Informatiedocument Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming

Transcriptie

1 Kellebeek College Informatiedocument Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming Onderwijs Assistent BOL niveau 4 Leerjaar 1 cohort 2017 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 1

2 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 2

3 Inhoud 1. Inleiding Opbouw van de opleiding Onderwijsassistent Structuur BPV dagen Begeleiden en beoordelen in de BPV De Wegwijzer Oefenopdrachten: Examenopdrachten Het bijhouden van de BPV urenlijst Communicatie praktijkopleider en SLB er (studie-loopbaanbegeleider) Digitaal inleveren van de Bewijsstukken Afspraken rondom de BPV De BPV-overeenkomst Beroepsgeheim Verklaring omtrent gedrag Ziekte en verzuim Verzekering Vrij vragen voor speciale activiteiten BPV-adres Schoolvakanties Problemen met student op het BPV adres Startprofiel Onderwijsassistent Contacten met studieloopbaanbegeleider Beoordelen van de werkhouding in de BPV Voorbereiding Tot stand komen van de beoordeling Weging beoordeling werkhouding in studieadvies Eindbeoordeling werkhouding van elke BPV-periode telt mee voor het diploma Bijlage 1 Wegwijzer Bijlage 2 Voorbeeld urenlijst Bijlage 3 Formulier vrij vragen voor activiteiten Bijlage 4: Beroepsgeheim Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 3

4 Bijlage 5 Problemen op het BPV-adres Bijlage 6 startprofiel Bijlage Bijlage 8 :Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 4

5 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 5

6 1. Inleiding We maken voor de opleiding Onderwijsassistent gebruik van de methode van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg en Welzijn. Deze landelijke stichting, waarbij veel Regionaal Opleidingscentra zijn aangesloten, heeft een methode ontwikkeld in samenspraak met de opleidingen en instellingen. Bij de ontwikkeling van deze methode is men uitgegaan van de Kwalificatiedossiers 2016, hierin is vastgelegd aan welke beroepseisen en kwalificatie-eisen de student moet voldoen als men start op de arbeidsmarkt. Wat betekent dit nu concreet voor de praktijkopleider in de BPV: Kennis maken met en gaan werken volgens een onderwijsmethode met daarin begrippen zoals: oefenopdrachten, examenopdrachten binnen een exameneenheid, wegwijzer met daarin persoonlijke leerdoelen van de student en een planning van haar activiteiten Het geven en registreren van feedback binnen een oefenopdracht door middel van een feedbackformulier, door praktijkopleider. Het beoordelen en registreren van een werkproces binnen een examenopdracht door middel van een beoordelingsformulier met daarin begrippen O/V/G, door een onafhankelijke examinator. In dit document willen we u informatie geven over: de taken van begeleider en beoordelaar, de methode en de opdrachten van de studenten. Aan het begin van elke BPV-periode zal de student er voor zorgen dat u de juiste opdrachten en beoordelingslijsten ontvangt. Daarnaast krijgt u via het Kellebeek College een licentie om digitaal de opdrachten en formulieren te kunnen inzien. Informatie over deze methode wordt ook gegeven tijdens de werkveldbijeenkomsten op het Kellebeek College. U krijgt hiervoor een uitnodiging via de mail en/of via de studenten. Tussentijdse wijzigingen of actuele informatie ontvangt u via de nieuwsbrief die 2 tot 3 keer per jaar wordt uitgebracht. Dit document is geschreven voor de praktijkopleiders van de instellingen. We spreken hen in dit document aan met je. Daar waar zij staat bedoelen we de student. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 6

7 Kwalificerend Ontwikkelingsgericht 2. Opbouw van de opleiding Onderwijsassistent Fase Score Oefenopdrachten Werkprocessen 1 6C Was je handen, poets je tanden! 16C Veilig spelen en leren buiten de lessen 3C Inrichten van de ruimte 5C 'Stapjes vooruit!' 7C 'Het is fijn om hier te zijn' 8C 'Heb ik het goed gedaan?' B1-K1-W6 Ondersteunt bij verzorgende taken P3-K2-W3 Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen B1-K1-W3 Richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten B1-K1-W5 Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten B1-K1-W7 Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat B1-K1-W8 Evalueert de werkzaamheden 1 PW OA Exameneenheid A Periode 4 B1-K1-W6 Ondersteunt bij verzorgende taken P3-K2-W3 Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 7

8 Kwalificerend Ontwikkelingsgericht Fase Score Oefenopdrachten Werkprocessen C Leeractiviteiten op maat 14C 'Ligt alles klaar voor de les?' 12C' Aan de slag met lesgeven' 15C 'Administratie is secuur werk! 1C 'Kind in de kijker' 2C 'Klaar voor de start!' 4C 'Afstemmen, natuurlijk!' 3C Inrichten van de ruimte PW OA Exameneenheid B Periode 2 PW OA Exameneenheid C Periode 4 P3-K1-W1 Bereidt de uitvoering van lesactiviteiten voor P3-K2-W1 Voert voorwaardelijke werkzaamheden uit ten behoeve van het lesprogramma P3-K1-W2 Voert lesactiviteiten uit P3-K2-W2 Voert administratieve taken uit B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind B1-K1-W2 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor B1-K1-W4 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen P3-K1-W3 Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte lesactiviteiten aan B1-K1-W3 Richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten B1-K1-W5 Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten B1-K1-W7 Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat B1-K1-W8 Evalueert de werkzaamheden P3-K1-W1 Bereidt de uitvoering van lesactiviteiten voor P3-K2-W1 Voert voorwaardelijke werkzaamheden uit ten behoeve van het lesprogramma P3-K1-W2 Voert lesactiviteiten uit P3-K2-W2 Voert administratieve taken uit Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 8

9 Kwalificerend Ontwikkelingsg ericht Fase Score Oefenopdrachten Werkprocessen 3 3 9C 'Steeds beter' 10C 'Goed, beter, best!' 17 C Hoe organiseer je bijzondere activiteiten? PW OA Exameneenheid D Periode 2 B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg P3-K2-W4 Voert coördinerende taken binnen de school uit B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind B1-K1-W2 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor B1-K1-W4 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen P3-K1-W3 Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte lesactiviteiten aan PW OA Exameneenheid E Periode 4 PW OA Exameneenheid F Periode 4 B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg P3-K2-W4 Voert coördinerende taken binnen de school uit Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 9

10 2.1. Structuur 2.2. BPV dagen In de BPV-periodisering is vastgelegd hoeveel lesdagen / BPV-dagen een student heeft. Deze BPV-periodisering wordt per schooljaar uitgewerkt in een schema. Leerjaar 1: 2 dagen BPV per week op 1 BPV-adres vanaf periode 2. Leerjaar 2: 2 dagen per week BPV op 1 BPV-adres Leerjaar 3: 2 dagen per week BPV op 1 BPV-adres en 1 dag werkplekleren periode dagen per week BPV op 1 BPV-adres periode 3+4 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 10

11 3. Begeleiden en beoordelen in de BPV Algemeen De praktijkopleider is als beroepskracht verbonden aan de instelling en heeft zich verplicht om de student te begeleiden. De praktijkopleider moet minimaal een afgeronde opleiding hebben op MBO-niveau. De praktijkopleider moet zich kunnen identificeren met het beroep. Het begeleiden is alleen mogelijk als de opleider een diploma heeft van hetzelfde niveau ( of opleiding praktijkbegeleider heeft gevolgd) of hoger. De begeleiding is hoofdzakelijk gericht op het functioneren van de student als toekomstige beroepskracht. De praktijkopleider houdt zowel het belang van de doelgroep als die van de student in het oog. We maken een onderscheid tussen begeleiden en examineren van de student in de BPV. Bij het uitvoeren van een examenopdracht mag er tijdens de uitvoering, geen inhoudelijke feedback worden verstrekt aan student door praktijkopleider. De praktijkopleider: de begeleider begeleidt het leerproces van de student in de BPV. Je bespreekt met de student haar activiteiten en geeft feedback. De examinator: beoordeelt / examineert of de student een werkproces heeft behaald. De beoordeling van een examenopdracht mag niet door de eigen praktijkopleider van de student beoordeeld worden, maar door een onafhankelijke examinator. 3.1 De Wegwijzer Alle oefenopdrachten zijn opgebouwd volgens de Wegwijzer. De Wegwijzer is een hulpmiddel om een oefenopdracht uit te voeren en bestaat uit vijf stappen: 1. Oriënteren 2. Plannen 3. Uitvoeren 4. Controleren 5. Reflecteren Bij elke stap word je geholpen door vragen en/of tips. (bijlage 1) De Wegwijzer is een hulpmiddel om een oefenopdracht uit te voeren. Door de vijf stappen te volgen werk je volgens een methode. Elke oefenopdracht is opgebouwd volgens de methodiek van de Wegwijzer. Wanneer je toelichting wilt hebben op de stappen kun je de onderstaande aandachtspunten gebruiken. Ga na welke vragen en/of opmerkingen bij Jou passen. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 11

12 3.2 Oefenopdrachten: Kwalificatiedossier Voor iedere opleiding in het MBO is een kwalificatiedossier geschreven. Daarin staat beschreven wat de student allemaal moet kennen en kunnen voor het beroep waarvoor ze gekozen hebt. In het kwalificatiedossier staan de kerntaken van het beroep. Een voorbeeld hiervan is: Werken aan kwaliteit en deskundigheid. Zo n kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen. Elk werkproces beschrijft een onderdeel van het beroep. Een voorbeeld hiervan is: Werkt aan de eigen deskundigheid. Per werkproces zijn er oefenopdrachten. Oefenopdrachten In deze opdrachten oefent de student met de kennis, vaardigheden en houding, die nodig is om het werkproces van het beroep uit te voeren. In het begin van de opleiding zijn de opdrachten klein en de situaties eenvoudig. Naarmate de opleiding vordert worden de opdrachten groter, de situaties complexer en gaat de student steeds meer zelfstandig handelen. De student oefent zowel in de lessen op school als in de beroepspraktijk. Ze voert, na overleg, de oefenopdracht op school of in de praktijk uit. Een opdracht bestaat uit een korte inleiding, de taak die de student gaat uitvoeren en een beschrijving van het resultaat. Een opdracht kan uit meerdere deelopdrachten bestaan. De student oefent met de opdracht totdat zij en de begeleider(s) vinden dat de student deze opdracht op het juiste niveau beheerst. Vaak is het nodig dat de student de opdracht herhaalt en in meerdere situaties of met meerdere cliënten oefent. Voorbeeld: In de opdracht staat dat de student een voorlichtingsgesprek moet observeren en op een aantal specifieke dingen moet letten. Door meerdere gesprekken te observeren krijgt de student een beter beeld en een gedetailleerder antwoord op de observatiepunten. Soorten oefenopdrachten Er zijn verschillende soorten opdrachten, bijvoorbeeld de uitvoering in de praktijk of in simulatie op de school het maken van een product (bijvoorbeeld een plan van aanpak) het geven van een presentatie het schrijven van een verantwoordingsverslag het voeren van een gesprek Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 12

13 Bewijsstukken Bij elke opdracht staat beschreven welke bewijsstukken de student moet inleveren. Wanneer en hoe ze deze moet inleveren spreekt de student af met je begeleider(s) op school en/of in de BPV. Voorbeelden van bewijsstukken De ingevulde feedbacklijst, bijvoorbeeld van de gedragsobservatie, gesprek of presentatie. Beroepsproduct, bijvoorbeeld een plan van aanpak. Verantwoordingsverslag. Feedbacklijst Op deze lijst vult U als begeleider van de oefenopdracht in of de student aan de criteria voldoet. De feedback wordt gegeven op de driepuntsschaal: 'ja, soms, niet of nauwelijks waargenomen'. Er is dus geen sprake van een beoordeling met een voldoende/onvoldoende. Het is de bedoeling om aan te geven of de student het gewenste (gedrag) heeft laten zien. Wanneer er meerdere begeleiders zijn, vullen zij beiden hun deel van de lijst in. De student krijgt een waardering per criterium. Een voorbeeld van een criterium is: luistert aandachtig naar de cliënt. De student kan tegelijkertijd met meerdere oefenopdrachten bezig zijn. Het voeren van begeleidingsgesprekken met de student over haar ontwikkeling. De begeleider heeft 1 x per 14 dagen een begeleidingsgesprek met de student. Het logboek en de oefenopdrachten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. Stimuleer de student door het uitspreken van wederzijdse verwachtingen en het bespreken van de voortgang en de kwaliteit van het functioneren. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 13

14 3.3 Examenopdrachten Examenopdracht en beoordelingscriteria Elk werkproces heeft een examen. De opdracht van het examen is gebaseerd op de typering van het beroep en de omschrijving van het werkproces in het kwalificatiedossier. De opdracht leidt tot het daarbij behorende gewenste resultaat, beschreven in het kwalificatiedossier. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op: de omschrijving van het werkproces het resultaat van het werkproces de gedragsindicatoren van het werkproces de kennis en vaardigheden omschreven per kerntaak De beoordelingscriteria zijn daarmee direct herleidbaar uit het kwalificatiedossier en opgenomen in de beoordelingslijst van het examen (Inspectie van het Onderwijs standaard 1.4) In de kwalificatiedossiers van Zorg & Welzijn zijn beroeps specifieke eisen Nederlands en rekenen opgenomen, zoals rekent vlot en accuraat en formuleert in correct Nederlands. Daar waar deze beroeps specifiek van toepassing zijn in de examenopdracht, zijn daarvoor criteria in de beoordelingslijst opgenomen. Door deze werkwijze is de validiteit van de dekking van het KD geborgd (Inspectie van het Onderwijs standaard 1.2). Onvoldoende-Voldoende-Goed Elk beoordelingscriterium wordt op een driepuntsschaal beoordeeld met punten Plaats van uitvoering van het examen De opleiding bepaalt waar een (onderdeel van een) examen wordt uitgevoerd. De beoordelingsvorm in relatie tot authenticiteit van de uitvoering is daarin leidend. Gedragsbeoordelingen vinden bij voorkeur plaats in de authentieke beroepspraktijk. Wanneer uitvoering in de beroepspraktijk niet haalbaar blijkt, kan de opleiding voor simulatie daarvan kiezen. Deze simulatie dient zoveel mogelijk overeen te komen met de daadwerkelijke beroepsuitoefening. (Inspectie van het Onderwijs standaard 3.3). Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 14

15 De examinator De betrouwbaarheid bij examineren vraagt om deskundigheid van de examinator, zowel vakinhoudelijk als in het proces van beoordelen. De eisen die aan een deskundig examinator worden gesteld kunt u terugvinden in de Beschrijving Examen Taken (BET) Kwalificerend beoordelen Dat gebeurt tijdens de uitvoering van een examenopdracht. We hebben er voor gekozen om de examenopdrachten te bundelen in 6 eenheden A t/m F. Deze eenheden kunt u terugvinden in het schema op blz. 5 t/m 7. De student doet examenopdrachten aan het eind van fase 1, 2 en 3. De examinator in de praktijk beoordeelt het werkproces dat vermeld staat in het beoordelingsformulier. De examinator van de opleiding beoordeelt de schriftelijke verslagen. De examinator in de praktijk voert de gedragsobservaties uit. De praktijkopleider leest de bewijsstukken wel na om te controleren of er geen zaken in staan die niet naar buiten mogen, zoals namen van personen en of de informatie op waarheid berust. Hierover kan feedback gegeven worden aan de student. Een handtekening van de praktijkopleider geeft dus aan dat zij/hij het verslag gezien heeft. In KD2016 moeten Mbo-opleidingen een waardering per werkproces vermelden met minimaal een driepuntschaal met onvoldoende, voldoende of goed. Daarbij moet met de volgende punten rekening gehouden worden: Onvoldoende (O) Past de vereiste vakkennis en vaardigheden onvoldoende toe en/of het gewenste resultaat is onvoldoende en/of de beroepshouding is onvoldoende. Maakt nog te veel fouten en/of cruciale fouten. Voldoende (V) Past de vereiste vakkennis en vaardigheden toe en het gewenste resultaat is voldoende en toont de gewenste beroepshouding. Kleine fouten mogen nog worden gemaakt. Goed (G) Past de vereiste vakkennis en vaardigheden vlot toe en het gewenste resultaat is goed en toont een uitstekende beroepshouding. Maakt nauwelijks of geen fouten. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 15

16 3.4 Het bijhouden van de BPV urenlijst Voor de BPV is een minimaal aantal uren verplicht, de uren zijn te vinden op de stage overeenkomst (POK). Dit wordt ingevuld op de BPV presentielijst. De student brengt zelf deze lijst mee. De student moet aan de presentienorm voldoen. De door de student ingevulde BPV-uren worden per periode (4 keer) met een paraaf van de praktijkopleider afgetekend. Aan het einde van de gehele BPV-periode dient de lijst met opgetelde uren en handtekening van de praktijkopleider te worden ingeleverd bij de studieloopbaanbegeleider (bijlage 2). 3.5 Communicatie praktijkopleider en SLB er (studie-loopbaanbegeleider) De student is in principe zelf verantwoordelijk voor het maken van afspraken en de planning van de leeractiviteiten, maar zeker aan het begin van de opleiding hebben de meeste studenten veel sturing nodig. De studieloopbaanbegeleider en/of praktijkopleider kunnen incidenteel telefonisch of via de mail contact opnemen met elkaar als er vragen zijn over het ontwikkelingsproces van de student. 3.6 Digitaal inleveren van de Bewijsstukken We werken digitaal werken met het software programma van its learning, dat binnen het ROC West Brabant wordt gebruikt. De praktijkopleider zet een handtekening op het in te leveren verslag. Dit betekent dat het gezien is. De studenten leveren hun bewijsstukken digitaal in. Zij zetten een uitgewerkte opdracht op its learning. De docenten kijken deze dan hierop na. De studenten en docenten kunnen wel inloggen in its learning, maar de praktijkopleider helaas niet. De praktijkopleider kan wel digitaal het oefenmateriaal inzien met Activatiecode: FQUQX. Voor meer informatie kunt u terecht op de site van het Kellebeek College. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 16

17 4. Afspraken rondom de BPV 4.1 De BPV-overeenkomst Voor aanvang van de BPV wordt er door de school een overeenkomst aangemaakt. Deze overeenkomst wordt ondertekend door de BPV-instelling en door de student (en de ouders/verzorgers als de student nog geen 18 jaar is). De overeenkomst wordt aan elke partij uitgereikt. De overeenkomst kan alleen in de volgende gevallen vroegtijdig worden ontbonden: - De student heeft zijn/haar diploma behaald - Er is besloten dat verdere voortgang van de BPV niet meer mogelijk is. Dit besluit wordt genomen door de opleider/ BPV coördinator, de studieloopbaanbegeleider en de student. 4.2 Beroepsgeheim Voor de aanvang van de eerste BPV ondertekent de student een formulier (bijlage 8). Hierin verklaart de student, dat hij/zij alle informatie die op de BPV-instelling wordt toevertrouwd over cliënten en/of organisatie geheim zal houden. Het spreekt vanzelf dat men in verslagen geen namen van cliënten gebruikt! De SLB er zorgt ervoor dat het formulier beroepsgeheim ingevuld wordt. De student bewaart een kopie van het formulier beroepsgeheim in zijn/haar portfolio. Daarnaast levert de student een exemplaar in bij het BPV adres en de school. 4.3 Verklaring omtrent gedrag Studenten moeten een verklaring omtrent gedrag inleveren op school en op het BPV adres. De coördinatie ligt bij school, de school vraagt een VOG aan. Ze gaan met dit formulier naar de gemeente (in eigen woonplaats). Ze betalen zelf de kosten voor de VOG. De VOG blijft 2 jaar geldig. 4.4 Ziekte en verzuim Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden. Als de student om dringende redenen niet naar het BPV-adres kan, moet dit voorafgaand aan het verzuim kenbaar gemaakt worden bij de BPV-instelling en bij de administratie van de school. Als de student ziek is, meldt hij dit vóór de aanvangstijd van de BPV, maar in ieder geval vóór 8.30 uur bij de BPV-instelling en op school. Beter melden moet zo snel mogelijk gebeuren in verband met de planning op de BPV-instelling. Mocht een student niet op het BPV adres verschijnen zonder zich af te melden dan willen we u vragen dit door te geven aan school (zie bijlage 7) Uren die de student afwezig is geweest, moeten zoveel mogelijk worden ingehaald. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 17

18 4.5 Verzekering De school sluit een aanvullende verzekering voor de student af tegen het financiële risico van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de praktijk biedende organisatie of derden, evenals het financiële risico van ongevallen tijdens werk- en reistijd ( 24 uurs verzekering). 4.6 Vrij vragen voor speciale activiteiten BPVadres Soms vinden er op het BPV-adres activiteiten plaats die belangrijk kunnen zijn voor het leerproces. Wanneer die activiteiten plaatsvinden op de dag dat de student naar school moet kan de student vrij vragen op school. U kunt dan een formulier invullen (bijlage 3). Vervolgens geeft de studieloopbaanbegeleider d.m.v. een handtekening wel of geen akkoord. Dit formulier krijgt de student aan het begin van de BPV-periode. Dit formulier moet uiterlijk 2 weken voor de activiteit door de student ingeleverd worden bij het KIP (Kellebeek Informatie Punt) met handtekeningen van de betrokken begeleiders. We gaan in principe uit van 2 activiteiten per jaar en het onderwijsprogramma van de student moet hiervoor ruimte bieden. 4.7 Schoolvakanties VAKANTIES/ VRIJE DAGEN: Kerstvakantie: 22 december 2017 t/m 5 januari 2018 voorjaarsvakantie: 12 februari 2018 t/m 16 februari 2018 Paasvakantie: 30 maart 2018 t/m 2 april 2018 Meivakantie: 27 april 2018 t/m 4 mei 2018 Hemelvaart: 10 mei en 11 mei de pinksterdag 21 mei 2018 De student heeft rechtop het aantal vrije dagen zoals hierboven beschreven. Het opnemen van vrije dagen en vakanties, bij afwijkende vakanties met het BPV adres, gebeurt in overleg met het BPV adres. 4.8 Problemen met student op het BPV adres Bij problemen of conflicten wordt contact opgenomen tussen de stagebegeleider en de SLB er van de student. Deze 3 partijen gaan zo snel mogelijk met elkaar in overleg (bijlage 5). Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 18

19 4.9 Startprofiel Onderwijsassistent Studenten mogen pas starten met de BPV wanneer ze voldoen aan het startprofiel Onderwijsassistent. Dit document is vastgesteld met de klankbordwerkgroep van de opleiding Onderwijsassistent. (bijlage 6) 4.10 Contacten met studieloopbaanbegeleider Je ontvangt een formulier van de student met gegevens van de studieloopbaanbegeleider. Je kunt deze bereiken via zijn/haar adres. De studieloopbaanbegeleider mailt of belt u dan zo snel mogelijk terug. Mocht dit niet gebeuren dan kun je mailen naar de domeinhouder BPV. (n.langenberg@rocwb.nl) Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 19

20 5. Beoordelen van de werkhouding in de BPV 5.1 Voorbereiding De SLB er bespreekt met de student hoe de beoordeling van de BPV zal plaatsvinden. Deze beoordeling is gebaseerd op de behaalde resultaten van BPV-opdrachten en de beoordeling van de werkhouding van de student. De SLB er bespreekt (het format van) de beoordelingslijst van de werkhouding met de student, voorafgaande aan zijn BPV-periode. Aan het begin van de BPV bespreekt de student dit met de praktijkopleider en maakt afspraken wanneer deze beoordelingslijst ingevuld wordt. De beoordelingslijst wordt ook gebruikt als begeleidingsinstrument. Het is belangrijk dat het voor alle betrokkenen duidelijk is hoe en wanneer de beoordeling van de werkhouding tot stand komt en wat de consequenties zijn. Bij het formuleren van een studieadvies is de beoordeling van de werkhouding in de BPV één van de aspecten. De beoordeling van de werkhouding komt op die hieronder beschreven manier tot stand. 5.2 Tot stand komen van de beoordeling Er is sprake van een tussenbeoordeling en een eindbeoordeling. De tussenbeoordeling vindt plaats op het moment dat er een studieadviesgesprek (op school) plaats gaat vinden. De eindbeoordeling is aan het eind van de BPV-periode. Voorafgaand aan een studentenbespreking of afsluiting van de BPV-periode vraagt de student aan de praktijkopleider het beoordelingsformulier in te vullen. De student vult het formulier zelf ook in en plant een gesprek met de praktijkopleider om de beoordeling van de werkhouding te bespreken. Per houdings- / gedragsaspect wordt een beoordeling op basis van het waargenomen gedrag van de student gegeven. De praktijkopleider stelt de definitieve beoordeling op en stuurt/mailt deze naar de SLB er van de student. Alle vijf houdings- / gedragsaspecten dienen aan het einde van de BPV-periode met een voldoende beoordeeld te zijn voor een voldoende (totaal)beoordeling van de werkhouding. 5.3 Weging beoordeling werkhouding in studieadvies De SLB er inventariseert per student de behaalde beoordeling. Bij een onvoldoende werkhouding volgt automatisch een oranje (negatief) studieadvies. Bij een oranje (negatief) studieadvies worden er duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot de voortgang van de student. Hierin wordt duidelijk aangegeven welke acties de student moet ondernemen en welke ondersteuning hierbij wordt gegeven door de praktijkopleider en de studieloopbaanbegeleider. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 20

21 5.4 Eindbeoordeling werkhouding van elke BPVperiode telt mee voor het diploma Aan het einde van elke BPV-periode wordt een eindbeoordeling opgesteld van de werkhouding in de BPV. Deze eindbeoordeling telt mee voor het behalen van het diploma. In de opleiding moet de student alle BPV-periodes afgerond hebben met een voldoende werkhouding! Is de eindbeoordeling aan het einde van een BPV-periode onvoldoende dan worden er afspraken gemaakt over eventuele verlenging of herkansen van de BPV of aanvullende opdrachten. De student krijgt op deze manier de kans om binnen een afgesproken tijd zijn onvoldoende in een voldoende om te zetten. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 21

22 Bijlage 1 Wegwijzer De Wegwijzer De Wegwijzer is een hulpmiddel om een oefenopdracht uit te voeren. Door de vijf stappen te volgen werk je volgens een methode. Elke oefenopdracht is opgebouwd volgens de methodiek van de Wegwijzer. Wanneer je toelichting wilt hebben op de stappen kun je de onderstaande aandachtspunten gebruiken. Ga na welke vragen en/of opmerkingen bij jou passen. 1. Oriënteren Door je te oriënteren op een oefenopdracht weetje watje te wachten staat. Je kunt op tijd vragen stellen. Verder krijg je zicht op de gehele opdracht en wat er van je verwacht wordt. Gebruik de volgende vragen bij de oriëntatie. Waar gaat deze oefenopdracht over? Over welke kerntaak en werkprocessen gaat de opdracht? Wat ga je bereiken met deze opdracht? Wat moet het resultaat zijn? Welke bewijsstukken horen bij deze oefenopdracht Wat zijn de criteria waaraan je moet voldoen? Wat wordt er van Je gevraagd in de oefenopdracht? Welke verantwoordelijkheid draag Je voor de uitvoering van deze opdracht? Welke afspraken zijn gemaakt op school en welke in de praktijk? Wat zijn de criteria voor voldoende of goed? Waar voer Je de oefenopdracht uit? Wat doe je in de oefenopdracht? Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om de oefenopdracht uit te voeren? (Raadpleeg de bijlagen van de oefenopdracht) Welke persoonlijke leervragen heb je? Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 22

23 Welke beroepsinhoudelijke leervragen heb je? Bespreek je vragen en doelen met je begeleider. 2. Plannen Door een planning te maken leer je om effectief te werken en het resultaat te bereiken. Verwerk de volgende onderdelen in dit plan. Wat ga je doen? Wanneer ga je de opdracht uitvoeren? Waar ga je de opdracht doen? Met wie ga je de opdracht doen? Hoeveel tijd heb Je of wil je besteden? Maak een tijdsindeling! Wat heb Je nodig bij de uitvoering van de opdracht? Welke hulpmiddelen en materialen heb je nodig? Welke afspraken maak je? Hoe ga je aan het werk? Wanneer lever je de bewijsstukken in? Bij wie lever je de bewijsstukken in? 3. Uitvoeren Tijdens het uitvoeren van een oefenopdracht ga je regelmatig na of je op de goede weg bent. Je doet dit aan de hand van de volgende acties Werk aan de oefenopdracht volgens planning. Controleer regelmatig of je nog volgens planning werkt. Controleer regelmatig of je werk voldoet aan de criteria. Vraag regelmatig feedback aan je begeleider(s) en medestudenten. Stel het plan en de uitvoering zo nodig bij. Verzamel je bewijsstukken. 4. Controleren Je controleert of je de opdracht goed en volledig hebt uitgevoerd, je krijgt feedback en je geeft jezelf feedback op de volgende onderdelen: Heb je de opdracht volgens instructie uitgevoerd? Heb je het resultaat bereikt? Voldoet de uitvoering van de opdracht aan alle criteria? Heb je volgens planning gewerkt? Voldoen de bewijsstukken aan de criteria? Zijn de bewijsstukken bij de juiste persoon ingeleverd? Heb Je de verkregen feedback verwerkt? Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 23

24 5. Reflecteren In de reflectie overdenk je je handelen bij de uitvoering van de oefenopdracht. Bij de reflectie gaat het niet om een waardering. Je staat stil bij onderdelen van de opdracht die voor jou belangrijk zijn. Maak bij de reflectie gebruik van de verkregen feedback. Er is onderscheid gemaakt in niveau 3 en 4. Niveau 3 Wat heeft het werken aan de oefenopdracht voor jou in relatie tot je opleiding opgeleverd? Welke keuzes heb je gemaakt om tijdens de uitvoering een zo goed mogelijk resultaat te behalen? Beschrijf waarom Je deze keuzes hebt gemaakt. Wat valt je op? Over welk onderdeel wil je verder nadenken? Hoe zou je dit onderdeel de volgende keer anders doen? Hoe zou je de opdracht in een andere situatie uitvoeren? Reflecteer op wie je bent als professional. Niveau 4 Analyseer Je werkwijze en inzet tijdens de uitvoering in relatie tot de toepassing van watje geleerd hebt (kennis over...). Trek daaruit conclusies in relatie tot de criteria. Geef argumenten uit de theorie en/of uit protocollen, visie, procedures, waarom je deze keuzes hebt gemaakt. Reflecteer op wie je bent als professional. Wat neem Je daarvan op in een verbetervoorstel of in een persoonlijk ontwikkelingsplan? Niveau 3 en 4 Ben je toe aan een nieuwe opdracht? Of is het goed dat je dezelfde opdracht nog een keer doet? Bespreek met je begeleider hoe je verder gaat. Beschrijf welke resultaten je wilt behalen, wanneer en hoe je een dergelijke opdracht weer gaat doen. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 24

25 Bijlage 2 Voorbeeld urenlijst Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 25

26 Bijlage 3 Formulier vrij vragen voor activiteiten Het kan gebeuren dat er op het BPV adres belangrijke activiteiten plaatsvinden op de dagen dat de leerling op school zit. In dat geval kan de instelling toestemming vragen voor de leerling om bij die activiteit aanwezig te mogen zijn. Vul dan dit formulier in. Deze formulieren zijn verkrijgbaar bij het Kellebeek Informatiepunt (KIP). BELANGRIJK Dit formulier wordt ingevuld door de BPV opleider Dit formulier moet 2 weken voor de activiteit ingeleverd worden bij de studieloopbaanbegeleider van school. Officiële toestemming voor het bijwonen van de activiteit pas na ondertekening door de studieloopbaanbegeleider van school Dit formulier kan ingevuld ingeleverd worden bij het Kellebeek Informatiepunt (KIP). Persoonlijke gegevens student: Studentnummer :. Naam :. Adres :. Postcode en woonplaats :. Geboortedatum :. Huidige opleidingsgegevens: Groep :.. Naam SLB er :.. BPV ADRES: NAAM BPV OPLEIDER: DATUM ACTIVITEIT:. TIJD ACTIVITEIT: van lesuur..tot lesuur. SOORT ACTIVITEIT: LEERDOEL VOOR DE LEERLING: HANDTEKENING BPV-OPLEIDER: HANDTEKENING VOOR ACCOORD VAN SLB-er : Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 26

27 Bijlage 4: Beroepsgeheim Beroepsgeheim Deze belofte moet je voor de aanvang van je eerste BPV-periode ondertekenen. Hij geldt voor de hele duur van je opleiding. Ik beloof geheim te zullen houden al wat mij gedurende mijn Beroepspraktijkvorming als geheim is toevertrouwd, of wat mij daarbij als geheim ter kennis is gekomen, of waarvan ik het vertrouwelijk karakter moet begrijpen. Datum: Naam: Handtekening: Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 27

28 Bijlage 5 Problemen op het BPV-adres Student heeft problemen op het BPV-adres Als de student problemen heeft op het BPV-adres, dan wordt het onderstaande stappenplan gehanteerd: 1. De student en/of praktijkopleider meldt dit bij de SLB er. 2. De SLB er neemt contact op met de praktijkopleider en/of student. 3. SLB er gaat met het probleem aan de slag. 4. Alle partijen zoeken gezamenlijk naar een passende oplossing. 5. Als er geen passende oplossing mogelijk is, zal in gezamenlijk overleg de stage worden beëindigd. In bijna alle gevallen leidt dit tot een oranje studieadvies voor de student. De sterrolhouder BPV gaat dan opnieuw matchen en houdt de student en SLB er op de hoogte. De SLB er schrijft een brief naar het BPV-adres i.v.m. beëindiging BPV. 7. Een student mag nooit zelf stoppen op een adres, dit kan en mag alleen in overleg. Uitsluitend in overleg met SLB er en sterrolhouder BPV kan een student stoppen op een adres. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 28

29 Bijlage 6 Startprofiel onderwijsassistenten Dit Startprofiel voor beginnende stagiaires van de opleiding onderwijs assistenten is vastgesteld in het klankbordgroep overleg van de opleiding onderwijsassistenten. Hiervan maken deel uit: Speciaal onderwijs de Kameleon te Roosendaal en Bergen op Zoom. Speciaal basisonderwijs de Driemaster te Bergen op Zoom. Brede school de Pontus te Etten leur. Speciaal onderwijs de Fakkel te Roosendaal Kellebeek College opleiding onderwijs assistenten te Roosendaal. Uitgangspunt voor het profiel is: Waaraan moet een MBO-leerling minimaal voldoen om te kunnen starten als stagiaire binnen het onderwijs? Gedragsaspecten: Een stagiaire beheerst een aantal beleefdheids- en fatsoensnormen: - een hand geven, - zichzelf voorstellen, - recht zitten (niet hangen), - de ander aankijken bij het spreken, - de ander niet vanzelfsprekend tutoyeren, - geen kauwgom of ander snoep in de mond hebben. Een stagiaire houdt zich aan afgesproken tijden en afspraken, komt dus op tijd. Een stagiaire meldt zich tijdig af indien zij/hij niet aanwezig zal zijn met vermelding van redenen. Een stagiaire is in staat om iets te vertellen en schrijven over zichzelf Een stagiaire toont nieuwsgierigheid naar de doelgroep en het werkveld Een stagiaire gebruikt tijdens werktijd geen mobiel telefoon voor privé doeleinden. Correct taalgebruik met mensen waar je mee samenwerkt. Een stagiaire dient op de hoogte te zijn over de regels betreffende de social media en kledingvoorschriften van de school. Kennis: Een stagiaire heeft zich voldoende georiënteerd op het werkveld onderwijs m.b.t. de volgende zaken: - doelgroepen binnen het onderwijs - vormen van onderwijs - taken binnen het onderwijs - functies binnen het onderwijs - maatschappelijke context van het onderwijs kunnen herkennen Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 29

30 Handelen: Stagiaires dienen in staat te zijn: affiniteit met kinderen te laten blijken het beroepsgeheim te kunnen hanteren Stagiaires dienen in staat te zijn: te zorgen dat kinderen er verzorgd uitzien waar nodig bv. - handen en gezicht te wassen - veters te strikken. zorgen voor een verzorgd en hygiënisch klassenklimaat zoals: - tafels poetsen - stofzuigen - opruimen - kinderen verschonen bij mogelijke ongelukjes. - zorg dragen voor het aanvullen van leermiddelen Leerhouding: Leerlingen moeten hun eigen leerproces kunnen bespreken. - vragen stellen tijdens hun kennismakingsgesprek. - bespreekbaar maken wat hij/zij wil komen leren. - uitleggen waarmee hij/zij op school mee bezig is. - opdrachten uitleggen en bespreken. - een mening geven. Ze nemen verantwoording voor het eigen leerproces: - ondersteuning vragen. - het portfolio bij zich hebben - -de voortgang regelmatig bespreken - aanspreekbaar en corrigeerbaar zijn op getoond gedrag - openstaan voor feedback Toont initiatief. Veiligheid: De stagiaire stelt zich op de hoogte van de voorgeschreven veiligheidsregels binnen de school. Kan daarbij de veiligheid van de kinderen waarborgen. Dient zich ervan bewust te zijn dat hij/zij op dit aspect een voorbeeldfunctie heeft. Hygiëne: Een stagiaire moet: - kledingvoorschriften kennen en toepassen. - persoonlijke verzorging kunnen aanpassen aan het werk: haren gebonden. - een goede algemene persoonlijke verzorging tonen. (geen overmatige transpiratie- of parfumlucht, een goede mondhygiëne). nagels goed verzorgen. Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 30

31 Bijlage 7 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 31

32 Bijlage 8 :Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV Student: Praktijkopleider: Tussenbeoordeling Leerperiode Opleiding: SLB er: Eindbeoordeling Houding/gedrag Dit betekent dat je: O V G Toelichting Afspraken 1. Afspraken nakomen 2. Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling afspraken nakomt op tijd en helder communiceert over de redenen als dit niet lukt. op tijd BPV-opdrachten laat beoordelen/ op tijd feedback vraagt volgens de regels van de praktijkinstelling werkt; je aan de (kleding) voorschriften en aanwijzingen houdt van de instelling; interesse toont voor het werk en de organisatie. 3. Communicatie 4. Geheimhouding 5. Samenwerken en overleggen vriendelijk en beleefd bent; een correct taalgebruik hebt; naar anderen luistert; een actieve, geïnteresseerde houding hebt; op de juiste manier omgaat met feedback. zorgvuldig omgaat met informatie; je houdt aan de geheimhoudingsplicht; initiatief neemt en inzet toont; advies aan collega s en leidinggevende(n) vraagt; bereid bent om taken op je te nemen en uit te voeren; over je werk overlegt en afstemt met collega s; jouw collega s informeert en leidinggevende(n) uit jezelf (proactief). Totaal beoordeling Alle houdingsaspecten moeten voldoende zijn voor een voldoende eindbeoordeling van de werkhouding aan het eind van de BPV-periode van de opleiding! Datum: Handtekening praktijkopleider: Voor gezien, handtekening student: Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 32

33 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars in de BPV versie Pagina 33