Kadernota 2010 Kiezen voor Giessenlanden
2
INHOUDSOPGAVE Blz. 1. Inleiding 5 2. Bestaand beleid 5 3. Nieuwe ontwikkelingen 6 4. Conclusies 7 5. Maatregelen 8 6. Voorstel 9 Bijlagen 11 1. Notitie verdeling opbrengst verkoop woningbedrijf en uitvoering bezuinigingsmotie van maart 2009 2. Totaaloverzicht financieel perspectief 2010 3. Financiële kaders en uitgangspunten begroting 2010 4. Overzicht nieuwe wensen en ontwikkelingen, categorie A en B 5. Indicatie investeringen in gebouwen 6. Indicatie investeringen in projecten 3
4
Hoofdstuk 1. Inleiding Op basis van de Financiële verordening van de gemeente Giessenlanden bieden wij uw raad jaarlijks een kadernota aan, die in de raadsvergadering van juni wordt besproken. In die kadernota worden de kaders en uitgangspunten vastgelegd voor de programmabegroting en de meerjarenbegroting, die in de maand november daaropvolgend door u moeten worden vastgesteld. Ook nu treft u deze kadernota aan, welke dit keer wel een bijzonder karakter heeft. In de nota worden nu immers ook de keuzen voorgelegd voor de besteding van de gelden, die zijn ontstaan uit de verkoop van het woningbedrijf. Deze keuzen hebben vergaande consequenties voor de ontwikkeling van de gemeente op de (middel)lange termijn. Op 2 april 2009 hebben wij met uw raad reeds van gedachten gewisseld over de wijze waarop we met deze gelden kunnen omgaan. In een notitie zijn hiervoor enkele scenario s aan u voorgelegd. Deze notitie is als bijlage 1 nogmaals bij deze kadernota gevoegd. U hebt toen aangegeven dat de volgende 2 scenario s als basisvormen in deze kadernota ter keuze kunnen worden voorgelegd: 1. Gedeeltelijk investeren en het restant vermogen waardevast instandhouden. U zou daarbij kunnen denken aan een verhouding van 30 miljoen als investeringsbedrag en 40 miljoen als gereserveerd vermogen. Een gevolg hiervan is dat een structurele bezuiniging nodig is. 2. Investeren in bestuurskracht en leefbaarheid. Er zijn dan geen structurele bezuinigingen nodig, jaarlijkse exploitatietekorten worden gedekt uit de opbrengst van het woningbedrijf. Bovendien kan een groter bedrag worden geïnvesteerd in het voorzieningenniveau van de gemeente. Er resteert dan slechts een relatief gering bedrag (volgens het gepresenteerde model 10 miljoen) als algemene reserve. Na 2 april hebben wij het financiële beeld verder gecompleteerd en de gevolgen ervan op ons laten inwerken. Ook hebben wij ons standpunt over de toekomst van de gemeente, dat gebaseerd is op uw motie van 8 november 2007, namelijk kiezen voor een zelfstandige gemeente Giessenlanden zwaar laten wegen. Vandaar ook de titel van deze kadernota: Kiezen voor Giessenlanden. Dit vraagt om een solide financieel beleid voor de langere termijn. Als bijlage 2 treft u het perspectief aan van de huidige financiële situatie. In de komende 2 hoofdstukken wordt dit nader uitgelegd. In hoofdstuk 4 trekken wij op grond daarvan conclusies. In hoofdstuk 5 en 6 kondigen wij aan welke maatregelen wij willen treffen en doen wij u tenslotte een voorstel. Hoofdstuk 2. Bestaand beleid De eerste 3 kolommen van bijlage 2 geven het bestaande beleid van de gemeente weer, gecorrigeerd voor recessiegevolgen en niet-beïnvloedbare ontwikkelingen. Het resultaat hiervan is een structureel tekort van 2,2 miljoen. Hieronder geven wij u in het kort een uitleg per kolom. 2a. Kolom 1: bestaand beleid Het bestaand beleid betreft de begroting 2009, bijgesteld volgens de uitgangspunten van bijlage 3. Onder meer inflatiegevolgen zijn hierin meegenomen. De uitkomst is een tekort van ruim 1,4 miljoen. Het grootste deel van dit tekort betreft het structurele exploitatietekort in de gemeentebegroting 2009 van 1.340.700,00 dat gedekt wordt uit de rente opbrengst als gevolg van de verkoop van het woningbedrijf. 2b. Kolom 2: recessiegevolgen De gevolgen van de kredietcrisis hebben wij reeds in onze notitie voor de bijeenkomst van 2 april (parragraaf 2c van bijlage 1) zo goed als mogelijk is ingeschat. Nadien hebben wij hierop een tweetal wijzingen doorgevoerd. Namelijk: - Een lagere tegenvaller van de algemene uitkering uit het gemeentefonds; - Een lager dividend op de aandelen van Eneco. Algemene uitkering. Gemeenten hebben een aanvullend bestuursakkoord gesloten, waarin is overeengekomen om de systematiek van samen de trap op, samen de trap af tijdelijk buiten werking te stellen. Voor 2009 is een reëel accres afgesproken van 4,54% en voor 2010 en 2011 is een reëel accres van nul overeengekomen. Dit houdt in dat de algemene uitkering in 2010 daalt met 288.000,00 en in 2011 met 331.000,00. Als de huidige afspraak ook zou gelden voor de jaren erna dan zou dit een daling van 469.000,00 in 2012 en 534.000,00 in 2014 betekenen. 5
Dit betekent dat wij rekening houden met de volgende recessiegevolgen voor de gemeentelijke exploitatie in 2010. Uitgaven: Toename bijstandskosten 40.000,00 Toename uitvoeringskosten sociale uitkeringen 70.000,00 Inkomsten: Lagere algemene uitkering gemeentefonds 288.000,00 Totaal schatting gevolgen recessie (nadelig) 398.000,00 Naast gevolgen voor de exploitatie heeft de recessie ook gevolgen voor de reservepositie. De rente op de belegging van reserves is namelijk aanzienlijk gedaald. De rente op een 3-maands deposito daalde van ruim 5% in oktober 2008 tot 1,9% per 1 mei 2009. Wij gaan voorlopig uit van een gemiddeld rendement in 2010 van 2,5%. Het gevolg hiervan is een daling van de inkomsten met 1,6 miljoen voor de begroting 2010. Deze tegenvaller hebben wij niet in het bovenstaande overzicht opgenomen, aangezien de rente-inkomsten momenteel niet ten goede komen aan de exploitatie, maar aan de reserve worden toegevoegd. 2c. Kolom 3: raadsvoorstellen juni/juli De begroting 2009 is opgesteld in de zomer van 2008. In de tussenliggende periode dienden zich een aantal ontwikkelingen aan, die doorwerken in de exploitatie. In de eerste berap van 2009 zijn deze deels verwerkt. De grotere afwijkingen hebben wij via separate voorstellen aan u voorgelegd voor de raadsvergaderingen van juni en juli. Een aantal van deze voorstellen werken door in 2010 en volgende jaren. De structurele nadelen zijn: Lagere dividenduitkering Eneco 210.800,00 Lagere opbrengst bouwleges voor woningwetwoningen 41.900,00 Hogere kosten als gevolg van afschaffing WW-premies 60.000,00 Hogere WMO-lasten huishoudelijke hulp (gevolg aanbesteding) 88.000,00 Totaal: 400.700,00 De incidentele nadelen zijn: Ontwikkeling stationsgebied Arkel 231.000,00 Afwikkeling personele aangelegenheden 148.000,00 Totaal: 379.000,00 2d. Vervanging gemeentelijke gebouwen In de opstelling van bijlage 2 is geen rekening gehouden met de vervanging van gemeentelijke gebouwen. Voor de gemeentelijke gebouwen wordt op basis van een meerjarenonderhoudsraming alleen een raming opgenomen voor de technische instandhouding van de huidige gebouwen. Eind 2006 is een inventarisatie gemaakt van de resterende gebruiksduur van de gemeentelijke gebouwen en een zeer globale raming van de vervangingskosten in de vorm van vervangende nieuwbouw op dezelfde locatie. Hierbij is uitgegaan van de vervanging op het moment van het aflopen van de boekhoudkundige technische levensduur. De economische levensduur kan hier echter van afwijken. In bijlage 5 hebben wij op basis van die boekhoudkundige technische levensduur de jaarlasten voor uw raad in een overzicht geplaatst. Met deze uitgaven wordt nog geen rekening gehouden, er wordt ook niet voor gereserveerd. De eerste jaarlasten zouden zich op basis van het genoemde boekhoudkundige uitgangspunt in 2014 aandienen, dus pas na afloop van de meerjarenraming 2010-2013. Hoofdstuk 3. Nieuwe ontwikkelingen Naast de hierboven genoemde tegenvallers op basis van bestaand beleid zijn er ook nog nieuwe zaken die moeten worden opgepakt. Dit houdt enerzijds verband met nieuwe wettelijke verplichtingen en andere ontwikkelingen die op ons afkomen. Anderzijds heeft dit te maken met eigen ambities. Een deel van deze ambities betreft de projecten die op 23 oktober 2008 bij de bespreking van het raadsvoorstel Opbrengst verkoop woningbedrijf aan de orde zijn geweest. Deze projecten zijn, aangevuld met het klantcontactcentrum, de volgende: 6
Project/ voorziening: Investerings- Kap.lasten Toelichting: bedrag: per jaar Herstructurering Oud Arkel ramingen zijn o.b.v. het - infrastructuur 3,4 miljoen n.v.t. voorlopig ontwerp - vervanging Odina 1,7 miljoen 119.000 Tweede ontsluitingsweg Arkel nader te bepalen Sportpark Giessenburg 5,9 miljoen 413.000 eventuele subsidieinkomsten zijn hierbij buiten beschouwing gelaten WoZoCo Giessenburg 1,5 miljoen n.v.t. Klantcontactcentrum 0,5 miljoen 56.000 raming was 650.000,00 o.b.v. een voorlopig ontwerp. Hierop willen wij taakstellend 150.000,00 bezuinigen Vorming volkshuisvestingsfonds 3,5 miljoen n.v.t. bedrag kan variëren naar gelang de wensen van uw raad Opmerkingen bij dit overzicht: In totaal gaat het hier om een investeringsbedrag van 16,5 miljoen. Daarbij is op dit moment afgezien van de tweede ontsluitingsweg in Arkel. Over deze investering is nog weinig bekend, behalve dat het om een aanzienlijk bedrag zal gaan. Bovendien zal deze investering zich pas op langere termijn, als daar al voor gekozen wordt, kunnen voordoen. Van dit investeringsbedrag kan 8,1 miljoen jaarlijks worden afgeschreven. De jaarlast daarvan is dan 588.000,00. Over het restant ad 8,4 miljoen kan niet worden afgeschreven. Het betreft immers investeringen die door derden worden gedaan (de woningbouwcorporatie) of de vorming van een reserve. Dit bedrag moet uit de reserves worden gedekt. Nog niet bekend is wat de verdere gevolgen van deze investeringen voor de jaarlijkse exploitatie zijn. Wij hebben daarom nog geen rekening gehouden met dergelijke kosten. In bijlage 6 zijn deze kosten gefaseerd opgenomen. In kolom 4 van bijlage 2 zijn de kosten van 2010 opgenomen. Naast deze projecten zijn er, zoals wij hierboven reeds hebben aangegeven, nog andere financiële wensen die bij het opmaken van de begroting 2009 nog niet waren voorzien. Na een grondige selectie door ons college zijn de meest urgente wensen opgenomen in bijlage 4. Het betreft hier wensen, die: A. Nodig zijn om aan de wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen; B. Onontkoombaar of onuitstelbaar zijn. Om alle wensen uit deze A/B-categorie te kunnen betalen zijn dekkingsmiddelen nodig voor een bedrag van 778.650,00 structureel en 1.173.000,00 incidenteel. U treft ze aan in de kolom 5 van bijlage 2. De verdeling over categorie A (wettelijk verplicht) en B (onontkoombaar en onuitstelbaar) is daarbij als volgt. De structurele lasten zijn daarbij gesplitst in personeelskosten, die in bijlage 4 met een P zijn aangegeven, en overige kosten. Structureel Structureel Incidenteel Totaal personele uitg. overig Categorie A 0,00 206.900,00 95.000,00 301.900,00 Categorie B 234.400,00 337.350,00 1.078.000,00 1.649.750,00 Totaal 234.400,00 544.250,00 1.173.000,00 1.951.650,00 Hoofdstuk 4. Conclusies Op basis van de in de voorgaande hoofdstukken vermelde informatie is het overzicht van bijlage 2 opgesteld. Als de wettelijk verplichte, onontkoombare en onuitstelbare wensen worden gehonoreerd dan 7
is sprake van een structureel exploitatietekort van ruim 3 miljoen. In 2011/2012 komt daar nog een bedrag bij van: 181.000,00 vanwege de verdere daling van de algemene uitkering (zie paragraaf 2b) 532.000,00 vanwege de investeringen in Odina en sportpark Giessenburg (zie hoofdstuk 3 en bijlage 6) Voor 2012 wordt hierdoor een structureel tekort van 3,75 miljoen verwacht. Als bovendien de in hoofdstuk 3 genoemde projecten worden uitgevoerd is sprake van een behoefte aan 10 miljoen incidentele dekkingsmiddelen. Daar tegenover staat een reserve uit de verkoop van het woningbedrijf van 70 miljoen. Onder meer als gevolg van de economische recessie kan deze reserve niet alle structurele en incidentele tegenvallers dekken. In de laatste kolom van bijlage 2 hebben wij de vertaling van de motie van uw raad om 0,5 miljoen structureel te bezuinigen over de begrotingsprogramma s verdeeld en afgezet tegen de tekorten die zich op die programma s voordoen. Als wij dit geheel overzien, dan komen wij tot de volgende algemene conclusies over de financiële huishouding: I. De gemeente beschikt op dit moment over een aanzienlijke reserve; II. Er is sprake van een groot structureel tekort in de exploitatie; III. De gemeente heeft veel ambities, die leiden tot een flink pakket aan investeringen. Dit vraagt om maatregelen. Voor die maatregelen zijn uitgangspunten nodig. Wij noemen u hiervoor de volgende: A. Giessenlanden kiest ervoor om als gemeente zelfstandig te blijven. Dit impliceert dat de exploitatie binnen een aantal jaren structureel sluitend moet worden. Onder structureel sluitend wordt hier verstaan dat de jaarlijkse exploitatie-inkomsten de jaarlijkse exploitatie-uitgaven meten dekken. De inzet van de reserve opbrengst woningbedrijf mag daarbij alleen worden ingezet voor specifieke projecten. B. Uit de bestuurskrachtmeting van 2005 bleek dat een forse inhaalslag nodig was, met name de formatie bleef zowel kwalitatief als kwantitatief achter bij andere gemeenten. In de afgelopen jaren heeft de gemeente op velerlei terrein (beleid, dienstverlening, regionale samenwerking) een goede ontwikkeling doorgemaakt. Dit betekent dat op dit moment een temporisering kan plaatsvinden. C. Giessenlanden bezit een goed voorzieningenniveau, dat op basis van het coalitieakkoord moet worden behouden. Over de haalbaarheid hiervan zal, gegeven de gewijzigde financiële positie, een heroverweging van dit standpunt plaats moeten vinden. Er zal een verantwoorde keuze gemaakt moeten worden tussen enerzijds de instandhouding en vervanging van bestaande voorzieningen en anderzijds investeringen in nieuwe voorzieningen, zoals genoemd in hoofdstuk 3. Dit moet in samenhang worden bezien. Een stijging van hieruit voortvloeiende exploitatielasten moet worden voorkomen. Nieuwe investeringen moeten voortaan worden gefaseerd en afgeschreven. Hoofdstuk 5. Maatregelen Op basis van de hierboven vermelde conclusies en uitgangspunten stellen wij uw raad de volgende maatregelen voor: 1. Maatregelen m.b.t. de nieuwe wensen uit bijlage 4 2. Maatregelen m.b.t. de projecten en voorzieningen 3. Maatregelen m.b.t. het sluitend maken van de begroting Deze maatregelen worden hieronder beschreven. Daarna treft u de financiële uitkomsten van deze maatregelen aan. Ad 1. Maatregelen m.b.t. de nieuwe wensen uit bijlage 4 Omdat de exploitatie grote structurele tekorten vertoont hebben wij alleen de lijst met uitgaven opgenomen die wettelijk verplicht, onontkoombaar of onuitstelbaar zijn. Wij stellen uw raad voor om deze wensen uit bijlage 4 te honoreren, uitgezonderd de personele uitgaven met structurele gevolgen. Deze zijn in bijlage 4 met een P aangeduid. Wij merken hierbij op dat ons college van mening is dat ook deze structurele personele wensen nodig zijn. Het is ons echter duidelijk dat voor een dergelijke uitbreiding op dit moment geen draagvlak aanwezig is in uw raad. Wij stellen u voor om het volgende proces te doorlopen. Wij laten een benchmarkonderzoek uitvoeren naar de huidige formatieomvang. Een eerste fase hiervan is reeds opgestart, de resultaten daarvan komen spoedig beschikbaar. Door middel van een vergelijking met andere gemeenten en een koppeling aan de ambities kan in het onderzoek in beeld worden gebracht welke organisatieonderdelen een (te) ruime en welke een (te) krappe formatie hebben. Het onderzoek zal worden afgerond voor de begrotingsbehandeling in november 2009. Op grond van dit onderzoek kan dan verdere besluitvorming plaatsvinden. 8
Het gevolg van deze maatregelen is als volgt: Het berekende exploitatietekort uit hoofdstuk 4 neemt met 234.400,00 af (dit is het totaal van alle structurele personele wensen). Er zal vaker een beroep op de aanwezige reserves worden gedaan via afzonderlijke raadsbesluiten. Hiervoor zal ook een voldoende buffer aanwezig moeten zijn (VAR). Bij een aantal taken zullen de ambities neerwaarts moeten worden bijgesteld, dan wel worden gefaseerd. Ad 2. Maatregelen m.b.t. de projecten en voorzieningen Zoals wij u in hoofdstuk 3 reeds hebben gemeld willen wij de investeringen in projecten en voorzieningen faseren. Op deze investeringen zal, waar mogelijk, afgeschreven moeten worden. Op deze wijze worden investeringen meerjarig zichtbaar in de exploitatie en worden vervangingsproblemen in de toekomst, zoals die zich nu voordoen, vermeden. Bovendien stellen wij uw raad voor om een onderzoek te starten naar het huidige voorzieningenniveau. Basisvraag bij dat onderzoek is wat de basisvoorzieningen zijn die een gemeente als Giessenlanden nodig heeft om de leefbaarheid in de kernen langdurig op een goed niveau te kunnen garanderen. Hierbij zal ook bezien moeten worden op welke wijze voorzieningen het beste kunnen worden ingericht. Denk maar aan de ontwikkeling van het Kulturhus. Op grond van een dergelijk onderzoek zal dan een uitvoerige discussie over het voorzieningenniveau in uw raad moeten plaatsvinden. Nieuwe investeringen zullen binnen dit kader moeten passen. Ad 3. Maatregelen m.b.t. het sluitend maken van de begroting Wij stellen uw raad voor om uw motie om structureel 0,5 miljoen te bezuinigen te handhaven. Wij zullen u hiervoor dan in de raadsvergadering van augustus een voorstel doen. Deels zal deze bezuiniging echter pas met ingang van 2011 gerealiseerd kunnen worden (geschat wordt 50%). Daarnaast stellen wij u voor om de gemeentebegroting extern te laten doorlichten. Een benchmarkonderzoek moet hier deel van uitmaken. Bezuinigingsopties moeten daarbij in beeld worden gebracht. In de jaren 2012 en volgende zullen we vervolgens ieder jaar de exploitatie met 0,5 miljoen per jaar meer sluitend moeten maken. Dit hoeft dan niet persé via bezuinigingen, maar mag ook door inkomstenverhogingen. Ook de stijging van de rentestand en andere wegvallende recessienadelen kunnen gedeeltelijk voor een oplossing zorgen. De overblijvende tekorten in de overgangsjaren willen we dekken uit de reserve die is gevormd uit de opbrengst van de verkoop van het woningbedrijf. De ontwikkeling van de gemeentelijke uitgaven zal jaarlijks herijkt worden in de kadernota. Schematisch kan het bovenstaande als volgt worden weergegeven. 2010 2011 2012 2013 Tekort exploitatie volgens bijlage 2 3,04 milj. 3,04 milj. 3,04 milj. 3,04 milj. Bij: alg. uitkering meerjarig 0,04 milj. 0,18 milj. 0,25 milj. Bij: sportpark Giessenburg 0,41 milj. 0,41 milj. 0,41 milj. Bij: nieuw Odina in Arkel 0,12 milj. 0,12 milj. Totaal meerjarig tekort 3,04 milj. 3,49 milj. 3,75 milj. 3,82 milj. Af: structurele personele wensen 0,23 milj. 0,23 milj. 0,23 milj. 0,23 milj. Af: bezuinigingen 0,25 milj. 0,50 milj. 1,00 milj. 1,50 milj. Nieuw tekort 2,56 milj. 2,76 milj. 2,53 milj. 2,09 milj. Wij stellen uw raad voor om deze tekorten te dekken uit de gereserveerde opbrengst uit de verkoop van het woningbedrijf. Omstreeks 2017/2018 moet dan een structureel sluitende begroting ontstaan zonder dat daarvoor gebruik moet worden gemaakt van de verkregen gelden uit het woningbedrijf. Uitgaande van deze planning en van rechtstreekse aanwending van de reserve voor de projecten Oud Arkel (infrastructuur), Wozoco Giessenburg en de vorming van een volkshuisvestingsfonds van 3,5 miljoen resteert per 1-1-2020 een reserve van ruim 66 miljoen. Voor deze berekening is uitgegaan van de uitgangspunten, zoals die in hoofdstuk 3 van bijlage 1 zijn verwoord. De rentestand zou volgens dit model toenemen naar een percentage van 4% in 2014. Hoofdstuk 6. Voorstel Wij stellen uw raad voor om de volgende kaderstellende uitspraken te doen: 1. de wensen uit bijlage 4 met incidentele lasten ad 1.173.000,00 op te nemen in de begroting 2010 9
2. de wensen uit bijlage 4 met structurele lasten exclusief de personele uitbreidingen ad 544.250,00 op te nemen in de begroting 2010 3. de motie van uw raad om 0,5 miljoen structureel te bezuinigen uit te voeren en aan ons college te verzoeken om in de raadsvergadering van september daar een voorstel voor te doen 4. ons college opdracht te geven om de volgende onderzoeken uit te voeren en de uitkomsten uiterlijk in het eerste kwartaal van 2010 aan uw raad voor te leggen: a. een benchmarkonderzoek naar de benodigde formatieomvang b. een onderzoek naar het voorzieningenniveau in de gemeente c. het doorlichten van de begroting inclusief een financiële benchmark 5. voor het uitvoeren van deze onderzoeken een bedrag van 100.000,00 beschikbaar te stellen en dat bedrag te dekken uit de vrije algemene reserve 6. in de meerjarenbegroting een taakstellende opdracht op te nemen voor het meerjarig sluitend maken van de begroting van 0,5 miljoen per jaar in de jaren 2012 tot en met 2017 7. de begroting tot die tijd sluitend te maken door middel van de aanwending van de reserve die gevormd is uit de verkoop van het woningbedrijf 8. In de kadernota van 2011 op basis van de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken en de nieuwe bestuurskrachtmeting de nieuwe raad te laten besluiten over de verdere bestemming van de reserve opbrengst verkoop woningbedrijf. 10
Bijlagen 11
12