Oefenopgaven Schoolexamen 1 Scheikunde 6 VWO 1/5

Transcriptie

1 Ofnopgavn Schoolxamn 1 Schikun 6 VWO 1/5 Hoofstuk 10 nrgi n vnwicht 1 Eén van ractis i plaatsvint in n zwavlzuurfabrik, is racti tussn zwavlioxi n zuurstof uit lucht. Hirbij wort zwavltrioxi gvorm. All ri stoffn zijn gassn. Dz omztting is n vnwichtsracti. a Gf ractivrglijking mt als bginstoffn zwavlioxi n zuurstof. b Gf vnwichtsvoorwaar. D vnwichtsconstant hft onr omstanighn waarbij ht vnwicht zich in ractor instlt n waar van 3, Bij analys van n gasmngsl at uit ractor komt vint mn volgn samnstlling: 3,1 volumprocnt SO 2 (g); 7,3 volumprocnt SO 3 (g); 6,7 volumprocnt O 2 (g). Bij hrsn ractiomstanighn glt at één mol gas n volum hft van 20,8 m 3. Mt bhulp van z ggvns kun j brknn at zich in ractor gn vnwicht hft ingstl. c Laat mt n brkning zin at zich in ractor nog gn vnwicht hft ingstl. Dat ht vnwicht zich nog nit hft kunnn instlln komt, omat ht gasmngsl nit lang gnog in ractor is gwst. Zonr vrblijftij van ht gasmngsl in ractor t vranrn kan mn rvoor zorgn at ht vnwicht zich wl in ractor kan instlln. Mn mot an n aantal maatrgln nmn. Nom tw van moglijk maatrgln i kunnn bijragn tot n snllr vnwichtsinstlling. Gf voor i maatrgln ook aan ho ht komt at ht vnwicht zich snllr instlt. 2 In uitlaat van n auto komt ht gas stikstofmonooxi voor. Dit gas ontstaat oorat stikstof n zuurstof uit lucht in ht motor n uitlaat mt lkaar ragrn. Hirbij stlt zich n vnwicht in. a Gf ractivrglijking voor it vnwicht. b Gf vnwichtsvoorwaar. Uit ggvns in tabl 51 van Binas is af t lin wlk racti van it vnwicht oor vrhogn van tmpratuur in ht voorl is, us wlk racti nothrm is: racti waarbij stikstofmonooxi ontstaat of juist racti waarbij stikstofmonooxi ontlt. c Lg aan han van ggvns uit tabl 51 uit wlk van hirbovn gnom ractis nothrm is. Tun bwrt at j bij glijkblijvn tmpratuur hovlhi stikstofmonooxi in ht vnwichtsmngsl kunt vrlagn oor ht vnwichtsmngsl samn t prsn. Lg mt bhulp van vnwichtsvoorwaar uit of Tun glijk hft. Door gbruik t makn van n katalysator in uitlaat van auto probrt mn ht gvorm stikstofmonooxi wr t ontln. Lg mt bhulp van n nrgiiagram uit ho n katalysator z ontling kan vrsnlln. 3 Brkn hovlhi opglost zout (in gram) in 1 litr watr van: a. Zilvrchlori b. Zilvrsulfi

2 Ofnopgavn Schoolxamn 1 Schikun 6 VWO 2/5 4 Er kan maximaal 11,7 mg Mg(OH) 2 in 100 ml watr oplossn. Brkn ht oplosbaarhisprouct n brkn ph van vrkrgn oplossing. 5 a. Ht oplosbaarhisprouct van Mg(OH) 2 is 5, Hovl mg Mg(OH) 2 lost r op in 1 litr watr? b. Hovl mg Mg(OH) 2 lost r op als r rs mol Ba(OH) 2 in ht watr (1L) is opglost. 6 Ontstaat r n nrslag als ik oplossing 1 n 2 bij lkaar vog? Oplossing 1: 0,10 mol Pb(NO 3 ) 2 in 2 litr watr Oplossing 2: 0,20 mol NaCl in 3 litr watr. Hoofstuk 11 Zuur-bas ractis VWO 5 Gf racti als volgn stoffn bij lkaar gvog worn: 7 En ovrmaat vrun salptrzuur oplossing tovogn aan vast natriumoxalaat 8 Zwavlzuur oplossing tovogn aan n natriummonowatrstoffosfaat oplossing 9 Azijnzuur oplossing tovogn aan baritwatr 10 n ovrmaat zoutzuur tovogn aan vast calciumfosfaat 11 n ovrmaat blauwzuur tovogn aan n natriumcarbonaat oplossing 12 natronloog tovogn aan n mirzuur oplossing 13 n ovrmaat vrun salptrzuur oplossing tovogn aan n kaliummonowatrstofsulfit oplossing 14 n ovrmaat watrstoffluori oplossing tovogn aan n natriumchromaat oplossing 15 kaliloog tovogn aan n prchroomzuur oplossing(h 2 CrO 4 (aq)). 16 Koolzuurgas tovogn aan kalkwatr waarbij n trobl vloistof ontstaat. 17. Vl tanpasta's bvattn baking soa ofwl natriumwatrstofcarbonaat. Na snopn hbbn j tann last van n zuuraanval. Door t potsn mt z tanpasta kun j i zuuraanval tgngaan. a Wlk ionn komn in j monholt voor bij n zognaam zuuraanval? b Lg uit waarom ht potsn mt tanpasta mt natriumwatrstofcarbonaat z zuuraanval tgngaat. c Gf vrglijking van racti waarbij zuuraanval wort bstrn. 18 Van n onbkn zwakk bas wort 0,15 mol opglost tot 1,00 litr oplossing. Van z oplossing wort ph gmtn; z is 8,20. Brkn K b van opglost bas. 19 Watrstoffluori is n zwak zuur. a Wat vrstaat mn onr n zwak zuur? b Gf vnwichtsvoorwaar voor HF n zok waar van K z op in tabl 49. c Brkn ph van n 0,14 M watrstoffluori-oplossing. Mt z watrstoffluori-oplossing wort n prof gaan. W vrglijkn ractisnlhi van n HF oplossing mt n oplossing van vitamin C. Vitamin C is ascorbinzuur, n zuur at w zulln voorstlln mt HX. W nmn van bi zurn één litr 0,14 molair oplossing n latn at ragrn mt n oplossing van soa (natriumcarbonaat). Er ontstaat koolstofioxi. Bij z

3 Ofnopgavn Schoolxamn 1 Schikun 6 VWO 3/5 prof mag j aannmn, at ht zuur in zijn ghl mt natriumcarbonaatoplossing ragrt. Dit gas wort opgvangn. W mtn snlhi waarm ht gas ontstaat oor hovlhi vrkrgn CO 2 (g) in n iagram uit t zttn tgn tij. f Bij racti van watrstoffluori mt soa ontstaat uitinlijk 1,6 m 3 koolstofioxi. Gf in n ractivrglijking wr ho n watrstoffluori-oplossing bij z prof mt n soa-oplossing ragrt. Lg uit of uit gbruikt oplossing van vitamin C n soa mr, vnvl of minr CO 2 (g) ontstaat. Lg aan han van ht iagram uit of j n uitspraak kunt on wlk van z tw zurn ht strkst is. Hoofstuk 13 roxractis 20 Gf mt bhulp van halfractis vrglijkingn van volgn ractis. a zwavlioxigas wort gli in joowatr b ijzr wort ovrgotn mt n ovrmaat gconcntrr salptrzuur c n kaliumjoi-oplossing wort togvog aan n aangzuur oplossing van f g h I J kaliumichromaat, K 2 Cr 2 O 7 Kaliumprmanganaat (basisch oplossing) mt natriumsulfi oplossing tin(ii)chlori oplossing mt natriumsulfit oplossing kaliumichromaatoplossing mt natriumthiosulfaat (zuur miliu) oplossing zilvrnitraatoplossing mt ijzrkorrls Bruinstn mt Tin(II)joi oplossing Ozon mt zwavlioxi (zuurmiliu) kaliumprmanganaat (basisch oplossing) mt tin(ii)joi oplossing

4 Ofnopgavn Schoolxamn 1 Schikun 6 VWO 4/5 Voor schikun 2: 21 Gf lktrolys van: 1) oplossing van zilvrnitraat aan goulktro 2) oplossing van zwavlzuur aan koprlktro 3) mn wil n oplossing van zoutzuur lktrolisrn om watrsof n chloorgas t vrkrijgn. Mn hft chtr 1 platina lktro n 1 zinklktro. Op wlk manir mot mn z lktro aansluitn n gf lktro ractis. 4) Mn laat gurn zlf tij in constant stroom vloin oor 3 afzonrlijk oplossingn van rspctivlijk zinkchlori, zinknitraat n natriumsulfaat. Ht lktro matriaal is koolstof. gf all lktro ractis 5) ho vrhoun zich volumina s van gassn i vrijkomn aan vrschilln lktron. 22 Als w watrstofproxi tovogn aan broomwatr vint n racti plaats, i w als volgt kunnn wrgvn. H 2 O 2 (aq) + Br 2 (aq) O 2 (g) + 2 H + (aq) + 2 Br (aq) a b c Lg uit of watrstofproxi bij z roxracti oxiator of ructor is. Gf vrglijkingn van halfractis waaruit bovnstaan roxracti is afgli. Wannr w n aangzuur oplossing van kaliumprmanganaat, KMnO 4, tovogn aan n oplossing van watrstofproxi, vint ook n roxracti plaats. Hirbij is watrstofproxi ructor n MnO 4 (aq) in zuur miliu oxiator. D halfractis kun j vinn in tabl 48 van Binas. Gf bi halfractis n li hiruit roxracti af. En aangzuur kaliumprmanganaatoplossing kun j go gbruikn voor n titrati. Er hoft an gn inicator togvog t worn. Lg it uit. Op z wijz kan ht ghalt van n watrstofproxi-oplossing worn bpaal. 25,00 ml watrstofproxi-oplossing blijkt t ragrn mt 18,70 ml 0,0187 M van n aangzuur kaliumprmanganaatoplossing. Brkn molaritit van z watrstofproxi-oplossing. 23 Ht Wstonlmnt is n lktrochmisch cl, i bstaat uit n camiumlktro i zich in n oplossing van camiumsulfaat, CSO 4, bvint n n kwiklktro i zich in vast kwik(i)sulfaat bvint. D camiumlktro is ructor n kwiklktro is oxiator. Als bi lktron mt lkaar worn vrbonn, gaat z cl stroom lvrn. a Gf in n schmatisch tkning van z cl richting van lktronnstroom aan. b Gf vrglijkingn van bi halfractis i tijns stroomlvring plaatsvinn n vrml wlk pool positiv n wlk ngativ is. c Lg mt bhulp van n potntiaaliagram uit wat r mt bronspanning gburt, als oplossing van camiumsulfaat wort vrun.

5 Ofnopgavn Schoolxamn 1 Schikun 6 VWO 5/5 Hoofstuk 15 Zurn n basn 24 En oplossing van 0,50 M NaHCO 3 in watr hft n ph i hogr is an 7. a Lg uit waarom ph van z oplossing hogr is an 7. b Brkn ph van z oplossing. 25 W lossn 0,50 mol HF n 0,25 mol NaF op tot 1,0 litr oplossing. a Lg uit at n buffroplossing is ontstaan. b Brkn ph van z buffroplossing. c Toon oor n brkning aan at tovoging van 9,0 litr watr aan 1,0 litr van z buffroplossing gn invlo hft op ph. 26 Mariann mot n buffroplossing makn mt n ph van 4,2. Zij hft bschikking ovr n oplossing van mirnzuur, HCOOH, n natronloog. Bi oplossingn zijn 0,25 M. a Lg uit at zij oor bi oplossingn t mngn n buffroplossing kan makn. b Brkn hovl ml van bi oplossingn zij mot nmn om 100 ml buffroplossing mt ph = 4,2 t makn. 27 Bnzoëzuur, C 6 H 5 COOH, wort in vruchtnsappn gbruikt als consrvringsmil. Bnzoëzuur is n zwak zuur n kan slchts één H + afsplitsn. In onrstaan tabl is van ht zuur-bas koppl ggvn ho groot vrhouing [C 6 H 5 COO ]: [C 6 H 5 COOH] in vruchtnsappn is bij vrschilln ph-waarn. ph [C 6 H 5 COO ]:[C 6 H 5 COOH] 3,0 1: 10 4,0 1: 1 5,0 10: 1 6,0 100: 1 D wrking van ht bnzoëzuur is ht mst ffctif als ph klinr is an 5. a Lg uit wlk ltj van ht zuur-bas koppl voor consrvrn wrking zorgt. b Lg uit at z oplossing bij ph = 4,0 n btr buffr is an bij ph = 6,0.