Kleine Mechanica van de Schaatsslag
|
|
- Dennis van Beek
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kleine Mechanica van de Schaatsslag Kees Doets Samenvatting Hoe komt het dat je met schaatsen vooruit gaat door zijwaarts af te zetten? Dat mysterie wordt hier opgehelderd. Ook wordt geclaimd dat de voortstuwing van de schaatsslag twee componenten heeft: die van de zijwaartse beweging en die van het terugsturen. Eenvoudige formules beschrijven de snelheidstoename door elk van de componenten. Inleiding De geaccepteerde beschrijving van de voortbeweging per schaats gedurende één schaatsslag op het rechte eind is de volgende (zie [1]). De schaatser glijdt op één schaats. Door zijwaarts afzetten veroorzaakt hij een zijwaartse beweging. De resulterende nieuwe beweging is de vectoriële samenstelling van zijn initiële beweging en deze zijwaartse beweging. Sectie 1 gaat in op deze beschrijving en leidt formule (4) af voor de snelheidstoename die hiervan het effect is. Vlak vóór en gedurende de afzet volgt de afzetschaats als gevolg van terugsturen ( insturen, naar binnen sturen ) een naar binnen gerichte cirkelboog waardoor een centrifugale kracht wordt opgewekt. De arbeid die verricht wordt om deze kracht te overwinnen als de schaatser zijwaarts beweegt heeft een tweede snelheidstoename tot gevolg, ditmaal in de richting waarin hij glijdt. Dit is het onderwerp van Sectie 2, en de hier afgeleide formule (5) berekent de snelheidstoename. De focus ligt op rechtuit schaatsen, maar het meeste is ook van toepassing op schaatsen van een bocht. Als in het volgende x een vector aanduidt, dan staat het pijltjesloze symbool x voor de grootte van die vector. In een notendop Uitgaande van de veronderstelling dat de afzet-arbeid van de schaatser volledig in bewegingsenergie wordt omgezet zijn formules (4) en (5) een-
2 voudig af te leiden. De bewegingsrichting blijft hierbij buiten beschouwing. De uitdrukking voor de bewegingsenergie van (bijvoorbeeld) een schaatser met massa m en snelheid v is 1 2 mv2. Differentiëren van deze uitdrukking naar v levert d( 1 2 mv2 ) = mv dv. Als de schaatser zijwaarts beweegt over een afstand d omdat hij zijwaarts afzet met een kracht F = m p ( p de bijbehorende versnelling) dan verricht hij een hoeveelheid arbeid ter grootte F d. Aangenomen dat die geheel ten goede komt aan de bewegingsenergie hebben we d( 1 2 mv2 ) = F d en dus mv dv = mp d, met als gevolg dat dv = p v d. Hiervan is formule (4) een goede benadering.. Op eenzelfde manier vinden we (5). Als de schaatser tijdens de afzet terugstuurt langs een cirkelboog met straal en zijwaarts beweegt over een afstand d dan zal hij daarbij de centrifugaalkracht groot mv2 moeten overwinnen en een hoeveelheid arbeid mv2 d leveren. In dit geval geldt dus d( 1 2 mv2 ) = mv dv = mv2 d ofwel dv = v d, en dit wordt benaderd door (5). De volgende secties geven uitvoeriger elementaire afleidingen zonder differentiëren, inclusief bewegingsrichting. 1 Zijwaarts bewegen Een schaatser met massa m glijdt op één schaats met een snelheid v. Op zeker moment (hij heeft gezorgd voor een schuine stand ten opzichte van het ijs) zet hij zich af met deze schaats. De reactiekracht F van het ijs kan geen component in de glijrichting v hebben omdat het contact tussen schaats en ijs in die richting zo goed als frictieloos is. Dus staat F, en daarmee de afzet, loodrecht op de glijrichting v. Door het afzetten ondervindt de schaatser een versnelling p waarvoor geldt F = m p. Na de afzet heeft dit geresulteerd in een zijwaartse beweging w, eveneens loodrecht op v. De vectoriële samenstelling van w en v vormt de uiteindelijke beweging u van de schaatser. Deze is groter dan v en zijn richting wijkt van v af met een hoek ter grootte arctan(w/v). (Dit is de gedeeltelijke reden dat de schaatser een zig-zag beweging volgt op het rechte eind.) We berekenen de snelheidstoename 1 = u v die het gevolg is van deze afzet. Omdat v en w loodrecht op elkaar staan geldt volgens Pythagoras u 2 = v 2 + w 2. (1)
3 N.B.: Vermenigvuldiging van deze formule met de factor 1 2 m levert 1 2 mu2 = 1 2 mv mw2, dat wil zeggen: de zijwaartse bewegingsenergie 1 2 mw2 komt volledig ten goede aan de uiteindelijke bewegingsenergie 1 2 mu2. We hebben nu w 2 = u 2 v 2 = (u + v) (u v) = (u + v) 1, en met een goede benadering vinden we: 1 = w2 u + v w2 2v. (2) De grootte van w wordt bepaald door de afzet. Onderstel dat de schaatser zich tijdens zijn afzet over een afstand zijdelings verplaatst. Dan is de hierbij door F verrichte arbeid groot F. Deze arbeid wordt omgezet in bewegingsenergie. Voor w betekent dit, dat 1 2 mw2 = F, oftewel Gecombineerd met (2) vinden we tenslotte: w 2 = 2p. (3) 1 p v. (4) 2 Terugsturen Vergelijking (4) laat zien dat de voortstuwing door de schaatsslag door zijwaarts bewegen vermindert bij toenemende snelheid. De meeste beschrijvingen van de schaatsslag laten het hierbij, maar de voortstuwing heeft nog een tweede component. Goede schaatsers benadrukken de noodzaak om druk op te bouwen vóór de afzet. De reden hiervan is duidelijk: hoe groter de kracht op de schaats, hoe groter de arbeid die wordt verricht bij de afzet en hoe groter de snelheidstoename. (Natuurlijk moet de schaatser wel het vermogen hebben om met die grotere kracht te kunnen afzetten.) Druk opbouwen gebeurt door terugsturen, dat is: het naar binnen sturen van de afzetschaats voorafgaand aan en tijdens de afzet. Hierdoor gaat de schaatser (massa m, snelheid v) een cirkelboog volgen met een denkbeeldig middelpunt C en een straal. Hij wordt daardoor onderworpen aan een centrifugale kracht van de grootte mv 2 en deze kracht vertegenwoordigt juist de gezochte druk. Als de schaatser zich vervolgens zijwaarts beweegt over een afstand in de richting van C,
4 dan zal hij hiervoor een hoeveelheid arbeid (mv 2 /) moeten verrichten die wordt omgezet in een snelheidstoename, hier aangegeven met 2. Om tegelijkertijd richting en grootte te bepalen van deze snelheidstoename is het het eenvoudigst om te kijken naar het impulsmoment dat de schaatser heeft ten opzichte van C. Aan het begin van de afzet bedraagt dit m v. Omdat de schaatser afzet in de richting van C kan dit moment niet van grootte veranderen. Na de afzet is de afstand tot C verkleind tot. Daarom ondervindt de schaatser een snelheidstoename 2 in de richting van v zelf. Zijn nieuwe moment wordt dan m (v + 2 ) ( ), en omdat de grootte onveranderd blijft geldt m (v + 2 ) ( ) = m v. Na herschrijven volgt hieruit dat, met een goede benadering: 2 = 3 Parameters, conclusie v v. (5) Met wordt de totale snelheidsvermeerdering aangegeven die het gevolg is van zowel zijwaarts bewegen als terugsturen. Er geldt dat : tijdens de afzet levert terugsturen de snelheidsvermeerdering 2 in de richting van v, en de snelheidsvermeerdering ten gevolge van de zijwaartse beweging vindt feitelijk plaats ten opzichte hiervan (is dus niet precies 1 ) en bovendien in een iets gewijzigde richting (optellen bij 2 is dus ook niet strict nauwkeurig). We hebben nu: p v + v ( p = v + v ). Afzetlengte. Dit is de horizontale zijdelingse verplaatsing van het lichaamszwaartepunt van de schaatser tijdens het afzetten. (De totale zijdelingse verplaatsing tijdens de afzetfase is veel groter.) Afzetten gebeurt door het afzetbeen te
5 strekken. Deze strekking levert niet meer op dan de lengte van het bovenbeen, ongeveer 0, 5 m. Projectie naar het vlak van het ijs introduceert een factor cos Φ, waarin Φ de hellingshoek is die de schaatser maakt met het ijs. In de schaatspraktijk kan de waarde van dus voor een individuele schaatser in een bepaalde situatie tamelijk nauwkeurig worden geschat. Afzetversnelling p. Dit is de gemiddelde versnelling (of kracht per kg lichaamsmassa) waarmee de schaatser afzet, alweer: in het horizontale vlak, en bovenop de tegendruk die hij moet bieden aan de centrifugale versnelling. Om hiervan betrouwbare waarden te krijgen is het nodig de schaatsen te voorzien van druksensoren. De centrifugale versnelling v 2 / kan voor een modale schaatser al makkelijk oplopen tot (v = 10m/s, = 30m) 3m/s 2 (en voor een wedstrijdschaatser het dubbele of meer) en dan hoeft er voor een surplus aan zijwaartse versnelling niet veel meer over te blijven. Dit kan verklaren dat een schaatsersafzet erg rustig lijkt te verlopen. Straal cirkelboog. Op deze parameter lijkt het moeilijk vat te krijgen. In de schaatspraktijk is hij moeilijk meetbaar, misschien alleen indirect via de centrifugale versnelling. Dankzij zijn ronding (gewoonlijk met een straal tussen 19 en 23 m), zal een hellende schaats een cirkelboog willen volgen. Voor de straal van deze boog wordt soms de formule = S/ cos Φ gegeven, waarin S de straal van de schaatsronding is en Φ de hellingshoek. Enige argumentatie hiervoor lijkt te ontbreken, maar de formule heeft wel een aantrekkelijke meetkundige betekenis: het middelpunt van de gezochte cirkel zou het snijpunt zijn van de as van de schaatsronding met het ijs. Gedurende seizoen 2015/6 voerde Gijsen [2] experimenten uit om te bepalen bij verschillende hellingshoeken. De door hem gevonden waarden waren veel kleiner dan door de formule voorspeld, soms zelfs minder dan de helft. Over de vraag in hoeverre de grootte van kan worden beïnvloed door de schaatser wordt verschillend gedacht. Waarschijnlijk is dit toch substantieel, en dan zou het interessant kunnen zijn om schaatser-specifieke metingen te doen op het ijs. De parameter heeft immers grote invloed op de prestatie. Als de snelheid van de schaatser toeneemt vermindert de bijdrage van de zijwaartse beweging en zal de goede schaatser meer en meer van het effect van terugsturen gaan gebruikmaken. De twee effecten zijn even groot bij de snelheid v = p. Als (bijvoorbeeld) = 30 m en p = 2 m/s 2, dan gebeurt dit bij v = 7, 7 m/s of 28 km/h. Voor recreatie-schaatsers (snelheid km/s) is terugsturen al relevant. Voor wedstrijdschaatsers is dit een conditio sine qua non.
6 Ik dank Kees de Vrij (die ook zonder uitrekenen alles al weet) voor zijn belangstelling en op- en aanmerkingen bij een eerdere versie. eferences [1] Henk Gemser et al., Handboek Wedstrijdschaatsen. Eisma [2] Hans Gijsen, april 2016.
Het recht vooruit schaatsen
Het recht vooruit schaatsen door Aitske Ruben Het allereerste begin! Bij het recht vooruit schaatsen, kunnen we de techniek onderverdelen in de volgende punten: De schaatscurve, de houding, het evenwicht,
Nadere informatieTentamen Mechanica ( )
Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot I
Vliegende parkieten De wetenschapper Vance Tucker heeft onderzocht hoeveel energie een parkiet verbruikt bij het vliegen met verschillende snelheden. Uit zijn onderzoek blijkt dat de hoeveelheid energie
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur
Eamen VW 016 tijdvak 1 woensdag 18 mei 13.30-16.30 uur wiskunde (pilot) it eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieDe bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld
De Bisectie methode De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld De bisectie methode is een recursieve methode om punten van een functie te gaan afschatten. Hierbij gaat men de functiewaarde
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 202 tijdvak donderdag 24 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor
Nadere informatie4. Maak een tekening:
. De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieUitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.
Uitwerkingen Opgave π omtrek diameter Eén radiaal is de hoek, gemeten vanuit het middelpunt van een cirkel, waarbij de lengte van de boog gelijk is aan de straal. c. s ϕ r d. ϕ ω t Opgave π (dus ongeveer
Nadere informatieDe houding en afzet op het rechte eind
De houding en afzet op het rechte eind door Aitske Ruben Wanneer je voor het eerst gaat schaatsen, krijg je te maken met een aantal factoren waar je misschien nog helemaal geen rekening mee hebt gehouden.
Nadere informatie7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss
7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische
Nadere informatieTopic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen Assistent: Erik Lambrechts
Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Topic: Fysica Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk
Nadere informatieTeaser TU Delft Schaatsonderzoek: De snelle schaats
Teaser TU Delft Schaatsonderzoek: De snelle schaats Inleiding Snel schaatsen kan op vele manieren. Snelheid maken op het gladde ijs vergt een speciale techniek. Door gebruik te maken van de eigenschappen
Nadere informatieBotsingen. N.G. Schultheiss
1 Botsingen N.G. Schultheiss 1 Inleiding In de natuur oefenen voorwerpen krachten op elkaar uit. Dit kan bijvoorbeeld doordat twee voorwerpen met elkaar botsen. We kunnen hier denken aan grote samengestelde
Nadere informatiewiskunde B havo 2019-I
Formule van Wilson maximumscore Uitgaande van gelijke temperatuur en diepte wordt het verschil in snelheid dus bepaald door het verschil in zoutgehalte Er geldt: v =,9( 7 5),9( 5) Het gevraagde verschil
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatiewiskunde B vwo 2016-I
wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie HOVO Utrecht Les 1: Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist Overzicht colleges 1. College 1 1. Goniometrie 2. Vectoren 2. College
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Eindexamen havo wiskunde B pilot 0-II Beoordelingsmodel Windenergie maximumscore Als de 60 000 gigawattuur windenergie 0% van het totaal is, dan is de voorspelde totale energiebehoefte maximaal Het totaal
Nadere informatieDe hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.
et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.
Nadere informatieSchuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting
Voertuigtechniek Technisch Specialist LESBRIEF Schuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting Deze lesbrief behandelt positieve verkanting en centripetale kracht in relatie tot het schuiven
Nadere informatieUitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1
Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 5 november 2015 Patrick Baesjou Vraag 1 [17]: a. Voor de veerconstante moeten we de hoekfrequentie ω weten. Die wordt gegeven door: ω = 2π f ( = 62.8 s 1 ) Vervolgens
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I
Beoordelingsmodel Tornadoschalen maximumscore 80 km/u komt overeen met 77,8 m/s v = 77,8 invullen in de formule geeft F, Dus de intensiteit op de Fujita-schaal is maximumscore 4 De waarde van F is dan
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot II
Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B I
Eindexamen havo wiskunde B 0 - I Vliegende parkieten maximumscore Invullen van v = geeft D 0,0807 Invullen van v = 5 geeft D 0,06 De procentuele toename is 0,06 0,0807 00% 0,0807 Dit is 3 (%) ( nauwkeuriger)
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I
en benadering van een nulpunt Voor elke positieve startwaarde 0 is een rij 0,, 2, gegeven door de volgende recursievergelijking: n+ = 2 n +. n Deze recursievergelijking kunnen we ook schrijven als n+ =
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie Utrecht Les : Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist verzicht colleges. College. Goniometrie 2. Vectoren 2. College 2. Matrixen
Nadere informatieMECHANICAII FLUIDO 55
MECHANICAII FLUIDO 55 Figuur (3.4): De atmosferische druk hoeft niet in rekening te worden gebracht aangezien ze in alle richtingen werkt. Opmerking 3: In sommige gevallen dient met een controlevolume
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag
Nadere informatieEindexamen wiskunde B pilot havo II
Eindexamen wiskunde B pilot havo 0 - II Beoordelingsmodel Mosselen maximumscore L = 9 invullen in de gegeven formule geeft C 5 De hoeveelheid gefilterd water is (ongeveer) 5 = 8 ml per dag Dit is meer
Nadere informatieKrachten tijdens het schaatsen
Aitske Ruben Krachten tijdens het schaatsen het rechte eind en de bocht Aitske Ruben 2 de afzet de arbeid per afzet 1. kracht 2. richting 3. streksnelheid 4. tijd 3 Kg druk ijsbaan Rondetijd Snelheid neemt
Nadere informatienatuurkunde vwo 2017-I
natuurkunde vwo 07-I Cessna 4 maximumscore 5 uitkomst: α = 7,8 voorbeeld van een berekening: In verticale richting geldt: F = Fz = mg = 70 9,8= 6,965 0 N. De motorkracht kan berekend worden met behulp
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 0 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatie2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:
0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: 0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: e 00
Nadere informatieStel de algemene uitdrukking voor het evenwicht van een star lichaam op in geval van de methode van de virtuele arbeid.
VIJE UNIVESITEIT USSE UTEIT TOEGEPSTE WETENSHPPEN NYTISHE MEHNI I Tentamen 1ste Kandidatuur urgerlijk Ingenieur cademiejaar 001-00 9 januari 00 Vraag 1: (Theorie) Stel de algemene uitdrukking voor het
Nadere informatieMaar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal.
-09-5 Bijlage voor Stabiel Heelal. --------------------------------------- In deze bijlage wordt onderzocht hoe in mijn visie materie, ruimte en energie zich tot elkaar verhouden. Op zichzelf was de fascinatie
Nadere informatie2 Modulus en argument
Modulus en argument Verkennen Modulus en argument Inleiding Verkennen Probeer zelf te bedenken hoe je een complex getal kunt opschrijven vanuit de draaihoek en de lengte van de bijbehorende vector. Uitleg
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
amen VWO 2009 tijdvak dinsdag 2 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B,2 Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 9 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieEindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011
Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011 1 Voorwoord Satellieten zijn er in vele soorten en maten. Zo heb je bijvoorbeeld
Nadere informatieTentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs
Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 6 opgaven met totaal 20 deelvragen Begin elke opgave op een nieuwe kant
Nadere informatieEindexamen wiskunde B vwo II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieDe vergelijking van Antoine
De vergelijking van Antoine Als een vloeistof een gesloten ruimte niet geheel opvult, dan verdampt een deel van de vloeistof. De damp oefent druk uit op de wanden van de gesloten ruimte: de dampdruk. De
Nadere informatieHANDREIKINGEN VANUIT WISKUNDIG- DIDACTISCH ONDERZOEK: LOGARITMEN EN HET INPRODUCT TOM COENEN EN MARK TIMMER
HANDREIKINGEN VANUIT WISKUNDIG- DIDACTISCH ONDERZOEK: LOGARITMEN EN HET INPRODUCT TOM COENEN EN MARK TIMMER INHOUDSOPGAVE WAT GAAN WE VANDAAG ALLEMAAL DOEN? Logaritmen De setting Geschiedenis van de logaritme
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieExamen H1B0 Toegepaste Mechanica 1
16 augustus 2010, 8u30 naam :................................... Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 Het verloop van het examen Uiterlijk om 12u30 geeft iedereen af. Lees de vragen grondig. De vraag begrijpen
Nadere informatie2 Vraagstuk Dynamicaboek (Kermisattractie)
Kermisattractie Wisnet-HB update april 009 1 Benodigde wiskunde-onderwerpen Vectoren (eerst in de R) Poolcoördinaten (r en φ) Differentiëren (plaats, snelheid en versnelling en maximum/minimum bepalen)
Nadere informatieKNSB visie schaatstechniek
KNSB visie schaatstechniek Werkdocument: 1. Nov 2008 Docenten ST-3 2. ST-4 09-10 3. Gewestelijk Coaches Platform 2009 4. ST-4. 10-11 5. ST-4 11-12 Individueel leertraject 6. NSTV 14 april 2012 7. ST-4
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B 2013-I
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde B havo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatie8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3
8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B 2014-I
Eindexamen vwo wiskunde B 04-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte
Nadere informatie10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan
Nadere informatieSamenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van
Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =
Nadere informatiewiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VWO 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30 uur - 6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen
Nadere informatie6. Toon aan dat voor alle 2]0; ß [ geldt dat sin <<tan Onderstel dat de functie f afleidbaar in ]a; +1[ is en dat Toon aan dat!+1 f ) = A.!+1 f
Afleiden en primitiveren Oefeningen Wiskundige Analyse I 1. Toon aan dat de functie f gedefinieerd op [ß; 3ß 2 ] door 1 p 1 + sin2 ) een inverse ffi bezit. Wat kan men besluiten omtrent de monotoniteit,
Nadere informatieATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.
ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt
Nadere informatieBal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.
Bal in de sloot Een bal met een straal van cm komt in een figuur sloot terecht en blijft drijven. Het laagste punt van de bal bevindt zich h cm onder het wateroppervlak. In figuur zie je een doorsnede
Nadere informatieSnelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde
Masterclass VWO-leerlingen juni 2008 Snelle glijbanen Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD 2009 1 Technische Universiteit Delft Probleemstelling Gegeven: een punt A(0,a) en een punt B(b, 0) met a 0.
Nadere informatieVoorbeeldopgaven Meetkunde voor B
Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B Hoofdstuk 2: Opgave 2 1 Gegeven zijn de vlakken U : x + y + z = 0 en V : x y + az = 0 waarbij a een parameter is. a) Bereken de cosinus van de hoek tussen de twee vlakken
Nadere informatieVerbanden en functies
Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I
Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 009 tijdvak woensdag 4 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatiewiskunde B havo 2017-II
wiskunde B havo 07-II Afstand tussen twee raaklijnen maximumscore Uit x x= 0 volgt ( x = 0 ) x = 0 Hieruit volgt x = 8 dus (de x-coördinaten van M en N zijn) x = 8 ( = ) en x = 8 ( = ) De afstand tussen
Nadere informatiewiskunde B pilot vwo 2017-II
Twee machten van maimumscore 5 f' ( ) = ln() + ln() Uit f' ( ) = volgt dat = Dus + = ( = ) Hieruit volgt = a+ a, met a =, moet minimaal zijn De vergelijking a = moet worden opgelost Dit geeft Hieruit volgt
Nadere informatieKaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2.
Kaas Op foto 1 zie je drie stukken kaas. Het zijn delen van een hele, ronde kaas. Het grootste stuk is precies de helft van een hele kaas. Deze halve kaas heeft een vlakke zijkant. De vorm van de vlakke
Nadere informatieVectormeetkunde in R 3
Vectormeetkunde in R Definitie. Een punt in R wordt gegeven door middel van drie coördinaten : P = (x, y, z). Een lijnstuk tussen twee punten P en Q voorzien van een richting noemen we een pijltje. Notatie
Nadere informatieMeetkundige ongelijkheden Groep A
Meetkundige ongelijkheden Groep A Oppervlakteformules, sinus- & cosinusregel, de ongelijkheid van Euler Trainingsweek, juni 011 1 Oppervlakteformules We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde II
Eindexamen vwo natuurkunde 0 - II Opgave Duimpiano maximumscore Uit figuur kan de trillingstijd bepaald worden. Dit levert: 0T = 0,09 T = 0, 009 s. Voor de frequentie geldt: f = 56 Hz. T = 0, 009 = Dus
Nadere informatieInleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten
Inleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten P. Termonia vakgroep wiskundige natuurkunde en sterrenkunde, UGent Inleiding tot de dynamica van atmosferen p.1/35 Inhoud 1. conventies: notatie 2. luchtdeeltjes
Nadere informatiewiskunde B pilot vwo 2017-II
wiskunde B pilot vwo 017-II Formules Goniometrie sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin(
Nadere informatie2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling
TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk
Nadere informatieVectoranalyse voor TG
college 2 Ruimte en oppervlakken collegejaar : 18-19 college : 2 build : 5 september 2018 slides : 25 Vandaag Ruimte 1 Vectoren in R 3 recap 2 Oppervlakken 3 Ruimte 4 1 intro VA Voorkennis uit Ruimtewiskunde
Nadere informatieDia 1. Biomechanica Instructeur/Trainer B ski
Dia 1 Biomechanica Instructeur/Trainer B ski Dia 2 Bewegingsvlakken Evenwicht Dia 3 Evenwicht Lichaamsas = denkbeeldige lijn die het midden van het steunvlak verbindt met het LZP van de skiër. Dia 4 Statisch
Nadere informatiewiskunde B havo 2017-I
Cirkel en lijn De cirkel c en de lijn l worden gegeven door l: 5. Zie figuur. 4 3 2 2 c: 9 en figuur l c 4p Toon aan dat l raakt aan c. Cirkel c snijdt de negatieve -as in het punt A. Lijn l snijdt de
Nadere informatieUitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur
Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C030 25 Januari 2007-4.00-7.00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 6 opgaven verdeeld over 3 pagina s. Op pagina 3 staat voor
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I
Sauna Om 5. uur wordt het verwarmingselement van een sauna aangezet. Vanaf dat moment,9t wordt de sauna opgewarmd. Dan geldt: St ( ) 8 e. Hierin is S de temperatuur in de sauna in graden Celsius en t de
Nadere informatieOEFENTOETS VWO B DEEL 3
OEFENTOETS VWO B DEEL 3 HOOFDSTUK 0 MEETKUNDE MET VECTOREN OPGAVE Gegeven zijn de vectoren a, b en c die vanuit O de hoekpunten van driehoek ABC aanwijzen. Het punt P is het midden van AB, het punt Q is
Nadere informatieCase 1 en Simulink. 1. Diodefactor bepalen. I = I sc - I s (e!
Case 1 en Simulink 1. Diodefactor bepalen Om de diodefactor te berekenen werden eerst een aantal metingen gedaan met het zonnepaneel en de DC- motor. Er werd een kring gemaakt met het zonnepaneel en een
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I
Verkeersdichtheid We gaan uit van de volgende (denkbeeldige) situatie (zie figuur 1). Op een weg rijden auto s met een snelheid van 80 kilometer per uur. e auto s houden een onderlinge afstand van 45 meter.
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde B vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieopdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF
lijnen en cirkels opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF 0. voorkennis De vergelijking ax+by=c Stelsels lineaire vergelijkingen De algemene vorm van een lineaire vergelijkingen met de variabele
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Kracht, snelheid, versnelling,
Nadere informatieEen kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:
Voorbeeldmeetrapport (eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat) Eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat. Doel van de proef Een kogel die van een helling afrolt, voert een eenparig versnelde
Nadere informatieUitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003
Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en
Nadere informatieAuteur(s): Herre faber Titel: Kracht en snelheid bij het klapschaatsen Jaargang:16 Jaartal:1998 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers:48-60
uteur(s): Herre faber Titel: Kracht en snelheid bij het klapschaatsen Jaargang:16 Jaartal:1998 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers:48-60 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatie8.1 Rekenen met complexe getallen [1]
8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur
Eamen VW 017 tijdvak woensdag 1 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 17 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 74 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen HAV 207 tijdvak vrijdag 9 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieSchaatstechniek Martijn Carol TCT 2008
Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 De schaatsbeweging... 4 De keyposes van het schaatsen... 5 De fases van het schaatsen... 6 De video feedback of techniekanalyse...
Nadere informatie