Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Transcriptie

1 Afdeling Vergunningverlening BESLUIT Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 14 augustus 2007 Team Groen, Grond en Water Nummer 2007REG001769i Referentie ing. M. Klein Tank Uw brief van 23 juni 2007 Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage diverse adres maurice.klein.tank@provincie-utrecht.nl Onderwerp vergunning ontgronding nr. 1477, landgoed Darthorst Leersum Beslissing van gedeputeerde staten van Utrecht op de aanvraag d.d. 26 juni 2007 van de heer M.D. Schönberger, Dartheideweg 2 te 3956 NN Leersum om vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet. I. Besluit. Wij hebben besloten de gevraagde vergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage 1. Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag. II. Omschrijving van de aanvraag. De nu voorliggende aanvraag om een ontgrondingsvergunning heeft betrekking op het graven van een cunet voor de aanleg van een bospad op het landgoed Darthorst, Dartheiderweg 2, gelegen ten westen van Leersum. De ontgronding is noodzakelijk om deze oprijlaan, die door heuvelachtig terrein loopt, te egaliseren. Door een handhaver van de provincie Utrecht is in juni 2007 geconstateerd dat op het landgoed ontgrondingswerkzaamheden in uitvoering zijn zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunning. Op dat moment was een cunet gegraven tot circa 0,7 m diepte. Met goedkeuring van de provincie is dit cunet verondiept tot maximaal 0,4 m diepte. De afgegraven hoeveelheid bovengrond bedraagt circa 300 m³. Ten tijde van de aanvraag was deze vrijgekomen grond in depot gezet op het erf van het landhuis en zal in de tuin van het landhuis worden verwerkt. III. Procedure. Het verzoek is compleet ontvangen op 26 juni De aanvraag dient ter legalisering van de al gedeeltelijk uitgevoerde werkzaamheden en is afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag is toegezonden aan Burgemeester en wethouders van Utrechtse 1

2 Heuvelrug en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied. Ze hebben beiden laten weten dat zij geen bezwaren hebben tegen de vergunningverlening. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. 2

3 IV. Motivering. Ten aanzien van de aanvraag van de vergunning hebben wij het volgende overwogen. 1. Bouwgrondstoffenbeleid Het bouwgrondstoffenbeleid van de provincie ten aanzien van vrijkomende klei en zand is er op gericht om deze zo hoogwaardig mogelijk toe te passen. Dit wordt via vergunningverlening gestuurd. Deze onderhavige aanvraag is niet primair gericht op het winnen van delfstoffen. Bij de ontgronding komt 300 m³ bovengrond vrij, welke zal worden toegepast in de tuin van het landgoed. Deze grond is niet geschikt voor andere hoogwaardige doeleinden dan waarvoor ze ingezet wordt. Wij hebben mede daarom geen bezwaar tegen de verwerking van de vrijkomende grondspecie binnen het project. 2. Ruimtelijke Ordening. De gemeente heeft ons laten weten positief te staan tegenover de aanleg van het bospad. Het te ontgronden gebied heeft in het vigerende bestemmingsplan de dubbelbestemming bos/landgoed. De ontgronding waarvoor vergunning gevraagd wordt past binnen deze bestemming. Wanneer de ontgrondingsvergunning is verleend, is voor de graafwerkzaamheden geen aanlegvergunning van de gemeente meer vereist. Wij zijn van mening dat de ontgronding planologisch aanvaardbaar is. 3. Archeologie. Het provinciaal beleid voor archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem. Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de provinciale Cultuurnota, in het streekplan en in de Handleiding Bestemmingsplannen Buitengebied. Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, indien bodemingrepen plaatsvinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) of met een (middel)hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). In het plangebied liggen geen terreinen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de AMK. De te ontgronden percelen liggen, volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarde, in een gebied waaraan een middelhoge indicatieve archeologische verwachtingswaarde is toegekend. Uit het plangebied of directe omgeving zijn geen archeologische vondsten bekend volgens Archis, de landelijk database van vondsten en vindplaatsen. Archeologisch onderzoek of extra voorschriften zijn vanwege de matige verwachting archeologisch waardevolle waarden aan te treffen niet nodig gebleken. 4. Waterhuishouding. Gelet op de lage grondwaterstand zijn er geen waterhuishoudelijke effecten op de omgeving van deze ontgronding te verwachten. 5. Natuur en Landschap. Het terrein heeft de bestemming bos en landgoed (wonen). De onderhavige lokatie ligt binnen een begrensd natuurgebied van het Beheersgebiedsplan Provincie Utrecht. Door de voorgenomen plannen vindt er, naar onze mening, geen onaanvaardbare aantasting van landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden plaats. 3

4 6. Zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Gelet op het bovenstaande hebben wij besloten zoals is weergegeven onder I. V. Bezwaar. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit gemotiveerd bezwaar maken bij gedeputeerde staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, binnen zes weken na de datum van bekendmaking. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1 en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Tevens hebben belanghebbenden de mogelijkheid, indien gelet op de belangen onverwijlde spoed is vereist, een verzoek om voorlopige voorziening te vragen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. Hiervoor is griffierecht verschuldigd. VI. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag waarop de termijn van 6 weken afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Wij wijzen erop dat er andere vergunningen nodig kunnen zijn die verband houden met deze ontgronding. VII. Verzending. Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: a. de aanvrager van de vergunning: de heer M.D. Schönberger, Dartheideweg 2, 3956 NN Leersum; b. Burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug, t.a.v. mevr. M. Valke, Postbus 200, 3940 AE Doorn; c. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebien, t.a.v. de heer L.H.S. Welter, Kanaalweg 95B, 3533 HH Utrecht. Gedeputeerde staten voornoemd, namens hen, Mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink, Afdelingsmanager Vergunningverlening 4

5 BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij besluit van gedeputeerde staten van Utrecht d.d. 14 augustus 2007, afdeling Vergunningverlening, nr. 2007REG001769i. De vergunning heeft betrekking op het ontgronden van het perceel kadastraal bekend gemeente Leersum, sectie B, nummer 705. UITVOERING 1. Bij de voorschriften behoren de volgende tekeningen: a. Bospad landgoed Darthorst Leersum, Locatie overzichtskaart met tekeningnr.: , schaal 1: ; b. Bospad landgoed Darthorst Leersum, Locatie bospad met tekeningnr.: ; c. Bospad landgoed Darthorst Leersum, Dwarsprofiel bospad met tekeningnr.: De percelen dienen te worden ontgrond zoals aangegeven op de in voorschrift 1 genoemde tekeningen. 3. De blijvende taluds van ingraving moeten worden gegraven zoals aangegeven op de in voorschrift 1, onder c. genoemde tekening. De maximale ontgravingsdiepte van het bospad bedraagt circa 0,40 meter en volgt grotendeels het profiel van het terrein. 4. Van het begin van elke periode van ontgronding moet een week tevoren schriftelijk worden kennis gegeven aan gedeputeerde staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 5. Binnen één week na gereedkomen van de ontgronding moet hiervan schriftelijk kennis gegeven worden aan gedeputeerde staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 6. De vergunning moet gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op het terrein aanwezig zijn en op eerste vordering aan politie en aan de met toezicht op ontgrondingen belaste medewerkers worden getoond. METINGEN EN REGISTRATIES 7. Ten behoeve van het van provinciewege verrichten van controlemetingen moet de vergunninghouder meetgereedschap ter beschikking stellen. Hulp verlenen met het naar het werkterrein overbrengen van peilen, het aanbrengen van hoogtemerken, het doen van waterpassingen en opmetingen en dergelijke. De vergunninghouder moet desverlangd materialen voor het aanbrengen van hoogtemerken beschikbaar stellen. BOUWGRONDSTOFFENBELEID 8. Het is toegestaan om de vrijkomende bovengrond, maximaal circa 300 m³, ter plaatse in de tuin van het landhuis te verwerken. 9. Het is verboden grondspecie van elders aan te voeren zonder toestemming van gedeputeerde staten. 5

6 ARCHEOLOGIE 10. Indien bij graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijker wijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 47). De melding dient te gebeuren bij het meldpunt archeologie van de provincie Utrecht ( of ). Bij het achterwege laten van een melding zijn de artikelen 56 en 57 van toepassing. WATERHUISHOUDING 11. Ten behoeve van de waterbeheersing zijn geen voorschriften opgenomen. NATUUR EN LANDSCHAP 12. Het ontgronde terrein moet altijd worden vrijgehouden van afvalstoffen en indien nodig van ongewenste begroeiing. AFWERKING 13. Indien de afwerking van het terrein naar het oordeel van ons onvoldoende voortgang heeft, mag er geen grond meer worden ontgraven of afgevoerd. Indien de door of namens ons gegeven aanwijzingen of de afwerking van het terrein niet worden opgevolgd, is ontgraven van grond evenmin geoorloofd. 14. De aanvrager dient voorafgaand aan de uitvoering met betrekking tot de keuze van het toe te passen open verhardingsmateriaal contact op de nemen met de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de provincie Utrecht. Daarvoor is de instemming van gedeputeerde staten nodig. 15. Het terrein moet binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van alle benodigde vergunningen of toestemmingen geheel afgewerkt worden opgeleverd. Onder vergunninghouder wordt verstaan M.D. Schönberger, Dartheideweg 2 te Leersum. 6