Oorzaken shock Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing)
Diagnose Klinische omstandigheden Klinisch onderzoek Hemodynamisch bilan
Klinisch onderzoek CONDITIE HUID HALSVENEN Hypovolemie Klam Plat Tamponade Klam Opgezet Cardiogeen Klam Opgezet Sepsis Warm Plat Neurogeen Warm Plat Hypoglycemie Klam Plat Dronkenschap Warm Normaal
Hemodynamica Hartsdebiet = Arteriële druk- CVD / Weerstand (I = V/R) Lactaat SVO 2 Urinedebiet
Hemodynamica CONDITIE HARTSDEBIET VULLINGSDRUK Hypovolemie Laag Laag Tamponade Laag Hoog Cardiogeen Laag Hoog Sepsis Hoog Laag Neurogeen - Laag
1. Hypovolemie Klasse 1 2 3 4 Bloedverlies ml <750 750-1500 1500-2000 >2000 Bloedverlies % <15 15-30 30-40 >40 Hartritme <100 >100 >120 >140 Bloeddruk Nl Orthostatisch Hypotensie Ernstige Hypot Cerebraal Nl Angstig Verward geagiteerd, rusteloos, dronken Andere Koude/klamme voeten Geconcentreerde urine Dorst Cave hematocriet
Behandeling -Hypovolemie 1. Trendelenburg positie 2. Plaatsen IV lijn 3. Toedienen ringer lactaat Zware shock: snel 2 L 3de liter trager Ringer: circulerend volume NaCl bij patiënten met lever cirrose Albumine oplossingen oncotische druk? 4. Bloed toedienen op indicatie Controle bloeding
2. Tamponade Symptomen Posturale hypotensie Klam Opgezette halsvenen Tachycardie Oligurie Laag hartsdebiet Typisch Teken van Kussmaul Re atrium druk stijgt bij inademing Paradoxale pols Syst bloedruk daalt >10mmHg bij inademing Egalisatie vullingsdruk rechts en links
2. Tamponade Echografie Tamponade onmiddellijk opheffen
3. Cardiogene shock Symptomen: Posturale hypotensie Klam Opgezette halsvenen Tachycardie Oligurie Laag debiet Typisch: Enkeloedeem Hepatomegalie Derde toon Longoedeem (crepitaties)
3. Cardiogene shock Diagnose Voorgeschiedenis EKG Echocardio Behandeling volgens diagnose Acuut myocardinfarct Gedecompenseerd chronisch hartfalen Kleplijden Arrhythmieën Etc
4. Sepsis Symptomen Posturale hypotensie Warm Platte halsvenen Tachycardie Oligurie Hoog hartsdebiet Typisch Koorts Inflammatoire parameters
4. Sepsis Intraveneuze volume toediening Antibiotica Drainage, debridement septische haarden Vasopressoren (noradrenaline)
5. Neurogene shock Symptomen Posturale hypotensie Warm Platte halsvenen Tachycardie Oligurie Diagnose: Behandeling: ruggemergletsels vasopressoren Cerebrale letsels geven geen denervatieshock - adrenerge storm
Respiratoir falen - chirurgie ARDS Mechanisch falen van de ademhaling Atelectase Aspiratie Longcontusie Pneumonie Longembool Cardiaal longoedeem Neurogeen longoedeem
Mechanische ventilatie - Indicatie PaCo 2 >45mmHG PaO 2 <60mmHg met room air Chronisch longfalen Te verwachten evolutie van de aandoening Te plannen ingreep Mate van uitputting Ademhalingsfrequentie Gebruik van hulpademhalingsspieren
Types intubatie 1 Orotracheaal 2 Nasotracheaal - Smalle tube - Spontane ademhaling (cooperatie) - Meer comfortabel - Sinusitis neusvleugel necrose - Minder extensie van de nek (nekfractuur) 3 Cricothyroidostomie - Spoedprocedure bij moeilijke intubaties - tijdelijke toegang bij maxillofaciale traumata 4 Tracheostomie - luchtweerstand is lager - suctie van fluimen is makkelijker - makkelijke heraansluiting - cave tracheastenose, gaslekkage Graduele weaning
Mechanische ventilatie Volume ventilatie Een bepaald getijdevolume aan een bepaalde frequentie Meest frequent Druk ventilatie Een bepaald luchtdebiet tot een bepaalde druk bereikt wordt Bv bij neonati om barotrauma te vermijden
Beademingsparameters 1 Frequentie 12-15/min opdrijven bij CO 2 retentie lage ph intracraniële overdruk 2 Getijdevolume (tidal volume) 10-15ml/kg beïnvloedt CO 2 uitwisseling cave barotrauma 3 Zuurstofconcentratie (FiO 2 ) >50% leidt tot longfibrose (lange termijn) >80% niet langer dan enkele uren 4 PEEP 5-20 cm H 2 O vermijdt atelectase cave verhoging CVD bij hoofdletsels
Type beademing Assist control mode Assisteert elke inademing van de patiënt Bij mensen die wakker worden Hyperventilatie mogelijk Intermittent mandatory ventilation (IMV) Basisritme voorziet beademing onafhankelijk van de patiënt Eigen ademhaling wordt niet geassisteerd SIMV = synchronised imv voor weaning Pressure support, pressure assist
Weaning FiO 2 verminderen tot 40% PEEP verminderen tot 5 cm H 2 O IMV frequentie verminderen tot 4/min Bloedgassen Klinische status Frequentie Test met T-stuk (of ballon)
Extubatie Test T stuk: Ademhalingsfrequentie < 25/min PCO 2 < 42 mmhg O 2 saturatie > 90 % met FiO 2 van 40% PEEP < 5 cmh 2 O Onderliggende aandoening Mentale status (coöperatie)