Aanwijzing woningmarktregio

Transcriptie

1 Openbaar Onderwerp Aanwijzing woningmarktregio Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In het kader van de nieuwe Woningwet is het de bedoeling dat de schaal van een woningcorporatie meer in overeenstemming wordt gebracht met de schaal van de woningmarktregio. In het bestuurlijk overleg in de regio hebben de wethouders wonen in 2015 al een voorkeur bepaald voor het aanwijzen van de voormalige Stadsregio als woningmarktregio, aangevuld met Druten. Gemeenten kunnen tot 1 juli 2016 in samenspraak met de woningcorporaties een verzoek bij de minister indienen voor een woningmarktregio. Om dit te doen is een complexe besluitvorming vereist. Om dit te stroomlijnen wordt voorgesteld de portefeuillehouder wonen te mandateren om de correspondentie hierover met andere gemeenten en corporaties af te doen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. RO10, Wim van der Velde, 3437 ambtelijk voorstel 8 februari 2016 Registratienummer Ter besluitvorming door het college 1. De voorkeur voor een woningmarktregio vast te stellen die bestaat uit de gemeenten van de voormalige Stadsregio met uitzondering van Mook & Middelaar en met toevoeging van Druten, en dit in het verzoek aan de minister op te nemen. 2. De portefeuillehouder wonen te machtigen om de correspondentie af te handelen die in het kader van het verzoek aan de minister om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen aan te wijzen, aan de orde komt. 3. De brief aan de raad vast te stellen. Steller Wim van der Velde Paraaf akkoord Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 16 februari 2016 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.13 Bestuursagenda Paraaf akkoord Portefeuillehouder cv woningmarktregio

2 1 Probleemstelling In het kader van de nieuwe Woningwet is het de bedoeling dat de schaal van een woningcorporatie meer in overeenstemming wordt gebracht met de schaal van de woningmarktregio. Voor alle corporaties wordt daartoe een regio als hun kerngebied bepaald. In het bestuurlijk overleg in onze regio hebben de wethouders wonen in 2015 al een voorkeur bepaald voor het aanwijzen van de voormalige Stadsregio als woningmarktregio, aangevuld met Druten. Gemeenten kunnen tot 1 juli 2016 in samenspraak met de woningcorporaties een verzoek bij de minister indienen voor een woningmarktregio. Om dit te doen is een complexe besluitvorming met veel afstemming nodig. 2 Juridische aspecten De minister stelt uiteindelijk de woningmarktregio s vast op basis van de Woningwet en het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV). Het mandateren van de wethouder wonen is een bevoegdheid van het college. 3 Doelstelling Om voor 1 juli 2016 een goed afgestemd verzoek aan de minister te richten om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen vast te stellen, en zodoende de invulling van de volkshuisvestelijke opgaven door de corporaties ook in de komende jaren mogelijk te maken. 4 Argumenten Woningmarktregio sluit aan bij bestaande praktijk Het aanwijzen van de 18 gemeenten in de regio Arnhem Nijmegen als woningmarktregio sluit goed aan bij de bestaande praktijk. Recent is op deze schaal samengewerkt om een uniform systeem van woonruimteverdeling te continueren. Daarvoor zijn onder de paraplu van de Stadregio jarenlang zaken rond de dossiers woningbouw en woonruimteverdeling afgestemd. De twee steden Nijmegen en Arnhem vormen de motoren van de dynamiek op de regionale woningmarkt. De meeste verhuisbewegingen vinden plaats in en rond deze twee steden, hoewel er ook een flinke verhuisbeweging is van Arnhem naar Nijmegen en vice versa. Huishoudens die voor hun opleiding in de regio zijn komen wonen willen er vaak graag blijven. De aantrekkelijke en gevarieerde regio, met grote diversiteit aan woonmilieus speelt hierbij een belangrijke rol. De voorgestelde woningmarktregio bestaat uit de volgende 18 gemeenten: Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Ontheffingsmogelijkheid Corporaties mogen alleen in hun kerngebied alle activiteiten ontplooien die de wet hen toestaat. Buiten hun kerngebied mogen ze bijvoorbeeld geen nieuwbouw van betaalbare woningen op een andere plek in de gemeente plegen en geen vastgoed verwerven. De wet biedt wel een ontheffingsmogelijkheid van deze regel. Ontheffing is bijvoorbeeld mogelijk als in een regio de volkshuisvestelijke opgave onvoldoende kan worden ingevuld zonder de medewerking van een corporatie in die regio, die een andere regio als kerngebied heeft. Een voorbeeld hiervan is Portaal. Als Portaal de regio Utrecht als kengebied heeft, kan Portaal daardoor in Nijmegen geen betaalbare nieuwbouw in de Waalsprong bouwen, of de herstructurering in de Rozenbuurt uitvoeren in de gewenste nieuwe stedenbouwkundige structuur. In een dergelijk geval kan de corporatie (niet de gemeente) een ontheffingsverzoek indienen bij de minister om ook in deze regio alle activiteiten te mogen uitvoeren. Hierover moet dan

3 Vervolgvel 2 weer aan betreffende gemeenten een zienswijze worden gevraagd. Portaal is overigens voornemens om spoedig een ontheffingsverzoek voor deze regio in te dienen. Verzoek aan minister vereist veel afstemming Een verzoek aan de minister heeft dus nogal wat voeten in de aarde. Zeker als er sprake is van ontheffingsverzoeken. Alle colleges moeten een besluit nemen over de voorgestelde regio, alle corporaties in die regio moet om een zienswijze worden gevraagd. Indien corporaties bezit hebben in gemeenten buiten de regio moet ook aan die gemeenten een zienswijze worden gevraagd. Andersom worden wij gevraagd om zienswijzen te geven over te vormen regio waar corporaties uit onze regio ook actief zijn. En bij een ontheffingsverzoek is er opnieuw sprake van zienswijzen Dit brengt veel correspondentie over en weer met zich mee. Het verzoek aan de minister is een kwestie van veel verplichte afstemming over betrekkelijk weinig inhoud. Daarom wordt voorgesteld om niet alles voor het college te agenderen maar het afdoen van te vragen en te geven zienswijzen in dit proces eenmalig te mandateren aan de portefeuillehouder wonen. 5 Klimaat Dit voorstel heeft geen relatie met het klimaatvraagstuk en onze doelstellingen op dat terrein. 6 Financiën De kosten van uitvoering worden gedekt binnen het programma wonen. 7 Participatie en Communicatie Met woningcorporaties en huurdersorganisaties vindt overleg plaats alvorens een verzoek aan de minister te richten. 8 Uitvoering en evaluatie Voorbereiden van een verzoek aan de minister in afstemming met andere gemeenten corporaties en huurdersorganisaties. 9 Risico Er is een risico dat corporaties met een ander kerngebied, maar wel belangrijk voor invulling van de opgave in deze regio, geen ontheffing van de minister krijgen. Bijlage: Brief aan de raad

4 Ruimtelijke Ontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen 16 februari 2016 Ons kenmerk RO10/ Contactpersoon Wim van der Velde Onderwerp Aanwijzen woningmarktregio Geachte leden van de raad, uw brief - Doorkiesnummer (024) In het kader van de nieuwe Woningwet is het de bedoeling dat de schaal van een woningcorporatie meer in overeenstemming wordt gebracht met de schaal van de woningmarktregio. Voor alle corporaties wordt daartoe een regio als hun kerngebied bepaald. In deze brief stellen wij u nader op de hoogte van dit proces. Gemeenten kunnen tot 1 juli 2016 in samenspraak met de woningcorporaties een verzoek bij de minister indienen voor een woningmarktregio. In het bestuurlijk overleg in de regio hebben de wethouders wonen in 2015 al een voorkeur bepaald voor het aanwijzen van de voormalige Stadsregio als woningmarktregio, aangevuld met Druten. Daarvoor zijn goede argumenten. Het aanwijzen van de 18 gemeenten in de regio Arnhem Nijmegen als woningmarktregio sluit goed aan bij de bestaande praktijk. In 2015 is op deze schaal succesvol samengewerkt om een uniform systeem van woonruimteverdeling te continueren. In de periode daarvoor zijn onder de paraplu van de Stadregio jarenlang zaken rond de dossiers woningbouw en woonruimteverdeling op goede wijze afgestemd. De twee steden Nijmegen en Arnhem vormen de motoren van de dynamiek op de regionale woningmarkt. De meeste verhuizingen vinden plaats in en rond deze twee steden, hoewel er ook een flinke verhuisbeweging is van Arnhem naar Nijmegen en vice versa. Vaak willen huishoudens die voor hun opleiding in de regio zijn komen wonen er graag blijven. De aantrekkelijke en gevarieerde regio, met grote diversiteit aan woonmilieus speelt hierbij een belangrijke rol. Corporaties mogen alleen in hun kerngebied alle activiteiten ontplooien die de wet hen toestaat. Buiten hun kerngebied mogen ze bijvoorbeeld geen nieuwbouw van betaalbare woningen op een andere plek in de gemeente plegen en geen vastgoed verwerven. De wet biedt wel een ontheffingsmogelijkheid van deze regel. Ontheffing is bijvoorbeeld mogelijk als in een regio de volkshuisvestelijke opgave onvoldoende kan worden ingevuld zonder de medewerking van een corporatie in die regio, die een andere regio als kerngebied heeft. Een voorbeeld hiervan is Portaal. Als Portaal de regio Utrecht als kengebied heeft, kan Portaal daardoor in Nijmegen geen brief raad woningmarktregio

5 Gemeente Nijmegen Ruimtelijke Ontwikkeling Vervolgvel 1 betaalbare nieuwbouw in de Waalsprong bouwen, of de herstructurering in de Rozenbuurt uitvoeren in de gewenste nieuwe stedenbouwkundige structuur. In een dergelijk geval kan de corporatie (niet de gemeente) een ontheffingsverzoek indienen bij de minister om ook in deze regio alle activiteiten te mogen uitvoeren. Portaal is overigens voornemens om spoedig een ontheffingsverzoek voor deze regio in te dienen. Ons college zet in regionaal verband in op het indienen van een verzoek aan de minister om de woningmarktregio vast te stellen die bestaat uit de volgende 18 gemeenten: Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Daarbij zullen wij tevens ontheffingsverzoeken van belangrijke corporaties die onze regio niet als kerngebied hebben maar hier wel een opgave hebben, met positieve zienswijzen ondersteunen. Op deze wijze willen wij de invulling van de volkshuisvestelijke opgaven in de regio door de corporaties, ook in de komende jaren, mogelijk blijven maken. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Plaatsvervangend Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. R.J.M. van Wuijtswinkel brief raad woningmarktregio