Openbaar Onderwerp Pilot Radboud/ campus Heijendaal Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Om de activiteiten op het campusterrein (onderwijs, onderzoek en gezondheidszorg) zo goed mogelijk te faciliteren, is het project aangemeld als pilot in het kader van de 14 e tranche van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet (Chw). In dit kader is het project aangewezen als een project waarvoor een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte mag worden vastgesteld. Een verdere verruiming kan worden bereikt door het Bouwbesluit 2012 gedeeltelijk niet van toepassing te verklaren en de vergunningplicht voor bouwactiviteiten op het terrein te laten vervallen. Om dit mogelijk te maken moet het project op deze onderdelen opnieuw worden aangemeld in het kader van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet (16 e tranche). Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. PK30, Lucienne Hoenselaar, 2804 Datum ambtelijk voorstel 6 februari 2017 Registratienummer 17.0001196 Ter besluitvorming door het college 1. Conform het projectformat de pilot Radboud/campus Heijendaal voor de 16 e tranche van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet aan te melden bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. 2. De brief aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vast te stellen. Steller Lucienne Hoenselaar Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 21 februari 2017 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.12 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder BW 16e tranche
1 Probleemstelling Nieuwe technologieën, verandering in de zorg en ontwikkelingen in het hoger onderwijs vragen om een flexibel bouw- en ruimtelijk inrichtingsconcept voor het campusterrein. Radboud Universiteit en RadboudUmc (samen aangeduid als: Radboud) hebben in de praktijk echter vaak te maken met veel regels en onderzoeksverplichtingen waardoor de (ontwikkel)opgaven op het terrein worden belemmerd. Om de activiteiten op het campusterrein zo goed mogelijk te faciliteren, is het project aangemeld als pilot in het kader van de 14 e tranche van het besluit uitvoering Crisis en herstelwet. In dit kader is het project aangewezen als project waarvoor een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte mag worden vastgesteld. Een verdere verruiming kan worden mogelijk gemaakt door het Bouwbesluit 2012 gedeeltelijk niet van toepassing te verklaren en de vergunningplicht voor bouwactiviteiten op het terrein te laten vervallen. Om dit mogelijk te maken moet het project op deze onderdelen opnieuw worden aangemeld voor de 16 e tranche van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet. 2 Juridische aspecten Voor zover het project ziet op het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte sluit het aan op artikel 7c Besluit uitvoering Chw. Daarnaast wordt aansluiting gezocht bij de wet-en regelgeving op het gebied van bouwen (Bouwbesluit en Wabo) en de (concept-) AmvB s in het kader van de Omgevingswet. 3 Doelstelling In samenwerking met de Radboud, de Provincie en de ODRN wordt onderzocht welke mogelijkheden de (nieuwe) Omgevingswet biedt om de activiteiten op het campusterrein (onderwijs, onderzoek en gezondheidszorg) zo goed mogelijk te faciliteren. 4 Argumenten De Radboud vraagt ieder jaar om en nabij de 60 toestemmingen. Dit kan gaan om de volgende activiteiten: - bouwen - slopen - afwijken van het bestemmingsplan - milieu - brandveilig gebruik - kappen - andere APV toestemmingsvereisten (zoals reclame en inrit) - grondwateronttrekking - luchtvaart Vooral bij kleine projecten is de Radboud relatief (ten opzichte van grote projecten) veel tijd kwijt met het aanvragen en krijgen van de juiste toestemmingsvereisten. Bij kleine projecten gaat het om interne verbouwingen of kleine uitbreidingen waarbij toestemmingsvereisten voor brandveiligheid, slopen, kappen en bouwen (eventueel met een binnenplanse of kruimelafwijking van het bestemmingsplan) nodig zijn. Grote projecten zijn bijvoorbeeld de realisatie van het Grotius gebouw en tandheelkunde. De toetsingskaders van de hiervoor bedoelde toestemmingsvereisten staan in het bestemmingsplan (bouwen en gebruik), de welstandsnota (bouwen), de APV
Vervolgvel 2 (kappen/reclame/inrit), de bouwverordening (bodemonderzoek en laden en lossen) en het Bouwbesluit (slopen en brandveilig gebruik). Voor zover de kaders betrekking hebben op gemeentelijk beleid en/of regelgeving (welstandsnota en APV) worden deze al meegenomen in het bestemmingsplan met verruimde reikwijdte. In het bestemmingsplan kan echter niet zondermeer worden afgeweken van de toepasselijke hogere wet-en regelgeving (in dit geval de Wabo en het Bouwbesluit). Een deel van de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit heeft betrekking op veiligheid. Het gaat daarbij om Hoofdstuk 2 en een deel van Hoofdstuk 6. Bij nieuwbouw en verandering van bestaande gebouwen is veiligheid altijd van belang. De bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit zorgen, ook bij kleine interne aanpassingen van bestaande gebouwen echter voor veel administratieve lasten. Daarom is het wenselijk dat van dit deel van het Bouwbesluit kan worden afgeweken. Het is uiteraard wel van belang dat de veiligheid voldoende geborgd is. Dit wordt mogelijk gemaakt met de verbrede reikwijdte van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan kan een alternatief bouwtechnisch kader worden opgenomen met (brand)veiligheidsnormen waaraan de bouwplannen worden getoetst. Daarnaast bevat het Bouwbesluit (H1 en H8 een aantal procedurele voorschriften over het slopen van bouwwerken en een aantal voorschriften die tijdens het uitvoeren van bouw en sloopwerkzaamheden in acht genomen moeten worden. De uitvoering van bouw-en sloopwerkzaamheden moet zodanig zijn dat een voor de omgeving onveilige situatie of voor de gezondheid of bruikbaarheid nadelige hinder zoveel mogelijk wordt voorkomen. Dit gaat (dus) om het zoveel mogelijk voorkomen van letsel van personen, beschadiging dan wel belemmering van wegen, bouwwerken of roerende zaken die zich in de omgeving van het bouw-of sloopterrein bevinden en geluid-, stof-, en trillingshinder. Deze zaken kunnen ook worden geregeld in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte ( omgevingsplan ). Hierin kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat hinder zoveel mogelijk voorkomen dient te worden door gebruik te maken van de best beschikbare technieken. Bij grotere bouw-en sloopprojecten kan nog steeds worden gevraagd om een integraal plan waarin beschreven is welke veiligheidsmaatregelen worden getroffen (het veiligheidsplan). Tot slot vorm de bouwvergunningplicht uit de Wabo een belemmering omdat het terrein voortdurend veranderd. De vergunningplicht voor bouwwerken zorgt vaak voor lange procedures en vertraging. Daarnaast worden de mogelijkheden om snel in te kunnen spelen op nieuwe innovatieve ontwikkelingen in de zorg, onderwijs en onderzoek beperkt. Gelet op het karakter van het terrein en de technische en bouwkundige deskundigheid van de Radboud, is toetsing vooraf niet nodig. In het bestemmingsplan kunnen algemene regels worden opgenomen waaraan de bouwplannen moeten voldoen. Daarnaast kan in het bestemmingsplan worden bepaald of en voor welke bouwwerken wel een vergunning of melding is vereist. De Omgevingswet betekent een stelselherziening van het omgevingsrecht en gaat in die zin ook verder dan de Crisis en herstelwet. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) kent voor brandveiligheid straks alleen nog een meldingsplicht en deze plicht geldt niet meer bij wijzigingen (het verplaatsen van brandwerende scheidingsmuren). Daarnaast biedt de Invoeringswet van de Omgevingswet de mogelijkheid om in het omgevingsplan (meer)vergunningvrije bouwwerken aan te wijzen. Hierbij blijft de vergunningplicht voor bouwtechnische bouwactiviteiten wel gehandhaafd in het Bbl, afhankelijk van het risicoprofiel van het bouwwerk. De lokale overheid heeft hierin dus geen eigen afwegingsruimte maar voert de regels van het Bbl uit.
Vervolgvel 3 Om nu al van deze toekomstige mogelijkheden gebruik te kunnen maken kan het Ministerie van IenM worden verzocht om een verdere verruiming van de wet-en regelgeving voor dit project. Hiervoor moet het project opnieuw worden aangemeld voor de 16 e tranche van het Besluit uitvoering Chw. Het uitzetten van (een deel van) het Bouwbesluit dat betrekking heeft op (brandveilig) gebruik en de uitvoering van bouw-en sloopwerkzaamheden, kan worden geregeld door het project op te nemen in artikel 4 van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet. In dat artikel is voor een aantal projecten (o.a. in Leeuwarden en Delft) al geregeld dat van een deel van het Bouwbesluit kan worden afgeweken. Aan het artikel van het Besluit dat betrekking heeft op de pilot Radboud kan een bepaling worden toegevoegd waarin wordt geregeld dat de vergunningplicht uit artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo niet geldt voor bouwwerken op het terrein van de campus. Hierbij blijven, zolang het Bbl nog niet in werking is getreden, de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit (met uitzondering van H2 en een deel van H6) van toepassing. Uiteraard dient er in het kader van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte nadere bestuurlijke besluitvorming plaats te vinden over de reikwijdte van het plan en het loslaten van wet-en regelgeving. Aangezien de pilot juist is bedoeld om te experimenteren met dit loslaten, is dit project geschikt om hier ervaring mee op te doen. Het staat het bestuur uiteraard vrij om, in het kader van een nadere belangenafweging bij de vaststelling van het plan, te besluiten om alsnog geen gebruik te maken van deze verruiming. De verruiming biedt een mogelijkheid maar geen verplichting om er gebruik van te maken. Als nu niet wordt gevraagd om een verruiming van het (brand)veilig gebruik en de bouwregelgeving, kan deze verruiming straks niet meer worden meegenomen in de pilot en moet worden gewacht op de inwerkingtreding van de Omgevingswet om van deze ruimere mogelijkheden gebruik te kunnen maken. 5 Klimaat Een belangrijk kenmerk van de inrichting en huisvesting van de bedrijvigheid/activiteiten op de campus is, naast innovatie en dynamiek, duurzaamheid. In de nieuwbouw opgave zit o.a. ook de ontwikkeling om meer elementen van het oude landgoed Heijendaal terug te brengen: dus minder bebouwd oppervlak en meer groen. Daarnaast kan bijvoorbeeld worden gedacht aan verkeer/vervoer (parkeren/fietsbeleid) en wordt expliciet aandacht besteed aan de mogelijkheid van duurzame bouwlogistiek. 6 Financiën Voor het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wordt gebruik gemaakt van het (bestemmingsplan)budget voor de actualisatie van het bestemmingsplan Nijmegen Heijendaal uit het programma stedelijke ontwikkeling. Daarnaast is in het kader van de voorjaarsnota 2016 extra budget vrijgemaakt voor deze pilot. 7 Participatie en Communicatie In het project wordt (uitgebreid) aandacht besteed aan de communicatie met de omgeving. Als gevolg van het mogelijk komen te vervallen van bestaande vergunningplichten, speelt met name in het proces van de totstandkoming van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, burgerparticipatie een belangrijke rol. Aan de participatie wordt uitvoering gegeven door een 3D visualisatie van het gebied aan de buurt en stakeholders te presenteren waarin de toekomstige ontwikkelingen zichtbaar zijn gemaakt. In de visualisatie kan bovendien inzichtelijk worden gemaakt welke gevolgen bepaalde keuzes en overwegingen hebben voor het gebied. Op die manier wordt de buurt en de stakeholders actief betrokken bij deze keuzes en afwegingen.
Vervolgvel 4 Pas na het participatietraject wordt het ontwerpplan opgesteld voor het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Dit plan volgt de (normale) bestemmingsplanprocedure. Dit houdt in dat er een ontwerpplan ter visie wordt gelegd waartegen zienswijzen kunnen worden ingediend. 8 Uitvoering en evaluatie Er wordt op dit moment gewerkt aan een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte (omgevingsplan) voor het campusterrein. Naar verwachting kan dit plan eind 2017 worden vastgesteld. De ervaringen uit deze pilot worden meegenomen bij de verdere implementatie van de Omgevingswet binnen de gemeentelijke organisatie. 9 Risico Het loslaten van wet-en regelgeving op het gebied van (brand)veiligheid en bouwen brengt risico s met zich mee. In het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte worden deze risico s zoveel mogelijk beperkt door in het bestemmingsplan een alternatief bouwtechnisch kader op te nemen met (brand)veiligheidsnormen waaraan de bouwplannen worden getoetst. Daarnaast wordt in het plan opgenomen of en voor welke bouwwerken wel een vergunning of melding is vereist. Gelet op het karakter van het terrein en de technische en bouwkundige deskundigheid van de Radboud, is toetsing vooraf niet nodig. Wel worden er met de Radboud in het kader van deze pilot (nieuwe) afspraken gemaakt over de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. Het resultaat van deze afspraken wordt vastgelegd in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Het ligt overigens voor de hand om de vergunningplicht voor bouwactiviteiten met een zwaarder (bouwtechnisch) risicoprofiel te handhaven. De bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit (met uitzondering van H2 en een deel van H6) blijven ook gewoon van toepassing. Bijlage(n): aanmeldingsformulier Besluit Crisis en herstelwet (16 e tranche) Brief aan het ministerie IenM.
Projectmanagement en Ruimtelijke Kwaliteit Ruimtelijke Planvorming Ministerie van Infrastructuur en Milieu Interdepartementale programmadirectie Eenvoudig Beter Programma Crisis-en herstelwet Postbus 20901 2500 EX Den Haag Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 90 19 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk PK30/ 17.0001547 Contactpersoon Lucienne Hoenselaar Onderwerp Aanmelding project Crisis-en herstelwet Geachte heer, mevrouw, Datum uw brief Doorkiesnummer (024) 3292804 Nieuwe technologieën, verandering in de zorg en ontwikkelingen in het hoger onderwijs vragen om een flexibel bouw- en ruimtelijk inrichtingsconcept voor het campusterrein. Radboud Universiteit en RadboudUmc (samen aangeduid als: Radboud) hebben in de praktijk echter vaak te maken met veel regels en onderzoeksverplichtingen waardoor de (ontwikkel)opgaven op het terrein worden belemmerd. Om de activiteiten op het campusterrein zo goed mogelijk te faciliteren, is het project aangemeld als pilot in het kader van de 14 e tranche van het besluit uitvoering Crisis en herstelwet. In dit kader is het project aangewezen als project waarvoor een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte mag worden vastgesteld. Een verdere verruiming kan worden mogelijk gemaakt door het Bouwbesluit 2012 gedeeltelijk niet van toepassing te verklaren en de vergunningplicht voor bouwactiviteiten op het terrein te laten vervallen. Om dit mogelijk te maken wordt het project op deze onderdelen opnieuw aangemeld voor de 16 e tranche van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet. Voor een nadere onderbouwing van deze aanmelding wordt verwezen naar het projectformat en het collegevoorstel in de bijlage. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Aantal Bijlagen: collegevoorstel + aanmeldformulier www.nijmegen.nl Brief.aanmelding2
Crisis- en herstelwet Projectformat Innovatieve duurzame experimenten 16e tranche 1. Titel project pilot Radboud/ campus Heijendaal 2. Indiener Lucienne Hoenselaar Gemeente Nijmegen l.hoenselaar@nijmegen.nl 06-52751544 3. Projectbeschrijving (korte beschrijving doel, locatie, betrokken partijen etc.) Nieuwe technologieën, verandering in de zorg en ontwikkelingen in het hoger onderwijs vragen om een flexibel bouw- en ruimtelijk inrichtingsconcept voor het campusterrein. Radboud Universiteit en RadboudUmc (samen aangeduid als: Radboud) hebben in de praktijk echter vaak te maken met veel regels en onderzoeksverplichtingen waardoor de (ontwikkel)opgaven op het terrein worden belemmerd. Om de activiteiten op het campusterrein zo goed mogelijk te faciliteren, is het project aangemeld als pilot in het kader van de 14 e tranche van het besluit uitvoering Crisis en herstelwet. In dit kader is het project aangewezen als project waarvoor een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte mag worden vastgesteld. Een verdere verruiming kan worden mogelijk gemaakt door het Bouwbesluit 2012 gedeeltelijk niet van toepassing te verklaren en de vergunningplicht voor bouwactiviteiten op het terrein te laten vervallen. Om dit mogelijk te maken wordt het project op deze onderdelen opnieuw aangemeld voor de 16 e tranche van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet. 4. Hoe draagt het project bij aan het bestrijden van de economische crisis? De Radboud is de grootste werkgever van de regio Arnhem-Nijmegen. Door de activiteiten optimaal te faciliteren, kan de Radboud zich concentreren op haar primaire taken, namelijk het bieden van onderwijs en verlenen van zorg. Dit zorgt voor een positief effect op de werkgelegenheid en het bestrijden van de economische crisis. Daarnaast leidt de verbouwopgave op de campus (sloop/herbouw van gebouwen) de komende jaren tot veel werkgelegenheid in de bouwsector (aannemers, bouwbedrijven etc.). 5. Hoe draagt het project bij aan innovatieve ontwikkelingen? Het project beoogt in de eerste plaats de (innovatieve) activiteiten van de Radboud zoveel mogelijk te faciliteren. Hierbij is het de uitdaging om de komende ontwikkelingen (verbouwopgave) op de campus op dezelfde (innovatieve) wijze tot stand te brengen. Daarnaast biedt het project een unieke kans om een gebiedsgericht plan (bestemmingsplan met verbrede reikwijdte) te combineren met vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). In het project wordt, behalve met de bevoegde gezagen en uitvoeringsinstanties, ook samenwerking gezocht met wettelijk adviseurs zoals de VRGZ (de wettelijk adviseur aan Provincie voor wat betreft brandveiligheidsaspecten) en het RIVM/GGD (om mee te denken in het kader van gezondheid). Daarnaast wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de kennis en kunde die op het Radboud zelf aanwezig is (bijvoorbeeld vanuit de faculteit rechtsgeleerdheid en planologie) om nieuwe oplossingen te vinden voor de geconstateerde knelpunten/belemmeringen. Tot slot zal er in het project (uitgebreid) aandacht worden besteed aan de communicatie met de omgeving. Als gevolg van het mogelijk komen te vervallen van bestaande vergunningplichten, speelt met name in het proces van de totstandkoming van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, burgerparticiatie een belangrijke rol. 6. Hoe draagt het project bij aan duurzaamheid? Een van de kenmerken van de inrichting en huisvesting van de bedrijvigheid/activiteiten op de
Crisis- en herstelwet Projectformat Innovatieve duurzame experimenten 16e tranche campus is, naast innovatie en dynamiek, duurzaamheid. In de nieuwbouw opgave zit o.a. ook de ontwikkeling om meer elementen van het oude landgoed Heijendaal terug te brengen: dus minder bebouwd oppervlak en meer groen. Daarnaast kan bijvoorbeeld worden gedacht aan verkeer/vervoer (parkeren/fietsbeleid) en wordt expliciet aandacht besteed aan de mogelijkheid van duurzame bouwlogistiek. 7. Tegen welke wettelijke grens loopt het project aan en wat zou aan wetten/regels moeten veranderen? Voor zover het project ziet op het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte sluit het aan op artikel 7c Besluit uitvoering Chw. Voor wat betreft de onderzoeksvragen wordt met name aansluiting gezocht bij de wet-en regelgeving op het gebied van vergunningverlening en handhaving (o.a. Wet milieubeheer en Wabo) en de (concept-) AmvB s in het kader van de Omgevingswet. Daarnaast ligt er voor de gemeente en de Provincie een belangrijke taak om te kijken naar haar eigen regelgeving op dit gebied (in beleid en verordeningen). In het bestemmingsplan kan echter niet zondermeer worden afgeweken van de toepasselijke hogere wet-en regelgeving (in dit geval de Wabo en het Bouwbesluit). Een deel van de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit heeft betrekking op veiligheid. Het gaat daarbij om Hoofdstuk 2 en een deel van Hoofdstuk 6. Bij nieuwbouw en verandering van bestaande gebouwen is veiligheid altijd van belang. De bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit zorgen, ook bij kleine interne aanpassingen van bestaande gebouwen echter voor veel administratieve lasten. Daarom is het wenselijk dat van dit deel van het Bouwbesluit kan worden afgeweken. Het is uiteraard wel van belang dat de veiligheid voldoende geborgd is. Dit wordt mogelijk gemaakt met de verbrede reikwijdte van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan kan een alternatief bouwtechnisch kader worden opgenomen met (brand)veiligheidsnormen waaraan de bouwplannen worden getoetst. Daarnaast bevat het Bouwbesluit (H1 en H8 een aantal procedurele voorschriften over het slopen van bouwwerken en een aantal voorschriften die tijdens het uitvoeren van bouw en sloopwerkzaamheden in acht genomen moeten worden. De uitvoering van bouw-en sloopwerkzaamheden moet zodanig zijn dat een voor de omgeving onveilige situatie of voor de gezondheid of bruikbaarheid nadelige hinder zoveel mogelijk wordt voorkomen. Dit gaat (dus) om het zoveel mogelijk voorkomen van letsel van personen, beschadiging dan wel belemmering van wegen, bouwwerken of roerende zaken die zich in de omgeving van het bouw-of sloopterrein bevinden en geluid-, stof-, en trillingshinder. Deze zaken kunnen ook worden geregeld in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte ( omgevingsplan ). Hierin kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat hinder zoveel mogelijk voorkomen dient te worden door gebruik te maken van de best beschikbare technieken. Bij grotere bouw-en sloopprojecten kan nog steeds worden gevraagd om een integraal plan waarin beschreven is welke veiligheidsmaatregelen worden getroffen (het veiligheidsplan). Voor het project vormt de bouwvergunningplicht uit de Wabo een belemmering omdat het terrein voortdurend veranderd. De vergunningplicht voor bouwwerken zorgt vaak voor lange procedures en vertraging. Daarnaast worden de mogelijkheden om snel in te kunnen spelen op nieuwe innovatieve ontwikkelingen in de zorg, onderwijs en onderzoek beperkt. Gelet op het karakter van het terrein en de technische en bouwkundige deskundigheid van de Radboud, is toetsing vooraf niet nodig. In het bestemmingsplan kunnen algemene regels worden opgenomen waaraan de bouwplannen moeten voldoen. Daarnaast kan in het bestemmingsplan worden bepaald of en voor welke bouwwerken wel een vergunning of melding is vereist. De Omgevingswet betekent een stelselherziening van het omgevingsrecht en gaat in die zin ook verder dan de Crisis en herstelwet. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) kent voor brandveiligheid straks alleen nog een meldingsplicht en deze plicht geldt niet meer bij wijzigingen (het verplaatsen van brandwerende scheidingsmuren). Daarnaast biedt de Invoeringswet van de Omgevingswet de mogelijkheid om in het omgevingsplan (meer)vergunningvrije bouwwerken aan te wijzen. Hierbij blijft de vergunningplicht voor bouwtechnische bouwactiviteiten wel gehandhaafd in het Bbl, afhankelijk van het risicoprofiel van het bouwwerk. De lokale overheid heeft hierin dus geen eigen afwegingsruimte maar voert de regels van het Bbl uit. Om nu al van deze toekomstige mogelijkheden gebruik te kunnen maken kan het Ministerie van IenM
Crisis- en herstelwet Projectformat Innovatieve duurzame experimenten 16e tranche worden verzocht om een verdere verruiming van de wet-en regelgeving voor dit project. Hiervoor moet het project opnieuw worden aangemeld voor de 16 e tranche van het Besluit uitvoering Chw. Het uitzetten van (een deel van) het Bouwbesluit dat betrekking heeft op (brandveilig) gebruik en de uitvoering van bouw-en sloopwerkzaamheden, kan worden geregeld door het project op te nemen in artikel 4 van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet. In dat artikel is voor een aantal projecten (o.a. in Leeuwarden en Delft) al geregeld dat van een deel van het Bouwbesluit kan worden afgeweken. Aan het artikel van het Besluit dat betrekking heeft op de pilot Radboud kan een bepaling worden toegevoegd waarin wordt geregeld dat de vergunningplicht uit artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo niet geldt voor bouwwerken op het terrein van de campus. Hierbij blijven, zolang het Bbl nog niet in werking is getreden, de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit (met uitzondering van H2 en een deel van H6) van toepassing. 8. Tijdsplanning (start/ einde)? In verband met de actualisatieplicht van het geldende bestemmingsplan dient het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte eind 2017 te worden vastgesteld. Deze planning lijkt nog steeds haalbaar. Als de verruiming van het (brand)veilig gebruik en de bouwregelgeving, niet (meer) kan worden meegenomen in de pilot moet worden gewacht op de inwerkingtreding van de Omgevingswet om van deze ruimere mogelijkheden gebruik te kunnen maken.