geval is als gevolg van diverse aanhoudingen onder hetzelfde management besloten additionele audits uit te voeren door het klassenbureau in combinatie met extra toezicht door de Inspectie Verkeer en Waterstaat op de schepen vallend onder dat management voor een periode van 3 maanden. Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

27 Datum Paginanummer 27 van 33 BIJLAGE 1. Overzicht aanhoudingen 2008 Detention date ddmmjjjj PSC region Port State days of detention ship type GT date of built total nr of def. grounds for detention Code groep Groeps omschrijving Code number Code Tekst Convent ion code Bezwaar PSC aanhouding Ingetrokken Paris MOU Noorwegen 2 cargo Crew certificates Certificates for master 221 and officers STCW Nee NVT Paris MOU Spanje 2 Research MARPOL - annex I 1730 Oil filtering equipment MARPOL Nee NVT Life saving 600 appliances6 620 Inflatable liferafts SOLAS Paris MOU Duitsland 7 Container MARPOL - annex I Retention of oil on 1721 board MARPOL Ja Ja 1700 MARPOL - annex I Retention of oil on 1721 board MARPOL USA Coast Guard USA Tokyo MOU Australie 1 Mediterranean MOU Turkije Paris MOU Frankrijk 6 cargo Fire safety measures 740 Fire pumps SOLAS Nee NVT Manning specified by the minimum safe cargo Crew certificates 230 manning doc STCW Nee NVT Ready availability of cargo Fire safety measures 720 fire fighting equipment SOLAS Nee NVT Aannemers ISM related Company responsibility materiaal deficiencies 2515 and authority ISM Nee NVT Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008

28 Datum Paginanummer 28 van 33 Detention date ddmmjjjj PSC region Port State days of detention ship type GT date of built total nr of def. grounds for detention Code groep Groeps omschrijving Code number Code Tekst Convent ion code Bezwaar PSC aanhouding Ingetrokken Paris MOU Portugal 5 USA Coast Guard USA Paris MOU Denemarken Paris MOU Polen Structural safety 984 Hull - cracking SOLAS 900 Structural safety 984 Hull - cracking SOLAS 900 Structural safety 936 Steering gear SOLAS cargo Structural safety 984 Hull - cracking SOLAS Ja Nee Certificates for master cargo Crew certificates 221 and officers STCW Nee NVT 700 Fire safety measures 740 Fire pumps SOLAS cargo Life saving 600 appliances6 615 Rescue boats SOLAS Nee NVT Life saving 600 appliances6 620 Inflatable liferafts SOLAS Cargo ship safety cargo Ship's certificates 100 and documents equipment (including 110 exemption) SOLAS Nee NVT Ship's certificates 100 and documents 199 Other (certificates) SOLAS Launching Life saving 600 appliances6 arrangements for 635 rescue boats SOLAS Radio Satellite EPIRB 406MHz 1600 communications 1671 / 1.6 GHz SOLAS 2000 SOLAS related 2010 Muster list SOLAS Analyse aanhouding Nederlandse schepen in het buitenland 2008