Ingekomen stuk D12 (PA 18 januari 2012) Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 12 december 2011 Ons kenmerk A700/11.0025596 Contactpersoon Erik Boelaars Onderwerp Regionalisering brandweer Gelderland-Zuid Datum uw brief Doorkiesnummer (024) 3299145 Geachte leden van de Raad, Met deze brief willen wij u informeren over de regionalisering brandweer, en met name ook over onze verwachting van wat een regionale brandweer in financiële zin voor onze gemeente zal gaan betekenen. Aangezien het proces nu in een belangrijke fase komt, willen we met deze brief ook nog kort even stilstaan bij de historie en de politiek-bestuurlijke context ervan. Historie en politiek-bestuurlijke context De noodzaak tot intergemeentelijke samenwerking in de rampenbestrijding, zowel in de preperatieve als in de repressieve fase, is de laatste jaren eigenlijk onomstreden. Rampen als die in Enschede en Volendam, of kort geleden nog in Moerdijk, onderstrepen dat. Er is een breed gedragen gevoel dat de kwaliteitseisen die nodig zijn niet meer lokaal georganiseerd kunnen worden mede ook omdat de kosten daarvan dan veel te hoog zouden oplopen. Regionalisering zorgt voor de benodigde kritische massa ten behoeve van een efficiënte brandweerzorg tegen minder meerkosten. In juni 2008 heeft de sregio Gelderland-Zuid in een convenant met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties afspraken gemaakt over de verbetering van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, waaronder de vorming van een regionaal brandweerkorps. Het Nijmeegse coalitieakkoord Werken aan een duurzame toekomst 2010-2014 sluit ook goed op deze gedachtegang aan. Het coalitieakkoord benadrukt het belang van de brandweerzorg en de rampenbestrijding voor de lokale fysieke veiligheid, en constateert dat de kostenstijging vanwege de kwaliteitsverbetering de voornaamste reden is voor de regionalisering. We steunen de sregio Gelderland-Zuid in dit proces, waarbij we er van uitgaan dat deze regionalisering geen extra kosten met zich meebrengt, aldus de conclusie in het coalitieakkoord.
1 Een belangrijke ontwikkeling is dat de Minister van en Justitie op verzoek van de Tweede Kamer in de Wet sregio s de vorming van regionale brandweerkorpsen verplicht gaat stellen. Binnen drie maanden na inwerkingtreding van de wetswijziging dient het College van Burgemeester en Wethouders de gemeentelijke brandweer op te heffen, zo is in het wetsvoorstel vastgelegd. Waar de Rijksoverheid eerst vooral de regionalisering stimuleerde, wordt die binnenkort dus hard bij wet geregeld. sregio's zullen daarbij in eerste instantie zelf regie mogen voeren over deze reorganisatie. Blijft lokale besluitvorming echter uit, dan is de kans aanwezig dat de landelijke overheid deze rol zal overnemen. Daarom is het belangrijk dat we de vaart in het proces houden. We hebben uw raad in de afgelopen jaren regelmatig met brieven op de hoogte gehouden van de regionalisering brandweerzorg in onze veiligheidsregio. Zo hebben wij u met onze brieven van 23 juni 2010, 11 juli 2011 en 31 oktober 2011uitvoerig over dit proces geïnformeerd. Financieel kader budgettair neutraal Weliswaar bestaat er nog geen volledige duidelijkheid over de financiële consequenties van de vorming van een regionaal brandweerkorps, maar we kunnen nu al wel onze verwachting uitspreken dat regionalisering geen structurele meerkosten met zich zal meebrengen. Daarmee kunnen we voldoen aan de randvoorwaarde van het Nijmeegse coalitieakkoord. Die komt er kort gezegd op neer dat de regionalisering budgettair neutraal dient te worden uitgevoerd. We zullen dat onderstaand verder toelichten. Toelichting 1. De overdracht van de brandweer gaat uit van het basisjaar 2010. De in dat jaar begrote lasten in de gemeentebegroting worden beschouwd als over te dragen budget voor de geregionaliseerde brandweer. 2. Huisvestingskosten blijven achter bij de gemeente. Reden hiervoor is dat gemeenten zorg blijven dragen voor hun kazernes en uitrukposten en deze ter beschikking stellen aan de veiligheidsregio. Om die reden blijven ook de budgetten bij de gemeente achter. 3. Voor FLO (Functioneel Leeftijds Ontslag) geldt dat deze rechten opgebouwd zijn in de jaren vóór regionalisering en om die reden is afgesproken dat FLO kosten door de gemeente gedragen worden. En daarmee blijft ook het budget achter bij de gemeente. 4. Onze gemeente maakt overheadkosten voor de huidige gemeentelijke brandweer kosten die nodig zijn om de organisatie eenvoudigweg te kunnen laten functioneren. Denk bijvoorbeeld aan kosten salarisadministratie, kosten voor ICT e.d. De nieuwe regionale brandweer zal een eigen organisatie met eigen overhead inrichten. Dat wil echter niet zeggen dat onze gemeente de overheadkosten voor de brandweer in één klap kan afbouwen. Als regel geldt dat er voor zo n afbouw een periode van 4 jaar nodig is. In dit verband is van belang dat het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio heeft besloten zichzelf de verplichting op te leggen om bij ontstane toekomstige vacatures als eerste te werven bij de regiogemeenten. Nijmegen heeft in ieder geval een viertal (overhead) FTE s die volgens het
2 principe mens volgt functie door de veiligheidsregio overgenomen worden. Daarmee worden de meerkosten voor bijna 200 duizend gedekt. 5. De veiligheidsregio moet door de regionalisering een eigen (overhead) organisatie gaan inrichten. Dit kost 3,5 miljoen. De totale overhead van alle gemeenten samen was ook ongeveer eenzelfde bedrag. In relatie tot het totale brandweerbudget zijn de overheadkosten zeker redelijk te noemen. Deze overhead wordt verdeeld op basis van inwonertal, hetgeen voor Nijmegen een bijdrage van ca 1,1 miljoen betekent. Zoals onder 4. vermeld, worden vacatures eerst aan regiogemeenten ter invulling voorgelegd. De verwachting is dat van de nieuw in te richten organisatie (ca. 30 FTE) een evenredig deel door Nijmegen ingevuld kan worden, waarmee een bijdrage in de meerkosten van ca. 500 duizend geleverd wordt. 6. De kosten kwaliteitszorg betreffen de kosten die gemaakt moeten worden op grond van wettelijke vereisten en waar ook een doeluitkering van het rijk tegenover staat, zodat de lasten voor de gemeenten relatief laag zijn - zeker op termijn. De eerste twee jaar is een incidentele investering noodzakelijk, maar daarna zijn de structurele lasten zeer beperkt. 7. Aangezien de verwachting nog steeds is dat regionalisering schaalvoordelen met zich mee moet brengen, heeft het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio zichzelf een bezuinigingstaakstelling op de brandweerbegroting opgelegd van 1,5% het eerste jaar oplopend tot 5 % in 2015. Met deze bezuinigingstaakstelling worden de meerkosten verlaagd. 8. Naast deze rechtstreeks aan de brandweerbegroting toe te rekenen bezuiniging heeft de veiligheidsregio in zijn begroting 2012 en verdere jaren een bezuiniging van 2,5% oplopend tot 10% op de bijdrage gemeenschappelijke regeling verwerkt. Voor Nijmegen is daarmee een bezuinigingsbedrag oplopend tot 90 duizend in 2015 gerealiseerd, hetgeen overeenkomt met de in de Perspectiefnota 2012 opgenomen bezuiniging. 9. Nijmegen heeft na ontvlechting van de brandweer uiteraard wel nog de kosten voor de brandweerzorg op zijn begroting staan. Deze kosten bestaan voor een groot deel uit de bijdrage aan de veiligheidsregio voor het verzorgen van de brandweerzorg. Hiervoor verwijzen we naar de bijlage bij deze brief. Verder behoudt Nijmegen de kazernes in eigendom en daarvoor zijn de lasten in de gemeentebegroting opgenomen. Ook zal Nijmegen de kosten voor FLO van de huidige brandweermedewerkers blijven betalen. De bedragen die hiervoor nodig zijn staan begroot op het programma veiligheid. Conclusie en risico s Doorrekening van de benodigde bedragen, zowel rekening houdend met de regionale bezuiniging en de verwachte tegemoetkoming in de ontvlechtingskosten als afgezet tegen de beschikbare budgetten in de gemeentebegroting, brengt ons tot de conclusie dat de regionalisering van de brandweerzorg op termijn voordelen gaat opleveren. Op de korte termijn moeten we weliswaar met een tekort rekening houden, maar in 2015 is dit al omgeslagen in een positief bedrag. Daarom durven wij de verwachting uit te spreken dat regionaliseren structureel zeker budgettair neutraal uitvalt. Uiteraard is dat wel een conclusie met de kennis van vandaag. De veiligheidsregio gaat komende maand starten met het gereedmaken van de ontvlechtingdossiers, de overdrachtsdocumenten en de dienstverleningsovereenkomsten. Daaruit kunnen altijd nog bijzonderheden naar voren komen die financiële consequenties met zich meebrengen.
3 Verder zijn we er in onze verwachtingen van uitgegaan dat Nijmegen inderdaad de mogelijkheid krijgt en ook de potentie heeft om vacatureruimte in te vullen met herschikkers en boventalligen. Wanneer dit niet geëffectueerd wordt, heeft dit nadelige consequenties voor de dekking van de kosten. Verdere voortgang Op grond van het hierboven geschetste financieel kader zullen we de voorbereiding van de overgang van de Nijmeegse brandweer naar het regionaal brandweerkorps van de sregio Gelderland-Zuid ter hand nemen. Indien uw raad dat zou wensen, zijn wij graag bereid om voorafgaand hieraan nader met u van gedachten te wisselen. Onze verwachting blijft dat in de eerste helft van 2012 alle personele, organisatorische en financiële consequenties bekend zijn, waarmee wij uw raad dan een definitief voorstel kunnen voorleggen voor de vorming van een regionaal brandweerkorps. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg
4 BIJLAGE bijdrage gemeente Nijmegen aan de sregio Gelderland-Zuid voor brandweerzorg NIJMEGEN Begroting 2010 Lasten 13.998.774 correctie vanuit baten 500.065 gecorrigeerde lasten 13.498.709 Baten 119.220 Saldo 13.379.489 Baten vooralsnog buiten beschouwing gelaten Begrote lasten totaal (1) 13.498.709 Correcties hierop Af: lasten kazerne (2) -1.064.882 Af: FLO (3) -2.865.634 Af: bestaande overhead (4) -481.016 Totaal correctie -4.411.532 Gefixeerde begroting 9.087.177 (dit is prijspeil 2010) Meerjarige opstelling (prijspeil 2010) 2012 2013 2014 2015 Basisbedrag (prijspeil 2010) 9.087.177 9.087.177 9.087.177 9.087.177 Bij: overhead nieuwe organisatie (5) 1.065.271 1.065.271 1.065.271 1.065.271 Geïndexeerde bedragen 10.152.448 10.152.448 10.152.448 10.152.448 Bij: kwaliteitszorgsysteem + vakbekwaamheid personeel (6) 41.176 41.176 3.056 3.056 Subtotaal 10.193.624 10.193.624 10.155.504 10.155.504 Af: kosten besparende maatregelen Taakstellende bezuiniging (7) 0-164.576-384.012-548.588 TOTAAL GEMEENTELIJKE BIJDRAGE 10.193.624 10.029.048 9.771.492 9.606.916