BPV plan. Jeroen Bosch Ziekenhuis. 1e jaar MBO

Transcriptie

1 Jeroen Bosch Ziekenhuis BPV plan 1e jaar MBO Naam: Leerjaar: MBO 1 e jaar Onderwijsinstelling: Koning Willem 1 College Mentor: COM begeleider: Stage afdeling: Cohort

2 Inhoudsopgave: Voorwoord... 3 Instructie... 4 Instructie BPV plannen voor de Leerprocesbegeleiders... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Leerstijl... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Feedback verzamelen behorende bij je leerdoelen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Richtlijnen onder begeleiding uitvoeren... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Planning leerdoelen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Persoonlijke leerdoelen Leerdoelen behorende bij de werkprocessen

3 Voorwoord Voor je ligt het format voor je BPV plan 1. Dit BPV plan is de leidraad voor je stage. Het bevat daarom zowel leerdoelen (persoonlijke leerdoelen en leerdoelen behorende bij de werkprocessen) als de feedbackinstrumenten behorende bij de leerdoelen. De feedbackinstrumenten die horen bij een leerdoel, vind je iedere keer direct achter het betreffende leerdoel. In de inhoudsopgave heb je gezien welke hoofdstukken dit BPV plan bevat. In de instructie wordt toegelicht welke stappen je moet ondernemen om dit BPV plan voor jou op maat te maken en vervolgens met dit BPV plan aan de slag te kunnen. Start daarom eerst met het doorlezen van de instructie. Succes met je stage in het JBZ! Namens de Jeroen Bosch Academie 1 In het Jeroen Bosch ziekenhuis gebruiken we de naam BPV plan in plaats van stagewerkplan. 3

4 Instructie De bestaande tekst in het format mag je niet wijzigen alleen waar nodig aanvullen. Let op: bij aanvullen/wijzigen verandert de paginanummering. Voorafgaand aan de stage: Vul de gegevens op het voorblad in Beschrijf op pagina 7 jouw leerstijl 2 Vanuit je lesweken of andere werkervaring in de zorg beschrijf je minimaal twee persoonlijke leerdoelen, gebruik hiervoor het format op pagina Zorg dat je leerdoelen SMART geformuleerd zijn. Vanaf pagina 16 start je nu met je leerdoelen per werkproces Vul per werkproces je persoonlijke beginsituatie in: welke kennis heb je al, wat heb je al geleerd en hoe heb je dat eventueel al toegepast. Vul per leerdoel met behulp van de afdelingsgids, daar waar het gevraagd wordt, de ziektebeelden/patiënten categorieën/complexiteit en aantal weken wat je over het leerdoel wilt gaan doen in. Vul per leerdoel in hoe je aan dit leerdoel gaat werken. Je leerstijl is van invloed (bijvoorbeeld: eerst meekijken, dan onder begeleiding uitvoeren, zie richtlijnen op pagina ). De standaard leeractiviteiten in je stagewerkboek kunnen helpen bij het formuleren hoe je aan je leerdoel gaat werken. Maar maak deze persoonlijk en schrijf ze dus vanuit de ik-vorm. Nadat het BPV-plan is goedgekeurd door de bedrijfsopleider maak je samen met je leerprocesbegeleider een definitieve planning wanneer je aan welke leerdoelen kunt gaat werken. Je gaat dus bekijken of wat jij had bedacht aan tijd(weken) ook volgens de leerprocesbegeleider haalbaar is. De leerprocesbegeleider kan namelijk goed inschatten of je leerdoelen haalbaar zijn in de weken die je hebt aangegeven. Maak dus deze definitieve planning in de eerste 2 weken van je stage na overleg met je LPB-er. Een format om deze planning te maken vind je op bladzijde 13. Gebruik hierbij weeknummers. Haalbaarheid BPV plan: De eerste 2 weken van de stage vul je dus in overleg met je leerprocesbegeleider het aantal patiënten in daar waar dit gevraagd wordt. Daar waar aantallen staan overleg dit met je leerprocesbegeleider wat dit betekent voor deze afdeling. Ook bespreek je de complexiteit van de patiënten mbt je leerdoelen. Je leerprocesbegeleider bekijkt je BPV plan binnen 2 weken na aanvang stage en geeft een go

5 Tijdens stage: Geef je leerdoel aan bij je begeleider bij aanvang van je dienst of tijdens de doelbespreking. Geef bij je begeleider aan hoever je bent met dit leerdoel, wat er de vorige keer goed ging en wat je als leerpunten hebt meegekregen. Let bij het aangeven van je leerdoel op dat je ook afspreekt wanneer je aan je leerdoel gaat werken, waarop en wanneer je feedback wil ontvangen, welke feedbackmethode (KPB, logboek STARRT, Transfergesprek) je gebruikt en geef aan wat je nog van je begeleider 4 verwacht. Kies met je begeleider een verpleegsituatie waarbinnen je het leerdoel kan uitvoeren. Print het bijbehorende bewijsmateriaal uit en geef dit ter observatie aan je begeleider, voorafgaand aan uitvoering van je leerdoel. Werk aan je leerdoel. Hierna, vaak aan het einde van de dag, vindt de nabespreking plaats met je begeleider waarbij je eerst zelf laat horen wat je goed vond gaan en wat nog niet. Je gebruikt hiervoor de ruimte tips&tops. Vervolgens krijg je van je begeleider te horen welke tops en tips ze voor jou heeft. Je begeleider vult als laatste het volledige formulier in. 3 Indien je bpv plan niet wordt goedgekeurd volgt er een gesprek met een bedrijfsopleider van de Jeroen Bosch academie. 4 Daar waar begeleider staat kan zowel leerproces- als werkprocesbegeleider ingevuld worden. 5

6 Instructie BPV plannen voor de Leerprocesbegeleiders Het BPV plan is het leidend document voor de student om te leren in de praktijk. Student komt met een BPV-plan dat m.b.v. de afdelingsgids concreet is gemaakt. Dit plan is voor goedgekeurd door de JBA. In de eerste week kijk je met de student in het BPV plan naar de haalbaarheid van de doelen op de afdeling. Zijn de juiste ziektebeelden/patiëntcategorieën/complexiteit gebruikt? Zijn daar waar gevraagd wordt de juiste aantallen patiënten ingevuld? Zijn de ingevulde leeractiviteiten (onder zo ga ik aan mijn leerdoelen werken ) mogelijk op jouw afdeling? Geef concrete feedback op de punten die de student goed heeft ingevuld en daar waar aanpassingen nodig zijn. Maak met de student een afspraak wanneer je de aanpassingen te zien krijgt en wanneer je het bpv plan goed kan keuren. Sla het BPV plan op in het studentendossier (op de O-schijf, Jeroen Bosch Academie, Student Verpleegkunde dossiers) als je deze hebt goedgekeurd met in de bestandsnaam de volgende benaming: definitief bpv plan met datum. Leerdoelen worden getoetst aan de hand van bewijsmateriaal (KPB s, STARRT, Logboek, transfergesprek). Na de tweede week is het BPV-plan definitief. 5 5 Indien het bpv plan niet wordt goedgekeurd volgt er een gesprek met een bedrijfsopleider van de Jeroen Bosch academie. 6

7 Leerstijl Op school heb je vast al je leerstijlentest 6 gedaan? Kijk hier nog eens goed naar en beschrijf hieronder welke leerstijl je hebt en op welke manier je graag leert

8 Feedback verzamelen behorende bij je leerdoelen Hieronder lees je meer over de verschillende manieren hoe je gedurende je stage feedback op je leerdoelen kunt verzamelen. We gebruiken de volgende feedbackmethoden: KPB (korte praktijk beoordelingen) Logboek(1 keer per week) STARR(T)verslagen Transfergesprek KPB (korte praktijk beoordelingen) Print de juiste KPB uit en geef deze aan je begeleider (zorg dat je dubbelzijdig uitprint!) Zorg dat je begeleider kan zien wat je doet en zo nodig notities van de observatie kan maken. De nabespreking vindt plaats in de vorm van een kort gesprek waarbij onderstaande punten aan bod komen. Geef zelf aan wat je goed vond gaan en wat nog niet. De begeleider bespreekt met je het ingevulde feedbackformulier met de tops en tips. Hierbij vertelt je begeleider wat hij heeft gezien. Hij benoemt hierbij wat er goed ging en wat nog niet De begeleider vult de score per criterium in. Mogelijkheden per criterium: Onder verwachting (het leerdoel is nog niet behaald/de uitvoering is nog niet op het niveau einde stage), Naar verwachting (het leerdoel is behaald/ de uitvoering is op het niveau einde stage), Boven verwachting (het leerdoel is meer dan behaald/de uitvoering is boven het niveau einde stage), Niet te beoordelen (het onderdeel is niet gezien omdat het niet is voorgekomen) Afronding: De leerprocesbegeleider vult de overzichtslijst KPB in het betreffende studentendossier in. De werkprocesbegeleider mailt naar de leerprocesbegeleider welke KPB er is afgenomen en op welke datum. De lpb er verwerkt dit op de overzichtslijst in het studentendossier. Je bewaart het ingevulde KPB formulier in je stageklapper. NB. Je kunt bij de start aan het werken aan je leerdoelen zelf een KPB erbij pakken om te kijken hoe je zelf vindt dat je scoort. Je krijgt zo zelf zicht op waar je aandachtspunten liggen. Dit kun je ook met je begeleider bespreken. 8

9 Logboek Het format hiervoor vind je het stagewerkboek van school. Minimaal 1 keer per week schrijf je in je logboek. Je beschrijft dan volgens de opgestelde vragen hoe je aan je persoonlijke leerdoelen hebt gewerkt. Je laat dit lezen aan (een van) je begeleider(s) van deze week. Deze begeleider laat je vervolgens zijn/haar handtekening eronder zetten en zo nodig aanvullingen erbij schrijven. STARR(T) Deze reflectiemethode gebruik je bij het maken van de twee reflectieverslagen. Je laat de begeleider die je bij dit leerdoel heeft begeleid het verslag lezen, zijn/haar handtekening eronder zetten en zo nodig aanvullingen erbij schrijven. Transfergesprek De student vertelt aan de hand van de beschreven gesprekspunten op blz. 48 hoe hij heeft gewerkt in de praktijk en hoe de theorie over kwaliteitszorg in de praktijk zichtbaar is (zie boek verpleegkunde voor MBO, hoofdstuk 12). De begeleider geeft hier feedback op middels tops en tips. De student schrijft na het gesprek middels hetzelfde format een kort verslag over wat er besproken is. Je laat de begeleider die je bij dit leerdoel heeft begeleidt het verslag lezen, zijn/haar handtekening eronder zetten en zo nodig aanvullingen erbij schrijven. Denk, naast je tussen en eindevaluatie ook aan je attitudebeoordeling(bijlage 11 stagewerkboek) voor school. Laat deze voor je eindevaluatie in vullen. 9

10 Richtlijnen onder begeleiding uitvoeren Begeleiden betekent letterlijk vergezellen, steunend medewerken Bron: Dikke van Dale Stagewerkboek Kw1C zegt: van eenvoudig begeleid naar eenvoudig zelfstandig De nadruk in deze stage ligt op oriënteren: rondkijken : wat is er te doen en te leren, hoe verlopen zaken, welke protocollen worden gebruikt, wie doet wat en waarom. Ten aanzien van werkproces 1.2 mag je onder begeleiding eenvoudige werkzaamheden onder toezicht uitvoeren in laag complexe situaties. Als een student in de praktijk verpleegkundige activiteiten onder begeleiding mag gaan uitvoeren betekent dit dat hij dit doet onder toezicht van zijn begeleider. Het onder begeleiding uitvoeren is onder te verdelen in twee categorieën: Categorie 1; Onder directe begeleiding; Je begeleider staat naast je terwijl je de activiteiten uitvoert. Je begeleider kan zo exact zien wat je doet en je op deze manier begeleiden door je bevestiging te geven of waarnodig bij te sturen. De student kan zo zijn activiteiten inoefenen met directe steun van zijn begeleider. Categorie 2; Onder begeleiding op kleine afstand;je begeleider is in je buurt en ziet en of hoort op afstand wat je doet. Je begeleider kan zo op afstand zien wat je doet en waar nodig de afstand verkleinen wanneer dat nodig is. De student kan zo zijn activiteiten inoefenen met steun waar nodig je kan ten alle tijden je begeleider om hulp vragen. Daarnaast kan je door deze manier van onder begeleiding werken de stap naar zelfstandigheid gaan maken. Wat betekent dit voor de student: - Laat horen wat je weet, wat je doet en waarom je het zo doet. - Laat zien welke activiteiten je uitvoert. - Vraag op tijd hulp als dat nodig is. Wat betekent dit voor de begeleider: - Zorg dat je kan zien wat de student doet - Zorg dat je de juiste vragen stelt passend bij het niveau van de student - Zorg dat je op de gewenste afstand aanwezig bent - Zorg dat je op tijd bevestiging of aansturing geeft Beoordelen van leerdoelen die onder begeleiding worden uitgevoerd en feedback op criteria die de student onder begeleiding uitvoert. Bij mbo 1 e leerjaar geldt dat alle werkprocessen waarbij een KPB moet worden ingevuld vallen onder categorie 1 10

11 Categorie 1; Naar verwachting: - Je hebt maximaal 3 keer bijgestuurd - De student laat zich horen; je hebt maximaal 5 keer als begeleider een verduidelijkingvraag moeten stellen die noodzakelijk was voor het verrichten van de handeling. - De student heeft daar waar hij het kon beoordelen op tijd hulp gevraagd zodat het verpleegproces niet is gestagneerd. Onder verwachting: - Je hebt 4 keer of vaker bij gestuurd - De student laat zich onvoldoende horen; je hebt 5 keer of vaker als begeleider een verduidelijkingvraag moeten stellen die noodzakelijk was voor het verrichten van de handeling. - De student heeft daar waar hij het kon beoordelen niet op tijd hulp gevraagd, waardoor het verpleegproces is gestagneerd. Boven verwachting: - Je hebt maximaal 1 keer bijgestuurd - De student laat zich horen; je hebt als begeleider minder dan 2 keer zelf een verduidelijkingvraag moeten stellen die noodzakelijk was voor het verrichten van de handeling. - De student heeft daar waar hij het kon beoordelen op tijd hulp gevraagd waardoor het verpleegproces niet is gestagneerd. Zorg dat je bij het geven en beschrijven van de feedback helder benoemd wat de student de tops en tips zijn. Dit is niet alleen op inhoud van het uit te voeren leerdoel van belang maar ook op de criteria van het onder begeleiding uitvoeren. Categorie 2; Naar verwachting: - Je hebt de afstand in de begeleiding minder dan 2 keer verkleint om de student aan te sturen in de uitvoering - De student laat zich voldoende horen je hebt minder dan 4 keer een verduidelijkingvraag gesteld - De student heeft daar waar hij kon beoordelen om hulp gevraagd; maar niet meer dan 2 keer. Onder verwachting: - Je hebt de afstand in de begeleiding 2 keer of vaker verkleint om de student aan te sturen in de uitvoering 11

12 - De student laat zich onvoldoende horen; je hebt 4 keer of vaker een verduidelijkingvraag gesteld - De student heeft daar waar hij kon beoordelen te laat om hulp gevraagd; 2 keer of vaker Boven verwachting: - Het is niet nodig geweest om de afstand in de begeleiding te verkleinen - De student laat zich goed horen; je hebt minder dan 2 keer een verduidelijkingvraag gesteld - Het is niet nodig geweest voor de student om daar waar hij het kon beoordelen om hulp te vragen. 12

13 Planning leerdoelen Weeknummer Leerdoelen die deze week behaald moeten zijn (dit heb je per leerdoel ingevuld, zet ze hieronder in chronologische volgorde) Behaald? (aftekenen voor jezelf om overzicht te houden) 13

14 Persoonlijke leerdoelen Een persoonlijk leerdoel kan zijn contact maken met de patiënt. Dat ziet er dan als volgt uit: Persoonlijk leerdoel 1: Contact maken met de patiënt Concreet leerdoel: de SMART eisen toepassen Ik kan binnen twee weken een praatje maken met de patiënt Verduidelijking van het leerdoel: begripsverheldering Ik start op 1-10 in het ziekenhuis en kom voor het eerst in contact met de patiënten. Om zorg te kunnen verlenen is het erg belangrijk dat ik contact kan maken met de patiënten. Een praatje te maken met deze patiënten is daarin belangrijk. Mijn beginsituatie: tot nu toe heb ik hier aan gewerkt: Vertel hier wat en of je al ervaring hebt met patiënten: Ik heb nog helemaal geen ervaringen met patiënten contacten. Op school hebben we wel filmpjes hierover bekeken. Leeractiviteiten: om dit leerdoel te bereiken ga ik dit doen: - Kijk hoe je begeleiders contact maken met de patiënt - Maak onder begeleiding zelf contact met de patiënt - Laat zien dat je een praatje kan maken met de patiënt Vraag om begeleiding: van mijn leer- of werkprocesbegeleider vraag ik: Bespreek met je begeleider wat je nodig hebt om dit leerdoel te kunnen bereiken. Beschrijf de afspraken die je samen maakt hieronder... Bewijsmateriaal: ik bewijs dat ik mijn leerdoel heb behaald door: Logboek (beschrijf in je logboek hoe je hieraan werkt. Beschrijf hierbij ook de tips en tops) Beschrijf dus hier naar aanleiding van de tips die je hebt gekregen tijdens je middelbare schoolperiode, vorige opleiding of vanuit eigen inzicht je persoonlijke leerdoel. Let goed op de SMART formulering. Je mentor kan je hier mogelijk bij helpen. 14

15 Persoonlijk leerdoel 2: Onderwerp: Concreet leerdoel: de SMART eisen toepassen Mijn beginsituatie: tot nu toe heb ik hier aan gewerkt: Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens lesweken of andere ervaringen in de zorg(ook als je er niet aan hebt gewerkt): Leeractiviteiten: Hoe ga ik hier aan werken: Vraag om begeleiding: dit verwacht ik van mijn begeleider: Bewijsmateriaal: ik bewijs dat ik mijn leerdoel heb behaald door: in je logboek schrijf je wekelijks(of meer daar waar nodig) hoe je aan dit leerdoel hebt gewerkt 15

16 Persoonlijk leerdoel 3: Onderwerp: Concreet leerdoel: de SMART eisen toepassen Mijn beginsituatie: tot nu toe heb ik hier aan gewerkt: Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens lesweken of andere ervaringen in de zorg(ook als je er niet aan hebt gewerkt): Leeractiviteiten: Hoe ga ik hier aan werken: Vraag om begeleiding: begeleider: dit verwacht ik van mijn Bewijsmateriaal: behaald door: ik bewijs dat ik mijn leerdoel heb in je logboek schrijf je wekelijks(of meer daar waar nodig) hoe je aan dit leerdoel hebt gewerkt 16

17 Leerdoelen behorende bij de werkprocessen Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op Bij dit werkproces leer je de eerste 4 stappen aan van het methodisch handelen volgens het verpleegkundig proces (diagnose gestuurd). Persoonlijke beginsituatie: Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces: Leerdoel: 1. Aan het einde van mijn stage heb ik me georiënteerd op de eerste vier stappen van het methodisch handelen volgens het verpleegkundig proces. Methodisch handelen volgens het verpleegkundig proces(diagnose gestuurd): (zie boek Verpleegkunde voor MBO van W. Boog, hoofdstuk 3) 1. Gegevens verzamelen 2. Verpleegkundige diagnose vaststellen 3. Beoogde resultaten formuleren 4. Interventies kiezen 5. Uitvoeren van interventies (wordt zichtbaar tijdens het werken aan andere werkprocessen o.a.1.2, 1.4,) 6. Evalueren(wordt zichtbaar bij werkproces 1.9) Zorg dat je voordat je aan dit leerdoel begint: - voldoende op de hoogte bent van de patiëntencategorieën op de afdeling - voldoende op de hoogte bent van de theorie van het methodisch handelen volgens het verpleegkundig proces. In je stappenplan om dit leerdoel te gaan behalen moeten in ieder geval de volgende stappen voorkomen: - meekijken bij het van/het voeren van een anamnesegesprek door je begeleider - het oriënteren van de verschillende stappen van het verpleegkundig handelen - onder begeleiding uitvoeren in laag complexe situaties Zo ga ik aan mijn doelen werken: Handtekening begeleider Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Reflectieverslag (tevens te gebruiken als een van de reflectieverslagen van school 17

18 Eindresultaat leerjaar 1: Je hebt onder begeleiding georiënteerd op het verzamelen van anamnese gegevens en op basis daarvan opstellen van verpleegkundige diagnoses. Je hebt je georiënteerd op opgestelde verpleegplannen. Je hebt je georiënteerd op de bespreking van het verpleegplan met de patiënt en betrokkenen en de vraag op instemming. Je hebt een deel van de werkzaamheden onder begeleiding werkzaamheden uitgevoerd volgens standaard procedures en combinaties daarvan in laagcomplexe zorgsituaties. 18

19 Methodisch handelen volgens het verpleegkundig proces leerdoel 1 Reflectie in het STARRT model Situatie Actie Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wat was de aanleiding? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde het zich af? Wanneer? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je? Hoe pakte je het aan? Hoe werd op jou gereageerd? Taak Wat was je taak? Wat was je rol? Wat wilde je bereiken? Wat werd van je verwacht? Wat verwachte je van jezelf van deze situatie? Wat vond je dat moest gebeuren? Resultaat Wat kwam er uit? Hoe liep het af? Hoe reageerden de anderen op het resultaat? Reflectie Hoe vond je dat je het deed? Was je tevreden met de resultaten? Wat is de essentie van wat je geleerd hebt? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je toen? enz. Wat zei, dacht of voelde men volgens jou? Transformatie Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen? Wat heb je daar dan voor nodig? Kun je met wat je hiervan hebt geleerd ook iets in andere situaties? 19

20 Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (punten uit werkproces 1.4 natuurlijk hierin meenemen) Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces:... Leerdoelen: 2. Ik ben in staat om binnen weken onder begeleiding op de afdeling een patiënt te ondersteunen bij de persoonlijke zorg en zelfredzaamheid en deze te monitoren onder begeleiding bij laag complexe patiënten. 3. Ik ben in staat om binnen weken onder begeleiding op de afdeling een patiënt hulp te bieden bij eten en drinken 4. Ik ben in staat om binnen.weken onder begeleiding op de afdeling een patiënt hulp te bieden bij uitscheiding 5. Ik ben in staat om binnen weken onder begeleiding op de afdeling een patiënt hulp te bieden bij mobiliseren. Bovenstaande leerdoelen voer ik uit bij een patiënt met de volgende aandoeningen: Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider: Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: KPB persoonlijke verzorging, monitoren en begeleiden KPB hulp bieden bij eten en drinken KPB hulp bieden bij uitscheiding KPB hulp bieden bij mobiliseren Voor bovenstaande KPB s geldt minimaal 3 KPB s (waarvan 2 met een voldoende, dus 3) 20

21 Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt je in het ziekenhuis onder begeleiding georiënteerd op het professioneel uitvoeren van monitoring, ondersteuning bij de persoonlijke zorg en als het voorkwam op terminale zorg. Je hebt daarbij rekening gehouden met de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen. Je hebt onder begeleiding werkzaamheden uitgevoerd volgens standaardprocedures en combinaties daarvan. Je kunt dot onder begeleiding uitvoeren in laagcomplexe zorgsituaties. 21

22 Persoonlijke verzorging, monitoren en begeleiden leerdoel 2 Klinische praktijk beoordeling (KPB) leerjaar 1 Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden uitgevoerd onderdeel verpleegproces: (Bijv. ziektebeeld patiënt.) Mate van complexiteit: Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Observatiepunten Voorbereiding De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid mbv het juiste protocol De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid mbv het verpleegkundig dossier De student heeft de patiënt ingelicht De student heeft de juiste benodigdheden klaargezet Tijdens de vaardigheid De student houdt bij de verzorging rekening met de richtlijnen in het procol geldend voor de patiënt De student observeert onder begeleiding tijdens de verzorging de patiënt op de aandachtspunten uit het protocol De student laat zien dat hij duidelijk verbaal en nonverbaal kan communiceren zodat de patiënt respectvol wordt behandeld De student stimuleert onder begeleiding de patiënt om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren De student laat zien dat hij onder begeleiding sturende motiverende of activerende begeleiding biedt De student laat zien dat hij onder begeleiding patiëntgerichte persoonlijke zorg biedt De student laat zien dat hij verschillen tussen patiënten accepteert en respecteert De student laat zien dat hij zich aan gemaakte afspraken houdt De student laat zien dat hij eerlijk en betrouwbaar en respecteert de vertrouwelijkheid Score ( omcirkel wat van toepassing is) 22

23 De student laat zien dat hij tijdens observaties veel relevante informatie kan opnemen De student laat zien dat hij eigen gevoelens kan hanteren De student laat zien dat hij eigen grenzen kan stellen zodat de zorgverlening ook in acute of emotionele omstandigheden professioneel kan blijven uitgevoerd Na afloop De student laat zien dat hij op onder begeleiding basis van klinisch inzicht scherp en kernachtig kan formuleren De student laat zien dat hij tijdig belangrijke zaken meldt, zodat er een professionele samenwerking bestaat rondom monitoring De student laat zien dat hij alle betrokkenen volledig informeert De student laat zien dat hij een andere zorgverlener kan inschakelen en tijdig kan overleggen met hen De student rapporteert onder begeleiding de juiste informatie in het patiënten dossier De student checkt regelmatig of de patiënt tevreden is zodat de zorg blijft aansluiten bij afspraken en verwachtingen. Beschrijf hieronder welke tops en tips de student heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Beschrijf hieronder welke tops en tips de begeleider heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Cesuur: de kpb is voldaan als ten minste 17 van de 22 punten met minimaal met naar verwachting beoordeeld is. 23

24 Hulp bieden bij eten en drinken leerdoel 3 Klinische praktijk beoordeling (KPB) leerjaar 1 Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden uitgevoerd onderdeel verpleegproces: (Bijv. ziektebeeld patiënt.) Mate van complexiteit: Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Observatiepunten Voorbereiding De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid mbv het verpleegkundig dossier De student heeft de patiënt ingelicht De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid aan de hand van het protocol/richtlijnen Tijdens de vaardigheid De student houdt bij het hulp bieden met eten en drinken rekening met de richtlijnen in het procol/richtlijnen geldend voor de patiënt De student observeert onder begeleiding tijdens het hulp bieden met eten en drinken de patiënt op de aandachtspunten uit het protocol/richtlijnen De student laat zien dat hij duidelijk verbaal en nonverbaal kan communiceren zodat de patiënt respectvol wordt behandeld De student stimuleert onder begeleiding de patiënt om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren De student kan onder begeleiding de juiste passende hulpmiddelen inzetten om de zelfredzaamheid te vergroten De student laat zien dat hij zich richt op de behoeften en verwachtingen van de patiënt Na afloop De student rapporteert onder begeleiding op logische gestructureerde wijze zodat betrokkenen beschikken over volledige en actuele rapportage over de gezondheidstoestand van de patiënt De student checkt regelmatig of de patiënt tevreden is zodat de zorg blijft aansluiten bij afspraken en verwachtingen Score ( omcirkel wat van toepassing is) 24

25 Beschrijf hieronder welke tops en tips de student heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Beschrijf hieronder welke tops en tips de begeleider heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Cesuur: de kpb is voldaan als ten minste 8 van de 11 punten met minimaal met naar verwachting beoordeeld is. 25

26 Hulp bieden bij uitscheiding leerdoel 4 Klinische praktijk beoordeling (KPB) leerjaar 1 Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden uitgevoerd onderdeel verpleegproces: (Bijv. ziektebeeld patiënt.) Mate van complexiteit: Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Observatiepunten Voorbereiding De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid mbv het verpleegkundig dossier De student heeft de patiënt ingelicht De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid aan de hand van het protocol/richtlijnen Tijdens de vaardigheid De student houdt rekening met de richtlijnen in het procol geldend voor de patiënt De student observeert onder begeleiding tijdens het hulp bieden bij uitscheiding de patiënt op de aandachtspunten uit het protocol/richtlijnen De student laat zien dat hij duidelijk verbaal en nonverbaal kan communiceren zodat de patiënt respectvol wordt behandeld De student stimuleert onder begeleiding de patiënt om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren De student kan onder begeleiding de juiste passende hulpmiddelen inzetten De student laat zien dat hij de leefstijl/persoonlijke wensen van de patiënt respecteert Na afloop De student rapporteert onder begeleiding op logische gestructureerde wijze zodat betrokkenen beschikken over volledige en actuele rapportage over de gezondheidstoestand van de patiënt De student checkt regelmatig of de patiënt tevreden is zodat de zorg blijft aansluiten bij afspraken en verwachtingen Score ( omcirkel wat van toepassing is) 26

27 Beschrijf hieronder welke tops en tips de student heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Beschrijf hieronder welke tops en tips de begeleider heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Cesuur: de kpb is voldaan als ten minste 8 van de 11 punten met minimaal met naar verwachting beoordeeld is. 27

28 Hulp bieden mobiliseren leerdoel 5 Klinische praktijk beoordeling (KPB) leerjaar 1 Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden uitgevoerd onderdeel verpleegproces: (Bijv. ziektebeeld patiënt.) Mate van complexiteit: Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Observatiepunten Voorbereiding De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid mbv het verpleegkundig dossier De student heeft de patiënt ingelicht De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid aan de hand van het protocol/richtlijnen Tijdens de vaardigheid De student houdt bij het hulp bieden met mobiliseren rekening met de richtlijnen in het procol/richtlijnen geldend voor de patiënt De student observeert onder begeleiding tijdens het hulp bieden met mobiliseren de patiënt op de aandachtspunten uit het protocol/richtlijnen De student laat zien dat hij duidelijk verbaal en nonverbaal kan communiceren zodat de patiënt respectvol wordt behandeld De student stimuleert onder begeleiding de patiënt om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren De student kan onder begeleiding de juiste passende hulpmiddelen inzetten om de zelfredzaamheid te vergroten De student laat zien dat hij zich richt op de behoeften en verwachtingen van de patiënt Na afloop De student rapporteert onder begeleiding op logische gestructureerde wijze zodat betrokkenen beschikken over volledige en actuele rapportage over de gezondheidstoestand van de patiënt De student checkt regelmatig of de patiënt tevreden is zodat de zorg blijft aansluiten bij afspraken en verwachtingen Score ( omcirkel wat van toepassing is) 28

29 Beschrijf hieronder welke tops en tips de student heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Beschrijf hieronder welke tops en tips de begeleider heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Cesuur: de kpb is voldaan als ten minste 8 van de 11 punten met minimaal met naar verwachting beoordeeld is. 29

30 Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces: Zie VOC boekje, zorg dat je dat altijd bij je hebt.. Leerdoel: 6. Ik ben in staat om binnen.weken onder begeleiding de vitale functies te controleren. Het gaat hierbij om de volgende handelingen: 1. bloeddruk meten 2. temperatuur meten 3. polsslag meten Zo ga ik aan mijn doel werken: VOC boekje bijhouden, eerste in-oefening op school. Handtekening begeleider in VOC daar waar het voldaan is. Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Per verpleegtechnische handeling minimaal 3 kbp s (waarvan 2 met een voldoende) Beginsituatie zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1 : Je hebt georiënteerd op de voorkomende verpleegtechnische handelingen. Onder begeleiding heb je in laag complexe zorgsituaties eenvoudige verpleegtechnische handelingen uitgevoerd. Je maakt hierbij gebruik van het VOC-boekje. Verder geldt dat je onder begeleiding werkzaamheden hebt uitgevoerd volgens standaard procedures. 30

31 Verpleegtechnische handelingen leerdoel 6 Klinische praktijk beoordeling (KPB) leerjaar 1 Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit. Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Hier invullen welke handeling geobserveerd wordt: Observatiepunten Voorbereiding De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid m.b.v. het juiste protocol /(werk)procedures De student kent de veiligheidsregels en voorschriften (wet BIG) en wettelijke richtlijnen. De student heeft de patiënt ingelicht Tijdens de vaardigheid De student werkt precies en bekwaam(met de handen) zodat de handeling op verantwoorde wijze en volgens protocol /(werk)procedures wordt uitgevoerd. De student gebruikt onder begeleiding materialen en hulpmiddelen op de juiste manier zodat deze efficiënt en effectief worden ingezet De student houdt zich aan veiligheidsregels en voorschriften (wet BIG) en wettelijke richtlijnen De student werkt zo dat risico s worden vermeden c.q. geminimaliseerd Na afloop De student rapporteert onder begeleiding de juiste informatie in het patiënten dossier Score ( omcirkel wat van toepassing is) Beschrijf hieronder welke tops en tips de student heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) 31

32 Beschrijf hieronder welke tops en tips de begeleider heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Cesuur: de kpb is voldaan als ten minste 6 van de 8 punten met minimaal met naar verwachting beoordeeld is. 32

33 Werkproces 1.4 Begeleidt een zorgvrager Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces: Leerdoel: 7. Ik ben in staat om binnen.. weken onder begeleiding op passende wijze de patiënt en naasten te begeleiden in laag complexe situatie.(maak samen met je begeleider een keuze voor een patiënt.) De nadruk in begeleiding mag liggen in het stimuleren tot zelfredzaamheid. Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider: Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Reflectieverslag (+feedback begeleider) waarbij voldaan is aan het leerdoel Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt georiënteerd op de wijze waarop men patiënten begeleid in hun zelfredzaamheid. Je hebt je georiënteerd op de wijze waarop men de mate van functionele autonomie zoveel mogelijk kan in stand houden. Onder begeleiding heb je in laagcomplexe zorgsituaties op passende wijze de patiënt en naasten begeleid 33

34 Begeleidt een zorgvrager Reflectie in het STARRT model leerdoel 7 Situatie Actie Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wat was de aanleiding? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde het zich af? Wanneer? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je? Hoe pakte je het aan? Hoe werd op jou gereageerd? Taak Wat was je taak? Wat was je rol? Wat wilde je bereiken? Wat werd van je verwacht? Wat verwachte je van jezelf van deze situatie? Wat vond je dat moest gebeuren? Resultaat Wat kwam er uit? Hoe liep het af? Hoe reageerden de anderen op het resultaat? Reflectie Hoe vond je dat je het deed? Was je tevreden met de resultaten? Wat is de essentie van wat je geleerd hebt? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je toen? enz. Wat zei, dacht of voelde men volgens jou? Transformatie Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen? Wat heb je daar dan voor nodig? Kun je met wat je hiervan hebt geleerd ook iets in andere situaties? 34

35 Werkproces 1.6: Geeft voorlichting, advies en instructie Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces: Leerdoel: 8. Ik heb me binnen.. georiënteerd op het geven van duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie afgestemd op patiënt. Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider: Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Reflectieverslag (+feedback begeleider) waarbij voldaan is aan het leerdoel Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt je in het ziekenhuis georiënteerd op het geven van duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie afgestemd op patiënt of doelgroep. Je hebt indien het voorkomt, deelgenomen aan een voorlichtingsbijeenkomst voor patiënten of een bepaalde doelgroep. 35

36 Voorlichting of advies of instructie leerdoel 8 Reflectie in het STARRT model Situatie Actie Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wat was de aanleiding? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde het zich af? Wanneer? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je? Hoe pakte je het aan? Hoe werd op jou gereageerd? Taak Wat was je taak? Wat was je rol? Wat wilde je bereiken? Wat werd van je verwacht? Wat verwachte je van jezelf van deze situatie? Wat vond je dat moest gebeuren? Resultaat Wat kwam er uit? Hoe liep het af? Hoe reageerden de anderen op het resultaat? Reflectie Hoe vond je dat je het deed? Was je tevreden met de resultaten? Wat is de essentie van wat je geleerd hebt? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je toen? enz. Wat zei, dacht of voelde men volgens jou? Transformatie Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen? Wat heb je daar dan voor nodig? Kun je met wat je hiervan hebt geleerd ook iets in andere situaties? 36

37 Werkproces 1.7: Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces:.... Leerdoel: 9. Ik heb me binnen weken georiënteerd op procedures en regelgeving van de organisatie om in crisissituaties of een onvoorziene situatie op professionele wijze te handelen. Daar waar nodig werk ik onder begeleiding en volg ik de afspraken. Voor dit leerdoel volg je de verplichte ontruimingsmodule Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Print het bewijs van de gevolgde module en je punten aantal uit en stop deze in je map. In je vgg kan je lpb-er dan dit leerdoel aftekenen Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt je georiënteerd op procedures en regelgeving van de organisatie om in crisissituaties of een onvoorziene situatie op professionele wijze te handelen. Je volgt de afspraken. 37

38 Werkproces 1.8: Coördineert de zorgverlening Persoonlijke beginsituatie: Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan mbt coördinatie tijdens ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces:.... Leerdoelen: 10. Ik heb me binnen..weken georiënteerd op het coördineren van de zorgverlening 11. Ik heb binnen.weken deelgenomen aan overlegsituaties met als doel oriënteren op coördinatie en continuïteit van de zorg. Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider; Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Reflectieverslag (+feedback begeleider) waarbij voldaan is aan het leerdoel Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt je georiënteerd op het coördineren van de zorgverlening. Je hebt deelgenomen aan overlegsituaties met als doel coördinatie en continuïteit van de zorg. 38

39 Coördineren van de zorgverlening leerdoel Reflectie in het STARRT model Situatie Actie Wat was de situatie? Wat gebeurde er? Wat was de aanleiding? Wie waren er bij betrokken? Waar speelde het zich af? Wanneer? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je? Hoe pakte je het aan? Hoe werd op jou gereageerd? Taak Wat was je taak? Wat was je rol? Wat wilde je bereiken? Wat werd van je verwacht? Wat verwachte je van jezelf van deze situatie? Wat vond je dat moest gebeuren? Resultaat Wat kwam er uit? Hoe liep het af? Hoe reageerden de anderen op het resultaat? Reflectie Hoe vond je dat je het deed? Was je tevreden met de resultaten? Wat is de essentie van wat je geleerd hebt? Wat hoorde/ zei/ deed/ voelde je toen? enz. Wat zei, dacht of voelde men volgens jou? Transformatie Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen? Wat heb je daar dan voor nodig? Kun je met wat je hiervan hebt geleerd ook iets in andere situaties? 39

40 Werkproces 1.9: Evalueert de zorgverlening Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken of eventuele ervaringen in de zorg m.b.t. bovenstaand werkproces:.. Leerdoel(onder begeleiding laag complex): 12. Ik ben in staat om binnen weken onder begeleiding de zorgverlening in laag complexe situaties in het ZIEKENHUIS mbt een patiënt te evalueren en zo nodig het verpleegplan bij te stellen. Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider: Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: KPB evalueren van het verpleegkundig zorgproces Minimaal 3 KPB s (waarvan 2 met een voldoende) Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt je georiënteerd op de evaluatie van de zorgverlening. Je hebt samen met je werkbegeleider de zorgverlening regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Je hebt onder begeleiding een evaluatie van het verpleegkundig proces van de patiënt opgesteld in laag complexe situaties 40

41 Evalueren van het verpleegkundig proces leerdoel 12 Klinische praktijk beoordeling (KPB) leerjaar 1 Werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening uitgevoerd onderdeel verpleegproces: (Bijv. ziektebeeld patiënt.) Mate van complexiteit: Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Observatiepunten Voorbereiding De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid mbv het verpleegkundig dossier De student heeft de patiënt ingelicht De student laat zien dat hij zich heeft voorbereid aan de hand van het protocol/richtlijnen Tijdens de vaardigheid De student vraagt de patiënt en evt. andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding De student luistert aandachtig en vraagt door zodat informatie kan worden ingebracht bij de evaluatie De student kan onder begeleiding uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie halen met betrekking tot de resultaten van de zorgverlening en de behaalde verpleegdoelen De student laat zien dat hij logische conclusies kan trekken en vindt onder begeleiding manieren om eventuele problemen op te lossen Na afloop De student kan onder begeleiding een verpleegplan op een verantwoorde wijze bijstellen op basis van de evaluatiegegevens zodat de kwaliteit van de zorgverlening verbeterd, of goed afgesloten wordt. De student laat zien dat hij scherp en kernachtig en op een ongecompliceerde manier haar bevindingen kan formuleren De student laat zien dat de verslaglegging voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is Score ( omcirkel wat van toepassing is) 41

42 Beschrijf hieronder welke tops en tips de student heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Beschrijf hieronder welke tops en tips de begeleider heeft benoemd bij de nabespreking: Tops (wat ging er goed? Tips (wat kan er beter?) Cesuur: de kpb is behaald als minimaal 8 van de 10 punten met minimaal met naar verwachting beoordeeld is. 42

43 Werkproces 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken:.. Leerdoelen: 13. k ben in staat om binnen weken uitvoering te geven aan mijn persoonlijke leerdoelen met behulp van mijn begeleider. 14. Ik ben in staat om binnen weken feedback te gebruiken om van te leren. 15. Ik ontwikkel mijn eigen visie op zorg tijdens mijn stage en laat dit horen tijdens inhoudelijke discussies met mijn begeleider. 16. Ik houdt mijn vakkennis en vaardigheden bij, dit uit ik door op de hoogte te zijn van de volgende 3 meest voorkomende laag complexe ziekte beelden. Deze bespreek ik met mijn begeleider.: o.. o.. o.. Zo ga ik aan mijn doel werken: Tijdens het laatste voortgangsgesprek vóór de tussenevaluatie bespreekt de je met je leerprocesbegeleider de voortgang m.b.t de bovenstaande doelen. Dit wordt in het verslag van het voortgangsgesprek genoteerd uiteraard met handtekening van je leerprocesbegeleider. Indien onvoldoende voortgang maakt de leerprocesbegeleider een afspraak met de JBA. Tijdens het laatste voortgangsgesprek voor de eindevaluatie bespreekt je wederom met de leerprocesbegeleider hoe je hebt laten zien dat de bovenstaande leerdoelen heeft behaald. Dit wordt in het verslag van Eindevaluatie genoteerd uiteraard weer met de handtekening van je leerprocesbegeleider. Handtekening begeleider: Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: 2 keer een gespreksverslag( laatste VGG vóór de TE en EE )waarin staat beschreven hoe de student heeft laten zien dat hij aan deze leerdoelen heeft gewerkt c.q. zijn behaald. Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je geeft uitvoering aan je persoonlijk ontwikkelplan met hulp van je..begeleider. Je voert werkzaamheden uit volgens standaardprocedures. Je voert dit uit in laagcomplexe zorgsituaties. 43

44 Format gespreksverslag van deskundigheidsbevordering en professionalisering leerdoel 13 t/m 16 leerjaar 1 Werkproces 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Doel gesprek vóór de tussenevaluatie: Voortgang bespreken van de leerdoelen behorende bij dit werkproces. Doel gesprek vóór de eindevaluatie: Eindresultaat bespreken van de leerdoelen behorende bij dit werkproces. Beschrijf hieronder per leerdoel wat er besproken is: Leerdoel 13 Leerdoel 14 Leerdoel 15 Leerdoel 16 Feedback beoordelaar: Tops (wat ging er goed?) Tips (waar kan het beter?) 44

45 Werkproces 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Persoonlijke beginsituatie Vertel hier wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens de lesweken:... Leerdoel: 17. Ik ben in staat om binnen weken de kwaliteitszorg te bevorderen en te bewaken door me te houden aan de richtlijnen, protocollen, standaarden en gemaakte afspraken t.a.v. de kwaliteit van zorg. Ik doe dit met betrekking tot het volgende onderwerp: -.. Voorbeelden van onderwerpen(je kan ook in overleg met je leerprocesbegeleider een onderwerp kiezen): - Hygiëne - Kwetsbare ouderen - Voeding Zo ga ik aan mijn doel werken: Handtekening begeleider: Feedbackmateriaal ter bewijsvoering: Transfergesprek Gespreksverslag(+feedback begeleider) waarbij voldaan is aan het leerdoel Eindcriteria zoals omschreven in het stagewerkboek eind leerjaar 1: Je hebt je georiënteerd op richtlijnen protocollen en standaarden die van belang zijn in de te verlenen basiszorg. 45

46 Format gespreksverslag van transfergesprek leerdoel 17 leerjaar 1 Werkproces 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Naam student: Studentnummer: Datum: Afdeling: Mentor: Naam beoordelaar: Handtekening: Doel transfergesprek: De student laat tijdens dit gesprek met de begeleider zien dat hij het leerdoel van werkproces 2.2 en de bijbehorende theorie kan uitvoeren en herkennen in de praktijk. Instructie: De student vertelt aan de hand van onderstaande gesprekspunten hoe hij heeft gewerkt in de praktijk en hoe de theorie over kwaliteitszorg in de praktijk zichtbaar is. (zie boek verpleegkunde voor mbo hoofdstuk 12) De begeleider geeft hier feedback op middels tops en tips. De student schrijft na het gesprek middels onderstaande vragen een kort verslag over wat er besproken is. Gesprekspunten: - Hoe heb je de theorie die je op school hebt gehad over kwaliteitszorg gezien in de praktijk? - Hoe heb je ervoor gezorgd dat je het protocol/de richtlijnen/standaarden/gemaakte afspraken kent? - Hoe heb je laten zien dat je het leerdoel kan uitvoeren? - Welke belangen zijn er voor de patiënt bij het uitvoeren van je leerdoel? Beschrijf hoe bovenstaande punten besproken zijn: - Hoe heb je de theorie die je op school hebt gehad over kwaliteitszorg gezien in de praktijk? - Hoe heb je ervoor gezorgd dat je het protocol/de richtlijnen/standaarden/gemaakte afspraken kent? - Hoe heb je laten zien dat je het leerdoel kan uitvoeren? - Welke belangen zijn er voor de patiënt bij het uitvoeren van je leerdoel? Feedback beoordelaar: Tops: (wat ging er goed?) Tips: (wat kan er beter?) Cesuur: het verslag is voldoende als 3 van de 4 gesprekspunten voldoende zichtbaar zijn. 46