Tentamen Mechanica ( )

Vergelijkbare documenten
4. Maak een tekening:

Krachten (4VWO)

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Uitwerking Oefeningen Speciale Relativiteitstheorie. Galileitransformaties. versie 1.3, januari 2003

Examen mechanica: oefeningen

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

TENTAMEN DYNAMICA ( )

Rekenmachine met grafische display voor functies

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Schuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting

Inleiding kracht en energie 3hv

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Hertentamen Klassieke Mechanica a, 15 juli 2015, 14u00 17u00 Let op lees onderstaande goed door!

NATUURKUNDE. Figuur 1

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

tijd [n*t1] hoek (rad) tijd [n*t2] hoek (rad) 0 0,52 0 0,52 1 0,40 1 0,46 2 0,30 2 0,40 3 0,23 3 0,34 4 0,17 4 0,30 5 0,13 5 0,26 6 0,1 6 0,23

Tentamen Natuurkunde A uur uur woensdag 10 januari 2007 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs. Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Tentamen Klassieke Mechanica a, 12 juni 2015, 14u00 17u00. Let op lees onderstaande goed door!

Tentamen Natuurkunde 1A uur uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003

jaar: 1989 nummer: 25

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Mechanica 2 voor N (3AA42) woensdag 24 juni 2009 van

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

BIOFYSICA: WERKZITTING 2 (Oplossingen) DYNAMICA

5.1 De numerieke rekenmethode

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

a) Beargumenteer of behoud van impuls en behoud van mechanische energie van toepassing is op de schansspringer.

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

****** Deel theorie. Opgave 1

STUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... SCHRIFTELIJKE OVERHORING VAN 23 JANUARI 2006 MECHANICA

Statica (WB) college 12 Friction Ch Guido Janssen

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Impuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7

SCHRIFTELIJK TENTAMEN VAN 22 JANUARI Dit tentamen bevat verschillende soorten vragen of deelvragen:

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Snelheid en kracht. 4.1 Inleiding. 4.2 Soorten krachten

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

natuurkunde havo 2018-II

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Topic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen Assistent: Erik Lambrechts

jaar: 1989 nummer: 17

Kleine Mechanica van de Schaatsslag

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen

c. Bereken van welke hoogte Humpty kan vallen zonder dat hij breekt. {2p}

Tentamen Klassieke Mechanica, 29 Augustus 2007

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel A2 en B, blad 1/6

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Opgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I

Advanced Creative Enigneering Skills

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

Topic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen Assistent: Erik Lambrechts

krachtenevenwicht Uitwerking:

V A D E M E C U M M E C H A N I C A. 2 e 3 e graad. Willy Cochet Pagina 1

2de bach HIR. Optica. Smvt - Peremans. uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR

Programmeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python. Wi1205AE I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 6 mei 2014

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Space Experience Curaçao

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur


Transcriptie:

Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en formuleblad is toegestaan. De aangegeven tijd Opgave 1 (5+5) Gegeven de fundamentele constantes G = 6, 7 10 11 m 2 /kg 2, h = 1, 1 10 34 Js = 1, 1 10 34 kg m 2 /s, en c = 3, 0 10 8 m/s; en verder de massa van het elektron, m e = 9, 1 10 31 kg. Construeer uit h, c en m e een grootheid met dimensie van lengte. Dit is de Compton golflengte λ e van het elektron. Bereken de grootte. Schrijf alles in mks-eenheden ( = kg m/s 2, J = kg m 2 /s 2 ); beschouw h α m β e c γ ; dit geeft drie vergelijkingen; oplossing geeft λ e = h/m e c en numeriek λ e 4 10 13 m. (b) Construeer uit h, c en G een grootheid met dimensie van lengte. Dit is de Planck lengte l P. Bereken de grootte. Als onder ; oplossing geeft l P = G h/c 3 en numeriek l P 1, 6 10 35 m. Opgave 2 (5 + 5 + 5 + 5) Voor het traject van een voetbal is de hoogte h(t) (in m) als functie van de tijd t (in s) gegeven evenals de verplaatsing x(t) (in m) in horizontale richting, h(t) = 20 t 5 t 2, x(t) = 20 t. Welke hoek met de horizontale richting maakt de bewegingsrichting van de bal in het begin en wat is zijn beginsnelheid? De snelheden zijn v h (t) = 20 10 t en v x = 20. Dus op tijdstip t = 0 hebben we v h = v x = 20 m/s en de hoek is 45 graden. De snelheid is (20) 2 + (20) 2 28 m/s. (b) Wat is het hoogste punt en op welk tijdstip wordt dit bereikt? h(t) = 5 (t 2) 2 + 20, waaruit we zien dat het hoogste punt wordt bereikt voor t = 2 s; de hoogte is dan 20 m. (c) Hoever komt de bal als alles zich op een horizontaal veld afspeelt? De bal raakt de grond als h(t) = 0, d.w.z. t = 4. De horizontale positie is dan x(4) = 80, dus de bal komt 80 m ver. (c) Hoever komt de bal als vanaf het vertrekpunt het veld steil (onder een hoek van 45 graden) naar beneden loopt en wat is dan de snelheid van de bol als hij de grond raakt. In dat geval raakt de bal de grond als h(t) = x(t). Dus 20 t 5 t 2 = 20 t, waaruit volgt 5 t 2 40 t = 0. De oplossing t = 0 is het beginpunt. De andere oplossing is t = 8. De bal komt dus na 8 s op de helling terecht, 160 m verder in horizontale richting en 160 m lager. De snelheid van de bal is dan v h = 60 en v x = 20, dus v = (60) 2 + (20) 2 63 m/s. 1

Opgave 3 (20) Leg uit hoe we met behulp van een slinger in een auto of trein de grootte en richting van de versnelling kunnen meten. Wat moeten we meten? Geef het vrije lichaamsdiagram van de slinger (een met werkzame krachten en hun ontbinding en een met resulterende krachten in de verschillende richtingen). We hebben een slinger nodig, waarvan we de hoekuitwijking ten opzichte van de vertikale richting kunnen meten. De werkzame krachten zijn zwaartekracht (G = mg) en spankracht (T ). De spankracht kan worden ontbonden in horizontale (T sin ) en vertikale (T cos ) richtingen. De vertikale richting wordt opgeheven door de zwaartekracht. De horizontale component blijft over en correspondeert met de versnelling van de auto/trein. Dus T cos = G = mg en F tot = T sin = G tan = mg tan = ma. Dus a = g tan. De richting van de versnelling is tegengesteld aan de uitwijkingsrichting. T cos T (b) G T sin G tan Opgave 4 (10+10+10) Gegeven is dat een langlaufer (massa van persoon plus skis is 80 kg) zonder arbeid te verrichten op een flauwe helling (horizontale afstand 1 km, vertikaal hoogteverschil 20 m) met constante snelheid van 18 km/h de helling afgaat. Bereken de dynamische wrijvingscoefficient voor de skier. oem de hoek met de horizontaal (dus tan = 0,02). De gravitatiekracht kan worden ontbonden in een component mg cos loodrecht op het oppervlakte, gecompenseerd door de normaalkracht en een component mg sin langs het oppervlak naar beneden, gecompenseerd door de tegengestelde wrijvingskracht W = f (Er is tenslotte geen resulterende kracht!). Dus waaruit volgt dat f = tan = 0, 02. mg sin = W = f = f mg cos, (b) Wat wordt de versnelling voor een helling waarbij het hoogteverschil 30 m over 1 km is als we de luchtwrijving verwaarlozen? In dat geval is tan = 0, 03, d.w.z. sin 0, 03 en cos 1, 00. De normaalkracht is = mg cos mg 800. De wrijvingskracht is W = f 0, 02 mg 16. De kracht langs de helling is F tot = mg sin W 0, 01 mg 8. De versnelling langs de helling (naar beneden) wordt a = F tot /m 0, 1 m/s 2. (c) Welke snelheid haalt de skier op een vlak parcours bij een rustig tempo waarbij hij 40 W verbruikt. Op een vlak parcours wordt de zwaartekracht opgeheven door de normaalkracht, dus = mg 800. Bij constante snelheid is de benodigde kracht precies gelijk aan de wrijvingskracht W = f 16. Het energieverbruik (vermogen) is P = F v 16 v = 40 W = 40 m/s. Dus v = 2,5 m/s = 9 km/h. 2

Opgave 5 (10+10+10) Waardoor wordt de maximale snelheid v max bepaald waarmee een auto een vlakke bocht (met straal R en een wegdek met statische wrijvingscoefficient f) kan nemen en geef de uitdrukking hiervoor. Teken het bij deze situatie behorende vrije lichaamsdiagram. f f G Werkzame krachten zijn zwaartekracht (G = m g omlaag), normaalkracht (, omhoog gericht) en wrijvingskracht (maximaal f langs oppervlak). De zwaartekracht wordt gecompenseerd door de normaalkracht, dus = mg. De (statische) wrijving levert de centripetale kracht, dus en dus v max = f gr. m v2 R = f = f mg, (b) Wat is de snelheid v 0 waarbij een auto zonder wrijving een hellende bocht (hellingshoek, straal R) kan nemen. Teken het vrije lichaamsdiagram. cos (b) sin G tan De werkzame krachten zijn zwaartekracht (G = m g omlaag) en normaalkracht (, loodrecht op oppervlak). De resulterende kracht moet langs de horizontale richting naar middelpunt van de bocht/cirkel gericht zijn. De normaalkracht kan ontbonden worden in componenten cos omhoog en sin langs horizontale richting. Een horizontale resultante wordt verkregen wanneer G = cos. Dat betekent dat = mg/ cos en Dus v 0 = gr tan. m v2 0 R = sin = mg tan. (c) Geef m.b.v. vrije lichaamsdiagrammen aan hoe de krachten worden in de situatie onder (b) in de gevallen dat v < v 0 en v > v 0, respectievelijk. Wat kan er in deze twee gevallen gebeuren als het glad is? 3

(b) cos (c) W sin W v < v v = v v > v 0 0 0 Als v < v 0 is een kleinere resultante nodig, dus wrijvingskracht is naar buiten gericht (langs oppervlak met componenten W sin in vertikale en W cos in horizontale richting). Als het glad is kan het zijn dat deze horizontale component onvoldoende is en de auto schuift naar de binnenkant van de bocht (omlaag). Als v > v 0 is een grotere resultante nodig, dus wrijvingskracht moet meewerken en is naar binnen gericht (in eerste instantie langs oppervlak met een component horizontaal). Als het glad is, is er te weinig wrijving en kan de auto niet in een cirkelbaan met straal R blijven. De auto schuift naar buiten de bocht uit (omhoog). Opgave 6 (10+15) We laten op een wrijvingsloze tafel schijven (allemaal met massa m) met elkaar botsen. De botsingen zijn elastisch. Bereken de snelheden van de schijven na een botsing waarbij we een schijf met snelheid v centraal laten botsen op een stilstaande schijf. Behoud van energie en impuls, impliceren m v + 0 = m v 1 + m v 2, 1 2 m v2 + 0 = 1 2 m v2 1 + 1 2 m v2 2, Substitutie van v 2 = v v 1 (uit eerste vergelijking) in de tweede vergelijking geeft v 2 = v 2 1 + (v v 1 ) 2 = v 2 2 v.v 1 + 2 v 2 1. Hieruit vinden we v 1 (v 1 v) = 0 met als enige zinvolle oplossing v 1 = 0 en v 2 = v. (b) Wanneer de stilstaande schijf onder een hoek van 45 graden wordt weggestoten, wat gebeurt er dan met de botsende schijf en wat zijn de snelheden van beide schijven na de botsing. Behoud van energie en impuls, impliceren, inclusief zijwaartse richting en na wegdelen van factoren 1/2 en m links en rechts, v + 0 = v 1x + v 2x, 0 = v 1y + v 2y, v 2 + 0 = v 2 1x + v2 1y + v2 2x + v2 2y. Verder weten we uit het gegeven dat v 2y = v 2x. Dus we hebben v 1y = v 2y = v 2x en we krijgen dan v + 0 = v 1x + v 2x, v 2 + 0 = v 2 1x + 3 v 2 2x, Substitutie van de eerste in de tweede vergelijking geeft v 2 = 3 v 2 6 v.v 1x + 4 v 2 1x oftewel 2 v 2 1x 3 v.v 1x + v 2 = 0, herschreven tot (2 v 1x v)(v 1x v) = 0, met als oplossing v 1x = v (vervalt want dan worden v 2x = v 2y = v 1y = 0) of v 1x = v/2. In dat laatste geval worden v 2x = v/2 en v 2y = v 1y = v/2 (of het omgekeerde teken). In woorden, beide schijven gaan voorwaarts onder een hoek van 45 graden met snelheid v/ 2. 4

Opgave 7 (5+10) In plaats van de schijven uit de vorige opgave beschouwen we nu een centrale botsing van een biljartbal met snelheid v op een stilstaande biljartbal. De botsende biljartbal heeft massa m, straal r en traagheidsmoment t.o.v. zwaartepunt I = (2/5)mr 2. Geef de bijdragen van zwaartepuntsbeweging en rotatie in de energie van een biljartbal die met snelheid v beweegt. Snelheid van het zwaartepunt en rotatiesnelheid zijn gerelateerd via v = ω r. Dat wil zeggen dat naast de kinetische energie ten gevolge van de beweging van het zwaartepunt, (1/2)mv 2 er een rotatieenergie is ter grootte van E rot = 1 2 I ω2 = 1 5 mr2 ω 2 = 1 5 mv2. (b) Wat worden de snelheden na een centrale elastische botsing, aangenomen dat er geen slip optreedt. De totale energie van een rollende biljartbal is nu (7/10)mv 2 Gebruik makend van impuls en energiebehoud krijgen we m v + 0 = m v 1 + m v 2, 7 10 m v2 + 0 = 7 10 m v2 1 + 7 10 m v2 2, a wegdelen van factoren links en rechts, hebben we eenzelfde situatie als in de voorgaande opgave (onderdeel a) met als oplossing v 1 = 0 en v 2 = v. 5