De studieadviesregeling voor de student

Transcriptie

1 De studieadviesregeling voor de student Studieadviesregeling voor opleidingen die starten in schooljaar In het eerste schooljaar krijg je minimaal twee keer een studieadvies. Een studieadvies komt tot stand door te bepalen of de volgende 9 onderdelen voldoende zijn. De studievoortgang over de gehele linie is leidend. Alle in het betreffende leerjaar van toepassing zijnde onderdelen wegen verder even zwaar om tot een advies te komen. 1. Kerntaken van het kwalificatiedossier 2. Beoordeling van de bpv 3. Beroepsvereisten (evt. branchevereisten) 4. Keuzedelen (totaaloordeel) 5. Nederlands 6. Rekenen 7. Loopbaan en burgerschap 8. Engels (generiek, alleen bij mbo niveau 4) 9. Beroepshouding Per studieadvies wordt bepaald hoe het tot stand komt: welke en hoeveel onderdelen moeten voldoende zijn om een positief studieadvies te krijgen en wanneer krijg je een negatief studieadvies. Dit is vastgelegd in de onderstaande nominale lijn van jouw opleiding. Je krijgt hierover informatie aan het begin en gedurende jouw opleiding. Welke studieadviezen zijn er? 1. Studieadvies (rond 23 januari) Positief: We hebben er vertrouwen in dat je de opleiding gaat afronden. Ga zo door! Negatief: We hebben twijfels of je het diploma gaat halen. Je krijgt de kans om te verbeteren. Er worden afspraken gemaakt en je maakt een planning voor verbetering. Er wordt afgesproken hoe er vanuit school, indien gewenst, ondersteuning gegeven kan worden. Hier krijg je minimaal 6 weken de tijd voor. Wanneer je geen verbetering laat zien en/of de afspraken niet bent nagekomen kan dit leiden tot een bindend negatief studieadvies. 2. Bindend studieadvies (rond 1 juni) Positief: We hebben er vertrouwen in dat je de opleiding gaat afronden. Je mag doorgaan met de opleiding. Negatief: We zijn er van overtuigd dat je het diploma niet gaat halen. Je moet stoppen met de opleiding. Er worden afspraken en een planning gemaakt voor toelating naar een andere opleiding binnen of buiten het ROC WB.

2 Wanneer krijg je een studieadvies? Iedere student (dus ook de instromers in leerjaar 2 of 3) krijgt in zijn eerste leerjaar een bindend studieadvies. In deze studieadviesregeling wordt uitgegaan van meerjarige opleidingen 1. In het eerste leerjaar van de opleiding wordt twee keer een studieadvies gegeven. Ná periode 2 krijg je een eerste officieel studieadvies. Mocht dit een negatief advies zijn dan heb je nog mogelijkheden tot verbeteracties. Ná negen maanden wordt een bindend studieadvies, gericht op het wel of niet vervolgen van de opleiding gegeven. Het studieadvies wordt tijdens het voortgangsgesprek door de studieloopbaanbegeleider(slb er) uitgereikt en toegelicht. Het studieadvies, de optionele schot-voor-de-boeg brief 2 en schriftelijke waarschuwing worden opgenomen in je persoonlijke digitale dossier in EOL 3. Hierdoor is het voor alle betrokkenen duidelijk hoe jij er voor staat, welke afspraken zijn gemaakt en wat er van jou en de school verwacht wordt. Alleen een negatief studieadvies, de optionele schot-voor-de-boeg-brief en de schriftelijke waarschuwing moet voor gezien worden getekend en binnen één week worden ingeleverd bij de slb er. Ben je onder de 18 jaar, dan moet het advies ook worden getekend door ouder(s)/opvoeder(s). Wil jij of je ouder(s)/opvoeder(s) naar aanleiding van het studieadvies een extra gesprek, dan kan dit worden verzocht bij de slb er. 1 Zie voor de termijnen van eenjarige opleidingen het bij voetnoot 2 genoemde kaderstuk van ROC WB 2 Wanneer er al in de eerste periode duidelijke signalen zijn die kunnen leiden tot een negatief studieadvies stuurt de slb er namens het opleidingsteam uiterlijk op 1 december (of desgewenst eerder) een schot voor de boeg-brief. In deze brief geeft het onderwijsteam aan zich zorgen te maken over de studievoortgang en krijgt de student altijd min. 6 weken de tijd om noodzakelijke verbetering(en) te laten zien. 3 EOL staat voor Education On Line en staat voor het huidige onderwijsinformatiesysteem met een studentvolgfunctionaliteit

3 "Schot voor de boeg-brief" Optioneel ná periode 1 1. Studieadvies Ná periode 2 Schriftelijke waarschuwing Optioneel bij terugvallende resultaten na een eerder positief advies (Min. 6 weken voorafgaand aan het bindend studieadvies) 2. Bindend studieadvies Rond 1 juni (minimaal 5 weken voorafgaand aan einde schooljaar) Wanneer er al in de eerste periode duidelijke signalen zijn die kunnen leiden tot een negatief studieadvies stuurt de slb er namens het opleidingsteam uiterlijk op 1 december (of desgewenst eerder) een schot voor de boeg-brief. In deze brief geeft het opleidingsteam aan zich zorgen te maken over de studievoortgang en wordt er aangegeven welke zaken je binnen welke termijn moet verbeteren. Je krijgt altijd zes weken de tijd om noodzakelijke verbetering(en) te laten zien. Deze brief moet voor gezien getekend worden en binnen één week worden ingeleverd bij de slb er. Ben je jonger dan 18 jaar? Dan moet de brief ook worden getekend door je ouder(s)/ opvoeder(s). Richtlijnen voor het beoordelen van de beroepshouding Bij het formuleren van een studieadvies is de beoordeling van de beroepshouding één van de onderdelen. De beoordeling van de beroepshouding (zie de onderstaande tabel) komt op de hieronder beschreven manier tot stand: Gedurende de eerste twee perioden van het eerste schooljaar dienen minimaal 2 van de 5 beoordelingspunten voldoende te zijn. Vóór 1 juni dienen 4 van de 5 beoordelingspunten voldoende te zijn. Tijdens de studentenbespreking spreekt het onderwijsteam op basis van de -hieronder vermelde beoordelingspunten- zich uit over de beroepshouding van de student. De slb er inventariseert tijdens de studentenbespreking per student de behaalde beoordeling en gebruikt hierbij per beoordelingspunt het meerderheid van stemmen principe. Het eindoordeel wordt vastgelegd in EOL. Is er sprake van een negatieve beoordeling dan wordt deze tijdens de studentenbespreking (in objectief waarneembare gedragingen) toegelicht en ingevuld op het beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier wordt door de slb er ingevuld en in EOL geüpload nadat dit met je is besproken.

4 Beoordelingspunten beroepshouding Student: Docenten/team: Opleiding: Studieloopbaanbegeleider: Leerperiode: Praktijkopleider: Praktijkbegeleider: Houding/gedrag Dit betekent dat je: V O toelichting afspraken Afspraken nakomen afspraken nakomt; op tijd en helder communiceert over de redenen als dit niet lukt; verantwoordelijkheid neemt voor je eigen leerproces. Onderwijsactiviteit voorbereiden Werken volgens de regels en voorschriften Communicatie/ Geheimhouding voorbereid in de les komt; alle benodigde materialen bij je hebt; huiswerkopdrachten uitvoert. volgens de regels van de school/praktijkinstelling/ BPV bedrijf werkt; je aan de (kleding) voorschriften en aanwijzingen houdt van school/de instelling/het BPVbedrijf; interesse toont voor de school / het werk en de organisatie. vriendelijk en beleefd bent; een correct taalgebruik hebt; naar anderen luistert; een actieve, geïnteresseerde houding hebt; op de juiste manier omgaat met feedback; zorgvuldig omgaat met informatie; je houdt aan de geheimhoudingsplicht*. Samenwerken en overleggen met studiegenoten/ collega s initiatief neemt en inzet toont; bereid bent om taken op je te nemen en uit te voeren; over groepsopdrachten overlegt en afstemt met studiegenoten/collega s; een constructieve bijdrage levert aan het leerklimaat in de klas; jouw collega s en je leidinggevende(n) informeert uit jezelf (proactief). Eindoordeel Het eindoordeel (V of O) komt tot stand volgens de normering van de desbetreffende leerperiode. Deze normering is beschreven in de nominale lijn n.a.v. de ZC richtlijnen. *Voor zover van toepassing

5 Systeembeheer niveau 3 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Studie adviezen NVT NVT NVT Kerntaken en werkprocessen 75% van alle praktijkopdrachten afgerond Periode toets met een score van 70% of 75% van alle praktijkopdrachten afgerond Beoordeling BPV NVT NVT NVT Beroeps- en NVT NVT NVT branchevereisten Keuzedelen NVT NVT NVT Loopbaan en burgerschap Periode toets 1. Een cijfer van 4 of Periode toets 2. Een cijfer van 4 of Periode toets 3. Een cijfer van 4 of Beroepshouding Centrale regeling Centrale regeling Centrale regeling Generiek Nederlands Periode toets 1A en 1B. Een gemiddeld cijfer van 4,5 of hoger. Generiek Rekenen Periode toets 1. Een cijfer van 4,5 of Periode toetsen 2A en 2B. Een gemiddeld cijfer van 4,5 voor de periodetoetsen van periode 1 en 2. Periode toets 2. Een gemiddeld cijfer van 4,5 of hoger voor periode toets Periode toetsen 3A en 3B. Een gemiddeld cijfer van 4,5 voor de periodetoetsen van periode 1 t/m 3. Periode toets 3. Een gemiddeld cijfer van 4,5 of hoger voor periode toets 1 t/m 3. Generiek Engels NVT NVT NVT Onder een periode toets kan worden verstaan een theorietoets, een praktijktoets dan wel een opdracht.

6 Op tijd / aanwezig Afspraken Huisregels Samenwerken Interne communicatie Inzet Centrale regeling De leerling toont nooit inzet, is nooit gemotiveerd of enthousiast. De leerling toont soms inzet, is soms gemotiveerd of enthousiast. De leerling toont vaak inzet, is vaak gemotiveerd of enthouasist. De leerling toont altijd inzet, is altijd gemotiveerd of enthouasist. De leerling communiceert nooit op Kan niet beleefd, vriendelijk of De leerling communiceert soms op Kan soms beleefd, vriendelijk of De leerling communiceert vaak op Kan vaak beleefd, vriendelijk of De leerling communiceert altijd op Kan altijd beleefd, vriendelijk of De leerling gaat niet op een en docenten om. En/of is niet hulpvaardig. En/of is niet in staat om met iedere leerling samen te De leerling gaat soms op een en docenten om. En/of is soms hulpvaardig. En/of is soms in staat om met iedere leerling samen te De leerling gaat vaak op een en docenten om. En/of is vaak hulpvaardig. En/of is vaak in staat om met iedere leerling samen te Mijn verhaal heeft geen rode draad. erde rode draad, mijn deelonderwerpen hangen niet goed samen. De leerling gaat altijd op een en docenten om. En/of is altijd hulpvaardig. En/of is altijd in staat om met iedere leerling samen te De leerling leeft nooit de huisregels na. Is altijd bezig met zijn/haar telefoon, doet jas niet uit, laat tas op tafel en werkt niet mee aan cleandesk policy. De leerling leeft soms de huisregels na. Is soms bezig met zijn/haar telefoon, doet jas soms uit, laat soms tas op tafel en werkt soms mee aan clean-desk policy. De leerling leeft vaak de huisregels na. Is niet vaak bezig met zijn/haar telefoon, doet jas vaak uit, laat tas niet vaak op tafel en werkt vaak mee aan clean-desk policy. De leerling leeft altijd de huisregels na. Is nooit bezig met zijn/haar telefoon, doet jas altijd uit, laat tas nooit op tafel en werkt altijd mee aan clean-desk policy. duidelijk, trekt de aandacht voor de presentatie, maar voegt niets toe. De leerling houdt zich nooit aan de De leerling houdt zich soms aan de De leerling houdt zich vaak aan de De leerling houdt zich altijd aan de De leerling is nooit op tijd en is altijd afwezig. De leerlingen is soms op tijd en soms aanwezig. De leerlingen is vaak op tijd en vaak aanwezig. De leerling is altijd op tijd en altijd aanwezig. waarde cijfer weging Inzet 77 7,7 1 Interne communicatie 63 6,3 1 Samenwerken 76 7,6 1 Huisregels 74 7,4 1 Afspraken 74 7,4 1 Op tijd / aanwezig 75 7,5 1 cijfer werkhouding 7,3 Norm bij centrale regeling: Inzet negatief bij > 3 keer huiswerk niet af / boek niet mee enz. Interne communicatie negatief bij > uit de klas gestuurd. Samenwerken negatief bij Alleen onvoldoende als er echt een probleem lijkt te zijn

7 Huisregels negatief bij > 3 keer waarschuwing regels (pet / telefoon enz) Afspraken negatief bij > 3 keer te laat Op tijd / aanwezig zie pars