Managementrapportage Werk en Inkomen Samenwerkingsverband

Transcriptie

1 Managementrapportage 2016 Werk en Inkomen Samenwerkingsverband Mei 2017

2 Inhoudsopgave Inleiding Prestaties uitvoering afdeling Werk en Inkomen Omvang en samenstelling van het bestand In- en uitstroom Minimabeleid Bedrijfsvoering Financieel overzicht uitvoeringsorganisatie Handhaving Beleidsontwikkelingen Transformatie Participatiewet Afstemming beschut werk nieuwe stijl Lokale ontwikkelingen Jeugdwerkgelegenheid Armoedebestrijding Schuldhulpverlening Handhaving Tegenprestatie Wet Taaleis en laaggeletterdheid Statushouders en het Participatieverklaringstraject Suwinet

3 Inleiding Voor u ligt de managementrapportage over 2016 van de uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (samenwerkingsverband Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar) met de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen over de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december In het eerste hoofdstuk worden de prestaties van de uitvoering van de uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (WenI) over de periode van 1 januari 2016 tot en met 31december 2016 in beeld gebracht. Het tweede hoofdstuk behandelt de actuele beleidsmatige ontwikkelingen in de afdeling. 2

4 1. Prestaties uitvoering afdeling Werk en Inkomen 1.1 Omvang en samenstelling van het bestand Landelijke ontwikkeling Het aantal personen met een bijstandsuitkering is in 2016 met 18 duizend toegenomen. Eind december 2016 waren er 467 duizend bijstandsgerechtigden tot de AOW-leeftijd. Bekeken naar herkomst is de toename toe te schrijven aan personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Wat betreft leeftijd zijn vooral meer jongeren en ouderen in de bijstand terechtgekomen. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers. Sinds 2009 is het aantal bijstandsontvangers jaarlijks toegenomen, in totaal met 163 duizend. De toename in 2013 was met 32 duizend het grootst. In de daaropvolgende twee jaren was de groei telkens kleiner, respectievelijk 21 duizend en 15 duizend. In 2016 ging het groeitempo weer omhoog. Per saldo is in dat jaar alleen het aantal bijstandsontvangers met een niet-westerse migratieachtergrond toegenomen. Voor een aanzienlijk deel gaat het om mensen die asiel hebben aangevraagd in Nederland en een verblijfsvergunning hebben. Na het verkrijgen van zo n vergunning kunnen zij een beroep op de bijstand doen. Het aantal bijstandsgerechtigden met een Nederlandse of westerse achtergrond is juist licht gedaald in In 2016 zijn vooral meer ouderen en jongeren in de bijstand terechtgekomen. In de groep van 45 jaar tot de AOW-leeftijd bedroeg de groei ruim 10 duizend, bij de jongeren tot 27 jaar ging het om 7 duizend. Ook in 2015 zat de toename voornamelijk bij deze leeftijdsgroepen. (Bron: CBS persbericht 28 februari 2017). Leidschendam-Voorburg Bestand Pw/IOAW/IOAZ/Bbz starters per Bestand Pw/IOAW/IOAZ/Bbz starters per Instroom Uitstroom Saldo 100 Het cliëntenbestand van de gemeente Leidschendam-Voorburg is gedurende het jaar 2016 gestegen van 1857 naar 1957, een stijging van 5,4%. 3

5 Het aantal jongeren tot 27 jaar met een uitkering in het kader van de participatiewet is gedurende het jaar 2016 gegroeid van 151 naar 173. In de verdeling van het bestand naar leefvorm is weinig verandering te bemerken, hetzelfde geldt voor de percentages per leeftijd Voorschoten Bestand Pw/IOAW/IOAZ/Bbz starters per Bestand Pw/IOAW/IOAZ/Bbz starters per Instroom Uitstroom Saldo -10 Het cliëntenbestand van de gemeente Voorschoten is gedurende het jaar 2016 gedaald van 337 naar 327, een daling van 3%. Het aantal jongeren tot 27 jaar met een uitkering in het kader van de participatiewet is gedurende het jaar 2016 stabiel gebleven, 28 om 29. In de verdeling van het bestand naar leefvorm is weinig verandering te bemerken, hetzelfde geldt voor de percentages per leeftijd. Wassenaar Bestand Pw/IOAW/IOAZ/Bbz starters per Bestand Pw/IOAW/IOAZ/Bbz starters per Instroom Uitstroom Saldo 28 Het cliëntenbestand van de gemeente Wassenaar is gedurende het jaar 2016 gestegen van 385 naar 413, een stijging van 7,3%. 4

6 Het aantal jongeren tot 27 jaar met een uitkering in het kader van de participatiewet is gedurende het jaar 2016 gedaald van 28 naar 26. In de verdeling van het bestand naar leefvorm is weinig verandering te bemerken, hetzelfde geldt voor de percentages per leeftijd. 1.2 In- en uitstroom Instroom De gemiddelde instroom van het aantal intakes Poortwachter, volgend op een melding, is ten opzichte van 2015 gedaald met 20 per maand. Het voorzichtige herstel van de Nederlandse economie dat vorig jaar is ingezet zorgt voor deze daling van het aantal intakes. Ongeveer 21% van de meldingen die binnenkomen bij de afdeling W en I en voor een poortwachtersintake worden uitgenodigd, dienen uiteindelijk geen aanvraag in. Dit komt doordat de poortwachtersfunctie efficiënt is ingericht, en in staat is cliënten te verwijzen naar voorliggende voorzieningen en andere mogelijkheden om in de kosten van het bestaan te voorzien. Leidschendam-Voorburg In Leidschendam-Voorburg zijn er in 2016, 842 meldingen voor een PW-aanvraag door het UWV overgedragen, 23% minder dan in Van deze meldingen was 24% afkomstig van jongeren onder de 27 jaar. 5

7 Voorschoten In Voorschoten zijn er in 2016, 160 meldingen voor een PW-aanvraag door het UWV overgedragen, 18% minder dan in Van deze meldingen was 16% afkomstig van jongeren onder de 27 jaar. Wassenaar In Wassenaar zijn er in 2016, 182 meldingen voor een PW-aanvraag door het UWV overgedragen, 18% minder dan in Van deze meldingen was 11% afkomstig van jongeren onder de 27 jaar Afgehandelde aanvragen algemene bijstand Leidschendam-Voorburg In Leidschendam-Voorburg is het gemiddelde aantal aanvragen per maand gedurende het jaar 2016 behoudens de maanden januari en december stabiel gebleven ten opzicht van het jaar De gemiddelde doorlooptijd over de eerste 3 kwartalen komt overeen met De gemiddelde doorlooptijd van een aanvraag ligt overigens nog steeds ver beneden de wettelijke norm van 40 werkdagen. De servicenorm ligt op 20 werkdagen en ook deze wordt ruimschoots gehaald. De doorlooptijd was gemiddeld 10 werkdagen of minder in de eerste 3 kwartalen. Voorschoten 6

8 In de gemeente Voorschoten is het gemiddelde aantal aanvragen per maand gedurende 2016 behoudens de maanden januari, maart en juni waarin een duidelijke toename is, stabiel gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. De gemiddelde doorlooptijd is toegenomen maar ligt nog steeds ver beneden de wettelijke norm van 40 werkdagen. De servicenorm ligt op 20 werkdagen en ook deze wordt ruimschoots gehaald. Wassenaar In de gemeente Wassenaar is het gemiddelde aantal aanvragen per maand gedurende 2016 behoudens de maanden januari en augustus waarin een duidelijke toename is, stabiel gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. De gemiddelde doorlooptijd is behoudens het 4e kwartaal verder afgenomen. De gemiddelde doorlooptijd ligt ver beneden de wettelijke norm van 40 werkdagen. De servicenorm ligt op 20 werkdagen en ook deze wordt ruimschoots gehaald. Uitstroom Leidschendam-Voorburg In totaal zijn er 378 klanten in 2016 geplaatst op een reguliere baan bij een werkgever. Dit is ten opzichte van het eerste halfjaar een toename van 150%. De taakstelling voor 2016 was vastgesteld op 350 plaatsingen op een reguliere baan. Dit wordt o.a. gerealiseerd onder invloed van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief. De totale uitstroom 2016 is met 8 % hoger uitgevallen dan de taakstelling en ten opzichte van 2015 is dit 18% hoger uitgevallen. 7

9 49% van de klanten wordt geplaatst op een part-time baan en blijft hierdoor gedeeltelijk afhankelijk van een PW-uitkering. Voorschoten In totaal zijn er 101 klanten in 2016 geplaatst op een reguliere baan bij een werkgever. Dit is ten opzichte van het eerste halfjaar een toename van 135%. De taakstelling voor 2016 was incl. het arbeidsmarktoffensief vastgesteld op 75 plaatsingen op een reguliere baan. Dit wordt o.a. gerealiseerd onder invloed van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief. De totale uitstroom 2016 is met 35 % hoger uitgevallen dan de taakstelling en ten opzichte van 2015 is dit 71% hoger uitgevallen. 53% van de klanten wordt geplaatst op een part-time baan en blijft hierdoor gedeeltelijk afhankelijk van een PW-uitkering. Wassenaar In totaal zijn er 77 klanten in 2016 geplaatst op een reguliere baan bij een werkgever. Dit is ten opzichte van het eerste halfjaar een toename van 92,5%. De taakstelling voor 2016 was incl. het arbeidsmarktoffensief vastgesteld op 75 plaatsingen op een reguliere baan. Dit wordt o.a. gerealiseerd onder invloed van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief. De totale uitstroom 2016 is met 3 % hoger uitgevallen dan de taakstelling en ten opzichte van 2015 is dit 54% hoger uitgevallen. 63% van de klanten wordt geplaatst op een part-time baan en blijft hierdoor gedeeltelijk afhankelijk van een PW-uitkering. Participatieladder 8

10 De participatieladder geeft een beeld van hoe groot de afstand is van onze cliënten tot de arbeidsmarkt. Onderstaand taartdiagram geeft een beeld hoe het bestand van de drie gemeenten zich verhoudt op de participatieladder. Voor alle drie de gemeenten geldt dat trede 1 en 2 gemiddeld 33% van het bestand betreft. De mensen die op deze treden zijn ingedeeld zijn niet (gemakkelijk) te bemiddelen. Trede 1 zijn de personen in een sociaal isolement. De inspanningen op re-integratie gebied richten zich voornamelijk op personen ingedeeld op trede 4 en 5 en de personen op trede 3 met perspectief op werk. Personen op trede 6 verrichten al zelfstandig werkzaamheden en zijn reeds bemiddeld. Trede 9 betreft mensen die net een uitkering hebben aangevraagd, een medische keuring voor aangevraagd is, of in ieder geval waar het traject nog van bepaald moet worden. Ook vallen onder deze trede de cliënten met een BBZ traject. Deze doelgroep valt niet onder de andere treden van de participatieladder en wordt automatisch onder deze trede geplaatst. Jeugdwerkgelegenheid Het JongerenLoopbaanCentrum is gericht op preventie van schoolverzuim, het terug begeleiden van jongeren naar school (behalen startkwalificatie of vakcertificaat) en jongeren op een baan plaatsen. Dit is een reguliere dienstverlening van de afdeling Werk en Inkomen die uitgevoerd wordt door RMC ambtenaren en Consulenten Werk en Consulenten Inkomen. Met de inzet van extra budget vanuit het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid ( ) wordt er extra aandacht aan jongeren besteed en verbetering van het proces doorgevoerd waardoor meer tijd is voor jongeren en focus op uitstroom. Hieronder een toelichting op de resultaten alsook de 5 ambities zoals gesteld in het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid. Cijfers Aantal niet werkende werkzoekenden < 27 jaar maart 2015 In onderstaande tabel is te zien hoeveel werkzoekenden (< 27 jaar) er bij het UWV geregistreerd zijn UWV levert twee keer per jaar deze cijfers op in juni en december. De cijfers worden echter gerapporteerd van maart en september. 9

11 Deze datum van maart 2015 is uitgangspunt geweest voor opstellen Actieplan Jeugdwerkgelegenheid, vandaar dat we deze cijfers als startpunt gebruiken. NWW Maart 2015 Gemeente Maart 2015* Opleidingsniveau Geen startkwalificatie** Middelbaar Hoog Nederland % 43% 10% ZHC % 41% 9% Leidschendam- Voorburg % 36% 8% Wassenaar 77 56% 36% ** Voorschoten 81 56% 40% ** *De cijfers van maart 2015 worden vermeld omdat deze cijfers uitgangspunt waren voor start Actieplan. ** Startkwalificatie is minimaal MBO-2 of Havo diploma. Bron: NWW September 2016 Gemeente September 2016* Geen startkwalificatie Opleidingsniveau Middelbaar Hoog Nederland %* 39% 8% ZHC % 36% 8% Leidschendam- Voorburg % 29% 6% Wassenaar 77 57% 34% - Voorschoten 79 (100%) 52% 34% - De percentages tellen niet op tot 100% maar zijn een-op-een overgenomen van UWV. * Laatste cijfers beschikbaar. Juni 2017 worden cijfers van maart 2017 opgeleverd. Bron: Conclusie 10

12 Geconcludeerd wordt dat het aantal ingeschreven Niet Werkende Werkzoekenden (NWW) jongeren in de drie gemeenten als volgt is gewijzigd: Leidschendam-Voorburg -10%, Wassenaar -0%, Voorschoten -2%. Regionaal is er een lichte stijging van 1,5% en landelijk een daling van 11% te zien van het aantal werkloze jongeren. Waarom de resultaten regionaal achterblijven, kunnen wij nog niet verklaren. Verder blijkt dat een hoog percentage van het aantal ingeschreven niet werkende werkzoekende jongeren geen startkwalificatie heeft. Met het aantrekken van de arbeidsmarkt zien we dat hoger opgeleiden als eerst uitstromen naar werk vandaar dat de percentages jongeren zonder startkwalificatie verhoudingsgewijs is toegenomen. Leidschendam-Voorburg: Op Niet Werkende Werkzoekenden zien we een daling van 10%, op aantal jongeren met uitkering op basis van Participatie wet een lichte stijging van 4%. Voorschoten en Wassenaar: Op Niet Werkende Werkzoekenden zien we een gelijke stand, echter zien we een aanzienlijke daling op aantal jongeren met uitkering op basis van Participatie wet. Jongeren met inkomen op basis van Participatiewet Aantal jongeren tot 27 jaar met een uitkering op grond van de Participatiewet op 31 december 2016 Gemeente Totaal Totaal Zonder statushouders Procentueel met statushouders Procentueel zonder statushouders Leidschendam % +4% Voorburg Wassenaar % -15% Voorschoten % -23% % - 3% Aantal jongeren tot 27 jaar ingestroomd in Participatiewet in 2016 Gemeente Instroom Waarvan statushouders Waarvan WW en ZW Overig (werk, studie, verhuizing etc) Leidschendam Voorburg Wassenaar Voorschoten

13 Uitstroom versus Instroom in 2016 Er is een motie aangenomen door de gemeenteraad van de gemeente Leidschendam- Voorburg op 11 november 2015 waarbij is bepaald dat vanaf 2016 de streefwaarde voor uitstroom voor jongeren 50% bedraagt van de ingestroomde jongeren (232). Dit percentage staat voor alle vormen van de uitstroom van bemiddelbare jongeren. De ambitie is doorgevoerd over alle 3 de gemeenten. 130 van de ingestroomde 232 jongeren zijn uitgestroomd, dat is 56%, hiermee is de doelstelling behaald. Instroom Waarvan Uitstroom Procentueel statushouders Leidschendam-Voorburg % Wassenaar % Voorschoten % Totaal % Activiteiten in het kader van Jeugdwerkgelegenheid conform het Actieplan 1. Ambitie 1 - Meer jongeren aan het werk a. Ontwikkelroute Om het gat op het cv niet verder te laten groeien zal een jongeren bij aanvraag P-wet vanaf binnenkomst bij JLC deelnemen aan de ontwikkelroute gedurende 18 uur per week. De ontwikkelroute richt zich op hun persoonlijke ontwikkeling, in breedste zin. Een inspirerende route voor jonge werkzoekenden waar met regelmaat aandacht is voor 1. Vergroten zelf bewustzijn; waar sta ik, wie ben ik en wat wil ik 2. Persoonlijke ontwikkeling; wat kan ik en wat heb ik te leren, omgaan met tegenslagen 3. Sollicitatie vaardigheden anno 2017; leren netwerken, online solliciteren, #durftevragen 4. In beweging blijven; sporten voor iedereen 5. Administratie; preventieve schuldhulpverlening en administratie training 6. Werkervaring en leren werken 7. Scholing Uitgangspunt is maatwerk. Sommige jongeren hebben al een startkwalificatie en kunnen wellicht gelijk uitstromen. Anderen moeten bijvoorbeeld begeleid worden richting school of vakdiploma. We doen dit samen met externe partijen die ieder hun expertise hebben. We hebben tot doel de beste re-integratie route te worden van Nederland, dat inspirerend is en alle aspecten van een succesvol leven bevat, waarbij we jongeren leren vissen en niet alleen maar vis geven (een baan). 12

14 b. Jongeren leren netwerken Onderdeel van de ontwikkelroute is jongeren leren netwerken. Het zal tot slot niet eenmalig zijn dat ze een baan zoeken, doorlopend zullen ze moeten solliciteren en achter zaken heen blijven gaan. Jongeren in de Lift is een succesvol instrument. Resultaten van 13 Aantal Stage / Nog bijeenkomsten jongeren Werk School werkerv. Anders werkzoekend Aantal Procentueel 100% 46% 8% 12% 10% 27% 2. Ambitie 2 - Eruit halen wat erin zit RMC zet zich in om jongeren die (dreigen) uit te vallen terug te begeleiden naar school of leerwerkbaan. Als dat geen optie is dan zal een consulent Werk jongeren begeleiden naar werk. Waar mogelijk en nodig met het behalen van een vak certificaat. 3. Ambitie 3 Alle jongeren in Beeld Minister Asscher sprak van een grote groep Jongeren Buiten Beeld, waardoor het werkelijk aantal Jeugdwerklozen niet echt bekend is. Als een van de weinige gemeente heeft de afdeling Werk en Inkomen een zorgvuldige actie verricht om deze jongeren in beeld te brengen. (bron: De jongeren die we bezochten zijn: 1. Jongeren tussen 18 en 23 jaar uit alle drie de gemeenten met en zonder startkwalificatie 2. Jongeren die het huidige schooljaar uitvallen 3. Jongeren die niet op de workshop WINST verschijnen na de aanvraag uitkering Jongeren Buiten Beeld Aantal jongeren Bleek toch aan werk Nog lopend Echte Jongeren Ontvangt inmiddels % tov JBB bezocht of op school* buiten beeld dienstverlening Leidschendam % Voorburg Voorschoten % Wassenaar % 13

15 Totaal % *Een deel van de jongeren bleek toch aan het werk, verhuisd of op school te zitten. Een bezoek was echter onvermijdelijk ivm vertraging in systemen. Met het bezoeken van deze jongeren is wel betrokkenheid getoond en de eventueel toekomstige weg naar JLC verlaagd. 4. Ambitie 4 Samenverantwoordelijk De Ontwikkelroute richt zich op een gezamenlijke samenwerking om jongeren vanuit ieder zijn expertise te begeleiden. Ook de reorganisatie van de afdeling Social Domein zal hier een bijdrage aan leveren. 5. Ambitie 5 Structurele Jongerenvertegenwoordiging Ambitie 5 van het actieplan gaat over de betrokkenheid van jongeren bij bedenken van plannen, toetsen van ideeën of uitvoeren van activiteiten. Hiervoor is een meervoudige onderhandse aanbesteding geweest welke gewonnen is door De is opgericht en geeft per gemeente lokaal (on)gevraagd advies. Een groep van 15 tot 20 jongeren is voor de 3 gemeenten actief. 1.3 Minimabeleid In de tweede helft van 2016 is door de Coördinator Communicatie Minimabeleid weer flink ingezet op communicatie over minimaregelingen om het gebruik ervan te vergroten. Voor de promotie van het kindpakket en het genereren van media-aandacht zijn er verschillende activiteiten opgezet. Er is een gratis rugzak uitgedeeld aan schoolgaande kinderen, er is een actie geweest om gratis te zwemmen in het kader van de wereldarmoededag, kinderen uit minimagezinnen konden toch Sinterklaas vieren door het project voor Ieder kind een Sint en tot slot konden kinderen uit de gemeenten meedoen met diverse activiteiten tijdens de schoolvakanties (georganiseerd door Woej). Om ook de andere regelingen bekender te maken, is een groot aantal uiteenlopende acties uitgevoerd. Zo is voorlichting gegeven bij informatiebijeenkomsten aan maatschappelijke organisaties en inwoners van de gemeente. Om meer inzicht te krijgen hoe we de onzichtbare doelgroep beter kunnen bereiken hebben we een netwerkanalyse laten uitvoeren. In samenwerking met NIBUD is een agenda opgesteld die naar alle cliënten Werk en Inkomen gaan. In december zijn de actieteams De Kunst van het rondkomen van start gegaan. Het doel van de actieteams is het bereiken van de onzichtbare doelgroep waardoor we ook deze groep kunnen wijzen op de minimaregelingen en het taboe rond het thema kunnen doorbreken. Tot slot is in december een uitgebreide promotiecampagne opgezet om de collectieve zorgverzekering voor mensen met een laag inkomen te promoten. 14

16 15

17 1.4 Bedrijfsvoering Afgehandelde aanvragen bezwaar- en beroepschriften In 2016 zijn 112 bezwaarschiften voor Leidschendam-Voorburg in behandeling genomen. Hiervan zijn er 8 gegrond verklaard, en 5 deels gegrond. 2 zaken zijn nog in behandeling. In 1 zaak is contrair gegaan. Van de 14 beroepszaken zijn er 3 gegrond verklaard, en van de 6 hoger beroepsschriften geen een gegrond. In 2016 zijn 20 bezwaarschiften voor Voorschoten in behandeling genomen. Hiervan zijn 4 zaken gegrond verklaard en 1 zaak deels gegrond. Er is niet contrair gegaan. 1 van de 4 ingediende beroepszaken is gegrond verklaard. In 2016 zijn 26 bezwaarschriften voor Wassenaar in behandeling genomen. Hiervan zijn 3 zaken gegrond verklaard en 1 zaak deels gegrond. Er is niet ontrair gegaan. Van de 4 beroepszaken en 1 hoger beroep is er geen gegrond verklaard. De Commissie Bezwaarschriften heeft in 2016 een rapport uitgebracht met daarin haar bevindingen over diverse aspecten van de bezwaarprocedure. Daarin is speciefiek aandacht gevraagd voor de motivering in de beschikkingen. In 2016 heeft elke medewerker een training handhaving gehad, waarin motivering van besluiten een essentieel onderdeel was. Daarbij zijn de teksten van de standaardbeschikkingen opnieuw geredigeerd. Deze zullen in 2017 in gebruik worden genomen. 16

18 1.5 Financieel overzicht uitvoeringsorganisatie 2015 BUIG De BUIG (Bundeling Uitkering Inkomensvoorzieningen Gemeenten) bevat de uitkeringsvormen Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ voor startende ondernemers. Leidschendam-Voorburg definitief budget ,00 Uitgaven ,00 Baten ,00 resultaaat ,00 Het cliëntenbestand van de gemeente Leidschendam-Voorburg is gedurende het jaar 2016 gestegen van 1857 tot 1957 (+ 100), een stijging van 5,38%. Het bijbehorende budget 2016 is juist gedaald met 6,2 % ten opzichte van 2015.) Voorschoten definitief budget ,00 Uitgaven ,00 Baten ,00 Resultaat ,00 Het cliëntenbestand van de gemeente Voorschoten is gedurende het jaar 2016 gedaald van 337 naar 327, een daling van 2,96%. Het bijbehorende budget is gestegen met 3,2% Wassenaar definitief budget ,00 Uitgaven ,00 Baten ,00 Resultaat ,00 Het cliëntenbestand van de gemeente Wassenaar is gedurende het jaar 2016 gestegen van 385 naar 413 (+ 28), een stijging van 7,3%. Het bijbehorende budget is gestegen met 3,1 %. 17

19 Gezien de tekorten wordt voor alle drie de gemeenten de vangnetuitkering 2016 aangevraagd. Dit betekent het volgende: Leidschendam-Voorburg Tekort Eigen rekening gemeente 5% % vergoeding tussen 5% en 10% tekort % vergoeding boven 10% tekort Totaal te ontvangen vangnetregeling Voorschoten Tekort Eigen rekening gemeente 5% % vergoeding tussen 5% en 10% tekort % vergoeding boven 10% tekort Nvt Totaal te ontvangen vangnetregeling Wassenaar Tekort Eigen rekening gemeente 5% % vergoeding tussen 5% en 10% tekort % vergoeding boven 10% tekort Totaal te ontvangen vangnetregeling Momenteel vindt een uitgebreide (meerjarige) analyse BUIG plaats. Dit zal in combinatie met de evaluatie arbeidsmarktoffensief eind 2017 aan de gemeenteraden worden voorgelegd. 18

20 Participatiemiddelen integratieuitkering Sociaal Domein 2015 Leidschendam-Voorburg Definitief budget Toevoeging Arbeidsmarktoffensief Totaal budget Uitgaven Baten Resultaat De Participatiemiddelen integratieuitkering Sociaal Domein zijn onlosmakelijk verbonden met het BUIG budget. Hoe meer mensen met geld uit het voormalig participatiebudget bemiddeld kunnen worden naar werk, hoe minder mensen een beroep doen op een uitkering, bekostigd uit het BUIG budget. In 2016 is, naast het Participatiedeel integratieuitkering Sociaal Domein, een toevoeging gedaan op grond van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief. Deze gelden zijn door de Raad beschikbaar gesteld om te besteden aan het extra inzetten van tools om cliënten van Werk en Inkomen te begeleiden naar werk. Voorschoten Definitief budget Toevoeging Arbeidsmarktoffensief Totaal budget Uitgaven Baten Resultaat De Participatiemiddelen integratieuitkering Sociaal Domein zijn onlosmakelijk verbonden met het BUIG budget. Hoe meer mensen met geld uit het voormalig participatiebudget bemiddeld kunnen worden naar werk, hoe minder mensen een beroep doen op een uitkering, bekostigd uit het BUIG budget. In 2016 is, naast het Participatiedeel integratieuitkering Sociaal Domein, een toevoeging gedaan op grond van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief, een nader inzicht van de besteding van deze middelen volgt met de nieuwe evaluatie van dit plan later dit jaar. Deze gelden zijn door de Raad beschikbaar gesteld om te besteden aan het extra inzetten van tools om cliënten van Werk en Inkomen te begeleiden naar werk. 19

21 Wassenaar Definitief budget Toevoeging Arbeidsmarktoffensief Totaal budget Uitgaven Baten Resultaat De Participatiemiddelen integratieuitkering Sociaal Domein zijn onlosmakelijk verbonden met het BUIG budget. Hoe meer mensen met geld uit het voormalig participatiebudget bemiddeld kunnen worden naar werk, hoe minder mensen een beroep doen op een uitkering, bekostigd uit het BUIG budget. In 2016 is, naast het Participatiedeel integratieuitkering Sociaal Domein, een toevoeging gedaan op grond van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief. Deze gelden zijn door de Raad beschikbaar gesteld om te besteden aan het extra inzetten van tools om cliënten van Werk en Inkomen te begeleiden naar werk. 20

22 Bijzondere bijstand en minimabeleid exclusief schuldhulpverlening Leidschendam-Voorburg Budget 2016 (Uitgaven- ontvangsten) Uitgaven Baten Resultaat In 2016 is de inzet op het vergroten van het bereik, conform het vigerende beleidsplan Minimabeleid , verder doorgezet en zijn de nodige acties ondernomen. In 2017 vindt in de drie gemeenten gedetailleerd onderzoek plaats over 2016, om nauwkeurig in kaart te brengen wat het bereik en effect is van de gemeentelijke minimaregelingen en hoe de doelgroepen zich hebben ontwikkeld. De raden worden per gemeente separaat geïnformeerd over de voor hun gemeente relevante uitkomsten van deze onderzoeken en het verdere proces inzake ontwikkeling minimabeleid. Ook de inzet en resultaten van de acties communicatie minimabeleid worden hierin meegenomen Voorschoten Budget 2016 (Uitgaven- ontvangsten) Uitgaven Baten Resultaat In 2016 is de inzet op het vergroten van het bereik, conform het vigerende beleidsplan Minimabeleid , verder doorgezet en zijn de nodige acties ondernomen. In 2017 vindt in de drie gemeenten gedetailleerd onderzoek plaats over 2016, om nauwkeurig in kaart te brengen wat het bereik en effect is van de gemeentelijke minimaregelingen en hoe de doelgroepen zich hebben ontwikkeld. De raden worden per gemeente separaat geïnformeerd over de voor hun gemeente relevante uitkomsten van deze onderzoeken en het verdere proces inzake ontwikkeling minimabeleid. Ook de inzet en resultaten van de acties communicatie minimabeleid worden hierin meegenomen. 21

23 Wassenaar Budget 2016 (Uitgaven- ontvangsten) Uitgaven Baten t Resultaat In 2016 is de inzet op het vergroten van het bereik, conform het vigerende beleidsplan Minimabeleid , verder doorgezet en zijn de nodige acties ondernomen. In 2017 vindt in de drie gemeenten gedetailleerd onderzoek plaats over 2016, om nauwkeurig in kaart te brengen wat het bereik en effect is van de gemeentelijke minimaregelingen en hoe de doelgroepen zich hebben ontwikkeld. De raden worden per gemeente separaat geïnformeerd over de voor hun gemeente relevante uitkomsten van deze onderzoeken en het verdere proces inzake ontwikkeling minimabeleid. Ook de inzet en resultaten van de acties communicatie minimabeleid worden hierin meegenomen. Uitvoeringskosten Uitvoerings-lasten begroot Uitvoerings-lasten gerealiseerd resultaat 2016 Uitvoeringskosten Overheadkosten (Inzet) Begroot Aandeel Aandeel c.f. definitieve afrekening Wassenaar 13,87% 14,72% Voorschoten 12,00% 13,53% Leidschendam-Voorburg 74,1% 71,75% Bijdrage in euro Uitvoerings-lasten begroot Uitvoerings-lasten gerealiseerd Wassenaar Voorschoten Leidschendam-Voorburg De drie gemeenten dragen jaarlijks bij aan de uitvoeringskosten van de afdeling W en I van de gemeente Leidschendam-Voorburg. In 2014 is een gewijzigde verdeelsystematiek vastgesteld voor de variabele uitvoeringskosten. Voor de overheaduitgaven is overeengekomen dat de begrote bijdrage gelijk is aan de definitieve afrekening. De verdeling van de variabele uitvoeringskosten is voor 50% gebaseerd op cliëntenaantallen per en voor 50% gebaseerd op het aandeel in de gerealiseerde in- en uitstroom. 22

24 Uitvoeringskosten zijn salarissen van personeel, doorbelasting facilitaire diensten en overige uitvoeringskosten. De afrekening die in de jaarrekeningen is terechtgekomen is ten onrechte gebaseerd op de begroting. De bovenstaande definitieve afrekening is gebaseerd op de afgesproken systematiek en valt voor Voorschoten en Wassenaar hoger uit. 23

25 1.6 Handhaving Sociale Recherche Leidschendam-Voorburg heeft voor de Sociale Recherche een samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten Voorschoten, Wassenaar, Rijswijk en Westland. Ter uitvoering hiervan zijn de sociaal rechercheurs in dienst van Leidschendam-Voorburg. Op 1 januari 2016 is de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst in werking getreden. Dit houdt in dat op basis van inkoop van producten wordt gewerkt. Bij de Marap over het 1e half jaar is aangegeven dat in het 2 e half jaar de eerste resultaten bekend worden over de flexibele inzet van de Sociale Recherche of de deelnemende gemeenten daadwerkelijk minder producten en diensten Sociale Recherche afnemen. De resultaten van de Sociale Recherche over 2016 geven het volgende beeld: Ingekocht voor 2016 Gemeenten in aantallen Taak 1 Taak 2 Taak 3 Taak 4 Taak 5 Totaal voorlichting/ Bijzonderonderzoek Bijzonderonderzoek Huis- info preventie (strafrecht) (bestuursrecht) bezoek verzoek Leidschendam- Voorburg Wassenaar Voorschoten Overzicht binnengekomen, ingekochte, afgehandelde en nog in behandeling zijnde onderzoeken: Leidschendam- Voorschoten Wassenaar Voorburg Restant 2015 (allen afgerond in ) Nieuw binnengekomen in Ingekocht voor 2016 Bijzonder onderzoek Afgedaan in Stand per 31 december Op basis van bovenstaand overzicht blijkt dat alleen Leidschendam-Voorburg en Voorschoten minder afgenomen heeft dan wat er is ingekocht. Het geeft echter geen zuiver beeld omdat in 2016 nog een project heeft gelopen waarbij handhavingsonderzoeken plaats vonden door een extern bureau. Dit project spitste zich toe op de doelgroep die part-time inkomsten heeft naast de uitkering. 24

26 Handhavingsconsulent Naast de inzet van de Sociale Recherche op handhavingstaken, is een belangrijke rol weggelegd voor de Handhavingsconsulent. Over 2016 volgt hieronder een samenvatting van de acties en resultaten. Na de week van de naleving en handhaving, gehouden in november 2015 door WenI, is door de actualiteit van handhaving binnen de organisatie, het aantal verzoeken gestegen. In het najaar van 2016 zijn wederom trainingen Handhaving en Naleving voor de medewerkers van teams Inkomen en Werk gegeven zodat handhaving geborgd blijft bij alle betrokkenen. Er zijn in totaal 27 boetes opgelegd: 22 in Leidschendam-Voorburg, 4 in Voorschoten en 1 in Wassenaar. Conform jurisprudentie zijn al deze boetes gematigd, rekening houdend met de omstandigheden van het individuele geval. Aantal onderzoeken naar rechtmatigheid verstrekte uitkering of aanvraag 88 Aantal huisbezoeken 211 Uitkeringen beëindigd Wassenaar Voorschoten Leidschendam-Voorburg Resultaten acties Handhavingsconsulent Uitkeringen beëindigd, afgewezen, ingetrokken of buiten behandeling Wassenaar 11 Voorschoten 6 Leidschendam-Voorburg 40 gesteld. Bijzondere bijstand afgewezen. 1 Norm wijziging Na onderzoek toch juist verstrekt. 1 3 Nog lopend

27 2. Beleidsontwikkelingen 2.1 Transformatie Participatiewet Nu de transitie van de Participatiewet is afgerond, komt de volgende fase in beeld, namelijk de transformatiefase. Deze transformatie moet de werkelijke verandering tot stand brengen, namelijk het integrale samenwerken door de drie wetten in samenhang te bekijken. De drie gemeenten zijn bezig om de uitvoering in het sociaal domein integraal te organiseren. Voor Wassenaar en Voorschoten moet er extra aandacht zijn voor deze fase omdat Werk en Inkomen fysiek op afstand uitgevoerd wordt. Bestuursopdracht De drie gemeenten volgen elk een eigen ontwikkelspoor om de transformatieopgave in het sociaal domein verder vorm te geven. Op het terrein van Werk en Inkomen moet rekening gehouden worden met de wensen en ambities van de gemeenten Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar. Er is een bestuursopdracht gegeven die geleid heeft tot een advies over de (verdere) samenwerking op het onderdeel Werk en Inkomen. Onderzocht is hoe het samenwerkingsverband te optimaliseren binnen de bestaande context en het verkennen van de (al dan niet) gezamenlijke ambities voor de toekomst aan de hand van drie varianten: voortzetting huidige afspraken rekening houdend met de ontwikkeling in Leidschendam-Voorburg naar een integrale uitvoering van het sociaal domein, verbreding van de werkzaamheden naar de backofficetaken sociaal domein voor Wassenaar en Voorschoten, of de ontvlechting en lokale invulling van de werkzaamheden van Werk en Inkomen. Het afwegen van de huidige situatie tegen de wensen voor aanpassing leidt bij alle drie de gemeenten tot een voorkeur voor het scenario: voortzetting samenwerking met aanpassing van de overeenkomst. Dit betekent dat de wens bestaat om de bereikte doelstellingen te handhaven en de huidige samenwerking te actualiseren aan de veranderde beleidsmatige context, mogelijkheden en wensen van de gemeenten. De raadsbrief en de bijhorende bijlage geven weer, hoe opdrachtnemer Andersson Elffers Felix (AEF) het onderzoek heeft verricht, en welke conclusies en aanbevelingen er zijn: De aanpassing/bestendiging van de samenwerking vindt vóór 1 juli 2017 plaats op de volgende punten: - Er wordt niet ontvlochten; - In governance en uitvoering worden verbeterpunten doorgevoerd: er worden afspraken gemaakt over de gewenste inzet in een jaarplan, de P&C-cyclus wordt aangepast naar een 26

28 halfjaarlijks bestuurlijk overleg en Leidschendam-Voorburg blijft zonder verdere afstemming de werkgever; - De verrekeningssystematiek geldt alleen voor de omvang. De beleidsmatige inzet wordt ponds-ponds-gewijs verdeeld en de beleidscapaciteit wordt met 1 fte uitgebreid; - Er wordt (ook) lokaal gewerkt; - Het (genoemde) jaarplan wordt duidelijk en concreet. 2.2 Afstemming beschut werk nieuwe stijl In het beleidsplan Participatiewet is afgesproken dat de manier waarop beschut werk nieuwe stijl (of alternatief aanbod) georganiseerd gaat worden, eerst nader onderzocht wordt. Dit om te voorkomen dat er, gezien de geringe middelen van het Rijk, slechts enkele plekken beschut werk (twee plaatsen voor de drie gemeenten samen in 2015) georganiseerd kunnen worden, met ongelijkwaardige situaties tot gevolg. Eind 2015 is daarom de pilot alternatief beschut werk nieuwe stijl van start gegaan. Gedurende 2016 is de pilot twee keer geëvalueerd. De resultaten waren positief. Met de pilot is een alternatief voor beschut werk ontwikkeld waarmee de doelgroep binnen de gemeentegrenzen participatiemogelijkheden worden geboden. Door in een veilige omgeving werkzaamheden aan te bieden met deskundige begeleiding, groeien deelnemers in hun werknemers vaardigheden. De deelnemers met een arbeidsbeperking krijgen de kans om zich te ontplooien naar (regulier of beschut) werk. De pilot bewijst dat meedoen in de samenleving loont. Deelnemers voelen zich nuttig, ontwikkelen vaardigheden en hebben daadwerkelijk ontdekt wat ze wel kunnen met hun arbeidsbeperking. De eindevaluatie van de pilot alternatief beschut werk bevestigt dat het een geslaagd project is voor alle deelnemers, de deelnemende gemeente en voor de aanbieders. De pilot laat zien dat "alternatief beschut werk" (onbetaald) een instaptraject kan zijn om door te stromen naar beschut werk (loonvormend) en naar regulier werk. Tegelijkertijd is de druk vanuit het ministerie naar gemeenten om beschut werk in de vorm van loonvormende arbeid te organiseren steeds hoger geworden. In een brief van 24 juni 2016, getiteld Verschillende onderwerpen Participatiewet en wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten, schrijft Jetta Klijnsma naar de voorzitter van de Tweede Kamer dat zij genoodzaakt is om wettelijk vast te leggen dat alle gemeenten beschutte werkplekken moeten realiseren. De inspectie van het Ministerie van SZW heeft een vervolgonderzoek gedaan naar de stand van zaken met betrekking tot de invulling van de beschut werkplekken, met peildatum april Eind 2016 heeft de Tweede en Eerste Kamer ingestemd met het verplichten van beschut werk voor gemeenten via verankering in de wet. Gemeenten zijn vanaf 2017, tot het minimum aantal geraamde plekken, verplicht een beschut werkplek te bieden aan een persoon die de indicatie beschut werk via het UWV heeft verkregen. 27

29 In de 1 e helft van 2016 hebben de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar zich gebogen over het voorstel Beschut werk onder de Participatiewet. De bestuurlijke besluitvorming heeft als volgt plaatsgevonden: de gemeenteraad van gemeente Leidschendam Voorburg is op 8 juni 2016 akkoord gegaan met: het structureel aanbieden van de trajecten uit de pilot alternatief beschut werk in de vorm van een laagdrempelig traject. stapsgewijs beginnen met het organiseren van nieuwe beschutte werkplekken (loonvormende arbeid) Op 4 juli 2016 is gemeente Wassenaar ook akkoord gegaan met het voorstel, onder praktisch identieke voorwaarden. Gemeente Voorschoten is akkoord gegaan met een per amendement gewijzigd besluit. Het beslispunt De trajecten uit de pilot alternatief beschut werk (geen loonvormende arbeid) aan te bieden voor de periode is komen te vervallen. 2.3 Lokale ontwikkelingen Plan van aanpak arbeidsmarktoffensief, Werkgeversservicepunt Het plan van aanpak is gericht om de instroom van het bestand te beperken en aan de andere kant de uitstroom te bevorderen. Uiteindelijk doel is om de uitkeringslasten voor Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar te verminderen. Het plan van aanpak richt zich op drie pijlers, te weten optimale matching, het ontzorgen van werkgevers en duurzame uitstroom. In december 2016 heeft er een eerste evaluatie plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat het aantal bijstandsgerechtigden in Leidschendam-Voorburg is gestegen. Dit is conform de landelijke ontwikkelingen. In het eerste jaar van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief is een toename zichtbaar van 76 personen. Deze toename is mede gerelateerd aan de extra instroom van 50 statushouders. De kosten die gemaakt zijn voor de inspanningen en maatregelen uit het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief bedroegen tot nu toe De besparingen die behaald zijn naar aanleiding van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief bedragen ,76 en zijn gebaseerd op besparingen door het omlaag brengen van het gemiddeld uitkeringsbedrag en door de stijging van het aantal plaatsingen op een arbeidsplaats. Het netto rendement (besparingen op de BUIG min de kosten van het plan van aanpak) tot op heden bedraagt In Voorschoten blijft het bestand van bijstandsgerechtigden de afgelopen periode stabiel, het bestand is in 2016 gedaald met 2 cliënten. De kosten die gemaakt zijn voor de inspanningen en maatregelen uit het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief bedroegen tot nu toe De besparingen die behaald zijn naar aanleiding van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief zijn gebaseerd op besparingen door het omlaag brengen van het gemiddeld uitkeringsbedrag en door de stijging van het aantal plaatsingen op een arbeidsplaats. De netto besparing tot op heden bedraagt Ook in Wassenaar is het aantal bijstandsgerechtigden evenals landelijke ontwikkelingen gestegen, in het eerste jaar van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief is een 28

30 bestandstoename zichtbaar van 26 personen. De toename is mogelijk gerelateerd aan de extra instroom van 37 statushouders. De kosten die gemaakt zijn voor de inspanningen en maatregelen uit het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief bedroegen tot nu toe De besparingen die behaald zijn naar aanleiding van het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief zijn gebaseerd op besparingen door het omlaag brengen van het gemiddeld uitkeringsbedrag en door de stijging van het aantal plaatsingen op een arbeidsplaats. De netto besparing tot op heden bedraagt Werkbedrijf In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 is afgesproken, dat sociale partners en gemeenten in elke arbeidsmarktregio een Werkbedrijf oprichten. Het Werkbedrijf vormt de verbindende schakel tussen mensen met een arbeidsbeperking en werkgevers. Daarbij gaat het onder meer om het realiseren van de in het sociaal akkoord afgesproken extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. In het werkbedrijf Forum Zuid-Holland Centraal participeren het VNO/NCW, MKB, CNV, FNV, UWV en de gemeenten. Na de start van het werkbedrijf Forum Zuid-Holland Centraal in 2015, heeft 2016 in het teken gestaan van het formuleren van acties bij de geformuleerde ambities. En deze acties vervolgens ook uit te voeren. In 2016 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: Realisten In het project Realisten van CNV Jongeren zijn een aantal mensen met een arbeidsbeperking getraind om een pitch te kunnen geven aan groepen. Tijdens deze pitch vertellen ze hun persoonlijke verhaal en geven op deze manier de arbeidsbeperkten een gezicht. De Realisten worden tijdens verschillende bijeenkomsten ingezet, met name voor werkgevers. Forumbijeenkomst trekkers platforms In februari 2016 zijn de ambtelijk trekkers van de (sociaal-) economische platforms tijdens een bijeenkomst bij een van de ondernemers in het bestuur van het werkbedrijf geïnformeerd over de Banenafspraak en de activiteiten van het werkbedrijf. Subsidie innovatieve projecten Begin 2016 heeft het werkbedrijf een bedrag gereserveerd voor innovatieve projecten uit de samenleving die bijdragen aan de realisatie van de Banenafspraak. Er zijn in totaal 6 aanvragen binnengekomen, waarvan; 2 zijn gehonoreerd, 2 nog in behandeling zijn en 2 zijn afgewezen. Ambassadeursnetwerk In mei is de coördinator van het ambassadeursnetwerk gestart. De doelstelling voor 2016 is het verzamelen van 20 ambassadeurs die zelf arbeidsbeperkten in dienst hebben en zich 29

31 willen inzetten om collega/ondernemers te enthousiasmeren en motiveren om hetzelfde te doen. Inmiddels zijn er 18 ambassadeurs uit de gemeenten in de regio. Campagne smaakmakers De arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord heeft in samenwerking met sociale partners de campagne Smaakmakers ontwikkeld. De campagne is breder dan alleen de Banenafspraak, maar richt zich op alle groepen die door het Werkgeversservicepunt (WSP) worden bemiddeld. De opzet van de campagne is dat ondernemers in een interview of film hun verhaal doen, wat de toegevoegde waarde is van de medewerker die door het WSP is bemiddeld naar de functie. Zodat het niet de overheid is die ondernemers vertelt wat de meerwaarde is, maar de collega-ondernemer. Met dit project wordt aangesloten op het ambassadeursnetwerk. Op 15 september is de campagnewebsite gelanceerd met daarop een aantal smaakmakende ondernemers. Inspiratiemiddag 15 september Het Werkbedrijf Zuid-Holland Centraal (ZHC) en het Werkgeversservicepunt ZHC organiseerden op 15 september een inspiratiemiddag voor ondernemers uit de regio. De middag werd georganiseerd bij kwekerij Lankhaar, een van de ambassadeurs in het netwerk van het werkbedrijf. De bijeenkomst stond in het teken van kansen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bijeenkomst Wie klaart de klus Op dinsdagmiddag 2 november organiseerden de werkbedrijven Zuid-Holland centraal en Haaglanden een bijeenkomst voor bouwwerkgevers en -werknemers over de banenafspraak in de cao voor de Bouwnijverheid. Deelnemers aan de bijeenkomst werden geïnformeerd over wat er komt kijken bij het in dienst nemen van een arbeidsbeperkte, wat het belang en de voordelen daarvan zijn en welke faciliteiten ervoor bestaan. Bijeenkomst Collega s maken verschil Draagvlak en commitment bij werknemers is essentieel voor duurzame plaatsing van arbeidsbeperkten in een organisatie. Werknemers kunnen daarom een reële bijdrage leveren aan de uitvoering van de Banenafspraak, zowel in aantallen instroommogelijkheden als in de duurzaamheid van de bezetting van de banen. Daarom is op 8 november de bijeenkomst Collega s maken verschil georganiseerd. Het doel van de bijeenkomst was om een positieve houding te bevorderen van medewerkers in de bedrijven ten aanzien van de instroom van arbeidsgehandicapten. 30

32 2.4 Jeugdwerkgelegenheid Door de raden van de drie gemeenten is afgesproken dat er meer aandacht moet komen voor aanpak jeugdwerkgelegenheid in aanvulling op het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief.. In het actieplan Jeugdwerkgelegenheid zijn de volgende vijf ambities geformuleerd. Per actie wordt beschreven welke nieuwe activiteiten we starten van de extra middelen van het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid. Hierbij kan het ook gaan om het doorontwikkelen van reeds bestaande activiteiten: Meer Jongeren aan het werk: daling jeugdwerkloosheid 20% en jaarlijks 50% uitstroom van jongeren met uitkering Participatiewet (P-wet) (conform de motie Preventie Jeugdwerkgelegenheid d.d. 10 november 2015, nr. 664). Om een daling van de jeugdwerkloosheid van 20% van alle niet werkende werkzoekende jongeren te kunnen realiseren, speelt bijvoorbeeld ook de inzet van het UWV een rol. De extra middelen van Actieplan Jeugdwerkgelegenheid worden o.a. ingezet om een ontwikkelroute voor jongeren met een uitkering door te ontwikkelen, de jongeren wekelijks te spreken en begeleiden, jobcoaching op te zetten, scholen te bezoeken en jongeren te leren netwerken. Eruit halen wat er in zit: iedere jongere behaalt het hoogst niveau binnen zijn/haar capaciteit, waar mogelijk wordt gestreefd naar het behalen van een startkwalificatie. Met de extra middelen van het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid worden de jongeren in beeld gebracht en geactiveerd. In 2017 zal hier meer aandacht voor komen en de samenwerking met het regionale Leerwerkloket versterkt. Het Leerwerkloket is een regionaal advies orgaan bekostigd door gemeenten en scholen om jongeren te helpen bij het maken van een juiste studiekeuze. Alle jongeren in beeld: samen met hulpverleners wordt 20% van de 'jongeren buiten beeld' geactiveerd. 'Jongeren buiten beeld' zijn jongeren die niet werkend zijn en geen onderwijs volgen. Vaak betreft dit een kwetsbare doelgroep. Met de extra middelen van het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid worden de jongeren in beeld gebracht en geactiveerd. Samen verantwoordelijk: hulpverleners laten niet los tot dat het einddoel is bereikt. Met de extra middelen van het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid wordt de dienstverlening tussen organisaties en dienstverleners afgestemd. Met jongeren voor jongeren: aangesloten wordt op de belevingswereld van jongeren. Met de extra middelen van het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid wordt een structurele vertegenwoordiging van jongeren gerealiseerd. En uiteraard wordt aangesloten bij de benoemde ambitie om het percentage minimahuishoudens met schoolgaande kinderen dat gebruik maakt van specifieke regelingen ten opzichte van 2012 (Armoedemonitor) met 15% te laten toenemen. Om de ambities te kunnen bereiken wordt samengewerkt met jongeren, de Lokale Kamer, scholen, werkgevers en andere dienstverleners.. 31

33 2.5 Armoedebestrijding Ook in 2016 is verder uitvoering gegeven aan het beleidsplan minimabeleid Belangrijkste onderdeel hiervan is dat de Coördinator Communicatie Minimabeleid haar werk heeft voortgezet met verschillende acties. Voor de concrete inspanningen en resultaten van de Coördinator Communicatie Minimabeleid wordt verwezen naar paragraaf 1.3. Aandachtspunt op het gebied van bijzondere bijstand zijn de kosten voor beschermingsbewind. Indien personen niet zelf hun financiën kunnen beheren, dan kan de rechter deze personen onder beschermingsbewind stellen. Indien betrokkenen de kosten hiervan niet zelf kunnen betalen, wat vaak het geval is, dan dienen gemeenten bijzondere bijstand te verlenen voor deze kosten. Hierbij doen zich de volgende problemen voor: - Deze kosten stijgen sterk; - Gemeenten hebben geen invloed hierop: gemeenten zijn verplicht bijzondere bijstand voor deze kosten te verlenen; - Het beslag dat deze kostenpost legt op het budget voor minimaregelingen wordt steeds groter. Deze stijging speelt door het gehele land. Ook WenI heeft hier aandacht voor. Een voorbeeld is het in overleg treden met kantonrechters en beschermingsbewindvoerders om duidelijk te maken dat er ook andere gemeentelijke alternatieven zijn voor schuldbeheersing en begeleiding. Er ligt op dit gebied ook een link met schuldhulpverlening. Zo is in 2016 ingezet op het ontwikkelen van een toereikend alternatieven voor het beschermingsbewind en trachten de instroom in beschermingsbewind om te buigen naar deze alternatieven. De volgende stap is het verder ontwikkelen van dit alternatief naar een concreet actieplan. Hier is eind 2016 een start mee gemaakt en dit wordt voortgezet in Collectieve ziektekosten verzekering Met ingang van 2015 is de doelgroep voor de CZM uitgebreid tot inwoners met een inkomen tot 125%. De reden hiervoor was om inwoners met meer zorgkosten en een laag inkomen te compenseren door het wegvallen van de WTCG en Cer. Het aantal nieuwe verzekerden is achter gebleven bij de verwachting. Per 1 januari 2017 is dit in Voorschoten en Wassenaar verhoogd naar 130%, in Leidschendam-Voorburg is dit nog steeds 125%. 32