Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 20 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62184 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Uitgaven overheid Vooraf Activiteiten 1 2 3 4 5 6 Extra: LvoorL Begrippen Antwoorden Over dit lesmateriaal Pagina 1
Uitgaven overheid Vooraf Vooraf De overheid levert allerlei overheidsproducten, zoals wegen, onderwijs, zorg, enzovoorts. Om die overheidsproducten te kunnen leveren, heeft de overheid geld nodig. Wat weet je al over de uitgaven van de overheid? Leerdoel Aan het eind van deze opdracht kun je: beschrijven welke rol de ministeries spelen bij de uitgaven van de rijksoverheid. het verschil beschrijven tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. Eindproduct Als eindproduct van deze opdracht maak je een lijstje met drie zaken waarvan jij vindt dat de overheid meer geld aan zou moeten uitgeven en met drie zaken waarvan jij vindt dat de overheid minder geld aan zou moeten uitgeven. Natuurlijk leg je je keuze ook uit. Activiteiten Groepsgrootte Activiteit 1 Alleen Kennisbank over de overheid bestuderen en vragen beantwoorden. 2 3 4 5 6 Alleen Alleen Alleen Alleen Alleen + samen Uitgaves van de overheid indelen. Vragen over uitgaven van de overheid aan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beantwoorden. Vragen over Prinsjesdag beantwoorden. Filmpje over gezonde overheidsfinanciën kijken en vragen beantwoorden. Lijstjes met drie zaken waar de overheid volgens jou meer aan uit moet geven en waarop de overheid zou moeten bezuinigen maken en gebruiken bij een klassengesprek. Benodigdheden Geen bijzonderheden. Pagina 2
Tijd Voor deze opdracht heb je 2,5 uur nodig. 1 Uitgaven overheid Ga naar de kennisbank economie en bestudeer het onderdeel: KB: Uitgaven overheid Beantwoord nu de volgende vragen. Uitgaven overheid maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/1968552 1 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De aanleg van wegen behoort tot de... a. overheidsbestedingen b. overheidsoverdrachten 2 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De salarissen van ambtenaren behoren tot de... a. overheidsbestedingen b. overheidsoverdrachten 3 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De kinderbijslag behoort tot de... a. overheidsoverdrachten b. overheidsbestedingen 4 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. Een werkloosheidsuitkering behoort tot de... Pagina 3
a. overheidsoverdrachten b. overheidsbestedingen 5 Onderhoud van een autosnelweg. a. ministerie van Infrastructuur en Milieu b. ministerie van Binnenlandse Zaken 6 Het salaris van een rechter. a. ministerie van Justitie b. ministerie van Binnenlandse zaken 7 Het uitzenden van militairen voor een vredesmissie. a. ministerie van Defensie b. ministerie van Binnenlandse Zaken 8 Financiële bijdrage aan een radio- en televisieomroep. a. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen b. ministerie van Binnenlandse Zaken 9 De bouw van een nieuw schoolgebouw. a. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen b. ministerie van Binnenlandse Zaken 10 De bouw van een ziekenhuis. a. ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid b. ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Pagina 4
11 Maatregelen tegen geluidsoverlast bij Schiphol. a. ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport b. ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2 Uitgaven overheid Hieronder zie je twee kolommen met overheidsuitgaven. Huursubsidie Werkloosheidsuitkering Kinderbijslag AOW-uitkering Salaris van een leraar. Aankoop van een gevechtsvliegtuig. Aanleg van een nieuwe spoorlijn. Bouw van een nieuw schoolgebouw. Vragen 1. Wat is het verschil tussen de overheidsuitgaven in de eerste kolom en overheidsuitgaven in de tweede kolom? 2. Hoe noem je uitgaven in de eerste kolom? 3. En hoe noem je uitgaven in de tweede kolom? 3 Pagina 5
Uitgaven overheid In het cirkeldiagram zie je de uitgaven van de overheid aan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Beantwoord de volgende vragen. 1. Wie is op dit moment de minster van OC&W? 2. Wat is de grootste uitgavenpost van het ministerie van OC&W? 3. Hoeveel euro geeft het ministerie uit aan het voortgezet onderwijs? 4. Bedenk drie zaken in het Voortgezet onderwijs waar dit geld naartoe gaat. 5. Een leerling in het voortgezet onderwijs kost ongeveer 5000,- per jaar. Hoeveel leerlingen volgen er voortgezet onderwijs? 6. Wat wordt bedoeld met Studiefinanciering? 7. Hoeveel euro geeft het ministerie uit aan Cultuur en media? 8. Hoeveel euro is dat per Nederlander. Ga uit van 16,5 miljoen Nederlanders? 4 Uitgaven en inkomsten vergeleken Op Prinsjesdag 2012 werden de verwachte inkomsten en uitgaven voor 2013 gepresenteerd. De verwachte overheidsinkomsten voor 2013 bedroegen 247.400.000.000,- De overheidsuitgaven voor 2013 werden geraamd op 260.900.000.000,-. 1. Op welke dag valt Prinsjesdag? 2. Door welke minister worden verwachte inkomsten en uitgaven gepresenteerd? 3. Hoe noem je het overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk? 4. Hoe noem je de situatie als de overheid meer uitgeeft dan er binnenkomt? 5. Hoe kan de overheid meer geld uitgeven dan ze binnen krijgt? 6. Bereken het te verwachten tekort over 2013? 5 Gezonde overheidsfinanciën Als de overheid jaar na jaar meer uitgeeft dan ze binnenkrijgt, kan dat tot problemen leiden. Bekijk hierover het onderstaande videofragment. Beantwoord nu de volgende vragen. 1. Wat wordt genoemd als de oorzaak van het tekort op de begroting? Pagina 6
2. Waardoor wordt dit tekort de komende jaren eerder groter dan kleiner als de overheid niets doet? 3. Wat is het probleem als de staatsschuld steeds hoger wordt? 4. Noem drie ingrijpende maatregelen die het kabinet in 2010 heeft genomen? 5. Waarom moesten er in 2011 extra maatregelen genomen worden? 6. Welke politieke partijen hebben samen het begrotingsakkoord 2013 gesloten? 7. Leg uit waarom de verhoging van de pensioenleeftijd kan leiden tot meer inkomsten en minder uitgaven voor de overheid. 6 Eindproduct Bij het uitgeven van geld moet de overheid keuzes maken. De overheidsinkomsten zijn niet zo hoog dat alles wat de overheid wil kan worden uitgevoerd. Vind jij dat de overheid de goede keuzes maakt? Maak een lijstje met drie zaken waarvan jij vindt dat de overheid er meer geld aan zou moeten uitgeven. Leg ook uit waarom de overheid aan deze zaken meer geld uit moet geven. Als je het lastig vindt om een keuze te maken, vraag het dan eens aan je ouders/verzorgers. Zij hebben er vast wel ideeën over. Maak ook een lijstje met drie zaken waarvan jij vindt dat de overheid er wel op kan bezuinigen. Ook nu leg je je keuzes uit. Natuurlijk kun je ook nu je ouders/verzorgers om advies vragen. Klaar? De twee lijstjes plus de uitleg gebruik je bij een klassengesprek over dit onderwerp. Extra: LvoorL Pagina 7
Leerlingen voor leerlingen Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt. Hieronder staat een video die goed past bij dit thema. Bekijk de video. Kun je de video goed volgen? Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot. Video: Infrastructuur - Flash Let op: Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg. Begrippen Ministeries Afdeling van de regering waar één minister de baas van is. Overheidsbestedingen Uitgaven waar een tegenprestatie voor wordt geleverd. Overheidsoverdrachten Uitgaven waarvoor geen direchte tegenprestatie wordt geleverd. Antwoorden 2 1. Voor de overheidsuitgaven in de eerste kolom krijgt de overheid geen aanwijsbare tegenprestatie. Voor de uitgaven in de tweede kolom wel. 2. De uitgaven in de eerste kolom noem je overheidsoverdrachten. 3. De uitgaven in de tweede kolom noem je overheidsbestedingen. 4 1. Derde dinsdag van september 2. Minister van Financiën 3. Rijksbegroting 4. Begrotingstekort 5. De overheid leent geld, hierdoor ontstaat er een staatsschuld 6. 13,5 miljard Pagina 8
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 juni 2017 om 09:45 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau Leerinhoud en doelen Eindgebruiker Moeilijkheidsgraad Studiebelasting Trefwoorden VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; Mens en maatschappij; leerling/student gemiddeld 2 uur en 30 minuten leerlijn, rearrangeerbare Pagina 9