Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn

Transcriptie

1 Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn (CROHO-nr ) Variant afstandsonderwijs Schematisch beeld van het opleidingsmodel: Curriculum Bachelor 2010 (BA2010) Kenmerken: 1. Programma vanaf cohort september 2012 (afstandsleren) 2. Indeling van het curriculum in: a. Een beroepsvoorbereidende leerlijn b. Een werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn c. Een opleidingsspecifieke leerlijn 3. Gebaseerd op de kennisbasis (generiek en opleidingsspecifiek) 4. Plaats van de minors in het programma (een opleidingsgebonden minor in het tweede leerjaar) 5. Introductie van leerwerktaken. 6. Definitie van Netwerkmodules en Individuele modules 7. Onderwijseenheden te herkennen aan de plaats van het streepje op positie 3 in de code: EN- Afstandsonderwijs 1

2 sopgave Propedeuse... 3 Beroepsvoorbereidende leerlijn... 3 Onderwijskunde Onderwijskunde Drama Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn... 6 Studieloopbaanbegeleiding 1A... 6 Studieloopbaanbegeleiding 1B... 7 Leerwerkstage Opleidingsspecifieke leerlijn... 9 Vakdidactiek Gezondheidszorg en Welzijn Vakdidactiek Onderbouw vmbo verzorging Leerwerktaak 1: Beroepengids Leerwerktaak 2: Aanvulling op een methode Anatomie Communicatie Verpleegkundige vaardigheden Gezond gedrag en Chemie en rekenen Ontwikkelingen in de G&W-sector Ontwikkeling van het kind Restaurant Afstandsonderwijs 2

3 Propedeuse Beroepsvoorbereidende leerlijn Onderwijskunde 1 EN-VO-ONWK1.A.12 Onderwijskunde 1 - Dit is de eerste beroepsondersteunende onderwijseenheid die studenten krijgen binnen de opleiding tot docent. Juist bij aanvang van een opleiding tot leraar is het van groot belang dat de student zich bewust wordt van wat de rol van docent (precies) inhoudt. Docent zijn betekent niet alleen het geven van een vak, maar gaat verder, namelijk een teamlid zijn, een pedagoog, een onderwijsinnoveerder, et cetera. Niet alleen wordt de student gestimuleerd om zijn/haar eigen toekomstige rol te verkennen, maar ook de plek daarvan in de school en in het huidige onderwijssysteem. Waarom hebben we tegenwoordig al die verschillende opleidingen als vmbo, havo, vwo, bve? Hoe is dat ontstaan? Waar komen verschillende typen als bijzonder en openbaar onderwijs vandaan? Ook maken de studenten kennis met een drietal leertheoretische concepten binnen een onderwijsorganisatie. Diagnostische toetsen Digitale colleges Elektronische leeromgeving Fora en discussies code: EN-VO-ONWK1 Titel: Onderwijskunde/pedagogiek 1 Tijdens deze onderwijseenheid wordt aan de volgende hoofddoelstellingen gewerkt: 1. De studenten doen ervaring op in het leren binnen de community of learners van de School of Education, LVO/BVE. 2. De studenten hebben zicht gekregen op de ontwikkeling van de eigen basisstudievaardigheden. 3. De studenten verwerven kennis over het ontstaan en de ontwikkeling van het Nederlands onderwijssysteem. 4. De studenten hebben zichzelf georiënteerd in de verschillende taken of rollen die een docent in het onderwijs heeft. Ec: 3 Tentamen 1 5,5 Werkstuk 1 5,5 (). Reader OWK1 Geerts, G & Kralingen, van, R (2011). Handboek voor leraren, 1. Bussum: Coutinho Afstandsonderwijs 3

4 Onderwijskunde 2 EN-VO-ONWK2.A.12 Onderwijskunde 2 - In deze onderwijseenheid staan centraal de vijf rollen die succesvolle docenten laten zien en het gedrag van leerlingen en de leraar in de klas. Allereerst kijken we naar concrete gedragskenmerken van de vijf rollen, die te oefenen en toe te passen zijn. Belangrijk daarbij is of de voorgestelde doelen zijn bereikt, weergegeven door het gedrag van de leerlingen. Daarna gaan we in op de vraag hoe het gedrag van de individuele leerling, het gedrag in en van de groep en het gedrag van de leraar een rol spelen en hoe ze beïnvloed kunnen worden. Centraal staat welke interventies de docent kan plegen om tot voorbeeld(ig) gedrag te komen. We kijken hierbij zoveel mogelijk naar gedrag in relatie met de omgeving, omdat er altijd sprake is van een wisselwerking. We besteden aandacht aan effectieve vormen van klassenmanagement en uitdagend en activerend onderwijs waarin leerlingen door samenwerkend leren in een opbouw tot zelfverantwoordelijk leren komen. Je wordt je in deze onderwijseenheid steeds meer bewust van jouw eigen rol bij het ontstaan van bepaald gedrag bij leerlingen. Verder worden instrumenten aangereikt om jouw lessen op orde te krijgen en te houden. We gaan in op hoe persoonskenmerken tot uiting komen in het pedagogisch handelen en de wijze van communiceren van jou als docent. Door hier bewust mee te oefenen, krijg je meer variatiemogelijkheden tot jouw beschikking om leerling-gedrag te beïnvloeden. Workshops Digitale lessen Elektronische leeromgeving Fora en discussies code: EN-VO-ONWK2 Titel: Onderwijskunde 2 Hoofddoelen OWK2. 1. Aan het einde van de onderwijseenheid weten de studenten welke vijf rollen succesvolle docenten laten zien en kunnen ze deze rollen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. 2. Aan het einde van de onderwijseenheid hebben de studenten inzicht en vaardigheden in klassenmanagement. 3. Aan het einde van de onderwijseenheid hebben de studenten kennis van en inzicht in groepsdynamica en interactieprocessen. Generieke kennisbasis: 2.5; 3.1; 3.2; 3.3; 8.1; 8.2 De doelen en de generieke kennisbasis zijn nader uitgewerkt in de toetsmatrijs OWK2. Ec: 3 Werkstuk 67 5,5 Leerwerktaak 33 5,5 (). Reader OWK2 M. Slooter (2009). De vijf rollen van de leraar, 3. Amersfoort: CPS onderwijsontwikkeling en advies P. Teitler (2009). Lessen in orde, 1. Bussum: Coutinho W. Geerts, R. van Kralingen (2011). Handboek voor leraren, 1. Bussum: Coutinho Afstandsonderwijs 4

5 Drama 1 EN-VO-DRA1.A.12 Drama - Studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. Interactie gericht op het nemen en houden van leiding staat hier centraal. Vragen als: Hoe zorg ik dat ik aandacht krijg en houd? Kom ik zo over als ik wil overkomen? Hoe kan ik dit beïnvloeden? komen aan de orde. De nadruk ligt op: stemgebruik, houding, non-verbale communicatie, contact maken, zelfvertrouwen, expressie, een samenhangend verhaal boeiend kunnen brengen. Studenten verdiepen zich dus in aspecten van performance in en voor de klas, en werken aan hun handelingsbekwaamheid. Door middel van gerichte individuele en samenwerkingsopdrachten via Blackboard voor in de stagelessen en ook daarbuiten vergroten zij de effectiviteit van hun communicatie voor en in de klas. Studenten werken ervaringsgericht in deze onderwijseenheid. Door middel van gerichte wekelijkse opdrachten via Blackboard en in samenwerking met hun studiemaatje en vakcoach werken zij aan het vergroten van hun vaardigheden en ontvangen zij feedback op die vaardigheden. Wekelijks te lezen literatuur ondersteunt hen in dit proces. Pc/laptop + snel internet + webcamera De docent op het instituut begeleidt de student wekelijks online via Blackboard, via opdrachten. De vakdocent in de school geeft feedback op uitgevoerde opdrachten van de student in de school code: EN-VO-DRA1 Titel: Drama 1 1. studenten zijn zich bewust van de signalen, die zij met hun non-verbale communicatie uitzenden. 2. studenten kunnen non-verbale signalen van anderen herkennen en interpreteren en kunnen hun eigen non-verbale communicatie doelbewust inzetten. 3. studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. 4. studenten kunnen via spel variëren in gedragingen. 5. studenten weten welke factoren van gedrag horen bij leiding nemen. 6. studenten weten dat een krachtige (dramatische) vorm de inhoud van de boodschap versterkt en kunnen dat ook toepassen. Ec: 3 Presentatie 1 5,5 Dossier 0 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Victor van Geel (2009). Lichaamstaal, praktijkboek voor de leraar, laatste druk 2009, zesde. Baarn: HB-uitgevers Reader: Hier ben ik! Afstandsonderwijs 5

6 Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn Studieloopbaanbegeleiding 1A EN-VO-SLB1A.A.12 Studieloopbaanbegeleiding 1A - Je werkt bij SLB1A aan het in kaart brengen van je eigen ontwikkeling. Dit doe je door te werken aan de vijf beroepstaken in het kader van zelfsturing op studie en loopbaan. Dit zijn: kwaliteitenreflectie (wat kan ik? wie ben ik?), motievenreflectie (wat wil ik?), werkexploratie (waar wil ik werken), loopbaansturing (hoe bereik ik dat?) en netwerken (wie heb ik daarbij nodig?). Ook leer je meer over jezelf door te reflecteren en daarbij dingen bewust te maken die je onbewust aan het doen bent. Je leert concrete, meetbare doelen te stellen en daarbij een stappenplan te maken om die doelen ook te halen: je eerste persoonlijk ontwikkelingsplan. Tijdens een startbijeenkomst SLB krijg je een beeld van de inhoud en eindtermen van studieloopbaanbegeleiding. Je maakt een startportfolio waarin jij jouw ervaringen rondom studieloopbaanbegeleiding met bewijsmateriaal aantoont. Studieloopbaantoolkit, blackboard, nulmeting In deze fase van SLB heb je nog geen persoonlijke SLB er. Voor algemene vragen en opmerkingen kun je bij het bedrijfsbureau afstandsleren terecht, voor vakinhoudelijke en organisatorische vragen bij een contactpersoon van de vakgroep. Tijdens de startbijeenkomst zal de SLB er je inhoudelijk begeleiden op het gebied van studieloopbaanbegeleiding, ook zal je in een groep met medestudenten feedback uitwisselen. Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-VO-SLB1A Titel: Studieloopbaanbegeleiding 1A LVO 1. De student ontwikkelt de competentie zelfsturing op studie en loopbaan en zet hierbij de beroepstaken van SLB op een juiste wijze in. 2. De student oriënteert zich op de referentiepunten van het eerste jaar op het gebied van persoonlijk professionele ontwikkeling in relatie tot het opleidings- en beroepsprofiel. 3. De student kan reflectie-instrumenten inzetten om tot een zelfsturing te komen. Ec: 2 Startportfolio 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Mirjam Groen (2008). Effectief handelen door reflectie, 1. Groningen: Noordhoff Afstandsonderwijs 6

7 Studieloopbaanbegeleiding 1B EN-GW-SLB1B.A.12 Studieloopbaanbegeleiding 1B - Je werkt bij SLB1B aan het in kaart brengen van je eigen ontwikkeling. Dit doe je door te werken aan de vijf beroepstaken in het kader van zelfsturing op studie en loopbaan. Ook leer je meer over jezelf door te reflecteren en daarbij dingen bewuste te maken die je onbewust aan het doen bent. Je leert een portfolio aan te leggen waarin je met bewijsmateriaal je ontwikkeling aantoont. Na het inleveren van je startportfolio krijg je een persoonlijke SLB er aangewezen. Deze zal het portfolio met je bespreken in een telefonisch gesprek. Dit portfolio geeft ook een indicatie van jouw niveau en bepaalt jouw verdere traject voor wat betreft studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaantoolkit, nulmeting, blackboard Je hebt via de mail en telefoon regelmatig contact met je persoonlijke SLB er. Hij/zij begeleidt je bij het in kaart brengen van je ontwikkeling door je bijvoorbeeld te helpen goede vragen t stellen. Je SLB er is jouw persoonlijke aanspreekpunt in de opleiding. Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-VO-SLB1B Titel: Studieloopbaanbegeleiding 1B LVO 1. De student ontwikkelt de competentie zelfsturing op studie en loopbaan en zet hierbij de beroepstaken van SLB op een juiste wijze in. 2. De student oriënteert zich op de referentiepunten van het eerste jaar op het gebied van persoonlijk professionele ontwikkeling in relatie tot het opleidings- en beroepsprofiel. 3. De student kan reflectie-instrumenten inzetten om tot een zelfsturing te komen. Ec: 2 Portfolio 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Taaltoets 0 5,5 Propedeusetoets 0 5,5 Mirjam Groen (2008). Effectief handelen door reflectie, 1. Groningen: Noordhoff Afstandsonderwijs 7

8 Leerwerkstage 1 EN-VO-LWS1.A.12 Leerwerkstage jaar 1 - Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het vormgeven van een goede activerende leeromgeving voor leerlingen. Je bereidt onderwijsactiviteiten voor en kiest daarbij voor een didactische aanpak die activerend is voor leerlingen en die past binnen de context van de school. Je gaat de geplande onderwijsactiviteiten uitvoeren met leerlingen. Je kunt daarbij denken aan vaklessen, maar (afhankelijk van de stageschool) ook aan andere vormen van onderwijs, zoals het maken en begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen leergebieden of binnen het competentiegericht leren op het MBO. Ook ga je de uitgevoerde onderwijsactiviteiten bespreken en evalueren. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het omgaan met leerlingen. Je geeft leiding aan gesprekken en activiteiten met groepen leerlingen. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het leiding geven tijdens een docentgestuurde lessituatie of aan een project waar leerlingen samen aan werken. De context waarin je leiding geeft is afhankelijk van de mogelijkheden binnen je stageschool. Leerwerkstage Handboek LWS1 en ondersteunende materialen op de bijbehorende blackboard module door vakcoach, opleider in de school en leerwerkbegeleider in de vorm van lesbezoek, intervisie, gesprekken en themabijeenkomsten Zeer slecht t/m Uitmuntend code: EN-VO-LWS1 Titel: Leerwerkstage jaar 1 1. Je werkt in de beroepspraktijk aan de SBL competenties. Het vereiste niveau is in de bijhorende gedragsindicatoren uitgewerkt. 2. Je kunt na afronding van onderwijseenheid motiveren of je docent wil worden en of het beroep bij je past. Ec: 6 Beoordelingsgesprek (basis dossier) 1 5,5 Zeer slecht t/m Uitmuntend (). Zoals genoemd in de blackboard site Afstandsonderwijs 8

9 Opleidingsspecifieke leerlijn Vakdidactiek Gezondheidszorg en Welzijn 1 EN-GW-DID1.A.12 Didactiek 1 gezondheidszorg en welzijn - Deze onderwijseenheid is een vervolg op Vakdidactiek 1. De nadruk in deze onderwijseenheid ligt op de bovenbouw van het VMBO. Centraal staat het werkplekleren ook wel Werkpleksimulatie (WPS) genoemd. Je bouwt daarnaast voort op de kennis die je bij vakdidactiek 1 hebt opgedaan met betrekking tot het opstellen van lesplannen en toetsen en beoordelen. In deze onderwijseenheid leer je principes van samenwerkend leren en competentiegericht opleiden. Je leert de verschillende rollen van de docent en onderwijsassistent zoals doceren, instrueren, begeleiden, ondersteunen en coachen. individuele module E-learning code: EN-GW-DID1 Titel: Didactiek 1 gezondheidszorg en welzijn Kennisbasis De student kan een beschrijving geven van de verschillende sectoren en leerwegen binnen het vmbo, van het LWOO en van het Praktijkonderwijs. 2. De student kan een beschrijving geven van de beroepenstructuur binnen de sector Zorg, Welzijn en Dienstverlening 3. De student kan het belang van doorlopende leerlijnen van vmbo naar mbo benoemen en hier bij het opstellen van lesprogramma's rekening mee houden. 4. De student kan leerwerktrajecten/stages organiseren, leerlingen hierop voorbereiden en ze hierin begeleiden. 5. De Student kan een Programma Toetsing en Afsluiting (PTA) ontwerpen en uitvoeren. 6. De student kan diverse manieren van toetsing analyseren, ontwerpen en afnemen binnen het beroepsonderwijs. 7. De student kan competentiegericht onderwijs vormgeven, uitvoeren/begeleiden en toetsen binnen het beroepsonderwijs. 8. De student kan leerlingen coachen, rekening houdend met de cognitieve en emotionele differentiatie. Kennisbasis De student kan een beschrijving geven van de opbouw en onderwijskundige legitimering van diverse vormen van werkpleksimulatie, (roulerend)practicum en skillslab 2. De student kan simulaties en vaardigheden ontwerpen, uitvoeren en toetsen voor werkplekleren, practicum en skillslab, rekening houdend met de actualiteit van de beroepscontext. 3. De student kan een budget beheren voor praktijklessen 4. De student kan regels van Veiligheid, Hygiëne, ARBO, EHBO, HACCP, e.d. toepassen binnen praktijklokalen en praktijklessen. 5. De student kan de verschillen aangeven met betrekking tot de taken en verantwoordelijkheden van de docent en de onderwijsassistent/ onderwijsondersteuner. Afstandsonderwijs 9

10 Kennisbasis ICT 1. De student kan video- en audiomateriaal digitaal maken en bewerken. In periode 2 worden deze doelen uit de kennisbasis op basisniveau getoetst. Concreet betekent dat: 1. De student kan uitleggen welke verschillende sectoren en leerwegen er binnen het vmbo, van het LWOO en van het Praktijkonderwijs zijn. 2. De student kan uitleggen welke beroepen in de sector Zorg, Welzijn en Dienstverlening voorkomen. 3. De student kan uitleggen welke doorlopende leerlijnen er zijn van vmbo naar mbo. 4. De student kan uitleggen welke plek leerwerktrajecten/stages binnen het vmbo hebben en wat de rol van de docent is om leerlingen hierop voor te bereiden. 5. De Student uitleggen wat het Programma Toetsing en Afsluiting (PTA) inhoudt. 6. De student kan een eenvoudige toets samenstellen op basis van competentiegericht onderwijs (integratie van kennis vaardigheden en attitude). 7. De student kan uitleggen wat de rol van de docent is bij competentiegericht opleiden coachen en begeleiden van leerlingen. 8. De student kan binnen werkpleksimulatie verschillende werkvormen toepassen en de keuze hiervoor verantwoorden. 9. De student kan de verschillen aangeven met betrekking tot de taken en verantwoordelijkheden van de docent en de onderwijsassistent/ onderwijsondersteuner. 10. De student kan een lesplan opstellen vanuit de principes van Samenwerkend Leren. 11. De student kan aan de hand van de SBL competenties een les evalueren van zichzelf en van een medestudent. 12. De student kan de richtvragen van de vijf dimensies van Marzano toepassen in het evalueren een eigen les en die van een medestudent. Ec: 3 Leerwerktaak 1 5,5 Ebbens, S. en Ettekoven, S. (). Effectief Leren: basisboek,. Groningen/Houten: Wolters- Noordhoff Marzano R., Miedema W. (2010). Leren in vijf dimensies, Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs,. Assen: Van Gorcum Afstandsonderwijs 10

11 Vakdidactiek Onderbouw vmbo verzorging EN-GW-VAKD1.A.12 Vakdidactiek 1 - In deze onderwijseenheid maak je kennis met de vakdidactiek die kenmerkend is voor gezondheidszorg en welzijn. De nadruk in deze onderwijseenheid ligt op het vak verzorging in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De nadruk ligt op het zelf uitvoeren van didactische vaardigheden. Je maakt kennis met lesplannen en het opstellen van leerdoelen. Je oefent met leerdoelen, het bedenken van een passende werkvorm en het toetsen en evalueren. Individuele module E-learning code: EN-GW-VAKD1 Titel: Vakdidactiek 1 Kennisbasis De student kan zijn/haar visie op de rol van het vak Verzorging bij waardenontwikkeling beschrijven. 2. De student kan waarden en normen binnen het vak Verzorging bespreekbaar maken. 3. De student kan een beschrijving geven van de maatschappelijke ontwikkelingen rondom het vak Verzorging en het doel van het vak aangeven. 4. De student kan de 4 scenario's en de leergebieden binnen de nieuwe Onderbouw VO beschrijven en aangeven hoe het vak Verzorging daar geïntegreerd kan worden gegeven. 5. De student kan leerstof plannen binnen de leergebieden "Mens en Natuur" en "Mens en Maatschappij". 6. De student kan practica voor Verzorging in de onderbouw organiseren. 7. De student kan diverse toetsvormen, zoals digitale toetsen, praktijktoetsen en theorietoetsen, analyseren, ontwerpen en afnemen voor het vak verzorging binnen de leergebieden "Mens en Natuur" en "Mens en Maatschappij". 8. De student kan de vijf dimensies van Marzano uitleggen en aangeven hoe deze in een les toegepast kunnen worden. 9. De student kan de opbouw van een les indelen aan de hand van het Model van Directe Instructie en OEER Afstandsonderwijs 11

12 In periode 1 worden deze doelen uit de kennisbasis op basisniveau getoetst. Concreet betekent dat 1. De student kan zijn/haar visie op de rol van het vak Verzorging beschrijven. 2. De student kan minimaal 4 waarden en normen binnen het vak Verzorging benoemen en uitleggen. 3. De student kan een beschrijving geven van de maatschappelijke ontwikkelingen rondom het vak Verzorging en en het doel van het vak aangeven. 4. De student kan de 4 scenario's en de leergebieden binnen de nieuwe Onderbouw VO uitleggen. 5. De student kan eenvoudige leerstof plannen binnen in de vorm van een lesplan 6. De student kan uitleggen wat er wordt bedoeld met de leergebieden "Mens en Natuur" en "Mens en Maatschappij". 7. De student kan een eenvoudige practicum opdracht voor verzorging in de onderbouw plannen in de vorm van een lesplan. 8. De student kan ten aanzien van lesplannen vormen benoemen om lesinhouden met leerlingen te evalueren en te toetsen en hierbij voorbeelden geven van procesevaluatie en productevaluatie. 9. De student kan een lesplan opstellen aan de hand van het Model van Directe Instructie en OEER. 10. De student kan de functie van de SBL competenties uitleggen en gedragsindicatoren hiervan toepassen in het evalueren van een eigen les en die van een medestudent. 11. De student kan de richtvragen van de vijf dimensies van Marzano uitleggen en toepassen in het evalueren een eigen les en die van een medestudent. Ec: 3 Voor de klas 1 5,5 Methode vergelijking 1 5,5 Ebbens, S. en Ettekoven, S (). Effectief Leren,. Groningen: Wolters-Noordhoff Marzano, R (2010). Leren in 5 dimensies,. Assen: van Gorcum Afstandsonderwijs 12

13 Leerwerktaak 1: Beroepengids EN-GW-LWTK1A.A.12 Leerwerktaak 1 Beroepengids - Afstandsonderwijs De lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn biedt de studenten in totaal 9 leerwerktaken aan. De leerwerktaken beslaan de verschillende thema s van de opleiding: zorg, welzijn, voeding en facilitair beheer en gezond gedrag. Leerwerktaken worden uitgevoerd in de context van het onderwijs (didactiek) of in de context van het beroep (in een instelling, waarbij de school ook als een instelling kan worden. Studenten krijgen (een beperkte) vrijheid om de leerwerktaken te plannen en invulling te geven op basis van hun eigen mogelijkheden en leervragen in een fase van de studie. De student maakt een planning van leerwerktaken aan de hand van uitgereikte richtlijnen via Blackboard. Als deze planning door de docent is goedgekeurd. ligt deze in principe vast. individuele module E-learning code: EN-GW-LWTK1A Titel: Leerwerktaak 1 De leerwerktaak betreft een keuze uit de thema s zorg,welzijn en facilitaire dienstverlening (kennisbasisthema s 2, 5, 6 en 10). 1. In de leerwerktaak toont de student zijn professionele ontwikkeling door, tijdens de lessen, opgedane inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheden te verbinden met de onderwijspraktijk. 2. De student demonstreert in de praktijk hoe kennis en vaardigheden didactisch worden vertaald naar een concrete werkvorm voor het voortgezet onderwijs. Ec: 1 Leerwerktaak 1 5,5 Afstandsonderwijs 13

14 Leerwerktaak 2: Aanvulling op een methode EN-GW-LWTK2A.A.12 Leerwerktaak 2 aanpassing van een methode - Afstandsonderwijs De lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn biedt de studenten in totaal 9 leerwerktaken aan. De leerwerktaken beslaan de verschillende thema s van de opleiding: zorg, welzijn, voeding en facilitair beheer en gezond gedrag. Leerwerktaken worden uitgevoerd in de context van het onderwijs (didactiek) of in de context van het beroep (in een instelling, waarbij de school ook als een instelling kan worden. Studenten krijgen (een beperkte) vrijheid om de leerwerktaken te plannen en invulling te geven op basis van hun eigen mogelijkheden en leervragen in een fase van de studie. De student maakt een planning van leerwerktaken aan de hand van uitgereikte richtlijnen via Blackboard. Als deze planning door de docent is goedgekeurd. ligt deze in principe vast. individuele module E-Learning code: EN-GW-LWTK2A Titel: Leerwerktaak 2 De leerwerktaak betreft een keuze uit de thema s zorg,welzijn en facilitaire dienstverlening (kennisbasisthema s 2, 5, 6 en 10). 1. In leerwerktaak 2 demonstreert de student zijn professionele ontwikkeling door inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheden concreet te verbinden met het toekomstige werkveld van de leerlingen/studenten Zorg en Welzijn. 2. De student toont in de praktijk aan hoe kennis en vaardigheden worden toegepast in het werkveld en maakt een terugkoppeling naar het onderwijs. Ec: 3 Leerwerktaak 1 5,5 Afstandsonderwijs 14

15 Anatomie EN-GW-ANAT.A.12 Anatomie - De volgende onderwerpen komen in deze onderwijseenheid aan bod: 1. Cel 2. Motorische stelsel 3. Zenuwstelsel 4. Circulatiestelsel 5. Ademhalingsstelsel 6. Hormonaal stelsel 7. Uitscheidingsstelsel 8. Sensorisch stelsel Individuele zelfstudie module, anatomische modellen en internet e-learning code: EN-GW-ANAT Titel: Anatomie Kennisbasis De student kan basisprincipes van natuurwetenschappen uitleggen in relatie tot anatomie, fysiologie, pathologie en facilitaire dienstverlening. Pathologie en facilitaire dienstverlening komen bij andere onderwijseenheden aan bod. Kennisbasis De student kan de belangrijkste aspecten van de anatomie en fysiologie van de mens beschrijven en kan deze kennis uitleggen aan de hand van concrete voorbeelden. Het betreft de volgende aspecten:celleer, houding en beweging skelet en spieren), huid, zintuigen en zenuwstelsel, hormoonstelsel, ademhaling en transport (bloedsomloop), hart, spijsvertering, stofwisseling, uitscheiding, regulatie, nieren en urinewegen, voortplanting, erfelijkheid, zwangerschap en bevalling. Voortplanting, erfelijkheid, zwangerschap en bevalling komen bij een andere onderwijseenheid aan bod. 2. De student kan de bouw en werking van organen uitleggen met gebruikmaking van biologische modellen. Ec: 4 Tentamen 1 5,5 L. Gregoire, A. Van Straaten-Huygen, R. Trompert (2007). Anatomie en fysiologie van de mens, 3e. Utrecht/Zutphen: Thieme Meulenhoff Afstandsonderwijs 15

16 Communicatie EN-GW-COMM.A.12 Communicatie - Niet communiceren bestaat niet. Communiceren doet iedereen, maar wat moet je kunnen en kennen om als professional te communiceren met cliënten of patiënten. In deze onderwijseenheid leer je bewust gebruik te maken van communicatieve vaardigheden. Centraal staat hierbij het één op één gesprek. Later in het curriculum komen de groepsdynamische vaardigheden aan bod. In de lessen ligt de nadruk op het eigen maken van de communicatieve vaardigheden, want communiceren moet je vooral doen. Individuele module Beeld- en geluidapparatuur om gesprekken op te nemen e-learning practicum code: EN-GW-COMM Titel: Communicatie Kennisbasis De student kan de functie uitleggen van minimaal de volgende gesprekstechnieken: verbale en non-verbale communicatie, luisteren, vragen stellen, samenvatten, concretiseren, reflecteren en kan deze vaardigheden demonstreren rekening houdend met diverse doelgroepen (jongeren, ouderen, sociale, culturele en religieuze groeperingen, mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking). 2. De student kan de volgende gespreksmodellen nader toelichten op functie en opbouw: interview, anamnese, onderhandeling, reflectie, coaching, slechtnieuwsgesprek. 3. De student kan uitleggen wat de achterliggende theorieën inhouden rond communicatie. 4. De student kan specifieke (interculturele) communicatie gericht op de in het werkveld voorkomende cliëntengroepen toelichten en demonstreren. Kennisbasis De student kan de consequenties van o.a. beroepsgeheim, privacy, geven en ontvangen van feedback, weerbaarheid, omgaan met diversiteit, methodisch, agogisch en evidence based handelen uitleggen voor het professioneel functioneren. Overige leerdoelen 1. De student kan logische niveaus in communicatie analyseren en toepassen in laag complexe context. 2. De student kan een activerende leeromgeving bieden aan leerlingen rond het thema communicatie. Ec: 3 Vaardigheidstoets 1 5,5 Verslag 1 5,5 (). Reader Communicatieve Vaardigheden,. : Molen, H. van der (2005). Gespreksvoering, basisvaardigheden en gespreksmodellen, 2. Groningen: Noordhoff Afstandsonderwijs 16

17 Verpleegkundige vaardigheden EN-GW-VPKV.A.12 Verpleegkundige vaardigheden - Afstandsonderwijs In deze onderwijseenheid staan de vaardigheden centraal die noodzakelijk zijn voor de hulp aan zorgvragers in een professionele situatie. In de rol van kraamverzorgende gaat een baby in bad en in de rol van hulpverlener wordt een zorgvrager geholpen bij het wassen, aankleden tillen en verplaatsen. Daarnaast wordt weer een andere zorgvrager geholpen met bewegen door gebruik te maken van diverse loophulpmiddelen. Een ander belangrijk onderdeel is geven van eerste hulp als de situatie daarom vraagt. Netwerk module Alle middelen en materialen die noodzakelijk zijn voor het aanleren van de volgende vaardigheden: Persoonlijke hygiëne bij baby s en volwassenen, bewegen met behulp van loophulpmiddelen en het uitvoeren van eerst hulp bij ongelukken. Alle middelen en materialen die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van een verpleegkundige demonstratie zijn aanwezig. E learning Practicum Zeer slecht t/m Uitmuntend code: EN-GW-VPKV Titel: Verpleegkundige vaardigheden Kennisbasis De student kan wet en regelgeving met betrekking tot veiligheid, hygiëne, ergonomie en milieu uitleggen en toepassen binnen de beroepssituatie. Kennisbasis De student kan hygiënische maatregelen ten aanzien van de zorg voor zichzelf bij diverse beroepssituaties in de gezondheidszorg en welzijn benoemen en uitleggen. Kennisbasis De student kan de basishandelingen van EHBO demonstreren (aanleggen van verbanden, stabiele zijligging en verplaatsen) en de theoretische achtergronden van deze handelingen verklaren. 2. De student kan de basisprincipes van het basic life support (reanimatie, AED) benoemen en toepassen. Kennisbasis De student kan de meest elementaire verpleegkundige handelingen en zorgvaardigheden demonstreren bij diverse doelgroepen en de theoretische achtergronden van deze handelingen verklaren, zoals ADL en tiltechnieken. Ec: 3 Vaardigheidstoets 1 5,5 Zeer slecht t/m Uitmuntend (2006). Lichaamsbeweging,. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (). Het Oranje Kruisboekje, 25e. : (2005). Lichaamshouding,. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (2006). Persoonlijke Hygiëne,. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Afstandsonderwijs 17

18 Gezond gedrag EN-GW-GEZG.A.12 Gezond gedrag - AL Gezondheid wordt in Nederland hoog gewaardeerd, maar wat is gezondheid eigenlijk en hoe gezond leven we? Binnen deze onderwijseenheid ga je je hierin verdiepen. Wat is jouw visie op gezondheid en hoe gezond leef je zelf? Ook ga je je een beeld vormen van de invloed van de leefstijl van jongeren op hun gezondheid. Aan de orde komen de leefstijlonderwerpen seksualiteit (relaties, veilig vrijen, seksuele weerbaarheid), genotmiddelen (alcohol, tabak, cannabis, opiaten, XTC, ecodrugs). individuele module e-learning code: EN-GW-GEZG Titel: Gezond gedrag Kennisbasis 8.1 t/m De student kan gezondheid en gezondheidsproblemen verklaren aan de hand van theoretische modellen zoals het model van Lalonde. 2. De student kan uitleggen wat de rol is van de media en andere sociale beïnvloedingsprocessen bij jongeren ten aanzien van persoonlijke verzorging, seksualiteit, genotmiddelen, voeding, consumentengedrag en tijd en geldbesteding. 3. De student kan aangeven wat de werking, de effecten (risico's) en de hulpverleningsmogelijkheden zijn bij genotmiddelen zoals bijvoorbeeld: tabak, alcohol, cannabis, opiaten, ecodrugs en XTC. 4. De student kan de seksuele en relationele ontwikkeling van jongeren benoemen, aandachtspunten benoemen ten aanzien van seksuele en reproductieve gezondheid, risicogedrag verklaren en hulpverleningsmogelijkheden in kaart brengen. Kennisbasis 9.1 t/m De student kan zes visies op gezondheid benoemen en uitleggen: klassieke, sociologische, biologische, psychologische, humane, gezonde bestaan. 2. De student kan verschillende vormen van collectieve en individuele ziektepreventie en gezondheidsbevordering (primair, secundair en tertiair) uitleggen. Ec: 3 Opdracht 1 5,5 Tentamen 1 5,5 Kerssemakers, R., Meerten, R. van, Noorlander, E. Vervaecke, H (2008). Drugs en alcohol, gebruik, misbruik en verslaving,. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Mouthaan, I. Ohlrichs (2011). Over seks gesproken, Handleiding seksuele en relationele vorming voor lerarenopleidingen,. : Rutgers WPF Artikelen op BlackBoard Sassen (2010). Gezondheidsvoorlichting en preventie voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten,. Maarssen: Elsevier Afstandsonderwijs 18

19 en EN-GW-DOEL.A.12 en - In deze onderwijseenheid staat het werkveld van welzijn en een klein deel gezondheidszorg centraal. Dit zijn werkgebieden waar de leerlingen van de docent G en W mee te maken krijgt. Er komen doelgroepen aan bod die extra (institutionele) ondersteuning nodig hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen en/of bescherming nodig hebben en/of maatschappelijk afwijkend gedrag vertonen. Naast deze doelgroepen is aandacht voor fasen in rouw en aandacht voor de dood. De volgende doelgroepen komen specifiek aan bod: 1. mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, 2. jongeren met maatschappelijk afwijkend gedrag, 3. daklozen, 4. mensen met een ernstige verslaving 5. mensen met dementie. Er is verdieping in hulpverleningsinstanties en begeleidingsvormen voor deze doelgroepen. individuele module E-learning code: EN-GW-DOEL Titel: en Vanuit de kennisbasis: 4.5. Adolescent Vroeg volwassene jaar 4.7 Middelbaar volwassene Ouderen > 65 jaar 4.9 Hoog bejaard > Mensen met een beperking Rekening houdend met diversiteit (cultuur, religie, sociale gelaagdheid, seksuele voorkeur, sekse, etniciteit) 1. De student kan ten aanzien van de doelgroepen 4.5 t/m 4.10, (4,1-4,4 komt bij andere onderwijseenheden aanbod) groei, ontwikkeling, lichamelijke en psychische kenmerken, sociale aspecten, medische aspecten en opvoedingsaspecten beschrijven. 2. De student kan uitleggen wat de functie is van hulpverleningsmogelijkheden, (beschermende) woonvormen en voorzieningen voor de doelgroepen 4.5 t/m 4.10, (4,1-4,4 komt bij andere onderwijseenheden aanbod) zoals: centra voor jeugd en gezin, thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen, Leger des Heils, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk, blijf-vanmijn-lijf huizen en begeleid wonen. 3. De student kan onderscheid maken in de belangrijkste lichamelijke en psychische kenmerken van de mens in de verschillende levensfasen. 4. De student kan begrippen zoals werk, stress, levenscrises, menopauze omschrijven en de relatie tussen deze begrippen verklaren 5. De student kan ten aanzien van ziekte, dood en rouw verwerkingsprocessen beschrijven 4.12: Activiteiten begeleiding 1. De student kan diverse vormen van activiteitenbegeleiding benoemen voor de doelgroepen. Ec: 3 Afstandsonderwijs 19

20 Portfolio 1 5,5 Bassant, J. (2010). Mensenwerk, 1. Bussum: Coutinho Afstandsonderwijs 20

21 Chemie en rekenen EN-GW-CHEM.A.12 Chemie en rekenen - Basisprincipes natuurwetenschappen (periodiek systeem, mengsels, verbindingen, organische chemie, ph, stroomgeleiding, warmte, energie) in relatie tot praktische toepassingen (voedingswaarde, schoonmaakmiddelen, textiel, processen in het lichaam, et cetera) Rekenvaardigheden gebaseerd op het referentieniveau rekenen: 1. getallen (schrijfwijze, symbolen, relateren aan situaties, vergelijken, berekeningen maken, schatten en afronden) 2. verhoudingen (breuken, procenten, samengestelde grootheden, berekenen van verhoudingen) 3. meetkunde (maten voor lengte, oppervlakte, inhoud, meetinstrumenten, aflezen van meetschalen, metingen uitvoeren, juiste maten kiezen) 4. verbanden (lezen, tekenen en beschrijven van figuren en grafieken, formules kunnen gebruiken) individuele module e-learning code: EN-GW-CHEM Titel: Chemie en rekenen Kennisbasis 5.1 en De student kan basisprincipes van natuurwetenschappen uitleggen in relatie tot anatomie, fysiologie, pathologie, facilitaire dienstverlening, de verwerking van voedsel in het menselijk lichaam en de relatie tussen voeding en gezondheid. 2. De student kan nauwkeurige berekeningen maken m.b.t. verpleegkundige zorg en voedingswaarde. Ec: 3 Schriftelijke toets 1 5,5 Geerling, J., Hartog-Philippa, S., Verkerk, H., Kemme, S. (2008). Basisvaardigheden rekenen,. Groningen: Noordhoff Vermaat, JH; Weijerink, JJH (2010). Basischemie. Introductiecursus voor studenten in het beroepsonderwijs, 6. Dwingeloo: Kavanah Afstandsonderwijs 21

22 Ontwikkelingen in de G&W-sector EN-GW-ONTW.A.12 Ontwikkelingen in de gezondheidszorg- en welzijnssector - Afstandsonderwijs Nederland kent een complex stelsel van voorzieningen in de gezondheidszorg en de welzijnssector. In deze onderwijseenheid wordt dieper ingegaan op het stelsel. Nederland wordt in de context van de Europese Unie geplaatst. Ook worden de mondiale invloeden op Nederland besproken. De rol van de overheid, wet- en regelgeving voor zorgvragers en hulpverleners passeren de revue. Op basis van maatschappelijke relevantie, demografische ontwikkelingen, betaalbaarheid enzovoorts worden met behulp van de actualiteit, knelpunten in de gezondheidszorg en welzijnssector nader bekeken. netwerkmodule E Learning code: EN-GW-ONTW Titel: Ontwikkelingen in de gezondheidszorg en welzijnssector Kennisbasis 2.1. Gezondheidszorg en Welzijn in Nederland 1. De student kan de historische ontwikkelingen van de gezondheidszorg en welzijnszorg in Nederland uitleggen. 2. De student kan aangeven welke vormen van zorg er in Nederland zijn en wat de taken en doelen zijn van de verschillende gezondheidszorg en welzijnsorganisaties. Kennisbasis 2.2. Internationale gezondheidszorg en welzijn 1. De student kan aangeven wat de invloed is van globalisering op de gezondheidszorg en welzijnszorg in Nederland. Kennisbasis 2.3. Organisaties, beleidsterreinen en beleidsmakers 1. De student kan regionale, landelijke, Europese (E.U.) en mondiale (WHO) gezondheidsorganisaties, welzijnsorganisaties en belangenorganisaties (sociale kaart) benoemen en uitleggen wat hun taak is. 2. De student kan uitleggen wat er wordt bedoeld met formele en informele zorg en hulpverlening. Kennisbasis 2.4. Overheid en wetgeving 1. De student kan o.a. de volgende wet- en regelgeving toelichten: algemeen recht, gezondheidsrecht, zorgverzekeringswet, WMO en jeugdrecht, arbeidsrecht. Kennisbasis 2.5. Knelpunten 1. De student kan actuele knelpunten in de gezondheidszorg en welzijnszorg benoemen zoals: toegankelijkheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, vergrijzing/dubbele vergrijzing (demografische evolutie; 50/50/50 regel), medicalisering, diversiteit, verschuiving van tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg. Kennisbasis 3.3. Visieontwikkeling 1. De student kan beargumenteerd zijn mensvisie verwoorden, zijn visie geven op zorg, welzijn en dienstverlening en deze doorvertalen naar concreet handelen. Ec: 3 Afstandsonderwijs 22

23 Eindopdracht 1 5,5 Tentamen 1 5,5 Boot (2010). Organisatie van de gezondheidszorg.,. Assen: van Gorcum Afstandsonderwijs 23

24 Ontwikkeling van het kind EN-GW-KIND.A.12 Ontwikkeling van het kind - AL De student: 1. Legt de anatomische en fysiologische processen van: voortplanting, erfelijkheid, zwangerschap en bevalling 2. Beschrijft hoe de normale ontwikkeling van kinderen plaatsvindt door per ontwikkelingsfase te benoemen wat de belangrijkste kenmerken van onderstaande ontwikkelingsgebieden zijn a. Biologische ontwikkeling/ Motorische ontwikkeling b. Cognitieve ontwikkeling c. Taalontwikkeling d. Emotionele en sociale ontwikkeling e. Spelontwikkeling 3. Omschrijft per ontwikkelingsgebied hoe de ontwikkeling ondersteund kan worden 4. Verklaart gedrag van een kind met verschillende ontwikkelingstheorieën. 5. Benoemt en beargumenteert per ontwikkelingsgebied in welke ontwikkelingsfase een persoon zit aan de hand van een observatie 6. Benoemt de sociale kaart en hanteert het begrip voor kinderopvang van baby tot en met puber Netwerk module Digitale media e-learning code: EN-GW-KIND Titel: Ontwikkeling van het kind en: Kennisbasis 4.1 Zuigeling jaar Kennisbasis 4.2.Peuter 1.5 tot 3 jaar Kennisbasis 4.3. Kleuter 4-6 jaar Kennisbasis 4.4. Basisschool 6-12 jaar Kennisbasis 4.5. Adolescent De student kan ten aanzien van de doelgroepen (4.1 t/m 4.5) groei, ontwikkeling, lichamelijke en psychische kenmerken, sociale aspecten, medische aspecten en opvoedingsaspecten beschrijven. 2. De student kan uitleggen wat de functie is van hulpverleningsmogelijkheden en voorzieningen voor de doelgroepen (4.1t/m 4.5) zoals: het consultatiebureau, de schoolarts, kinderopvang, centra voor jeugd en gezin. 3. De student kan onderscheid maken in de belangrijkste lichamelijke en psychische kenmerken van de mens in de verschillende levensfasen (4.1 t/m 4.5). Kennisbasis4.12. Activiteitenbegeleiding 1. De student kan diverse vormen van activiteitenbegeleiding benoemen voor de doelgroepen (4.1 t/m 4.5). Afstandsonderwijs 24

25 Kennisbasis De student kan de belangrijkste aspecten van de anatomie en fysiologie van de mens beschrijven en kan deze kennis uitleggen aan de hand van concrete voorbeelden. Het betreft de volgende aspecten:celleer, houding en beweging (skelet en spieren), huid, zintuigen en zenuwstelsel, hormoonstelsel, ademhaling en transport (bloedsomloop), hart, spijsvertering, stofwisseling, uitscheiding, regulatie, nieren en urinewegen, voortplanting, erfelijkheid, zwangerschap en bevalling. celleer, houding en beweging (skelet en spieren), huid, zintuigen en zenuwstelsel, hormoonstelsel, ademhaling en transport (bloedsomloop), hart, spijsvertering, stofwisseling, uitscheiding, regulatie, nieren en urinewegen komen in een andere onderwijseenheid aan bod. 2. De student kan de belangrijkste aspecten van de anatomie en fysiologie van de mens beschrijven en kan deze kennis uitleggen aan de hand van concrete voorbeelden. Het betreft de volgende aspecten: voortplanting, erfelijkheid, zwangerschap en bevalling. Nadere specificering van de doelen van de kennisbasis: 1. De student beschrijft hoe de normale ontwikkeling van kinderen plaatsvindt door per ontwikkelingsfase te benoemen wat de belangrijkste kenmerken van onderstaande ontwikkelingsgebieden zijn: a. Biologische ontwikkeling/ Motorische ontwikkeling b. Cognitieve ontwikkeling c. Taalontwikkeling d. Emotionele en sociale ontwikkeling e. Spelontwikkeling 2. De student omschrijft per ontwikkelingsgebied hoe de ontwikkeling ondersteund kan worden 3. De student verklaart gedrag van een kind met verschillende 4. ontwikkelingstheorieën. 5. De student benoemt en beargumenteert per ontwikkelingsgebied in welke ontwikkelingsfase een persoon zit aan de hand van een observatie. 6. De student benoemt de sociale kaart en hanteert het begrip voor kinderopvang van baby tot en met puber NB. De student houdt bij alle hierboven genoemde doelen rekening met diversiteit (cultuur, religie, sociale gelaagdheid, seksuele voorkeur, sekse, etniciteit etc.) Ec: 3 Verslag 1 5,5 Tentamen 1 5,5 F. Verhulst (2008). De ontwikkeling van het kind, 9de druk. : Koninklijke van Gorcum Afstandsonderwijs 25

26 Restaurant EN-GW-REST.A.12 Restaurant Afstandsonderwijs Het eerste deel van de onderwijseenheid speelt zich af in de thuiszorg. De theorie gaat over voeding, levensmiddelenleer en hygiëne eisen rondom voeding en huishouding. Aan de orde komen voedingsleer en product- en materialen kennis. Bij de huishouding betreft het met name schoonmaak en textiel. In de praktijkuren zijn de basisvaardigheden ten aanzien van koken en huishouding aan de orde. De attitude wordt gekenmerkt door professionaliteit bij de uitvoering van de kook- en huishoudelijke vaardigheden. Het professionele kader wordt gekenmerkt door rekening te houden met de arbowet en ergonomie, daarnaast de hygiëne, milieu en de toepassing van alle kennis in de praktijk. In het tweede deel van de onderwijseenheid wordt een overstap gemaakt naar het restaurant en het koken met een groep leerlingen. Vanuit deze context worden andere vaardigheden aangeleerd. Het betreft onder andere het poleren, serveren en menukaart samenstellen. Het voorbereiden, uitvoeren en afronden van een compleet samengesteld menu voor een groep mensen met een groep mensen staat centraal. Individuele module In lokaal A 023 zijn alle benodigde middelen en materialen. Verse producten worden door de studenten ingekocht. Inkoop en budgettering is een onderdeel van de les. Studenten kunnen ook in de context de (stage)school de Proeve van bekwaamheid willen afronden e-learning code: EN-GW-REST Titel: Restaurant 6.2. Hygiëneleer 1. De student kan hygiënische maatregelen ten aanzien van de zorg voor zichzelf bij diverse beroepssituaties in de gezondheidszorg en welzijn benoemen en uitleggen Huishoudelijke zorg 1. De student kan de meest elementaire schoonmaakvaardigheden in groot- en kleinhuishouding op juiste wijze demonstreren en de theoretische achtergronden van deze handelingen verklaren. 2. De student kan de meest elementaire vaardigheden op het gebied van textielverzorging op juiste wijze demonstreren en de theoretische achtergronden van deze handelingen verklaren. 3. De student kan de meest voorkomende was- en schoonmaakmiddelen beschrijven en hun werking verklaren. 4. De student kan de meest voorkomende huishoudelijke schoonmaak- en wasapparatuur op juiste wijze bedienen en de werking van deze apparatuur uitleggen. 5. De student kan van de meest voorkomende textielsoorten de eigenschappen beschrijven en uitleggen hoe deze te gebruiken, te behandelen en te reinigen Basisprincipes natuurwetenschappen 1. De student kan de basisprincipes van de natuurwetenschappen uitleggen die nodig zijn voor de verwerking van de voeding in het menselijk lichaam en die nodig zijn om de relatie tussen voeding en gezondheid te kunnen begrijpen. Afstandsonderwijs 26

27 7.2. Basisprincipes microbiologie 1. De student kan de indeling van micro-organismen beschrijven en groeifactoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van micro-organismen benoemen. 2. De student kan fermentatieprocessen en conservering van levensmiddelen uitleggen Voedingsleer 1. De student kan de fysiologische processen m.b.t. de verwerking van voedsel in het menselijk lichaam beschrijven. 2. De student kan m.b.v. de adviezen van de Gezondheidsraad aanbevelingen geven ten aanzien de hoeveelheden energie en voedingsstoffen. 3. De student kan een evenwichtig voedselpakket samenstellen aan de hand van de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum en rekening houdend met de verschillende doelgroepen (zie thema 4.) 4. De student kan de factoren benoemen die invloed hebben op de voedselkeuze Levensmiddelenleer 1. De student kan levensmiddelen oordeelkundig inkopen, bewaren en verwerken/toepassen 2. De student kan het productieproces, en de herkomst van levensmiddelen beschrijven. 3. De student kan de regels rondom levensmiddelenwetgeving (nationaal en Europees), levensmiddelenetikettering en de controle hierop omschrijven. 4. De student kan de belangrijkste gevaren rondom voedselveiligheid noemen: microbiologisch, chemisch en fysisch Bereidingstechnieken en receptenleer 1. De student kan voedingsmenu's en receptuur van (multiculturele) gerechten beoordelen, aanpassen en opstellen aan de hand van de regels van de receptenleer. 2. De student kan de meest gangbare basistechnieken op gebied van de voedselbereiding uitvoeren en demonstreren. 3. De student kan bij een voedingspracticum een werkplanning maken en taken verdelen. 4. De student kan de voorraad beheren en de inkoop organiseren op gebied van de voedselbereiding. 5. De student kan verschillende manieren van tafels opdekken beschrijven en uitvoeren. 6. De student kan de verschillende serveermethoden beschrijven en uitvoeren Textiel/linnenbeheer 1. De student kan de textielcyclus binnen een instelling beschrijven en verklaren. Daarbij komen aan de orde: soorten linnen, logistiek, bewassing, voorraadbeheer en kwaliteitszorg Schoonmaakdiensten 1. De student kan de organisatie van de schoonmaakdienst in instellingen uitleggen. 2. De student kan een aantal schoonmaakmethoden uitleggen. Hierbij komen aan de orde: schoonmaakmiddelen, kwaliteitszorg en milieuaspecten, werkvolgorde, instructies Methoden en middelen 1. De student kan de meest voorkomende schoonmaaktechnieken demonstreren, waarbij hij/zij professionele schoonmaakapparaten op juiste wijze bedient. Ec: 6 Kennistoets Voeding 1 5,5 Stagedag thuiszorg 0 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Voorbereiding Proeve 0 5,5 Kennistoets 1 5,5 Proeve van bekwaamheid 2 5,5 Afstandsonderwijs 27

28 Hartman, E. (2006). Mens en voeding,. Baarn: HBuitgevers Ormel, A., & van de Wiel, A. (2010). NU Zorg Zorg voor de huishouding,. Groningen: Noordhoff Uitgevers bv Schlötjes-Belle, H., Buisman, M., & Willems, D. (2007). Stof genoeg.,. Utrecht: Vilans Sprenger, R (2007). Hygiëne voor management,. Baarn: HBuitgevers van Eden, J., Gerritsen, W., Visser, T., & van de zedde, A (1997). Receptenleer,. Baarm: HBuitgevers Afstandsonderwijs 28