Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid

Transcriptie

1 veilig Ontwikkeling Ruimte en Strategie Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus GA Zwolle Telefoon (038) Fax (038) C.Voortman@zwolle.nl Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Gemeente Zwolle Opdrachtgever Ruimte & Strategie Opdrachtnemer Stad & Landschap Datum 7 juni 2005

2 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en doel Totstandkoming GUEV Zwolle Uitgangspunten samenstelling uitvoeringsprogramma De basis Criteria en middelen voor het uitvoeringsprogramma Bestuurlijke prioriteiten 4 3 Het uitvoeringsprogramma Samenstelling van het programma Prioritering Activiteiten die niet projectmatig worden opgepakt 6 4 Uitvoering Programmamanagement Organisatie Programmamanager Projectleiders Projectgroep Voortgangsbewaking, informatie en communicatie Financiën 9 Bijlagen Bijlage 1: Overzicht projecten 10 Bijlage 2: Communicatieschema 22 1/22

3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel De gemeente Zwolle is sinds 2003 intensief bezig met het thema externe veiligheid. Vanuit diverse afdelingen en disciplines zijn vertegenwoordigers gezamenlijk bezig het beleid vorm te geven. In deze periode hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan, een belangrijke ontwikkeling vormde de wettelijke verankering van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) in oktober In de tussentijd is het bewustzijn ten aanzien van externe veiligheid binnen de ambtelijke organisatie toegenomen. Men is zich bewust van het feit dat externe veiligheid in plannen een rol van betekenis speelt. De leidraad voor de werkzaamheden was het plan van aanpak Externe Veiligheid dat in 2003 door het college is vastgesteld. Hierin worden drie fase onderscheiden: 1. de inventarisatiefase; 2. de beleidsfase; 3. de implementatiefase. Tot nu toe is de inventarisatiefase nagenoeg afgerond en is deels gestart met de beleidsfase. De werkzaamheden zijn uitgevoerd en begeleid door een interne projectgroep waar vertegenwoordigers van de Brandweer, Ruimte & Strategie, Stad & Landschap, Openbare Orde & Veiligheid, Vergunningen en Toezicht & Handhaving zitting hebben. Ambtelijk opdrachtgever is de afdeling Ruimte & Strategie. Na evaluatie door de projectgroep van de wijze waarop in de afgelopen jaren gewerkt is, is begin 2005 geconcludeerd dat er behoefte bestond aan een duidelijker programmastructuur waarbij van tevoren de eindproducten beschreven zouden worden en er per project een trekker aangewezen zou worden. Programmamanagement en projectmatig werken zouden het instrument moeten zijn om de projecten en werkzaamheden op het gebied van externe veiligheid te prioriteren en de wijze waarop de uitvoering plaatsvindt te structureren en beter te beheersen. Dit is uitgewerkt in dit Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (GUEV Zwolle ). Na vaststelling van de Beleidsvisie Externe Veiligheid (één van de projecten) is het de bedoeling dat er ieder jaar een uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid opgesteld zal worden. 1.2 Totstandkoming GUEV Zwolle De afdeling Ruimte & Strategie heeft in januari 2005 een lijst opgesteld met mogelijke projecten op het gebied van externe veiligheid. Zij heeft aan de afdeling Stad & Landschap gevraagd een format te ontwikkelen voor het uitvoeringsprogramma en tevens een aanpak te formuleren om hiertoe te komen. De afdeling Stad & Landschap heeft een format ontwikkeld en de voorgestelde projecten in een format omgezet. 2/22

4 In een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de relevante afdelingen is het uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt en is de lijst met projecten aangevuld. Tijdens deze bijeenkomst zijn ook de projecten verdeeld en is de wijze van werken besproken. De medewerkers die hebben aangegeven een project te willen trekken hebben "hun project" verder uitgewerkt. De uitgewerkte projectvoorstellen zijn verwerkt in dit GUEV Zwolle Uitgangspunten samenstelling uitvoeringsprogramma 2.1 De basis De basis voor de samenstelling van het uitvoeringsprogramma vormt het plan van aanpak externe veiligheid, vastgesteld in De stappen die in dit plan van aanpak worden beschreven zijn in grote lijnen nog steeds van toepassing. Ten tweede vormt het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (PUEV) een belangrijk uitgangspunt bij de invulling van dit uitvoeringsprogramma. Dit PUEV is in mei 2004 vastgesteld door de provincie Overijssel. Zwolle heeft richting de provincie aangegeven mee te willen werken met de volgende projecten: Risico-inventarisatie inrichtingen; versnelde actualisering milieuvergunningen; verantwoordingsplicht Groepsrisico (De A28-zone is als pilotproject aangemeld); Routering gevaarlijke stoffen; 2.2 Criteria en middelen voor het uitvoeringsprogramma Criteria Een aantal criteria heeft de keuze en de formulering van projecten bepaald: Een project draagt bij aan de totstandkoming van het gemeentelijk beleid op het gebied van externe veiligheid; een project draagt bij een het voldoen aan een wettelijke verplichting; een project draagt bij aan de ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Zwolle; een project draagt bij aan een doelmatige organisatie en kennis over externe veiligheid binnen het ambtelijk apparaat. Middelen Er is bij de afdeling Ruimte en Strategie op basis van de begroting 2005 ongeveer ,- beschikbaar ,- is inzetbaar voor werkzaamheden van andere afdelingen of voor derden ,- zijn uren van Ruimte en Strategie die beschikbaar zijn voor de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid. Bij de afdeling Toezicht & Handhaving een post opgenomen in het werkprogramma. De provincie Overijssel heeft een subsidie van ,- toegekend aan de gemeente Zwolle in het kader van het PUEV. Deze subsidie is aangevraagd voor het versneld actualiseren van de milieuvergunningen (ongeveer ) en voor de risicoinventarisatie (ongeveer ). Tevens is in het kader van hetzelfde PUEV de pilot A28 zone gehonoreerd. Hiermee zal een bedrag zijn gemoeid van ongeveer ,-. 3/22

5 De afdeling Juridische zaken en veiligheid heeft 2.500,- beschikbaar voor het ontwikkelen van een communicatieplan. Dit bedrag kan niet voor andere doeleinden worden ingezet. 2.3 Bestuurlijke prioriteiten Op 16 november 2004 heeft het college van B&W tijdens een themamiddag het onderwerp Externe Veiligheid besproken. Na afloop van deze themamiddag heeft het college een aantal uitgangspunten geformuleerd dat leidend is voor het vervolgtraject. Deze punten zijn herleid tot de navolgende centrale uitgangspunten: De ruimtelijke ontwikkeling van Zwolle is in principe leidend; bij huidige projecten kan beoordeeld worden of er binnen de kaders optimalisatie mogelijk is ten behoeve van veiligheid, het slim meenemen van Externe Veiligheid; niet spreken in termen van een hoog of laag ambitieniveau; goed kijken naar de werkwijze en ambities van vergelijkbare gemeenten; voor geplande ruimtelijke ontwikkelingen langs de A28 kan beoordeeld worden in hoeverre deze worden belemmerd door eisen van externe veiligheid. Tevens kan de veiligheid verder worden geoptimaliseerd door wellicht wijzigingen in de inrichting te treffen of in de volgorde van uitvoering. Hiermee wordt helderheid verkregen in de onderlinge afhankelijkheid van projecten door het aspect externe veiligheid. 3 Het uitvoeringsprogramma 3.1 Samenstelling van het programma Op basis van de criteria zoals weergegeven in de vorige hoofdstukken is een programma samengesteld, waarin de volgende projecten zijn opgenomen: 1. Beleidsvisie externe veiligheid 2. Totaalvisie A28 3. Protocol advisering Externe Veiligheid in projecten en milieuvergunningen 4. Route gevaarlijke stoffen 5. Scan bestemmingsplannen 6. Actualisatie vergunningen 7. Afronden inventarisatie inrichtingen 8. Risicocommunicatie 3.2 Prioritering Inleiding Het beschikbare budget en de beschikbare capaciteit kunnen beperkend zijn voor het uitvoeren van de projecten. Om die reden hebben de projecten een prioriteitsaanduiding gekregen. Daarbij is uitgegaan van de criteria en van de prioriteiten die door het bestuur en door de wetgever zijn gesteld. Daarbij is de onderstaande prioriteitsaanduiding gehanteerd: 4/22

6 Prioriteit 1 Hoogste prioriteit (zo snel mogelijk starten, afronden zo snel mogelijk) Prioriteit 2 Gemiddeld (2005 starten) Prioriteit 3 Laagste prioriteit (uitvoering in 2006 is acceptabel) Prioritering en toelichting Gekomen wordt tot de navolgende indeling: Prioriteit 1 Totaalvisie A28 Afronden inventarisatie inrichtingen Beleidsvisie Externe Veiligheid Prioriteit 2 Protocol advisering EV in projecten en milieuvergunningen Actualisatie vergunningen Risicocommunicatie Prioriteit 3 Route gevaarlijke stoffen Scan bestemmingsplannen De totaalvisie A28 is bepalend voor de ruimtelijke ontwikkelingen langs de A28. Het college heeft aangegeven dat ruimtelijke ontwikkelingen leidend zijn Dit project heeft daarom de hoogste prioriteit. De inventarisatie inrichtingen vormt de basis voor de beleidsvisie en de actualisatie vergunningen. Om die reden heeft dit project ook de hoogste prioriteit. Ook de beleidsvisie externe veiligheid heeft een hoge prioriteit, omdat hierin wordt verwoord hoe de gemeente Zwolle omgaat met externe veiligheid. Deze beleidsvisie externe veiligheid steunt grotendeels op de ervaringen en de kennis die in het project Totaalvisie A28 worden opgedaan. Om die reden zal de beleidsvisie parallel aan de Totaalvisie A28 worden opgesteld. Een aantal elementen uit de beleidsvisie kan echter ook zonder een afgeronde Totaalvisie A28 worden opgesteld. Vandaar dat dit snel wordt opgestart. Het protocol advisering in vergunningen en projecten heeft een gemiddeld hoge prioriteit. Opstarten in 2005 is gewenst omdat daarmee de kwaliteit van het proces verbeterd kan worden. Dit project is ook afhankelijk van de gedachtevorming door andere overheidsdiensten die van belang zijn bij de toetsing van de genoemde producten Het gaat dan om de regionale brandweer, de provincie en de VROMinspectie. Een te snelle start kan remmend werken. Actualisatie Vergunningen heeft een gemiddeld hoge prioriteit. Na definitieve afronding van de inventarisatie is bekend of er sprake is van urgente en "gewone" saneringssituaties. De urgente saneringssituaties zullen voor oktober 2007 opgelost moeten zijn. Indien hiervoor een wijziging van de milieuvergunning noodzakelijk is dan zal er in 2005 gestart moeten worden met dit project. Voor de "gewone" saneringssituaties is 2010 de limiet. 5/22

7 Het project Risicocommunicatie heeft een gemiddelde prioriteit. Communicatie is vanzelfsprekend zeer belangrijk, maar om hier een goede invulling aan te kunnen geven zal eerst meer informatie over risico s en vervolgaanpak bekend moeten zijn. Het project route gevaarlijke stoffen is afhankelijk van de uitkomsten van het provinciale project. Op zich functioneert de gemeentelijke route gevaarlijke stoffen op dit moment goed. De scan bestemmingsplannen heeft als doel bestemmingsplannen te wijzigen indien het extern veiligheidsbeleid dat noodzakelijk maakt. Naar verwachting is wijzigen van bestemmingsplannen geen urgente maatregel ook omdat in het vergunningentraject knelpunten met betrekking tot externe veiligheid voorkomen kunnen worden. 3.3 Activiteiten die niet projectmatig worden opgepakt Een aantal activiteiten wordt niet projectmatig opgepakt, maar is wel van belang voor de ontwikkeling van het extern veiligheidsbeleid. Het betreft de navolgende: Externe veiligheid in projecten: Het gaat in de eerste plaats om ervaringen en kennis die in concrete ruimtelijke projecten, bijvoorbeeld Voorsterpoort, wordt opgedaan. Het is van belang deze informatie te verzamelen en te delen met de deelnemers. De projectgroep vormt naast het afstemmen van de projecten ook een forum om deze informatie te bespreken, te delen en te bewaren. Ketenaanpak fysieke veiligheid: Vraagstukken op het gebied van de externe veiligheid staan nooit op zichzelf en bestrijken ook altijd meerdere beleidsterreinen. Een integrale (multidisciplinaire) ketenaanpak vanuit pro-actie, via preventie, preparatie, repressie en nazorg is essentieel. Informatie vanuit de verschillende schakels in de veiligheidsketen én vanuit verschillende betrokken beleidsvelden (actoren) moeten ten opzichte van elkaar gewogen en beoordeeld worden. Maatregelen die vooraan in de keten genomen worden zijn als regel effectiever dan die welke in een later stadium genomen worden. Het vóórkomen van onveiligheid is altijd beter dan het beheersen van risico s of zelfs de bestrijding daarvan. Ervaringen en informatie uit lopende projecten die nog in één van de fases van de veiligheidsketen zitten, kunnen van belang zijn bij de formulering het gemeentelijke EV-beleid. Binnen de projectgroep wordt bedoelde ervaring en informatie besproken. Als een voorbeeld daarvan kan het project ontwikkeling en implementatie rampbestrijdingsplan LPG-tankstations / vervoer gevaarlijke stoffen genoemd worden. 6/22

8 4 Uitvoering 4.1 Programmamanagement De afdeling Ruimte & Strategie vervult een coördinerende rol bij de aansturing van de projecten Organisatie Het programmamanagement regelt de uitvoering van het programma. Centraal staat de wens om een gecoördineerde en inhoudelijk afgestemde uitvoering van de projecten in het programma te realiseren. De trekkers per project zijn te vinden in de bijlagen waar de projecten uitvoeriger worden besproken. De volgende paragrafen gaan in op de rol van de programmamanager, projecttrekkers en het gemeentelijk bestuur. Belangrijke aspecten in deze paragraaf zijn: Organisatie van het project; voortgangsbewaking, informatie en communicatie; financiën Programmamanager De afdeling Ruimte en Strategie is verantwoordelijk voor het GUEV Zwolle en draagt zorg voor: Besluitvorming door het college; het beschikbaar stellen van middelen; het aanstellen van een programmamanager; legt aan de portefeuillehouder externe veiligheid op de daartoe bepaalde momenten inhoudelijke en financiële verantwoording af De programmamanager is voorzitter van de projectgroep Externe Veiligheid en geeft, in opdracht van de portefeuillehouder externe veiligheid, leiding aan de uitvoering van het programma en draagt er zorg voor dat: projectleiders worden aangesteld; projecten starten en vooraf worden gegaan door een plan van aanpak; monitoring van de inhoudelijke, planmatige en financiële voortgang van het uitvoeringsprogramma plaatsvindt; knelpunten binnen de uitvoering van het programma worden gesignaleerd en worden opgelost indien deze zich binnen de kaders van het uitvoeringsprogramma afspelen en in overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder, indien deze zich buiten de kaders van het uitvoeringsprogramma afspelen; er driemaandelijks wordt gerapporteerd over voortgang van de projecten aan de verantwoordelijk portefeuillehouder. 7/22

9 4.1.3 Projectleiders De projectleiders geven in opdracht van de programmamanager leiding aan de uitvoering van de genoemde projecten en dragen er zorg voor dat: Voor ieder project een plan van aanpak wordt opgesteld in overleg met de programmamanager; uitvoering plaatsvindt conform het plan van aanpak; monitoring plaatsvindt van de inhoudelijke, planmatige en financiële voortgang van het uitvoeringsprogramma; knelpunten worden gesignaleerd binnen de uitvoering van het programma en worden opgelost indien deze zich binnen de kaders van het Plan van Aanpak afspelen en in overleg met de programmamanager, indien deze zich buiten de kaders van het plan van aanpak afspelen; iedere 3 maanden rapportage plaatsvindt aan de programmamanager over de voortgang van het project en de behaalde resultaten Projectgroep In 2004 heeft de projectgroep externe veiligheid gefunctioneerd. In deze projectgroep hadden vertegenwoordigers van de volgende afdeling zitting: Juridische zaken en veiligheid; Vergunningen; Toezicht & Handhaving Brandweer; Ruimte & Strategie (sectie Ruimtelijke Ordening en sectie Milieu); Stad & Landschap. Het ligt voor de hand in 2005 de projectgroep voort te zetten en samen te stellen uit de projectleiders onder voorzitterschap van de programmamanager van Ruimte & Strategie. Op deze wijze worden de projecten op elkaar afgestemd en vindt informatie en kennisuitwisseling plaats met betrekking tot externe veiligheid gemeentebreed. Vertegenwoordigers van bovengenoemde afdelingen nemen deel aan de projectgroep Voortgangsbewaking, informatie en communicatie Op projectniveau vormen de plannen van aanpak de basis voor de uitvoering. In deze plannen wordt minimaal uitwerking gegeven aan: Doel van het project; Stand van zaken; Wat willen we bereiken?; Hoe willen we het doel bereiken?; Hoe ziet het eindproduct eruit?; Wat gaan we ermee doen?; Planning; Benodigde tijd, (tussen[)producten benodigde capaciteit en middelen (projectbegroting) en afstemming; Beheersing van het project; Organisatie informatie, communicatie, kwaliteitsbewaking, afbreukrisico, evaluatie. 8/22

10 Elk kwartaal legt de afdeling Ruimte en Strategie verantwoording af aan de verantwoordelijk portefeuillehouder over de inhoudelijke, planmatige en financiële voortgang van de uitvoering van het programma. Drie weken voor deze tijd vindt een bijeenkomst plaats met de projectgroep Externe Veiligheid waarin de gebundelde rapportage wordt besproken. Drie weken voor aanvang van de bijeenkomst met de projectgroep Externe Veiligheid doen de projectleiders verslag van de voortgang van de projecten waarvoor zij verantwoordelijk zijn. De planning, alsmede een format voortgangsrapportage is als bijlage toegevoegd. Communicatie over het uitvoeringsprogramma vindt plaats op een tweetal manieren: Het beschikbaar stellen van de bovenbeschreven voortgangsverslagen aan alle participerende afdelingen en belanghebbenden; informatiebijeenkomsten over een of meerdere projecten; nader te bepalen in het op te stellen communicatieplan Financiën In de paragraaf middelen zijn de beschikbare middelen beschreven. Deze middelen bestaan uit het budget van de afdeling Ruimte & Strategie, de afdeling Toezicht & handhaving en Juridische zaken en veiligheid. Daarnaast is de subsidie van de provincie Overijssel een belangrijke bron. In onderstaand overzicht is aangegeven; de kosten intern (uitgegaan van een tarief van 100/uur) en de kosten extern voor Nr. Naam Kosten Beschikbaar Bron Prio 1 Beleidsvisie Externe Veiligheid Uren R&S R&S Visie Externe Veiligheid A PUEV R&S Protocol EV RO en vergunningen R&S 2 4 Routering gevaarlijke stoffen BRW 3 5 Inventarisatie bestemmingsplannen R&S 3 6 Actualisatie milieuvergunningen PUEV 2 7 Afronden inventarisatie inrichtingen PUEV 1 8 Risicocommunicatie AFJ 2 1 Op basis van het bovenstaande is in de projectgroep Externe Veiligheid het navolgende afgesproken: Project 1, 2 en 7 worden in 2005 afgerond; project 3 en 8 starten in ieder geval in 2005; project 4 kan in 2005 worden afgerond, hiervoor heeft de Brandweer budget. Het budget kan niet voor andere projecten worden ingezet; voor project 5 wordt in 2005 geen budget ingezet, dit project schuift door naar 2006; project 6 start in 2005 en in ieder geval wordt ,- aan eigen tijd of door derden in het project gestoken, omdat het beschikbare bedrag enkel ten behoeve van het jaar 2005 ingezet kan worden. Daarnaast kan het niet voor andere projecten worden ingezet. 9/22

11 BIJLAGE 1: OVERZICHT PROJECTEN Projectnummer: 1 Projecttitel: Beleidsvisie Externe Veiligheid Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Naam PL: Christian Voortman (Ruimte en Strategie) Telefoonnummer: 4059 Mailadres: C.Voortman@zwolle.nl Betrokkenen: Ruimte en Strategie, Stad en Landschap, Brandweer, Projectontwikkeling, Vastgoed, Vergunningen, Toezicht & Handhaving Doel: Is een heldere visie waarin de hoofdlijnen van het extern veiligheidsbeleid worden beschreven. Daarbij worden de volgende vragen beantwoord: Welke ambitieniveau streeft Zwolle na t.a.v externe veiligheid? Zwolle streeft naar gebiedsgericht milieubeleid waardoor gebieden verschillen in het na te streven cq te handhaven veiligheidsniveau. Hoe ziet het EV beleid er ruimtelijk uit (globaal). Welke prioriteiten kent Zwolle in haar extern veiligheidsbeleid (vervoer, inrichtingen, buisleidingen). Hoe gaat Zwolle om met het Groepsrisico (oude situaties, nieuwe situaties)? Hoe denkt Zwolle de bestaande knelpunten op te lossen en binnen welke termijn? Op welke wijze organiseert Zwolle het ambtelijk apparaat en bestuur om adequaat met de EV-problematiek om te gaan? Op welke wijze vindt monitoring plaats? Resultaat: Het eindprodukt vormt een nota die door de gemeenteraad wordt vastgesteld. In de nota worden de bovenstaande vragen beantwoord en voorzien van een heldere toelichtingen, een uitvoeringsprogramma, een communicatieparagraaf en een financiele onderbouwing. Het vormt hiermee een kader voor ruimtelijke ontwikkelingen en in het bijzonder het structuurplan. Het beleid heeft een looptijd van 4 jaar. Bijdrage eindproduct een EV-beleid: De beleidsvisie vormt het richtinggevend kader voor de verdere ontwikkeling van het EV-beleid en voor andere beleidsvelden. Uitgangssituatie / stand van zaken: De huidige risico-situatie is voor het aspect vervoer in kaart gebracht. Ook de risicovolle inrichtingen zijn bekend. Voor inrichtingen en voor een aantal deelgebieden (o.a A28) zal meer detailinformatie verzameld worden. Het college heeft zich in 2004 uitgesproken over het ambitieniveau mbt EV. Dit besluit vormt de basis voor de op te stellen visie. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: Ijkmomenten en tussenproducten: In het mei 2005 zal een inhoudsopgave van de beleidsvisie worden opgesteld met een korte beschrijving van de inhoud van de hoofdstukken. In de zomer zullen de hoofdstukken die niet afhankelijk zijn van de Totaalvisie A28 worden ingevuld. Eind 2005 zal de informatie die voortkomt uit de totaalvisie A28 en de verantwoording Groepsrisico Voorsterpoort worden opgenomen in de beleidsvisie Externe Veiligheid. Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): 10/22

12 Projectnummer: 1 Projecttitel: Beleidsvisie Externe Veiligheid Projectbeheersing: Organisatie Kwaliteit Informatie en communicatie Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Ieder kwartaal, conform kalenderjaar Begroting Benodigde personele capaciteit 250 uur (intern) Benodigde financiën ( ) ,- Planning (irt tussen- en eindpropduct) Vaststelling gemeenteraad /22

13 Projectnummer 2 Projecttitel: Visie Externe Veiligheid A28 Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Ruimte en Strategie Naam en afdeling PL: Cor Blanken (EC, Stad en Landschap) Telefoonnummer: 4181 Mailadres: c.blanken@zwolle.nl Betrokkenen; Ruimte en Strategie, (team Milieu en team RO), Expertisecentrum, Provincie Overijssel, Regionale brandweer, Gemeentelijke brandweer, Rijkswaterstaat, projectbureau MILO Doel: Het college van B&W wil een totaalvisie op de ontwikkelingen en gebruiksmogelijkheden van de A28-zone in relatie tot externe veiligheid (en ook luchtkwaliteit en geluid). Het doel is gewenste ruimtelijke ontwikelingen mogelijk te maken binnen een aanvaardbaar risiconiveau. Resultaat: In deze visie wordt inzicht gegeven in de risicosituatie in de huidige situatie, bij de realisatie van vastgestelde plannen en bij gewenste ontwikkelingen (wensen). Tevens zal een uitspraak worden gedaan over vestigingsbeleid (waar, welke dichtheden en welke functie), het aanvaardbare niveau van het groepsrisico en de randvoorwaarden (veiligheidsmaatregelen) waaronder de gewenste ontwikkelingen plaats kunnen vinden. Bijdrage eindproduct een EV-beleid: Voor een nauw omschreven gebied geeft Zwolle aan hoe het om wil gaan met het aspect externe veiligheid in relatie met RO en welke maatregelen randvoorwaarden zijn om ontwikkeling te laten plaatsvinden. Uitgangssituatie / stand van zaken: Diverse projecten langs de A28 geven inzicht in het feit dat er een concflict bestaat tussen de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en het risiconiveau (Groepsrisico). Diverse maatregelen zijn geformuleerd om EV veiligheidsituatie te verzachten die op de gehele A28-zone van toepassing zijn. Er is ervaring opgedaan met Verantwoordingsplicht Groepsrisico bij het project Voorsterpoort en het Achmea-kantoor (Burgemeester Roelenweg) Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: Fase 1: In beeld brengen van de huidige situatie incl de vastgestelde ruimtelijke plannen. Tevens zullen de effecten van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen (voor zover bekend) op het GR in kaart worden gebracht. IJkmomenten en tussenproducten: Fase 1: Gereed in juni 2005 Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Projectbeheersing: Organisatie RenS is opdrachtgever, EC is opdrachtnemer en formeert een werkgroep die de werkzaamheden uitvoert en begeleidt. Dit project is tevens gehonoreerd als pilotproject PUEV. Kwaliteit Ondersteuning door adviesbureau. Eventueel ondersteuning door adviesbureau in opdracht van de provincie Overijssel Informatie en communicatie Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Ieder kwartaal, conform kalenderjaar 12/22

14 Projectnummer 2 Projecttitel: Visie Externe Veiligheid A28 Begroting Benodigde personele capaciteit Benodigde financiën ( ) 200 (intern) (intern) (extern) Planning (irt tussen- en eindpropduct) 13/22

15 Projectnummer 3 Projecttitel: Protocol advisering externe veiligheid in ruimtelijke projecten en milieuvergunningen Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Naam PL: Cor Blanken (EC, Expertisecentrum) Telefoonnummer: 4181 Mailadres: c.blanken@zwolle.nl Betrokkenen Ruimte & Strategie, Projectontwikkeling, Stad en Landschap, Brandweer, Vergunningen, Toezicht & Handhaving Doel: Heldere afspraken over de wijze waarop binnen de gemeente Zwolle een het aspect externe veiligheid meeneemt in de ruimtelijke projecten en milieuvergunningen. Deze afspraken worden vastgelegd in een protocol. Resultaat: Protocol waarin wordt beschreven hoe een advies tot stand komt. Het kan gaan om de inbreng t.b.v. milieuvergunningen en ruimtelijke plannen. Bijdrage eindproduct een EV-beleid: Door een eenduidig protocol op te stellen in samenspraak met de belangrijkste adviserende en uitvoerende afdelingen zal de kwaliteit van adviezen toenemen. Er zal duidelijkheid ontstaan over wie wat doet op welk moment. Uitgangssituatie / stand van zaken: Huidige organisatie mbt EV is in 2004 in kaart gebracht. Vormt uitgangspunt voor verdere uitwerking. Daarnaast vormen de bestaande procesbeschrijvingen voor de genoemde produkten (ruimtelijke plannen en milieuvergunningen) het uitgangspunt. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: Relevante procesbeschrijvingen maken cq opzoeken. Bepalen format protocol (aansluiten bij bestaande protocollen) Bepalen waar het aspect externe veiligheid relevant is en de inbreng procesmatig beschrijven. Wettelijke verplichtingen in kaart brengen per proces/produkt. Ijkmomenten en tussenproducten: September 2005, Plan van aanpak gereed. Afronding december 2005, vasttelling door DT gemeente Zwolle. Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Projectbeheersing: Organisatie Er zal een projectgroep worden geformeerd met vertegenwoordigers van de relevante afdelingen Kwaliteit Informatie en communicatie Na vaststelling van het protocol zal een heldere brochure worden gemaakt die verspreid zal worden binnen de ambtelijke organisatie. Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Begroting Benodigde personele capaciteit 60 Benodigde financiën ( ) 6.000,- (intern) 5.000,- (extern) Planning (irt tussen- en eindpropduct) 14/22

16 Projectnummer 4 Projecttitel: Gemeentelijke Routering gevaarlijke stoffen Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Naam PL: Brandweer Jan Linssen Telefoonnummer: Mailadres: jpa.linssen@zwolle.nl Betrokkenen Brandweer, Stad en Landschap, team verkeer, Ruimte en Strategie (team planologie), Provincie Overijssel, Brandweer Regio IJssel Vecht Doel: Afstemmen gemeentelijk beleid t.a.v. routering gevaarlijke stoffen op project 3 uit PUEV februari Een en ander in samenhang met routering nabuurgemeentes, Resultaat: Er is een gemeentelijke route gevaarlijke stoffen. Alle bestemmingsverkeer dat van de vastgestelde route moet afwijken, beschikt over de nodige ontheffingen. De routes naar aanliggende gemeenten worden zo nodig met ontheffingen voor bestemmingsverkeer náár die gemeenten geregeld. Enig toezicht op het vervoer is geregeld. Beschrijving eindproduct: Zie Provinciaal Uitvoeringsprogramma project 3 Bijdrage eindproduct aan EV-beleid: Het vervoer van gevaarlijk stoffen in de gemeente veroorzaakt een zo laag mogelijk risico. Er is een gemeentelijke route gevaarlijke stoffen voor doorgaand verkeer. Voor bestemmingsverkeer geldt een regime van ontheffingen. Bestemmingsverkeer voor aanliggende gemeenten wordt via ontheffingen geregeld tenzij gebruik kan worden gemaakt van de aangewezen route gevaarlijke stoffen. Uitgangssituatie / stand van zaken: Zwolle heeft een vastgestelde route gevaarlijke stoffen. Voor vervoer dat binnen de gemeente van de vastgestelde route moet afwijken is een stelsel van ontheffingen in gebruik. Verkeer dat via Zwolle naar afleveradressen in aanliggende gemeenten moet zijn, wordt via een ontheffing geregeld. Voor zover bekend is er geen actief toezicht op het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeente. Het is niet bekend of alle bestemmingsverkeer over de vereiste ontheffingen beschikt. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: Werkzaamheden sluiten in de eerste instantie aan op PUEV. Start van het project is afhankelijk van de vordering van het provinciale project Ijkmomenten en tussenproducten: Nader te bepalen door projectgroep Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Onvoldoende beschikbaarheid van beoogde deelnemers in de projectgroep. Projectbeheersing: Organisatie: In projectgroep met brandweer als trekker en afd. Ruimte & Strategie als opdrachtgever. Kwaliteit: De risico s van het vervoer zijn zo veel mogelijk teruggedrongen. Het toezicht op het vervoer is georganiseerd. Informatie en communicatie: nader te bepalen door projectgroep 15/22

17 Projectnummer 4 Projecttitel: Gemeentelijke Routering gevaarlijke stoffen Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Nader te bepalen Begroting Benodigde personele capaciteit 50 Benodigde financiën ( ) Planning (irt tussen- en eindpropduct) 5000 (intern) Afhankelijk vordering provinciaal project 16/22

18 Projectnummer 5 Projecttitel: Inventarisatie bestemmingsplannen Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Naam PL: Expertisecentrum, afdeling Stad en Landschap Telefoonnummer: nader te bepalen Mailadres: nader te bepalen Betrokkenen Ruimte en Strategie, Stad en Landschap, (team MEL en Planjuristen), Vergunningen Doel: Inzicht in hoeverre de Zwolse bestemmingsplannen voldoen aan de normen m.b.t. Externe Veiligeheid. Het doel is ervoor te zorgen dat risicovolle situatie planologisch worden voorkomen dan wel dat de gewenste veiligheidsityuatie planologisch wordt vastgelegd. Resultaat: Inventarisatie waarin per relevant bestemmingsplan wordt aangegeven in hoeverre het plan voldoet aan de huidige regelgeving m.b.t. externe veiligheid. Na afloop moet bekend zijn welke bestemmingsplannen aangepast zouden moeten worden om een knelpunt op te lossen of in de toekomst te voorkomen. Bijdrage eindproduct een EV-beleid: Planologisch worden knelpunten in de toekomst voorkomen. Input voor het uitvoeringsprogramma 2006 en verder Uitgangssituatie / stand van zaken: In 2004 is een quick scan uitgevoerd. Deze quick scan gaaf inzicht in de relevante bestemminsplannen (plannen met de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen en transportassen) en de wijze waarop in deze plannen externe veiligheid is geregeld. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: Na de quick scan zal een analyse plaatsvinden. In overleg met planologie wordt onderzocht wat de daadwerkelijke situatie is en wat er planologisch mogelijk is in de diverse plannen. Eventueel wordt veldwerk verricht. Naar aanleiding hiervan wordt getoets aan de normen uit het BEVI Ten tweede wordt getoets aan de gemeentelijke streefwaarde (indien ambitienivo hoger is dan de wettelijke norm) IJkmomenten en tussenproducten: September 2005 zal gestart worden met de analyse van de relevante bestemmingsplannen. (aanpassing van de bestemmingsplannen behoort niet tot dit project) Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Projectbeheersing: Organisatie: Nader te bepalen Kwaliteit Informatie en communicatie Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Begroting Benodigde personele capaciteit 50 benodigde financiën ( ) 5000 (intern) 6000 (extern) Planning (irt tussen- en eindpropduct) 17/22

19 Projectnummer 6 Projecttitel: Actualisatie milieuvergunningen Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Naam PL: J.G. Brink Telefoonnummer: 4035 Mailadres: jg.brink@zwolle.nl Betrokkenen: Vergunningen, Toezicht en handhaving, Brandweer Doel: Voor medio 2006 worden die Wm-vergunningen geactualiseerd, die op grond van de AMvB EV inrichtingen met prioriteit daarvoor in aanmerking komen. Resultaat: Beschrijving eindproduct: Wm-vergunningen die voldoen aan de stand der techniek, en waarvan de handhaving (van de specifieke EV-relevante onderdelen) geborgd is door extra handhavingsinspanning op te nemen. Eventueel worden irt de geactualiseerde Wmvergunningen ook aangepaste bestemmingsplannen opgeleverd. Bijdrage eindproduct een EV-beleid: Geactualiseerde vergunningen dragen bij aan een reductie van de risico s van Wm-inrichtingen. Uitgangssituatie / stand van zaken: Gemeentelijke vergunningen zijn (veelal) niet ontworpen op basis van de inhoudelijke vereisten van de AMvB EV-inrichtingen. Actualisatie is nodig, als eerste slag in de realisatie van risicoreductie (bronmaatregelen op basis van stand der techniek), en het daarmee eventueel beperken van de noodzaak/omvang van saneringen in het ruimtelijk spoor. Gemeenten hebben vaak te weinig capaciteit voor het ambtshalve wijzigen van vergunningen. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: De provincie stelt subsidie beschikbaar voor het versneld actualiseren van milieuvergunningen. Fase 1: Plan van aanpak maken welke vergunningen mogelijk geactualiseerd dienen te worden op basis van in het RRGS opgenomen inrichtingen. Fase 2: Aansluitend worden de vergunningen geactualiseerd IJmomenten en tussenproducten: 1 mei plan van aanpak gereed vanaf 1 juli per kwartaal tussenrapportage Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Projectbeheersing: Organisatie Ren S is opdrachtgever, PUV is opdrachtnemer. Kwaliteit Indien nodig ondersteuning door Regio IJssel Vecht. Voor bedrijven die onder BRZO vallen kan DCMR Milieudienst Rijnmond ondersteuning bieden. Informatie en communicatie Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Rapportage plan van aanpak (welke Wm-vergunningen worden aangepakt), 1 mei 2005 gereed Kwartaalsgewijze tussenrapportage tijdens actualiseringsslag, vanaf 1 juli 2005 per kwartaal 18/22

20 Projectnummer 6 Projecttitel: Actualisatie milieuvergunningen Begroting Benodigde personele capaciteit Benodigde financiën ( ) (inhuur) (uitgangspunt 100 per uur) Planning (irt tussen- en eindpropduct) Onderbouwing van de benodigde capaciteit: (Zeer globale eerste inschatting) 15 LPG x 16 = BRZO x 72 = overig x 20 = 200 totaal = 656 uur 19/22

21 Projectnummer 7 Projecttitel: Afronden inventarisatie inrichtingen Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Naam PL: Johan Lensink Telefoonnummer: 2428 Mailadres: j.lensink@zwolle.nl Betrokkenen Toezicht & handhaving, Vergunningen, Brandweer Doel: 1. Een overzicht van de risicovolle inrichtingen binnen de gemeente Zwolle 2. Gegevens van de risicovolle inrichtingen zijn opgenomen in RRGS 3. De omgevingskenmerken rondom de inrichtingen volledig in kaart brengen 4. De confrontatie van de risicocontouren in combinatie met de omgevingskenmerken geeft inzicht in de veiligheidsknelpunten cq saneringssituatie. Resultaat: Beschrijving eindproduct: Een overzicht met daarin opgenomen voor ieder RRGS bedrijf de omgevingskenmerken op risicogebied waarbij deze aangevuld wordt met of en hoe er sprake is van een saneringssituatie.deze gegevens zullen als input dienen voor project nummer 6. Bijdrage eindproduct een EV-beleid: Door knelpunten te saneren zal de veiligheidssituatie verbeteren Uitgangssituatie / stand van zaken: De eerste twee punten onder Doel zijn reeds afgerond. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden De RIJV wordt gevraagd offerte Ijkmomenten en tussenproducten: Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Projectbeheersing: Organisatie: De opdracht wordt uitgevoerd door de RIJV in opdracht van Toezicht & Handhaving. Vergunningen en Brandweer zullen nauw betrokken worden. In de projectgroep Externe Veiligheid zal het eindresultaat worden besproken en vastgesteld. Kwaliteit Informatie en communicatie: Communicatie over voortgang via kwartaalrapportages en projectgroep EV Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Ieder kwartaal Begroting Benodigde personele capaciteit benodigde financiën ( ) 260 uur ,-. ( 82,26,- per uur) Planning (irt tussen- en eindpropduct) 20/22

22 Projectnummer 8 Projecttitel: Risicocommunicatie Primair verantwoordelijke organisatie (trekker): Juridische Zaken en Veiligheid Naam PL: A.G. Kleen Telefoonnummer: 2148 Mailadres: ag.kleen@zwolle.nl Betrokkenen Toezicht en handhaving, Ruimte en strategie, Expertisecentrum, Brandweer, Communicatie, Juridische Zaken en Veiligheid Doel: Ontwikkelen risicocommunicatiebeleid. Hoe worden externen (burgers, bedrijven, instellingen) geïnformeerd over risico s in de gemeente Zwolle alsmede de wijze waarop de gemeente Zwolle omgaat met deze risico s. Resultaat: Communicatieplan. Uitgangssituatie / stand van zaken: Geïnventariseerde risico s externe veiligheid. Beschrijving aanpak met ijkmomenten: Werkzaamheden: op basis van risicoinventarisatie en inventarisatie beleid Ijkmomenten en tussenproducten: concept-communicatieplan Afbreukrisico s (inclusief anticiperende maatregelen): Projectbeheersing: Organisatie Kwaliteit Informatie en communicatie Voortgangsrapportage (wijze van en wanneer): Conceptnotitie bespreken in projectgroep Externe Veiligheid. Begroting Benodigde personele capaciteit 50 Benodigde financiën ( ) 5000 Planning (irt tussen- en eindpropduct) Ontwikkelen comm. Plan 2 e helft 2005 Start uitvoering communicatieplan 21/22

23 BIJLAGE 2: COMMUNICATIESCHEMA Overzicht voortgangsrapportages en bijeenkomsten projectgroep EV Aanleveren informatie door projecttrekkers Bijeenkomst projectgroep Rapportage aan wethouder Kwartaal juni juli juli 2005 Kwartaal 3 3 oktober oktober november 2005 Kwartaal 4 9 januari januari februari 2006 Format voortgangsrapportage Rapportageperiode: Omschrijving Verantwoording financiën Wat is het budget? Hoeveel is uitgegeven? Ligt het project op koers? Verantwoording planning Wat is de planning Ligt het project op koers? Knelpunten Qua resultaat/financiën/planning Oplossingsrichtingen Overige aandachtspunten Project:.. 22/22