Regeling Arbeidsvoorwaarden á la carte

Transcriptie

1 Regeling Arbeidsvoorwaarden á la carte 1.1. Inleiding De Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer (Stichting SVOZ) vindt het belangrijk om een aantrekkelijke werkgever te zijn. Dit wil zij o.a. bereiken door een uitgebreid keuzemodel van secundaire arbeidsvoorwaarden aan te bieden aan haar personeel. Het keuzemodel biedt de medewerker de mogelijkheid om af te zien van een deel van het bruto loon in ruil voor een onbelaste arbeidsvoorwaarden. De medewerker kan zelf zijn arbeidsvoorwaarden aanpassen aan de eigen specifieke wensen en behoeften Hoe werkt het inruilen van bruto loon De medewerker kan bij de werkgever een aanvraag indienen om in ruil voor een belastingvrije vergoeding voor de in paragraaf 1.3. genoemde aanvullende arbeidsvoorwaarden geheel of gedeeltelijk af te zien van een of meer van de volgende aanspraken: de eindejaarsuitkering o.g.v. artikel 3.7 CAO VO; de extra eindejaarsuitkering o.g.v. artikel 3.8 CAO VO. Het voordeel van het (gedeeltelijk) afzien van de bruto eindejaarsuitkering in ruil voor een vergoeding is dat over deze vergoedingen - in tegenstelling tot de bruto eindejaarsuitkering geen loonbelasting wordt betaald Aanvullende arbeidsvoorwaarden In onderstaande tabel zijn de verschillende mogelijkheden weergegeven van de Regeling Arbeidsvoorwaarden á la carte. Fiets Vakbondscontributie Ziektekosten Categorie I Aanvullende arbeidsvoorwaarden Categorie II (Extra) vergoeding woon-werkverkeer, niet OV (Extra) vergoeding woon-werkverkeer, OV Studiekosten Vakliteratuur thuis Outplacement Verhuiskostenvergoeding De wijze waarop en de voorwaarden waaronder de medewerker zijn bruto loon kan inzetten voor (één van de ) bovengenoemde aanvullende arbeidsvoorwaarden worden beschreven in onderdeel 2 en 3 van deze regeling Maximaal uit te ruilen bedrag Op grond van belastingwetgeving mag de werkgever per kalenderjaar een bedrag ter hoogte van 1,4% van de loonsom uitkeren aan onbelaste vergoedingen. In verband hiermee wordt per kalenderjaar op basis van de loonkosten van het voorgaande jaar door Stichting SVOZ bepaald welk bedrag van het bruto loon op basis van een betrekkingsomvang van 1 fte maximaal kan worden uitgeruild voor onbelaste vergoedingen. Voor deeltijders geldt dit bedrag naar rato van de betrekkingsomvang. Het maximumbedrag is uitsluitend van toepassing op vergoedingen uit categorie I. Naast deze vergoedingen kent de belastingwetgeving nog een aantal zaken, waarvoor een gerichte vrijstelling van loonheffing geldt. Deze vallen onder categorie II. Hiervoor geldt geen maximum uitruilbedrag. 1

2 Het is mogelijk dat de medewerker aan het eind van het jaar een beroep doet op faciliteiten ten behoeve van de vakbondscontributie (art. 13.2, lid 2 CAO VO) en hij reeds het maximaal uit te ruilen bedrag heeft bereikt. Om dit te voorkomen is de medewerker verplicht om uiterlijk op 31 december van het voorgaande kalender jaar aan te geven dat hij in het komende kalenderjaar gebruik zal maken van de mogelijkheid om af te zien van een deel van het bruto loon in ruil voor een onbelaste vergoeding t.b.v. de vakbondscontributie Peildatum Als peildatum voor het bepalen van de betrekkingsomvang van de medewerker, zoals bedoeld in paragraaf 1.3., geldt 1 april van het desbetreffende kalenderjaar. Voor de medewerker die voor vorengenoemde peildatum met ontslag gaat, geldt voor het bepalen van de betrekkingsomvang als peildatum de datum van ontslag Deelname Deelname aan deze regeling staat open voor iedere medewerker van de Stichting Stedelijk Voorgezet Onderwijs Zoetermeer. Deelname aan deze regeling geschiedt op basis van vrijwilligheid Procedure De medewerker maakt zijn keuze kenbaar door het invullen en ondertekenen van het aanvraagformulier. De medewerker die zijn eindejaarsuitkering wil verlagen in ruil voor een aanvullende reiskostenvergoeding voor woon- werkverkeer dient dit uiterlijk voor 31 december van het voorgaande kalender jaar middels het daartoe bestemde aanvraagformulier kenbaar te maken. De overige keuzes voor de inzet van de eindejaarsuitkering moet jaarlijks uiterlijk vóór 1 november van het desbetreffende kalenderjaar worden gemaakt. De ruil vindt plaats in december met de uitbetaling van de eindejaarsuitkering. De leidinggevende tekent voor akkoord. Medewerkers die in de loop van het jaar de organisatie verlaten, kunnen op het moment waarop hun dienstverband eindigt een aanvraag indienen op grond van deze regeling, zolang er nog aanspraak bestaat op de vakantie-uitkering en/of eindejaarsuitkering. De medewerker levert het door hem ingevulde en ondertekende formulier, tezamen met de op zijn naam gestelde originele nota s en betalingsbewijzen in bij de afdeling P&O. Voorwaarde is dat declaratie van de gemaakte kosten plaats vindt in het kalenderjaar, waarin deze kosten zijn gemaakt Consequenties deelname Het ruilen van de ene arbeidsvoorwaarde tegen de andere heeft gevolgen voor bepaalde uitkeringen. Het SV-loon wordt namelijk verlaagd met het uitgeruilde bedrag,. Het SV-loon is de basis voor een WIA-uitkering of ontslaguitkering. Het uitruilen heeft geen invloed op het pensioengevend inkomen, zolang de uitruil niet meer bedraagt dan 30% van het gebruikelijke loon. Deze gevolgen zijn voor rekening van de medewerker, compensatie wordt niet gegeven Ten onrechte belastingvrij uitbetaalde vergoeding Indien achteraf blijkt dat door onjuiste informatie van de medewerker een vergoeding ten onrechte belastingvrij is verstrekt, zullen de loonheffingen die over die vergoeding verschuldigd zijn alsnog op de medewerker worden verhaald en worden verrekend bij de eerstvolgende salarisbetaling Instemming MR De MR heeft op 27 oktober 2011 ingestemd met deze regeling. 2

3 1.11. Inwerkingtreding en citeertitel Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en kan worden aangehaald als: Regeling Arbeidsvoorwaarden á la carte. Indien door aanpassing van de fiscale regelgeving één van de in paragraaf 1.2. vermelde aanvullende arbeidsvoorwaarden niet meer fiscaal aantrekkelijk kan worden uitgeruild dan wel de voorwaarden waaronder deze onbelast kan worden toegekend wijzigt, vervalt deze desbetreffende arbeidsvoorwaarde in deze regeling. 2. Aanvullende arbeidsvoorwaarden categorie I Aan de in dit onderdeel vermelde aanvullende arbeidsvoorwaarden is een maximumbedrag verbonden. Per kalenderjaar wordt op basis van de loonkosten van het voorgaande jaar door Stichting SVOZ bepaald welk bedrag van het bruto loon op basis van een betrekkingsomvang van 1 fte maximaal kan worden uitgeruild voor onbelaste vergoedingen. Voor deeltijders geldt dit bedrag naar rato van de betrekkingsomvang Fiets De medewerker kan de vakantie-uitkering en/of de eindejaarsuitkering inzetten voor een kostenvergoeding ten behoeve van de aanschaf en het gebruik van een fiets. Daarnaast mag de bijbehorende verzekering en de accessoires onbelast worden vergoed. De fiets dient te worden gekocht bij een leverancier die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel en daarvan moet melding worden gemaakt op de desbetreffende nota Vakbondscontributie De medewerker heeft de mogelijkheid om voor het voldoen van de vakbondscontributie het bruto salaris (waaronder de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering) in te zetten. De medewerker dient uiterlijk op 31 december van het voorgaande kalender jaar kenbaar te maken aan P&O dat hij hiervan gebruik wil maken. Voor 1 oktober van het desbetreffende jaar ontvangt de medewerker een verklaring van zijn vakvereniging over de betaalde vakbondscontributie. Deze verklaring dient voor 1 november ingediend te zijn bij de afdeling P&O Bedrijfsfitness vervallen 2.4. Ziektekosten De eindejaarsuitkering kan door de medewerker worden ingezet voor een onbelaste vergoeding ten behoeve van de door de medewerker betaalde premie zorgverzekering. Alleen de door de medewerker betaalde premie zorgverzekering die betrekking heeft op zijn eigen zorgverzekering komt in aanmerking voor deze vergoeding. Bij het aanvraagformulier overlegd de medewerker een kopie van de polis en een bewijs, waaruit blijkt dat de premie over het desbetreffende tijdvak is betaald. 3. Aanvullende arbeidsvoorwaarden categorie II De in dit onderdeel vermelde aanvullende arbeidsvoorwaarden vallen onder de gerichte vrijstellingen. Voor deze arbeidsvoorwaarden geldt geen maximum uitruilbedrag. 3

4 De medewerker kan zijn eindejaarsuitkering uitruilen voor een onbelaste vergoeding uit categorie I (tot een maximumbedrag) én daarnaast uitruilen voor onbelaste vergoedingen uit categorie II (hierbij geldt geen maximumbedrag) (Extra) vergoeding woon-werkverkeer, niet OV De medewerker heeft op grond van de CAO VO recht op een tegemoetkoming in de kosten van woon- werkverkeer van 0,12 per kilometer, indien de afstand hiertussen 8 kilometer of meer enkele reis bedraagt. Hierbij geldt een maximum van 25 kilometer enkele reis. Van de fiscus mag een bedrag van 0,19 per kilometer belastingvrij worden vergoed ongeacht de afstand tussen het woon- en werkadres. De medeweker mag zijn bruto eindejaarsuitkering in ruilen voor een (aanvullende) onbelaste reiskostenvergoeding. Het bedrag dat mag worden ingeruild is het verschil tussen de fiscaal toegestane vergoeding van 0,19 en de CAO- vergoeding van 0,12 na toepassing van de salderingsregeling. Hierbij zijn de volgende bepalingen van toepassing: De berekening van de fiscale ruimt vindt plaats op basis van de zogenoemde methode 1, zoals opgenomen in paragraaf van het handboek loonheffingen Voor de berekening geldt dat zij overeenstemt met de geldende fiscale wet- en regelgeving en niet tot een zogenoemde bovenmatige vergoeding mag leiden. De medewerker die zijn eindejaarsuitkering wil verlagen in ruil voor een aanvullende reiskostenvergoeding voor woon- werkverkeer levert uiterlijk op 31 december van het voorgaande kalender jaar het aanvraagformulier bij P&O in. Medewerkers die in het desbetreffende kalenderjaar al een vergoeding van reiskosten genieten die overeenkomt met de maximale vergoeding die volgens de belastingdienst is toegestaan zijn uitgesloten van deze keuzemogelijkheid Extra) vergoeding woon-werkverkeer, OV De medewerker kan de eindejaarsuitkering inruilen voor een onbelaste vergoeding ten behoeve van de aanschaf van een ov-abonnement. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een onbelaste vergoeding uit categorie II zijn: De prijs van een ov-abonnement is gelijk of lager dan de prijs van alle zakelijke reizen (incl. woon- werkverkeer). De medewerker dient aannemelijk te maken dat de kosten van de zakelijke reizen ten minste even hoog zijn als de kosten van het OV-abonnement. Een abonnement dat recht geeft op reizen over een vast traject dient te zijn aangeschaft ten behoeve van woon-werkverkeer. Voor een OV- of NS-jaarkaart dient de werknemer te verklaren dat het abonnement tevens is aangeschaft ten behoeve van woon-werkverkeer. De medewerker kan de eindejaarsuitkering inzetten voor een extra onbelaste vergoeding van 0,19 per kilometer naar halte of station, tenzij het traject met het openbaarvervoerbewijs kan worden afgelegd. De werkgever bepaalt binnen 1 maand na het einde van de geldigheid van het OV-abonnement op basis van nacalculatie het zakelijke gebruik van het abonnement. Indien de prijs van het abonnement hoger is dan de prijs van alle zakelijke reizen dan is het verschil hiertussen belast. In dit geval heeft de medewerker twee keuzemogelijkheden. Deze zijn: het verschil zelf bij betalen dan wel het meerdere behandelen als een vergoeding uit categorie I (zie par. 1.3.) en deze uitruilen met de eindejaarsuitkering. 4

5 3.3. Studiekosten Stichting SVOZ heeft een eigen studiekostenregeling. Medewerkers kunnen op grond van deze regeling in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de studiekosten. Deze tegemoetkoming ligt tussen de 25% en 100% van de studiekosten. Onder welke voorwaarden recht bestaat op een tegemoetkoming is terug te vinden in de Studiekostenregeling Stichting Stedelijk Voorgezet Onderwijs Zoetermeer. Daarnaast kan de medewerker een studiekostenvergoeding bij DUO (lerarenbeurs). Medewerkers die op grond van de Stichting SVOZ-studiekostenregeling of de lerarenbeurs niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de studiekosten dan wel alleen in aanmerking komen voor een gedeeltelijke vergoeding kunnen de eindejaarsuitkering op fiscaal aantrekkelijke wijze uitruilen tegen deze (deels) niet vergoede studiekosten. Onder studiekosten wordt verstaan: kosten die een werknemer zelf maakt voor zijn studie of opleiding, zoals lesgelden, kosten van studieboeken en andere leermiddelen en reiskosten voor lesbezoek. Hierbij gelden 3 voorwaarden. Deze zijn: De studiekosten worden niet al door een ander vergoed. De studie of opleiding is gericht op het vervullen van een beroep in de toekomst of op het op peil houden van vakkennis. De vergoeding wordt verstrekt of toegezegd vóór het einde van het jaar waarin de kosten zijn gemaakt Studiekosten kunnen ook als aftrekpost bij de aangifte Inkomstenbelasting worden opgevoerd. Hierbij geldt echter een drempel van 500,00. Voordeel van het uitruilen van studiekosten met de bruto eindejaarsuitkering is dat deze drempel niet van toepassing is. In de meeste gevallen is het verruilen via de werkgever dan ook voordeliger. Dit geldt indien: De medewerker geen fiscale partner heeft. Het belastingtarief van de medewerker hoger is dan van zijn partner. Heeft de medewerker echter een fiscale partner, die een hoger belastingtarief dan de medewerker zelf heeft, dan is - afhankelijk van de hoogte van de studiekosten het opvoeren van studiekosten bij de aangifte Inkomstenbelasting voordeliger. Heeft de partner een tarief van 52% dan is bij een totaal aan studiekosten van verrekenen via de aangifte voordeliger. Bij een tarief van 42% geldt dit bij een totaal aan studiekosten van minimaal De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het bepalen welke optie gunstiger is. De werkgever draagt hierin geen enkele verantwoordelijkheid Vakliteratuur thuis De eindejaarsuitkering kan worden uitgeruild voor een onbelaste vergoeding voor vakliteratuur die naar het huisadres wordt gestuurd. Doel: bijhouden van het eigen vakgebied Outplacement Onder outplacement wordt verstaan: het geheel van diensten en adviezen voor de werknemer om op zo kort mogelijke termijn een passende nieuwe werkkring te vinden. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook sollicitatiekosten. De vergoeding van de kosten van outplacement en de verstrekking van outplacementfaciliteiten zijn onbelast. De medewerker kan de eindejaarsuitkering uitruilen voor een onbelaste vergoeding voor deze outplacementkosten. Het betreft hier outplacementtrajecten die uitsluitend op initiatief van de medewerker worden gevolgd. Indien het initiatief komt vanuit de werkgever of indien er sprake is van een organisatiebelang komen de kosten volledig voor rekening van de werkgever. Daarnaast is in bepaalde situatie mogelijk om een subsidie van Loyalis te ontvangen. De Medewerker met een IPAP-verzekering van Loyalis kan i.h.k.v. begeleiding van (dreigend langdurig) verzuim via de werkgever een beroep doen op een individuele subsidie. Voorwaarde is dat er een verklaring van de 5

6 bedrijfsarts aanwezig is, waarin wordt aangegeven dat de medewerker verzuimt of regelmatig verzuimt en dat de verwachting aanwezig is dat zonder interventie langdurige uitval dreigt. De subsidie bedraagt 100% van de kosten van een traject tot een maximum van 3.000,= Verhuiskostenvergoeding Een medewerker die verhuist en daardoor dichter bij zijn werk gaat wonen, kan op grond van de CAO recht hebben op een verhuiskostenvergoeding. Fiscaal is in de meeste gevallen een hogere verhuiskostenvergoeding mogelijk. De vergoeding bestaat uit een onbelaste verhuiskostenvergoeding van 7.750,= naast de vergoeding van de werkelijke kosten voor het overbrengen van de boedel. Om voor een hogere vergoeding in aanmerking te komen dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden: De werknemer verhuist binnen 2 jaar na aanvaarding van een nieuwe dienstbetrekking of na overplaatsing. De werknemer woont meer dan 25 kilometer van het werk en verhuist, waardoor de afstand tussen zijn nieuwe woning en zijn werk ten minste 60% minder wordt. De medewerker kan de eindejaarsuitkering uitruilen voor een (aanvullende hogere) verhuiskostenvergoeding. Een eventueel reeds ontvangen verhuiskostenvergoeding voor dezelfde verhuizing wordt in mindering gebracht op de (hogere) verhuiskostenvergoeding. 6

7 Bijlage I: Voorbeeld invulling arbeidsvoorwaarden á la carte Medewerker A werkt fulltime. Maximaal uitruilbedrag bij vergoedingen die vallen onder categorie I (1 fte) : 795* Eindejaarsuitkering : Belastingtarief : 42% * NB. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de totale loonkosten De medewerker heeft een aanvraag ingediend voor de volgende onbelaste vergoedingen (uitruil met eindejaarsuitkering), die vallen onder de aanvullende arbeidsvoorwaarden categorie I: Vakbond Zorgverzekering Totaal 795 Deze medewerker heeft ook nog aangegeven zijn bruto eindejaarsuitkering uit te willen ruilen tegen de volgende vergoedingen, die vallen onder de aanvullende arbeidsvoorwaarden categorie II: Studiekosten meubelmaker 500 Studieboeken meubelmaker Totaal 645 Daarnaast heeft de medewerker aangegeven zijn bruto eindejaarsuitkering uit te willen ruilen tegen de volgende vergoedingen, die vallen onder de aanvullende arbeidsvoorwaarden categorie II: Aanvullende reiskostenvergoeding (zie voor berekening bijlage II) Vakliteratuur Totaal 2112 Fiscaal voordeel medewerker De medewerker ruilt in totaal van zijn eindejaarsuitkering in voor een onbelaste vergoedingen. Over dit bedrag wordt geen belasting afgedragen: het fiscaal voordeel voor de medewerker bij een belastingtarief van 42% is 1.491,84. In feite is het salaris verhoogt met 1.491,84 netto per jaar. 7

8 Bijlage II: Voorbeeld (extra) vergoeding woon-werkverkeer, niet OV Een docent die fulltime werkt en 40 km van het werk woont, zou van de fiscus een onbelaste vergoeding mogen ontvangen van: 40 x 2 x 0,19 x 214 (fictieve werkdagen) / 12 = 271,07 per maand Op grond van de CAO bestaat recht op een vergoeding van 0,12 per kilometer tot een maximum van 25 kilometer. Deze docent ontvangt de volgende reiskostenvergoeding per maand: 25 x 2 x 5 (aantal reisdagen pw) x 13/3 x 0,12 x 10/12 = 108,33 per maand Op jaarbasis levert dit een verschil op van 1.952,88. Dit bedrag aan extra reiskostenvergoeding kan de medewerker uitruilen met de bruto eindejaarsuitkering. 8