Puberteit - HV 2 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Saskia Tuenter 06 March 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/72986 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Vooraf Leerdoelen Aan de slag Stap1 (1) Stap1 (2) Stap1 (3) Stap1 (4) Stap2 (1) Stap2 (2) Stap3 (1) Stap3 (2) Stap4 (1) Stap4 (2) Stap4 (3) Stap6 Stap7 Over dit lesmateriaal Pagina 1 Puberteit - HV 2
Vooraf Leerdoelen Leerdoelen Na deze opdracht ken je: Begrijp je: de verschillende levensfasen van de mens de primaire en secundaire geslachtskenmerken de geslachtshormonen wat er in de puberteit verandert in je lichaam wat er wordt bedoeld met lichamelijke en geestelijke ontwikkeling Pagina 2 Puberteit - HV 2
Aan de slag Stap1 (1) Levenscyclus Bekijk het filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20050209_levensfasen01 Iedere levensfase heeft bepaalde kenmerken. Bestudeer uit de kennisbank biologie de eerste en derde pagina van het onderdeel: Levensfasen Tijdens je leven maak je een lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling door. De lichamelijke ontwikkeling is de verandering en groei van het lichaam. Doordat je lichaam verandert kun je in andere levensfasen ook nieuwe dingen leren zoals lopen of fietsen, je wordt beter in sport, kunt nauwkeuriger werken. Geestelijke ontwikkeling is de groei en verandering in wat je met je verstand kunt en doet, zoals leren praten en lezen, studeren, oordelen en redeneren. Sociale ontwikkeling is hoe de mens groeit en verandert in zijn benadering en contacten met anderen. Stap1 (2) Pagina 3 Puberteit - HV 2
Beantwoord de volgende vragen: 1. Welke eigenschappen horen bij de levensfase puber en adolescent (12-21 jaar)? A. Zelfstandig worden en verantwoordelijkheid hebben in de zorg voor kinderen. B. Ongesteld worden of zaadlozingen krijgen en zelfstandig worden. C. Volleybal aanleren en ongesteld worden of zaadlozingen krijgen. 2. Welke eigenschappen horen bij de levensfase peuter (2-4 jaar)? A. Leren bouwen en leren praten met zinnen. B. Leren lopen en leren fietsen. C. Leren praten met zinnen en leren tellen. 3. Welke eigenschappen horen bij de levensfase schoolkind (6-12 jaar)? A. Leren lezen en leren tellen. B. Leren lezen en volleybal aanleren. C. Volleybal aanleren en leren fietsen. Stap1 (3) Vragen - vervolg 4. Welke eigenschappen horen bij de levensfase volwassenen (18-60 jaar)? A. Zelfstandig worden en verantwoordelijkheid hebben in de zorg voor kinderen. B. Brosse botten krijgen en zwaar werk verrichten. Pagina 4 Puberteit - HV 2
C. Zwaar werk verrichten en verantwoordelijkheid hebben in de zorg voor kinderen. 5. Welke eigenschappen horen bij de levensfase baby (0-2 jaar)? A. Leren lopen en leren woordjes zeggen. B. Leren woordjes zeggen en leren bouwen met blokken. C. Leren lopen en leren bouwen met blokken. 6. Welke eigenschappen horen bij de levensfase bejaarde (60-... jaar)? A. Zwaar werk verrichten en vergeetachtig worden. B. Brosse botten krijgen en zwaar werk verrichten. C. Brosse botten krijgen en vergeetachtig worden. Stap1 (4) Vragen - vervolg 7. Maak de juiste combinatie. 1 Kleuter a secundaire geslachtskenmerken 2 Zuigeling b leert veters strikken 3 Schoolkind c leert rekenen en taal 4 Puber d drinkt melk 1 =... 2 =... 3 =... en 4 =... 8. In sommige levensfasen zijn mensen hulpbehoevend, welke fasen zijn dat? Meerdere antwoodren mogelijk. A. baby B. bejaarde C. schoolkind D. peuter E. puber F. adolescent Stap2 (1) Pagina 5 Puberteit - HV 2
Jongen of meisje? Al bij de geboorte kun je zien of de baby een jongen of een meisje is. Bij meisjes zie je de vagina en de schaamlippen. Bij jongens de penis en de balzak. Geslachtskenmerken zijn de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke dieren. Ofwel alle kenmerken waarin jongens en meisjes verschillen. We onderscheiden: De primaire geslachtskenmerken zijn de lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes, die vanaf de geboorte zichtbaar zijn. De lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes die tijdens de puberteit ontstaan, heten secundaire geslachtskenmerken. Bekijk het volgende filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20050209_geslachtsken01 Bij de geboorte kun je al zien of de baby een jongen of een meisje is. Bestudeer uit de kennisbank biologie de tweede en vierde pagina over primaire geslachtskenmerken: Man/vrouw Stap2 (2) Pagina 6 Puberteit - HV 2
Welke van de volgende kenmerken zijn primaire geslachtskenmerken? Geef van de primaire geslachtskenmerken ook aan of het gaat om vrouwelijke of mannelijke primaire geslachtskenmerken. schaamlippen penis schaamhaar zaadlozing eierstok lagere stem. brede schouders borsthaar balzak Stap3 (1) Pagina 7 Puberteit - HV 2
Wat verandert er bij een meisje in de puberteit? Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel: Man/vrouw Bekijk het filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20021104_seksuelevoorlichting01 Als een meisje in de puberteit komt, wordt zij een vrouw. Het lichaam van het meisje verandert aan de buitenkant (borsten, schaamhaar) en aan de binnenkant (menstruatie). Wat verandert er bij een jongen in de puberteit? Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel: Man/vrouw Bekijk het filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20021104_seksuelevoorlichting05 Als een jongen in de puberteit komt, kun je dat bijvoorbeeld zien aan de haartjes op de bovenlip en de wangen: hij krijgt een snor of baard. Maar er gebeurt nog meer. Stap3 (2) Pagina 8 Puberteit - HV 2
Beantwoord de volgende vragen. Er zijn steeds meerdere antwoorden goed. 1. Welke veranderingen zie je bij jongens in de puberteit? A. schaamhaar B. meer zweetklieren C. sterkere spieren D. ongesteld E. okselhaar F. meer vet onder de huid G. lagere stem 2. Welke veranderingen zie je bij meisjes in de puberteit? A. schaamhaar B. meer zweetklieren C. sterkere spieren D. ongesteld E. okselhaar F. meer vet onder de huid G. lagere stem Stap4 (1) Groeispurt Een bevruchte eicel weegt 0,1 gram. Bij de geboorte weegt een baby gemiddeld 3 kilogram (3000 gram). Dat is dus 30.000 keer zoveel! Een baby groeit het eerste jaar het sterkst. Het geboortegewicht verdubbelt binnen 6 maanden. Na het eerste jaar groeit de mens langzamer. Perioden van snelle groei heten groeispurts. In de puberteit maakt je lichaam ook een groeispurt. Na de groeispurt beweeg je vaak wat slungelig. Dat komt doordat je spieren later gaan groeien dan je botten. Direct na de groeispurt zijn je spieren nog niet sterk genoeg voor je langere armen en benen. Tot aan de puberteit groeien jongens en meisjes even hard. In de puberteit beginnen meisjes eerder aan hun groeispurt dan jongens. De groeispurt bij jongens is sterker dan bij meisjes en duurt vaak wat langer. Jongens worden dan ook gemiddeld langer dan meisjes. Stap4 (2) Pagina 9 Puberteit - HV 2
Beantwoord de volgende vragen: 1. Bekijk de grafiek. Drie leerlingen zeggen iets naar aanleiding van de grafiek. Wie heeft gelijk? A. De groeispurt is bij jongens eerder dan bij meisjes. B. De groeispurt is bij jongens later dan bij meisjes. C. De groeispurt is bij jongens en meisjes op dezelfde leeftijd. 2. Is de bewering waar of niet waar. Uit de grafiek blijkt dat meisjes met 15 jaar uitgegroeid zijn. A. waar B. niet waar Stap4 (3) Vragen - vervolg 3. Bekijk de grafiek. Is de bewering waar of niet waar. Tussen 0-1 jaar is geen groei getekend. Als dat wel was gebeurd, was die piek hoger uitgekomen dan die bij de puberteit. A. waar B. niet waar 4. Bekijk de grafiek. Is de bewering waar of niet waar. Een groeispurt is een periode van snelle groei. A. waar B. niet waar Stap6 Pagina 10 Puberteit - HV 2
Man of vrouw Even duidelijk. Je weet nu precies welke primaire en secundaire geslachtskenmerken bij jongens en meisjes horen. Helaas is het niet altijd even duidelijk. Vrouwen en mannen zien er verschillend uit. Maar er bestaan vrouwen die er uit zien als mannen en omgekeerd. In het filmpje zie je Maya Posch. Ze voelt zich een vrouw, maar is officeel nog een man. Bekijk de video en geef daarna antwoord op de volgende vraag. Welke 'kenmerken' heeft maya die mannelijk worden gevonden? Meerdere antwoorden mogelijk. A. geslachtsorganen B. lang haar C. weinig borsten D. zachte trekken E. onbehaarde huid Stap7 Eindtoets Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets. De toets bestaat uit dertien vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Pagina 11 Puberteit - HV 2
Je kunt van de vragen die je fout had ook het goede antwoord zien. Klik op de volgende link om te beginnen: Levensfasen maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/1776989 1 Welke levensfasen past het best bij leren fietsen? a. kleuter b. schoolkind c. puber 2 Welke levensfasen past het best bij deze lichamelijke ontwikkelingen? Borsten krijgen. a. kleuter b. schoolkind c. puber 3 Welke levensfasen past het best bij deze lichamelijke ontwikkelingen? Leren lezen. a. kleuter b. schoolkind c. puber 4 Welke levensfasen past het best bij deze lichamelijke ontwikkelingen? Leren woordjes zeggen. a. kleuter b. schoolkind c. peuter 5 Waaraan kun je zien bij de geboorte of het een meisje of een jongen is? Pagina 12 Puberteit - HV 2
a. Aan de primaire geslachtskenmerken. b. Aan de secundaire geslachtskenmerken. c. Aan de tertiaire geslachtskenmerken. 6 In welke zin staan alleen vrouwelijke primaire geslachtskenmerken? a. Balzak, schaamlippen en penis. b. Schaamlippen, vagina en clitoris. c. Balzak, brede schouders en brede heupen. d. Schaamlippen, borstgroei en schaamhaar. 7 Welke veranderingen zie je bij jongens in de puberteit? a. Groei van schaamhaar en ongesteldheid. b. Ongesteldheid en sterkere spieren. c. Sterkere spieren en groei van schaamhaar. 8 Welke veranderingen zie je bij meisjes in de puberteit? a. Groei van schaamhaar en ongesteldheid. b. Ongesteldheid en sterkere spieren. c. Sterkere spieren en groei van schaamhaar. 9 Een groeispurt is een periode van snelle groei. a. juist b. onjuist 10 Een groeispurt heb je alleen tijdens de puberteit. a. juist b. onjuist 11 Jongens hebben eerder een groeispurt dan meisjes. a. juist b. onjuist 12 Wat is een goede tip om geen of niet meer jeugdpuistjes te krijgen. Pagina 13 Puberteit - HV 2
a. Geen chocolade eten, de huid goed schoon houden. b. De huid goed schoon houden, niet teveel make-up gebruiken. c. Niet teveel make-up gebruiken, puistjes uitknijpen. 13 Hoe ontstaat een puistje? a. Wanneer in een mee-eter een ontsteking ontstaat door bacteriën. b. Wanneer talg samen met vuil en huidschilfers de huidporiën verstopt. Pagina 14 Puberteit - HV 2
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Saskia Tuenter Laatst gewijzigd 06 March 2016 om 15:17 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 2; VWO 1; Leerinhoud en doelen Groei en ontwikkeling; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Pagina 15 Puberteit - HV 2